Dit is het laatste stukje dat in dit kalenderjaar op deze internetpagina wordt gepubliceerd.
Zo de Here wil zullen er in de komende tijd nieuwe artikelen blijven verschijnen.
Maar dán zijn wij intussen de jaargrens 2011-2012 gepasseerd.
Wordt 2012 een jaar van nieuw discipelschap?
Wordt 2012 het jaar van de vorming van lerende gemeenschappen?
Dat zou best kunnen.
In het Nederlands Dagblad van dinsdag 27 december stond daar een groot artikel over[1].
In kleine groepen gaat men een missionair leertraject in. Men gaat zich wijden “aan elk denkbaar missionair doel: van tuintjes wieden in de buurt van de kerk, tot hulp aan daklozen, of het organiseren van een kennismaking met het christelijk geloof”.
Juist omdát men met groepjes werkt, is dat concept overal toepasbaar. Ook in dorpen dus.
Als ik het goed begrijp is er weinig tegen als missiegroepen kerkoverschrijdend zijn. Gereformeerd-vrijgemaakten en evangelischen kunnen uitstekend in één groep functioneren.
Het is een nieuw initiatief: Nederland Leert.
De eerste deelnemers hebben onderwijs genoten. In discipelschap. En in leiderschap. Over de vorming van missiegroepen. En het vestigen van missionaire centra.
Jaarlijks is er een retraite voor leiders en voorgangers.
Bij dit alles is de kunst dat alles blijvend verandert.
Men kijkt goed naar de huidige situatie.
Er wordt een doel op lange termijn gesteld. Wat willen wij over twee jaar bereikt hebben?
Als het goed is, is er ook een korte termijn-doel. Wat moeten wij in het komende halfjaar doen?
Goed beschouwd is het bovenstaande allemaal niet zo wereldschokkend.
Want het credo is: de wereld is ons werkterrein; en er is nog veel te doen.
Dat verhaal vertelt de kerk al jaren. Weinig nieuws dus.
Bij Nederland Leert zegt men: “Het gaat ons er niet om weer een activiteit te lanceren. Het belangrijkste onderdeel is het vormen van een discipelschapscultuur. Bij de deelnemers persoonlijk, maar ook bij de leiders zodat het principe van Jezus volgen zich als een olievlek verspreidt binnen de gemeente”.
Dit zo zijnde vraag ik mij af waarom er in één missiegroep meer gemeenten vertegenwoordigd zijn; vrijgemaakt en evangelisch werken immers schouder aan schouder aan hetzelfde doel. Ik krijg sterk de indruk dat de achterliggende gedachte is: in de gevestigde kerken bereiken we toch niks meer; we gaan maar iets nieuws doen…
Men maakt nieuwe geloofsnetwerkjes.
Men bouwt aan vertrouwen op basis van persoonlijk contact.
De redenering lijkt te zijn: van welke kerk of groep eventuele bekeerlingen lid worden…, dat zien we nog wel; laten die nieuwe christenen eerst maar eens goed rondkijken.
Inmiddels lijkt te worden vergeten dat de kerk het lichaam van Christus is.
Men lijkt veelal te zeggen: met kleine clubjes bereiken we meer; dan kunnen wij God beter dienen. Maar ik vraag: hoe verhoudt die redenering zich met Christus’ uitdrukkelijke wens dat de kerk één is?
Men maakt een nieuwe netwerk-achtige organisatie.
Dat alles beschouwend kan ik mij maar moeilijk aan de gedachte onttrekken dat men denkt: als wij dit nou zelf netjes regelen, dan wordt Nederland vanzelf een beetje christelijker.
Als wij een duidelijk lange termijn-doel stellen, dan wórdt het nog wel ês wat met gelovig Nederland.
Maar ik vraag: beseffen wij wel dat de Here al Zijn kinderen in één kerk vergaderen wil[2]?
Als wij spreken over discipelschap, dan is het eerste: de Here roept al Zijn kinderen bij Zich. Die kinderen groeperen zich, om te luisteren naar Christus’ onderwijs. Dat zien we, bijvoorbeeld, gebeuren bij het uitspreken van de Bergrede[3].
Als wij spreken over discipelschap, dan is het tweede: de Here wil dat Zijn kinderen Hem in het gewone leven altijd volgen.
Volgen: wat is dat?
Dat leren wij in Mattheüs 8.
* Volgen, dat is: erkennen dat Jezus Christus de macht heeft om te doen wat Hij wil[4].
* Volgen, dat is: geloven dat Christus’ bevelen ook voor óns leven grote consequenties hebben kan[5].
* Volgen, dat is: weten dat Jezus Christus onze zwakheden óp Zich genomen heeft[6].
* Volgen, dat is: ons realiseren dat wij in de wereld heel vaak niet begrepen worden; wij staan vaak alleen, net zoals dat indertijd met Jezus het geval was[7].
Wat concludeer ik hieruit?
Dit.
Discipelschap wil volgens mij niet in de eerste plaats zeggen dat wij klusjes voor een ander moeten gaan doen.
Discipelschap betekent eerst en vooral dat wij, bij alles wat wij doen en laten, de drieënige God eerbiedigen.
Niet alleen in de missiegroep.
Maar overal en altijd.
En het moet duidelijk zijn: discipelschap leren we in de kérk!
Als wij spreken over discipelschap, dan is het derde: rondbazuinen dat de Here op aarde is gekomen om voor onze zonden te betalen.
In Mattheüs 10 is dát ook de eerste opdracht aan discipelen: “Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen”[8].
En jazeker, daar horen dan ook allerlei tekens bij. Genezing van zieken, bijvoorbeeld. En het opwekken van doden. En de reiniging van melaatsen. En dat allemaal om niet; gratis en voor niets[9]. Echter: die tekens zijn, om zo te zeggen, de ondersteuning van het Evangelie. Die tekens zijn even zo vele nevenactiviteiten bij de verkondiging van de blijde Boodschap.
Laat men mij goed begrijpen.
Ik ben er niet tegen dat u de tuin van de buurman doet. Het is een goede zaak als wij daklozen proberen te helpen. Het is, wat mij betreft, prima als de kerkdeur open staat om kennismaking met het christelijk geloof te bevorderen.
Wij moeten echter niet denken dat wij op deze wijze veel zieltjes zullen winnen.
En wij moeten ook niet denken dat wij discipelschap pas gaan zien als wij van alles in de wereld op gang gaan brengen.
Wordt 2012 een jaar van ijverig en groots discipelschap?
Nogmaals noteer ik: discipelschap betekent eerst en vooral dat wij, bij alles wat wij doen en laten, de drieënige God eerbiedigen.
Onder de zegen van de Here zal dat ongetwijfeld gaan lukken. Die zegen wens ik u allen toe.
Daarbij noteer ik tenslotte een tekst uit Mattheüs 10: “En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden”[10].
Noten:
[1] “’Nederland Leert’ beoogt missionaire metamorfose”. In: Nederlands Dagblad, dinsdag 27 december 2011, p. 2 en 3.
[2] Zie hierover ook http://bderoos.weblog.nl/geloofsnetwerkjes/ .
[3] Zie Mattheüs 5:1: “Toen Hij nu de scharen zag, ging Hij de berg op en nadat Hij Zich had nedergezet, kwamen zijn discipelen tot Hem”.
[4] Zie Mattheüs 8:2 en 3: “En zie, een melaatse kwam tot Hem en viel voor Hem neder, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. En Hij strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide: Ik wil het, word rein. En terstond werd hij rein van zijn melaatsheid”.
[5] Mattheüs 8:5-13. Ik citeer de verzen 8, 10 en 13: “Doch de hoofdman antwoordde en zeide: Here, ik ben niet waard, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord en mijn knecht zal herstellen (…).Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich en zeide tot hen, die Hem volgden: Voorwaar, zeg Ik u, bij niemand in Israël heb Ik een zó groot geloof gevonden! (…) En Jezus zeide tot de hoofdman: Ga heen, u geschiede naar uw geloof”.
[6] Mattheüs 8:14-17. Ik citeer de verzen 16 en 17: “Toen het nu avond werd, bracht men vele bezetenen tot Hem; en Hij dreef de geesten uit met zijn woord en die ernstig ongesteld waren genas Hij allen, opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken werd door de profeet Jesaja, toen hij zeide: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen”.
[7] Mattheüs 8:18-22. Ik citeer de verzen 19 en 20: “En er kwam een schriftgeleerde tot Hem en zeide: Meester, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen”.
[8] Mattheüs 10:7: “Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen”.
[9] Mattheüs 10:8.
[10] Mattheüs 10:22.