De titel van dit stuk echoot door de wereld.
Er zijn veel mensen die dat zeggen. In één zinnetje van drie woorden zeggen zij: boven deze wereld zetelt een Heer de iedereen en alles lief heeft.
God heeft ons lief. In de kerk mogen wij dat zonder omwegen vaststellen.
En wij mogen er blij om wezen.
Heel vaak wordt die blijdschap een beetje aan de kant gedrukt. Dat komt omdat wij het druk hebben; in de maatschappij, en in de kerk. In de kerk lopen heel gewone, zondige mensen rond. En dus hebben we niet zelden last van allerlei ergernisjes. We kijken elkaar scheef aan. En wij bedenken dat het in liefde met elkaar omgaan soms heel moeilijk is.
Daarom is het goed om in de kerk rechttoe rechtaan te zeggen: God is liefde.
Maar daarmee is niet alles gezegd.
Dat wil ik aanwijzen nu ik de vinger leg bij Deuteronomium 10.
Ik bedoel deze woorden: “Want de HERE, uw God, is de God der goden en de Here der heren, de grote, sterke en vreselijke God, die geen partijdigheid kent noch een geschenk aanneemt; die wees en weduwe recht doet en de vreemdeling liefde bewijst door hem brood en kleding te geven”[1].
Het bovenstaande citaat begint met het woord ‘want’.
Deze tekst maakt deel uit van een perikoop waarin Gods volk wordt opgeroepen tot gehoorzaamheid. Niet maar op een paar levensterreinen, maar overal en altijd. Gods kinderen moeten zich aan de wet van hun Heer houden. Dan zal het goed met hen gaan.
De Here is eigenaar van alles wat op de aarde en in de lucht is. Overal in hemel en op aarde zien wij, om zo te zeggen, etiketten. Stickers met de tekst: eigendom van God. Maar Hij heeft een speciale keuze gemaakt. Hij heeft Zich aan het volk Israël verbonden. Hij heeft hen – daar is dat woord! – liefgehad.
De Here wil dat de door Hem uitverkorenen in het Verbondskader blijven. Zij moeten zich nu ook aan hun God verbinden. Weg met alle tegendraadsheid en weerspannigheid, zegt de Here[2].
Want de Here is de God der goden!
Je zou zeggen: de Here is partijdig. Bevooroordeeld. Vooringenomen. Hij doet vanaf nu op allerlei manieren moeite om Zijn volk een plezier te doen.
Maar dat is niet zo.
In het verbond blijft de Here eisen stellen. We kunnen zelfs zeggen: het volk krijgt een grotere verantwoordelijkheid dan andere naties. Ik wijs u, wat dat betreft, op Amos 3: “U alleen heb Ik gekend uit alle geslachten van het aardrijk; daarom zal Ik al uw ongerechtigheden aan u bezoeken”[3].
Het is duidelijk dat de Here niet aan steekpenningen doet. Zijn kinderen hoeven Hem niet mild te stemmen, met cadeautjes en zo. In de godsdienst kennen we geen omkoperij.
Voor Gods kinderen in Israël is Gods verkiezende liefde geen reden om zonden te bagatelliseren. In de kerk zeggen wij niet: nou ja, het valt wel mee. Zonden hoeven we niet af te zwakken of weg te wuiven.
Als wij dat wel doen, is de grootheid van de Here bedreigend.
En dan pas komt in Deuteronomium 10 Gods barmhartigheid expliciet aan de orde.
De Here beschermt de zwakken in de samenleving. De Here zorgt ervoor dat Zijn kinderen recht gedaan wordt.
God is liefde.
Nou en of.
Maar als dat de enige boodschap is gaan wij te kort door de bocht.
De Here heeft een volk uitgekozen. Nu mag Hij wederkerige liefde vragen; en dat doet Hij ook.
De Here wil gediend worden. Met de gaven die wij ontvangen, moeten wij God eren. In heel het leven.
Wat gebeurt er als wij dat niet doen? Dan worden wij uiteindelijk weggevaagd.
Een beschrijving van zulk een uitroeiingsoperatie vinden we in Deuteronomium 9. Daar zegt de Here tegen Zijn volk: “Weet dan heden, dat de HERE, uw God, zelf voor u uit gaat als een verterend vuur; Hij zal hen verdelgen en voor uw ogen onderwerpen; zo zult gij in korte tijd hun gebied in bezit nemen en hen vernietigen, zoals de HERE tot u gesproken heeft. Zeg niet bij uzelf, wanneer de HERE, uw God, hen voor u uit gejaagd heeft: wegens mijn gerechtigheid heeft de HERE mij dit land in bezit doen nemen; want wegens hun goddeloosheid drijft de HERE deze volken voor u weg”[4]. Dus: als de maat vol is, maakt de Here er een einde aan. Als de beker tot aan de rand toe met ongerechtigheden gevuld is, wijzigt de Here de koers van de wereldgeschiedenis.
God is liefde.
Zo zeggen de mensen dat.
Maar daarbij vergeten zij dat die boodschap vooral een blij bericht voor de kerk is.
God is liefde.
Dat is het blijde Evangelie voor mensen die de Here uitverkoren heeft. Dat is het Evangelie voor mensen die Hem van harte dienen.
Op elke plaats.
In elke tijd.