Het wordt tijd dat ’t zomer wordt.
Dat zei de moeder van schrijver dezes vroeger nogal eens als haar kinderen ziek waren.
Van duisternis, stromende regen en kille wind wordt niemand vrolijker. Er moet zon komen. De stemming wordt alras beter als de bloemen bloeien gaan.
In Gods Woord gaat het ook een paar keer over bloemen.
In Hooglied 2 bijvoorbeeld: “De bloemen vertonen zich op het veld, de zangtijd is aangebroken, en ’t gekir van de tortel wordt gehoord in ons land”[1]. Prettig sfeertje, vindt u niet?
Ook in Numeri 17 komen bloemen voor.
Om die tekst uit Numeri 17 gaat het mij vandaag.
Ik citeer: “Toen Mozes de volgende dag de tent der getuigenis binnenging, zie, de staf van Aäron, voor het huis van Levi, bloeide; hij had bloesem voortgebracht, bloemen gedragen en amandelen doen rijpen”[2].
In Numeri 17 laat de Here onomwonden weten dat het priesterschap alleen aan Aäron en de zijnen voorbehouden zal zijn.
De staf van Aäron gaat bloeien. Dat is een teken van God. Hij zegt daarmee: het moet afgelopen zijn met dat gemor van Mijn volk over het leiderschap der natie. En Hij zegt ook: Ik kies de mensen uit die Mijn volk leiden zullen.
Dat teken is eigenlijk het tweede in een rijtje.
Het eerste teken is dat Dathan, Korach en Abiram met al hun families levend begraven worden.
Ik citeer weer: “Maar, indien de HERE iets nieuws zal scheppen, zodat de grond zijn mond zal opensperren en hen verzwelgen met alles wat hun toebehoort, zodat zij levend in het dodenrijk zullen dalen, dan zult gij weten, dat deze mannen de HERE gesmaad hebben. Nauwelijks had hij al deze woorden uitgesproken, of de grond spleet onder hen, en de aarde opende haar mond en verzwolg hen met hun huisgezinnen en met alle mensen die bij Korach behoorden en met alle have. Zo daalden zij, met al de hunnen, levend in het dodenrijk; en de aarde overdekte hen, zodat zij uit het midden der gemeente omkwamen. En alle Israëlieten die om hen heen stonden, vluchtten weg op hun geroep, want zij dachten: de aarde moest ook ons eens verzwelgen!”[3].
U merkt het – dat tweede teken, het bloem-teken dus, is nogal wat vreedzamer als dat eerste.
Dood en leven staan hier vlak bij elkaar. Meer precies: menselijke revolutie en Goddelijke zegen staan pal tegenover elkaar. En de Here laat blijken dat door Hem in dienst genomen mensen Zijn zegen krijgen.
Aäron laat iedere stamvorst zijn staf zien. Daarna legt hij hem weer terug op de plaats waar hij hem gevonden heeft.
Daar blijft die staf liggen.
Iedereen die opstand tegen de Here in de zin heeft, wordt eraan herinnerd: de Here kiest Zelf Zijn instrumentarium!
Mij dunkt dat het voorgaande tot troost van de kerk kan dienen.
Mensen zijn heel vaak ontrouw. Ze hebben het gevoel dat de Here hen in de steek laat. Daarom zijn ze ontrouw: op allerlei manieren, op allerlei tijdstippen.
Daar tegenover toont de hemelse God: mensen, Ik blijf trouw. Hij laat het zien: Ik maak Mijn werk af.
In Numeri 16 doet Aäron verzoeningswerk.
Op instructie van Mozes pakt hij een vuurpan, doet er reukwerk op en steekt dat aan. Zo doet hij verzoening voor het volk.
Zeker, er zijn vele doden te betreuren.
Maar er zijn echter ook heel wat Israëlieten die blijven leven.
Wij moeten het blijkbaar blijven beseffen: in Numeri 17 bloeit Aärons staf. God gaat met Zijn uitverkorenen verder.
Het verhaal van de bloeiende staf van Aäron toont onomstotelijk aan: God werkt verder.
De bloemen van Numeri 17 vertellen ons dat de Here niet stilletjes zit te kijken hoe wij het er op aarde van af brengen. Integendeel. Hij zet het leven in bloei!
De bloeiende staf in Numeri 17 is een prachtig teken in een wereld van anarchie, opstand tegen de overheid en tegen het Woord van God.
Laat ik, nu ik dit zo stel, u herinneren aan de NSS-top.
Daarmee bedoel ik de Nuclear Security Summit – zeg maar: de nucleaire veiligheidstop – die vorige week maandag en dinsdag te Den Haag werd gehouden[4].
Vele wereldleiders kwamen bij elkaar om te bekijken hoe zij kunnen voorkomen dat nucleair materiaal in handen van terroristen komt. De veiligheid in de wereld is immers buitengewoon belangrijk. Daar geven we met z’n allen vele miljoenen aan uit. Veiligheid voor alles, is de leus. En op zichzelf genomen is het natuurlijk heel goed om adequate maatregelen te nemen om terrorisme tegen te gaan.
Kerkmensen moeten echter onderkennen dat de noodzaak van dit soort vergaderingen gelegen is in de zonde. Mensen zijn van nature geneigd tot heel verkeerde dingen. En op de keper beschouwd geven afspraken over veiligheid en beveiliging geen garantie dat er nooit meer een ramp gebeuren zal.
Als wij daar eens goed bij nadenken, kan dat best beangstigend wezen.
Welnu, als wij dergelijke vrees bij onszelf voelen opkomen mogen we bedenken dat Aärons staf heeft gebloeid. De Here zet Zijn werk door. Hij brengt Zijn uitverkorenen in de kerk bijeen, om hen te Zijner tijd in de hemel een volmaakt leven te geven.
In Numeri 17 bloeit de staf van Aäron.
Die indrukwekkende gebeurtenis brengt ons vandaag als vanzelf bij Jesaja 11: “En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen. En op hem zal de Geest des HEREN rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des HEREN; ja, zijn lust zal zijn in de vreze des HEREN”[5].
De wereld komt, om zo te zeggen, weer in bloei te staan. Want de Heiland komt eraan. Hij leert de wereld om, in alle vezels van het bestaan, blij te worden over het Woord van God. Hij geeft de uitverkorenen Gods Zijn Geest om hen klaar te maken voor een volmaakt hemelleven.
In Numeri 17 bloeit de staf van Aäron.
In Jesaja 35 bloeit de steppe. Dat klinkt daar zo: “De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis; zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen”[6].
Een uitlegger noteerde daar eens bij: “Mensen en volken kunnen plannen maken wat ze willen, maar uiteindelijk wordt de ware vreugde pas bereikt als men zich keert tot de HERE, die in Sion wordt aanbeden”[7].
De hemelse God wil en zal aanbeden worden. Al die gebeden komen als reukwerk voor zijn troon. Zo krijgt de Heer van hemel en aarde alle eer die Hem toekomt.
Die bloeiende staf in Numeri 17 is veelzeggend.
De Here Jezus Christus laat zien dat Hij de touwtjes in handen heeft.
Weet u wat de Hebreeënschrijver noteerde? “De Here heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt priester in eeuwigheid”[8]. Daar gaat het over de Here Jezus Christus, onze Heiland. Zijn leven en Zijn werk gaan ver boven dat van Aäron uit.
Laten we ons maar aan Hem toevertrouwen. Dan zijn wij voor altijd veilig!
Noten:
[1] Hooglied 2:2.
[2] Numeri 17:8.
[3] Numeri 16:30-34.
[4] Zie voor informatie hierover https://www.nss2014.com/nl .
[5] Jesaja 11:1-3a.
[6] Jesaja 35:1 en 2.
[7] Zie de webversie van de Studiebijbel.
[8] Hebreeën 7:21.