Religie en geloof zijn vandaag de dag volop in bespreking[1]. Praatprogramma’s zijn er soms vol van. Geen wonder ook. Gewelddadige gebeurtenissen als die in Parijs bewijzen onomstotelijk dat niemand er om heen kan[2].
Geloofszaken raken de wortels van het menselijk bestaan. Mensen worden geconfronteerd met de basis van het leven.
En dus worden de discussies heftig. De dadendrang wordt groot. Alle energiereserves worden aangesproken.
Men wil het geloof er wel in slaan.
Maar wees attent. Want datzelfde geldt ook voor het ongeloof.
Ongekende krachten worden op onverwachte momenten gebruikt. Daar worden mensen bang van.
Wat gaat er gebeuren? Waar gaan we naar toe?
Een tijdje geleden – het was op dinsdag 13 januari – was de Amsterdamse burgemeester Van der Laan te gast in het televisieprogramma ‘De wereld draait door’. Daar sprak hij over de dreiging van geweld en terreur.
“Je moet je goed realiseren: ik laat me niet bang maken”, zei hij.
En:
De terroristen “kunnen dit nooit winnen. Zij zijn altijd maar met een paar”.
En:
“Angst heeft iedereen. Maar we kunnen samen die angst overwinnen. Dus we moeten echt om elkaar heen staan, en het hoofd koel houden”.
En:
“De enige manier waarop we dit kunnen verliezen, is dat we deze terroristen hun zin geven en met elkaar ruzie gaan lopen maken of bang gaan lopen doen”[3].
Laten we maar duidelijk zeggen dat burgemeester Van der Laan gelijk heeft. Angst is een slechte raadgever.
Maar in de kerk hebben we ook andere wapens. Daar is meer dan aardse moed en trouw.
In de kerk hebben we veel meer te bieden.
Weet u waarom? In de kerk mogen we vertrouwend beseffen: er gaat altijd Iemand met ons mee. Gods Heilige Geest leidt ons door het leven!
Hoe moeten Gods kinderen tegen de toestand in de wereld aankijken?
Laten wij bedenken dat wij te maken hebben met de strijd tussen God en Satan.
Wij hebben, om met Efeziërs 6 te spreken, te maken met de boze dag: “Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden”[4].
Die term ‘boze dag’ kan tot misverstanden leiden. Want die dag is eigenlijk een periode. Het is de tijd tot het moment dat Christus terug komt. In die tijd leven wij dus. In die tijd leefden velen vóór ons. En als Christus nog niet terugkomt, zullen er ook nog heel veel mensen ná ons in dat tijdperk leven.
In Efeziërs 6 lezen we dus over de boze dag. De dag van het kwaad, maakt de Nieuwe Bijbelvertaling-2004 ervan. De slechte dag, staat er eigenlijk. Het heeft de kleur van corruptie. Van immoraliteit.
Daar moeten wij rekening mee houden.
Dat doet de wereld ook.
Het dagblad De Telegraaf meldde onlangs: “Maatreizen, doe-het-zelf geboekt op internet en levenskunst staan dit jaar opvallend centraal op de Vakantiebeurs in Utrecht die tot zondag duurt. Het ’geitenwollensokken en lief-zijn-voor-elkaar’-gehalte onder bezoekers op de beurs is hoog, volgens standhouders als reactie op het groeiende geweld in de wereld en de terreurdreiging”[5].
Die reactie is best begrijpelijk. Als de wereld keihard en onbarmhartig is, trek je je terug in je eigen ‘cocon’.
Maar Gereformeerde mensen zullen meer moeten doen.
In Efeziërs 6 geeft Here via de apostel Paulus een dienstbevel: doe de door Mij geleverde wapenrusting aan!
Dat is noodzakelijk.
“Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels”. Zo staat het er[6]. Dat is blijkbaar de enige manier om overeind te blijven in deze woelige wereld.
Wij moeten ons omgorden met de waarheid. Wij moeten eerlijk en oprecht zijn tegenover onze broeders en zusters, en tegenover alle andere mensen.
Wij moeten de schoenen van de vrede aan doen. Dat kan ook. Want de vrede tussen God en mens is hersteld door Christus’ werk. Daarom kunnen wij steeds weer streven naar harmonie en vrede.
We moeten het schild van het geloof hanteren. Daarmee wordt uiteraard gedoeld op een persoonlijke relatie met de Here. Maar daarnaast ook op het belijden van de juiste geloofsleer. Geloof is geen vaag wapen waarmee je – als het er op aan komt – weinig kunt uitrichten.
Wij behoren de helm van het heil op te zetten. De verlossing dragen we in ons leven mee.
Als het goed is, hebben we het zwaard van de Geest – Gods Woord – in de hand.
Wie dat zwaard gebruiken wil, zal dat biddend moeten doen. Het contact met onze Heer in de hemel is van levensbelang[7]!
De wapenrusting is noodzakelijk:
* om te kunnen standhouden
* om weerstand te kunnen bieden
* om staande te kunnen blijven.
Paulus lijkt het er bij Gods kinderen wel in te willen slaan. Als wij het nú nog niet weten, dan is er iets helemaal niet goed met ons!
De kwestie staat op scherp.
De Here roept ons tot een keuze.
Ziet u hoe groot de kloof tussen kerk en wereld is?
Als we door de Verbondsgod geleverde wapenrusting ongebruikt laten, moeten we erop rekenen dat we aan het eind sneuvelen.
Zeker, met vindingrijkheid en met slimme strategieën komen wij een eind in de goede richting. Maar zonder wapenrusting is de overlevingskans gelijk aan nul.
Laten we de wapenrusting van God maar gauw aan doen. Want de God van het Verbond draagt er zorg voor dat wij overleven.
De Amsterdamse burgemeester die hierboven aan het woord kwam, zei: “Ik kan helemaal niets garanderen. Dat kan de regering niet. Dat kunnen alle regeringen niet”. Het moet, zo sprak de burgervader, duidelijk zijn “dat we niet alles en iedereen kunnen beschermen”.
Maar dat kan de Here wel.
Laten wij het ons maar realiseren: God is liefde.
Ondanks het geweld.
Gods liefde blijkt uit de wapenrusting. Onze Verbondsgod geeft gegarandeerde veiligheid!
Noten:
[1] In dit artikel gebruik ik een stuk dat ik eerder schreef. Dat stuk is gedateerd op maandag 30 januari 2006.
[2] Zie over de gebeurtenissen in Parijs https://bderoos.wordpress.com/2015/01/09/waarschuwing-uit-parijs/ .
[3] ‘De wereld draait door’, dinsdag 13 januari 2015, NPO 1, 19.00-19.50 uur.
[4] Efeziërs 6:13.
[5] Zie http://www.telegraaf.nl/reiskrant/vakantiebeurs/23555908/__Vakantieganger_snakt_naar_warmte_en_liefde__.html (geraadpleegd op woensdag 14 januari 2015).
[6] Efeziërs 6:13.
[7] Efeziërs 6:10-18. Zie hiervoor ook de webversie van de Studiebijbel; commentaar bij Efeziërs 6.