Onlangs las ik een krantenkop in een oud nummer van het Nederlands Dagblad: “Maak van uw verontrusting geen bestendigdurende toestand”.
Nee, die krant komt niet uit 2016. Die krant is gedateerd op woensdag 28 april 1971[1].
Ik citeer uit het Nederlands Dagblad:
“U mag uw verontrusting niet tot een bestendigdurende toestand doen worden. God vraagt van u de lofzang op de rust, die Hij schenkt in en door de zuivere bediening van Zijn Woord. Verontrusten en nietverontrusten, wij allen hebben ons te voegen tot de kerk van de zuivere woordbediening, want daar schenkt God Zijn rust, aldus sprak ds. W. Wierenga uit Berkel en Rodenrijs in het kerkgebouw aan de Kuipersstraat te Rotterdam-Delfshaven, waar een comité van gereformeerden (vrijgemaakt) een drukbezochte contactavond had belegd voor verontrusten uit de synodaal gereformeerde kerken”.
Ook vandaag zijn er heel wat mensen die onrustig in hun stoel heen en weer schuiven.
Zij voelen wel aan dat het niet goed gaat in de kerk.
Maar waar moeten ze naar toe?
Dominee Wierenga kan die onrustige stoelschuivers de weg wijzen. Want, zegt hij, zuivere woordbediening geeft rust.
“Ds. Wierenga stelde daarbij twee vragen aan de orde: wat er aan de hand is en wat er gedaan moet worden”.
Wat is de situatie in april 1971?
“Er is, zo zei hij, veel weerstand bij vele verontrusten tegen het onstuitbaar lijkende streven naar nauwe samenwerking en naar vereniging met de Ned. Herv. Kerk, waar loochenaars van Christus’ zoenbloed en van Zijn opstanding een volwaardige plaats wordt gegeven als predikers; oprechte zorg over de aansluiting bij de Wereldraad van kerken, die sterk overheerst wordt door linke figuren; schrik over de recente dissertatie van dr. Wiersinga, waarin wordt afgerekend met het plaatsvervangend lijden en sterven van Christus: verontrusting ook over het meer en meer loslaten van de Drie formulieren van Enigheid en over de gang van het onderwijs op christelijke en gereformeerde onderwijsinstellingen.
Vooral spitsen de zaken zich toe op het Schriftprobleem, gezien het feit dat de synode van Amsterdam-Lunteren in 1967 het besluit van Assen 1926 liet vallen. Ds. Wierenga noemde dit een levensgevaarlijke zaak, omdat nu de Heilige Schrift afhankelijk gemaakt wordt van de wetenschap en de wetenschap in feite prioriteit krijgt ten opzichte van de Bijbel. Nu de schriftkritiek is vrijgegeven maakt bijv. prof. Kuitert van die vrijheid volop gebruik in zijn ontkenning dat Adam en Eva ooit echt hebben bestaan, en in zijn onschriftuurlijk spreken over het sterven. Hier is hij bezweken voor de druk van de wetenschap, die met Gods Woord niet rekent. Op vele plaatsen wordt de Schrift niet-letterlijk meer genomen, wordt onderscheid gemaakt tussen betrouwbare kern en vroeg of anti-Joods verpakkingsmateriaal.
Dat alles komt in de plaats van de belijdenis van de inspiratie van de Heilige Schrift. Vandaar dat Kuitert spreekt als zou het Oude Testament bestaan uit gebundelde geloofsuitspraken van Israël en het Nieuwe Testament het geloofsgetuigenis zou zijn over de menselijke daden van Christus. Maar, zo stelde ds. Wierenga, waar is het Woord Gods waaraan we ons dienen te onderwerpen, mogen onderwerpen en waarop we ons geloofsantwoord zullen te geven hebben? De gewone man, de niet-theoloog, de gereformeerde leek is volstrekt afhankelijk geworden van de theoloog, de vakman, die zal uitmaken wat aan te nemen kern en te verwaarlozen verpakking is.
Zo wordt de gemeente afhankelijk van de theologische wetenschap, welke op zijn beurt weer afhankelijk is van de niet-theologische wetenschap. Zo is het niet verwonderlijk, dat reeds openlijke twijfel is uitgesproken over de waarachtige, lichamelijke opstanding van Christus uit de doden, evenals over Zijn maagdelijke geboorte. De wezenlijke crisis, aldus ds. Wierenga is dat het vaste, betrouwbare, duidelijke, gezagsvolle, troostende en houvastbiedende woord van God is losgelaten. Een crisis, die de synode van Sneek geweigerd heeft weg te nemen”.
Wat betekent dat alles in de praktijk van de zeventiger jaren?
“De vraag is daarom wat er gedaan moet worden. Het zal ons toch, zo stelde spreker, allen in het hart geschreven staan, dat wij, als Christenen van het Woord Gods leven. Het geloof staat op het spel, zodra de Schrift op het spel staat. Wie gaat sleutelen aan het middel der genade, Gods kracht tot behoud, het Woord, die draait de moeren uit het gebouw der verlossing. Met klem stelde Ds. Wierenga dat het kenmerk van de ware kerk is: de zuivere bediening van het Woord Gods. Daar moeten verontrusten en niet-verontrusten zijn, want het komt niemand toe zich daarvan af te scheiden. Dat is een evangelische eis, want met die eis jaagt onze Gods onze zaligheid na en ons naar de zaligheid toe. Verontrusting mag niet bestendig zijn, want in Jeruzalem, de kerk, wordt de rust geschonken, omdat het Woord Gods gepredikt wordt. Het woord der rust, van troost, zegen, vreugde en geloofsversterking”.
Maar hoe is dat mogelijk? Met een paar duidelijke lijnen tekent predikant de situatie in de synodale kerken.
“Verontrusting tegenover de rust. Hoe kan dat, zo vroeg ds. Wierenga, God. schenkt rust en u bent verontrust; Christus zegt: Komt en ik zal u rust geven…. en u bent de rust kwijt. Hoe kan dat? Dat kan, omdat u het Woord Gods, dat die rust schenkt, in feite kwijt bent in uw kerken. Omdat u niet meer kunt zingen: hier wordt de rust geschonken”.
Nog is het einde niet. Leest u maar mee.
“Ds. Wierenga memoreerde hoe er ook in de vrijgemaakte kerken de laatste jaren grote moeiten zijn geweest. Die gingen toch weer om hetzelfde: te blijven bij de door God geschonken rust van het volle, rijke Woord Gods, in de strikte binding aan de Drie formulieren van Enigheid, waarin de leer der zaligheid, de leer der rust, is neergelegd.
Er is, zo stelde [de] spreker, grote zorg over u en uw kinderen, over broeders en zusters, wier geloof wordt afgebroken door de schriftkritiek. Als gereformeerden hebben we ook vóór de vrijmaking de gereformeerde bonders in de hervormde kerk voorgehouden dat ze met een kerk van leervrijheid en schriftkritiek en hiërarchie moeten breken. Verontrusten mogen geen gereformeerdebonders worden in de synodale kerken. Onze voorouders stelden de daad van de Afscheiding en daarin zijn wij ze toch gevolgd, aldus ds. Wierenga”.
Tot zover de citaten uit een editie van het ND uit 1971.
Anno Domini 2016 is de situatie natuurlijk anders. Maar laten we eerlijk wezen: de deformatie in de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt) is groot.
De tijden zijn veranderd, zegt men.
En natuurlijk is dat waar.
Maar de boodschap van Gods Woord is niet veranderd.
Die laatste zin noteer ik met vreugde.
Toch is die vreugde gemengd met diepe teleurstelling.
Die teleurstelling is persoonlijk gekleurd.
Jazeker, dominee Wierenga is de predikant waar ik in 1981 openbare geloofsbelijdenis bij deed.
Maar hij is ook de predikant die het boek ‘Geen geboden rustdag meer?’ schreef[2]. Kort gezegd komt de huidige opvatting van de dominee er op neer dat de zondag een dag als andere dagen is[3].
En om niet meer te noemen: dominee Wierenga geeft, vandaag de dag, de mogelijkheden van de evolutietheorie soms een ruime plaats in zijn preken.
Het zou mij daarom helemaal niet verbazen dat dominee Wierenga zijn eigen uitspraken uit 1971 slechts deels onderschrijft.
Wat mij betreft zit in dat krantenartikel uit 1971 een troost en een waarschuwing.
Een troost – want als we bij de zuivere Waarheid blijven komt het goed. Als wij bij het Woord blijven is de verontrusting voorbij.
En een waarschuwing – onze persoonlijke ontwikkeling kan er voor zorgen dat wij zomaar wegdwalen bij de God van het verbond. Laten wij ervoor waken dat dat niet gebeurt!
Noten:
[1] De onderstaande citaten komen uit het krantenartikel “Ds. Wierenga tot verontrusten: Maak van uw verontrusting geen bestendigdurende toestand”. In: Nederlands Dagblad, woensdag 28 april 1971, p. 2.
[2] De gegevens van dat boek zijn: Drs. W. Wierenga, “Geen geboden rustdag meer?”. – Groningen: Uitgeverij Pamac, 2011. – 352 p.
[3] Zie hierover bijvoorbeeld http://www.vergadering.nu/boekwierenga-geen-geboden-rustdag.htm . Geraadpleegd op zaterdag 23 april 2016.