Gereformeerde mensen: daar zijn er niet zo heel veel meer van in Nederland[1]. Die weinige Gereformeerden hebben er, in het algemeen gesproken, de handen vol aan om naar Gods Woord te leven. Zij komen er vaak niet aan toe om te denken aan Gods kinderen die in andere landen wonen.
Maar de kerk is katholiek. De kerk is niet beperkt tot een bepaald land. De kerk richt zich ook niet op een bepaald ras.
Wij belijden met de Apostolische Geloofsbelijdenis: “Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk”. Als we de belijdenis over die katholieke kerk in de mond nemen, zeggen we: God vergadert op ieder continent Zijn kinderen.
We zeggen ook: Gods Woord klinkt in alle culturen.
We zeggen verder: het Woord wordt verkondigd door voorgangers uit allerlei volken.
En het wonderbaarlijke is nu dat de God van het verbond van al die mensen één volk maakt. En Hij zorgt er voor dat al Zijn kinderen de blijde Boodschap begrijpen. Wie ze ook zijn. Waar ze ook wonen. Zij horen allemaal bij Hem.
Dat is onvoorstelbaar. Maar het is de waarheid.
Het is belangrijk om het bovenstaande goed vast te houden. Natuurlijk, wij weten niet precies waar in allerlei buitenlanden de kerk is. Dat overzien wij niet. Maar zeker is dat God Zijn kinderen overal ter wereld vergadert.
Dat is de reden dat vanuit Gereformeerde kerken nog wel eens een zogeheten open attest wordt afgegeven. Dat is een getuigschrift zonder adres.
De Gereformeerde kerkrechtgeleerde F.L. Rutgers schreef daaromtrent eens een kerkelijk advies[2]. Daaruit citeer ik: “Uit den aard der zaak komt het dikwijls voor, dat een lid van een onzer kerken (vooral van een groote kerk, als Amsterdam), naar een ander land of naar een ander werelddeel vertrekt, zonder dat hij bij zijn vertrek reeds weet, waar hij zich vestigen zal, of zonder dat aan hemzelven of aan den kerkeraad bekend is, welk soort van Christelijke of Gereformeerde kerken aldaar zijn. Natuurlijk kan dan geen naam of adres worden opgegeven op de attestatie, die aan hem gegeven wordt, en die hij in ieder geval noodig heeft om zich in zijne nieuwe woonplaats als Christen-broeder althans eenigszins te doen erkennen. Men vult dan op de attestatie eenvoudig in, dat zij gegeven werd om te dienen als getuigenis voor de ‘B.B. in Italië’, of ‘in Zuid-Afrika’, of ‘in Noord-Amerika’, of wat het zijn moet; en de vertrekkende moet dus zelf beoordeelen, bij welke kerk in zijne nieuwe woonplaats hij als Gereformeerde, zich het best voegen kan. Maar in geen geval mag attestatie geweigerd worden, enkel en alleen omdat nog niet bekend is, waar hij precies heengaat of hoe het kerkelijk aldaar gesteld is. Zulke weigering zou op geen enkelen grond of zelfs schijngrond steunen, en groot onrecht zijn”[3].
De Gereformeerd-vrijgemaakte predikant H. Bouma citeert een uitspraak van de Generale Synode Groningen-1927: “kerken kunnen aan hunne leden, die naar buitenlandsche kerken vertrekken, ten allen tijde attestatiën afgeven, welke behooren ingediend te worden bij die kerken, die in belijdenis en kerkregeering aan de gereformeerde kerken in Nederland het naast verwant zijn”. Bouma noteert er bij: “Deze uitspraak behoort tot de onder ons geldende bepalingen”[4].
Het attest – al of niet met een adres erop – is ten diepste een verklaring die de katholiciteit van de kerk als grondslag heeft!
In heel de wereld wordt Gods Woord geëerbiedigd.
Er zijn overal mensen die de katholieke leer aanhangen.
Een emeritushoogleraar schreef ooit over de katholiciteit van de kerk: “zij drijft niet een deel-waarheid, maakt geen reclame voor een specialiteit, heeft niet het ene jaar dit en het volgende jaar wat anders in de aanbieding, maar laat zich door de Geest van Christus rondleiden in de ‘volle waarheid’. Zij is uit op de maximalisering van de leer en haar kennis daarvan contra alle pogingen om de leer te minimaliseren, te amputeren of te pluraliseren”[5].
Het is vandaag Hervormingsdag.
En de vraag is: waar maakt de kerk zich druk over?
De verleiding is groot om naar mensen te kijken. Veel mensen doen dat ook. Dan wordt bijvoorbeeld gezegd dat de kerken te veel met zichzelf bezig zijn. Daar bestaat trouwens een deftige term voor. ‘Congregationalistisch kerkbesef’, heet dat.
Eén ding is zeker: als de kerk zich met mensen bezig gaat houden wordt ze er werkelijk niet katholieker op.
We zullen ons om moeten draaien. Wij moeten onze blikrichting veranderen.
Wij moeten ons weer naar God toekeren. Er zit niets anders op: wij moeten ons bekeren.
Wie we ook zijn. En waar we ook wonen.
Gereformeerde mensen mogen het met Paulus zeggen: “Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet. Of is God alleen de God der Joden? Niet ook der heidenen? Zeker, ook der heidenen. Indien er namelijk één God is, die de besnedenen rechtvaardigen zal uit het geloof en de onbesnedenen door het geloof”[6].
Noten:
[1] Dit artikel is een bewerking van een stuk dat ik eerder schreef. Dat stuk is gedateerd op woensdag 31 oktober 2007.
[2] Zie voor meer informatie over hem onder meer https://nl.wikipedia.org/wiki/Frederik_Lodewijk_Rutgers ; geraadpleegd op zaterdag 15 oktober 2016.
[3] F.L. Rutgers, “Kerkelijke adviezen II” – jaar van uitgave: 1922 –, vraag 211, antwoord 352. Te vinden op http://kerkrecht.nl/node/3090 en http://www.kerkrecht.nl/book/export/html/2964 ; geraadpleegd op zaterdag 15 oktober 2016.
[4] H. Bouma (ed.), “Kerkorde van de Gereformeerde Kerken in Nederland”. – Groningen, 1983. – III, artikel 63-4.
[5] Dr. C. Trimp, “Kerk in aanbouw: haar presentie en pretentie”. – Goes: Oosterbaan & Le Cointre b.v., 1998. – p. 56.
[6] Romeinen 3:27-30.