“Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen zijner discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam”[1].
Hierboven staat het ‘eerste slot’ van het evangelie naar Johannes. Hij maakt duidelijk met welk doel hij zijn evangelie schreef. De lezers moeten geloven wat Johannes schreef. Daarmee is de weg naar het eeuwig leven gebaand.
Dit voor ogen hebbende, stel ik vandaag een gedeelte van Johannes 19 aan de orde[2].
Dat is een perikoop waarin duidelijk wordt hoezeer de ‘rechtszitting’ met betrekking tot Jezus Christus een schijnproces is. Juridisch rammelt het aan alle kanten.
Het begint met een geseling.
Soldaten slaan Jezus vervolgens ook in het gezicht. Hier wordt de Majesteit – de Goddelijke Majesteit – door mensen mishandeld.
Die soldaten noemen Jezus ook ‘Koning der Joden’. Dat is nu juist wat Hij niet wil zijn!
Pilatus laat Jezus naar buiten leiden. De Heiland heeft een doornenkroon op en een purperen kleed om.
Pilatus vraagt als het ware: ziet u nu hoe belachelijk dit is? En: ziet u hoe ongevaarlijk deze man is?
Niettemin wordt er geschreeuwd om de kruisiging van Jezus.
Pilatus voelt hoe de zaak de verkeerde kant op gaat. Hij beijvert zich om de zaak aan de Joden over te dragen. Dan is Hij er immers van af?
Een doodvonnis mogen de Joden echter niet uitvoeren. In Johannes 18 is dat al helder geworden: “Pilatus dan zeide tot hen: Neemt gij Hem en oordeelt Hem naar uw wet. De Joden dan zeiden tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand ter dood te brengen”[3].
Nu komen de Joden met hun echte aanklacht aan.
Jezus heeft Zichzelf Gods Zoon genoemd. Dat is Godslastering. Daarom moet Jezus ter dood gebracht worden.
De term ‘Gods Zoon’ maakt Pilatus uiterst nerveus en een beetje bang.
Waarom eigenlijk?
Onder de Romeinen leeft de gedachte dat goden in mensengedaante naar de aarde kunnen komen. De Romeinse politicus weet natuurlijk heel best dat Jezus allerlei wonderen heeft gedaan. Al die mirakels maken de stadhouder een tikkeltje voorzichtig.
Van geloof is bij Pilatus geen sprake. Hij heeft, om zo te zeggen, geen sonar voor de godsdienst der Joden. Dat is de reden dat Jezus op vragen van de stadhouder geen antwoord geeft.
In feite maakt dat zwijgen van Jezus de Romeinse machthebber nog onzekerder.
De Joodse filosoof Philo van Alexandrië omschrijft Pontius als een harde, onbuigzame man[4]. Maar, zoals zo vaak, geldt ook hier: een grote mond en een klein hartje.
En dan gaat Jezus spreken: “Jezus antwoordde: gij zoudt geen macht tegen Mij hebben, indien het u niet van boven gegeven ware: daarom heeft hij, die Mij aan u heeft overgeleverd, groter zonde”[5].
Met andere woorden: de macht die Pilatus heeft, ontving hij. Die macht is hem gegeven. Ten diepste is hij niet meer dan één van de vele instrumenten die de Here heeft om Zijn plan door te zetten.
Nee, Pilatus heeft geen oog voor de status van de Heiland. Eigenlijk voelt de Romein wel aan dat het, menselijk bezien, beter is om Jezus vrij te laten. Maar daar zijn de Joden het volstrekt niet mee eens.
Sterker nog: als er over vrijlating gesproken wordt, zal Pilatus zonder twijfel de gunst bij de keizer uit de gunst raken. Dan is hij geen amicus caesaris, geen vriend van de keizer meer.
Dat laatste zit Pontius Pilatus behoorlijk dwars.
Het kan toch niet zo wezen dat hij, ten gunste van dit belachelijke proces, zijn zorgvuldig opgebouwde reputatie geheel en al te grabbel gooit? Nee, dat kan – zo meent hij – de bedoeling niet wezen.
Aldus kiest Pilatus voor een veilige optie.
Hij veroordeelt Jezus tot de kruisdood.
Dat is in alle opzichten een cruciaal moment.
Door de Heilige Geest gedreven zet Johannes er in Johannes 19 de exacte plaats en het precieze tijdstip bij. Johannes wil het voor eens en voor altijd duidelijk maken: hier gebeurt iets dat de wereldgeschiedenis totaal zal veranderen!
Pilatus wrijft het het volk nog eens diep in: moet ik uw Koning kruisigen?
De overpriesters zijn, in reactie daarop, volkomen duidelijk: zij hebben geen koning, maar een keizer. En daarmee uit.
En dan wordt Jezus Christus overgegeven om te worden gekruisigd.
Dat is de inhoud van Johannes 18:28-19:16 in vogelvlucht.
Wat zijn hoofdlijnen in deze episode van de wereldhistorie? Ik noem er enkele.
1.
Jezus Christus en Zijn reddingswerk worden op een afschuwelijke wijze miskend. Hij wordt spottend Koning der Joden genoemd, terwijl hij – op de keper beschouwd – koning der wereld is.
Nee, dat is daar in de rechtszaal niet zichtbaar. En ook vandaag hebben velen er zo hun twijfels over. En zo kom ik tot het eerste waar ik vandaag op wijzen wil: in het verbond eist onze God geloof in Jezus Christus. Wij mogen en moeten geloven dat onze zonden om Christus’ wil vergeven worden. Wij mogen en moeten geloven dat voor al Gods kinderen, waar zij zich ter wereld ook bevinden, een plaats gereserveerd is in de woonplaats van God: de hemel.
2.
Dit is een bijzonder belangrijk moment in de strijd tussen God en satan. U en ik kunnen zien dat hier, om zo te zeggen, alles uit de kast gehaald wordt. Althans, vanuit satanisch oogpunt bezien. Want kinderen van God weten dat Jezus, door de dood heen, in Zijn opstanding de triomf behaalt.
3.
Wij kunnen zonder veel moeite zien hoe snel mensen door de duivel te beïnvloeden zijn. Want wij moeten niet denken dat al die overpriesters, Pontius Pilatus en alle andere betrokkenen hoofd voor hoofd mesjokke zijn geworden. Welnee, het zijn allen weldenkende en – naar wij mogen aannemen – rustige mensen.
Maar wie ongelovig is en blijft, wordt – zonder dat hij het zich realiseert – zomaar door de duivel binnen getrokken in een denkwereld die de zijne van oorsprong niet was.
4.
In Johannes 19 lezen we over een schijnproces. De eerlijkheid is ver te zoeken. Als het in dit hoofdstuk al om een reputatie gaat, draait het om die van Pontius Pilatus. Nee, rechtvaardigheid is hier mijlen ver weg. Maar juist omdat dat zo is, is het zonneklaar dat Jezus Christus, de rechtvaardige Redder, gestorven is voor mensen die tot in de vezels van hun bestaan, onrechtvaardig zijn.
5.
Alleen al het gaan en staan van Pontius Pilatus toont ons hoe gevoelig mensn zijn voor aantasting van hun reputaties.
Ook Gereformeerden willen, als het even kan, hun eigen naam hoog houden. Ook zij vinden hun reputatie belangrijk.
Bij een kerkelijke overgang wordt die reputatie niet zelden behoorlijk beschadigd. Sterker nog: wie werkelijk Gereformeerd wil denken in de wereld, staat zomaar alleen.
Wij zien dat terug in De Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld) en wellicht ook bij de Gereformeerde Kerken Nederland.
Wie daar naar toe gaat, moet er in veel gevallen op rekenen dat zijn kinderen, zijn broers of zijn zusters hem eigenlijk een spelbreker van een slecht klerikaal soort vinden. Weglopen, dat doe je toch niet?
Aan het adres van vele verontruste broeders en zusters zou ik willen schrijven: wees niet te bang voor uw reputatie. Waar het om gaat is dit: wij behoren gewoon Gereformeerd te blijven, wat er ook gebeurt!
Noten:
[1] Johannes 20:30 en 31.
[2] Vanavond, woensdagavond 30 november 2016, vergadert Deo Volente de mannenvereniging ‘Augustinus’ van De Gereformeerde Kerk Groningen. Tijdens die bijeenkomst zal Johannes 18:28-19:16 aan de orde komen. Het schrijven van dit artikel is een deel van mijn voorbereiding op die vergadering.
[3] Johannes 18:31.
[4] Zie over Pontius Pilatus https://nl.wikipedia.org/wiki/Pontius_Pilatus , en over Philo van Alexandrië https://nl.wikipedia.org/wiki/Philo_van_Alexandrië ; geraadpleegd op donderdag 17 november 2016.
[5] Johannes 19:11.