Onlangs hoorde ik een kleinkind dat haar opa verloor, op de radio iets zeggen als: ik zie altijd je sterretje staan[1].
Er is trouwens ook een boekje dat kleinkinderen helpt om afscheid van hun opa te nemen; dat boekje heet ‘Opa is een sterretje’[2].
Vertederend, vindt u ook niet? Kleinkinderen die hun opa zo missen – dat is erg droevig. Lege plekken op aarde kunnen zo schrijnen. Pijn in het hart…, daar kun je zo weinig aan doen.
Maar dat sterretje…
Feitelijk is dat onzin.
Natuurlijk staan er sterren aan de hemel. Maar het is niet zo dat elk van die sterren een overleden wereldburger vertegenwoordigt.
Het is een romantische gedachte. Maar de kerk moet er maar niet aan beginnen. Het is niet zo dat we een sterretje kunnen herkennen als zijnde het licht van opa X of oma Y.
Intussen wijst de Here Zijn kind Abram in Genesis 15 wel op de sterren: “zo talrijk zal uw nageslacht zijn”[3].
Een uitlegger noteert daarbij: “Wat Abraham niet kon, kan de Here wel: Hij telt de sterren en telt ze bij name (…). Met het blote oog kunnen 2000 tot 4000 van de miljarden sterren worden waargenomen”. En: “Vanuit archeologische vondsten is duidelijk geworden dat er in de tijd van Abram al geslepen lenzen waren en het is dus mogelijk dat de astronomen dat er veel meer sterren waren dan met het blote oog kunnen worden gezien”[4].
Kunnen wij overledenen dan toch in de sterren zien?
Zeker niet.
In de eerste plaats al niet omdat er veel meer sterren zijn dan we op aarde kunnen zien.
In de tweede plaats: met het nageslacht van Abraham wordt in de Bijbel het Joodse volk bedoeld, en in het verlengde daarvan: allen die geloven in Jezus Christus als hun Zaligmaker. De Hebreeënschrijver heeft op hen het oog als in hoofdstuk 2 schrijft: “Hij neemt het nageslacht van Abraham aan”[5].
Sterren zijn niet bedoeld om de herinnering aan wereldburgers van weleer levend te houden. Nee, die sterren bepalen ons bij de onaantastbare macht van de Schepper van hemel en aarde.
Elifaz, één van de vrienden van Job, spreekt er over in Job 22:
“Is God niet in de hoge hemel?
Zie toch de hoogste sterren, hoe verheven ze zijn”[6].
Zeg dus nooit: God heeft weinig met deze aarde te maken; Hij ziet niks en Hij hoort niks.
Of: wonderlijk toch – al die mensen van vroeger die nu in het luchtruim zweven…
In de kerk zeggen we: God heeft alle macht in hemel en op aarde; wie bij Hem hoort komt altijd goed terecht. Mensen die hun leven in de handen van de Here leggen, zullen een nieuwe woonplaats krijgen: de hemel. Daar is God Zelf het licht!
Nu wijs ik op Jeremia 31.
Daar gaat het over Gods onmetelijke kracht en energie.
Met die macht komt de hemelse God steeds weer terug bij Zijn volk. Die liefde is eeuwig.
En daarom stuurt God Zijn volk aan om weer bij Hem terug te komen.
Boosheid, woede, toorn – die duren bij God niet eeuwig. Maar Zijn liefde is onbreekbaar en onuitroeibaar.
Alle heidenvolken die denken: ‘nu is het afgelopen met Israël’ komen geheel bedrogen uit. De burgers van Gods prachtige natie worden weer bijeengebracht.
Dat volk mag nu weer met recht Verbondsvolk heten.
Nee, God is dat verbond heus niet vergeten!
Hij doet echt wat Hij zegt!
En waarom weten kinderen van God dat zo zeker?
Jeremia profeteert: “Zo zegt de HEERE, Die de zon tot een licht geeft overdag en de vaste orde van maan en sterren tot een licht in de nacht, Die de zee opzweept, zodat haar golven bruisen, HEERE van de legermachten is Zijn Naam. Als deze verordeningen ooit zouden wijken van voor Mijn aangezicht, spreekt de HEERE, dan zou ook het nageslacht van Israël ophouden een volk voor Mijn aangezicht te zijn, alle dagen!”[7].
Met andere woorden:
* God houdt Zijn schepping in stand
* en dus blijft Israël ook bestaan; dat is nogal wiedes!
Sterren aan de hemel zijn niet bedoeld om de altoos durende aanwezigheid en attentie van meelevende familieleden te garanderen.
Nee, sterren demonstreren Gods almacht.
Daarom zegt een bekend lied terecht:
“Hoger dan de blauwe luchten
en de sterretjes van goud
woont de vader in de hemel
die van alle kinderen houdt”.
En inderdaad – die machtige God houdt niet alleen van kinderen, maar van ieder die op Hem vertrouwt!
Moeten we de sterren dan maar een beetje negeren?
Laten we dat maar niet doen.
Dat zeg ik met een schuin oog op Lucas 21. Daar staat namelijk: “En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven. En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is”[8].
Met andere woorden:
* als Jezus Christus terugkomt op de wolken, kun je dat zien aan het gedrag van de hemellichamen
* dat zal voor veel mensen reuze beangstigend zijn
* maar Gods kinderen worden hoopvol
* want hun Heer komt eraan!
Let op de sterren en hun lichtende kracht
blijf maar hoopvol en bewonder Gods macht!
Noten:
[1] Dat was op dinsdag 17 juli 2018, op NPO Radio 4.
[2] De gegevens van dat boekje zijn: Tamara van den Akker, “Opa is een sterretje”. – Intes International, 2012. – 32 p.
[3] Genesis 15:5.
[4] Citaat uit de onlineversie van de Studiebijbel; commentaar bij Genesis 15:5, voetnoot 8.
[5] Hebreeën 2:16.
[6] Job 22:12.
[7] Jeremia 31:35 en 36.
[8] Lucas 21:25-28.