China krijgt steeds meer invloed in de wereld. Vriend en vijand zijn het daar wel over eens.
In een blad voor het midden- en kleinbedrijf staat te lezen: “De Amerikaanse financiële sector wordt (…) met vele miljarden van Chinese staatsbedrijven in leven gehouden. Het land kan daardoor meer eisen stellen. En dat hoeft niet in officiële termen te zijn. Je hebt dwang en dwang. Het bewerken van handelspartners is een fijn spel. Je hoeft ze niet openlijk onder druk te zetten, maar je kunt natuurlijk wel laten doorschemeren dat het ‘verstandig’ zou zijn om dichtbij de markt, in China dus, te produceren.
Wat China officieel uitdraagt, is niet één op één wat het ook echt wil”.
Men schrijft ook: “De ontwikkeling van China is niet tegen te houden. Voor Nederland, in Europa de tweede handelspartner van China (na Duitsland), zit er niets anders op dan die ontwikkeling nauwlettend te volgen en er waar mogelijk op in te spelen. Op zich hebben we niet zoveel te vrezen. Want gaat het economisch goed met China, dan gaat het ook goed met ons”[1].
Laten we de economische macht van China maar niet onderschatten!
Hoe staat het er in China voor als het over godsdienst gaat?
De organisatie Open Doors deed daar in januari jongstleden een boekje over open. Ik citeer: “In China is de situatie in de afgelopen tien jaar niet zo erg geweest voor christenen, sommigen zeggen zelfs dat hij niet zo erg is geweest sinds het einde van de Culturele Revolutie in 1976. Er is een nieuwe wet van kracht geworden die onder meer kinderen en jongeren verbiedt om godsdienstonderwijs te volgen. De communistische partij buigt zich nu over religieuze zaken, terwijl daar voorheen een aparte instantie voor was. Chinese kerken worden geacht de Chinese vlag hoger hangen dan het kruis op de kerk. Voorafgaand aan de dienst moet het volkslied worden gezongen. Een aantal rooms-katholieke kerken werd gedwongen afbeeldingen van Jezus Christus te vervangen door foto’s van president Xi”[2][3].
Hierboven staat het reeds: “Wat China officieel uitdraagt, is niet één op één wat het ook echt wil”.
Wat wil China dan precies bereiken?
In het Reformatorisch Dagblad staat daarover te lezen: “Verwerkelijking van de Chinese droom is wat Xi voor ogen heeft. Wat die droom precies inhoudt? De grote vernieuwing van de Chinese natie. En dat betekent kortweg geen ondergeschikte plek meer in de wereldpolitiek.
Xi wil die positie via twee wegen verwerkelijken. Allereerst door ervoor te zorgen dat een gunstig internationaal klimaat China’s verdere ontwikkeling als grootmacht bevordert in plaats van schaadt. Dat vraagt van China samenwerking met andere landen en betrokkenheid bij het oplossen van grote internationale problemen.
Positief en opbouwend, zou je denken, maar de Chinese president wil er wel iets voor terugkrijgen en dat is het op zijn kop zetten van de internationale orde. Die orde is volgens hem nu ‘onrechtvaardig en gedateerd’ – niet meer van deze tijd.
De ontwikkelde landen (lees: zij die behoren tot het rijke Westen) domineren volgens Peking de wereld ten koste van de ontwikkelingslanden, waartoe China zich nog altijd rekent.
Dat moet dus veranderen en Xi zet daarvoor een ‘diplomatie met Chinese kenmerken’ in. Zijn belangrijkste gereedschap is de Nieuwe Zijderoute, ofwel de aanleg van wegen, spoorlijnen, havens en vliegvelden wereldwijd. Vooral ontwikkelingslanden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika dienen op die manier aan China te worden gebonden, zodat ze schouder aan schouder mét de Chinezen die westerse dominantie teniet doen”[4].
De internationale orde moet ondersteboven.
Dat voornemen jaagt velen angst aan.
In die wereld doen Gereformeerden er goed aan om te bedenken dat onze God oppermachtig is.
Iedere zondag belijden wij het in de kerk: wij geloven in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde[5].
Dat betekent “dat de eeuwige Vader van onze Here Jezus Christus, die hemel en aarde, met al wat erin is, uit niets geschapen heeft en ze nog door zijn eeuwige raad en voorzienigheid in stand houdt en regeert, om zijn Zoon Jezus Christus mijn God en mijn Vader is. Daarom vertrouw ik zo op Hem, dat ik er niet aan twijfel, of Hij zal mij voorzien van alles wat ik voor lichaam en ziel nodig heb, en ook elk kwaad, dat Hij mij in dit moeitevol leven toedeelt, voor mij doen meewerken ten goede. Want Hij kan dit doen als een almachtig God en wil het ook doen als een trouw Vader”. Zo belijden wij dat in de Heidelbergse Catechismus[6].
Daar kan China niet tegenop.
De Chinese vlag hangt op aarde wellicht hoger dan het kruis op de kerk. Maar dat is aards machtsvertoon waar onze God ver boven staat!
In omstandigheden als deze is het nuttig om elkaar te wijzen op woorden uit Spreuken 16:
“De HEERE heeft alles gemaakt omwille van Zichzelf,
ja, zelfs de goddeloze voor de dag van het onheil”[7].
De Here is buitengewoon doelgericht bezig. Hij weet welke taken de mensen krijgen die Hij schept. Ja, Hij kent ook de bestemming van Zijn tegenstanders. Hij weet welk oordeel zij krijgen op de Jongste Dag.
Een exegeet noteert hier bij: “Het is (…) niet zo dat de tekst aangeeft dat God welbewust mensen maakt om ten onder te laten gaan. De rest van het boek Spreuken maakt immers duidelijk dat ze zelf voor verkeerde wegen kiezen. De macht van de HERE is echter zodanig dat Hij in staat is alles te laten medewerken ten goede”[8].
In China zijn heel wat mensen zeer doelmatig bezig. Dat geldt zeker voor de leiders van de Chinezen. Zij geloven niet dat hun Schepper hun einddoel reeds vastgesteld heeft. Maar dat is wel zo.
Moeten wij bang zijn voor China?
Laten we de vrees voorlopig maar buiten de deur houden.
Natuurlijk, wij moeten de ontwikkelingen volgen. En wij moeten, als dat nodig blijkt, onze goede God en Zijn Woord verdedigen.
Maar laten we niet vergeten dat de apostel Paulus in Romeinen 8 schrijft: “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn”[9].
De macht van China kan groot worden.
De kracht van China zal op de duur wellicht beangstigend wezen.
Maar de band tussen God en Zijn kinderen…, nee – die kunnen de Chinezen niet doorsnijden.
Kent u onderstaande woorden?
“Het hart van een mens overdenkt zijn weg,
maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen”.
Ja, dat is ook Spreuken 16![10]
Noten:
[1] Beide citaten komen van https://www.mkb.nl/sites/default/files/downloadables_vno/forum_1003_china_14997_0.pdf ; geraadpleegd op zaterdag 27 juli 2019.
[2] Geciteerd van https://opendoors.nl/nieuws/sterke-stijgers-china-car-libie-en-algerije ; geraadpleegd op zaterdag 27 juli 2019. Het bericht is gedateerd op woensdag 16 januari 2019.
[3] Xi Jing Ping is president van de Volksrepubliek China.
[4] “China en zijn buren: aantrekken en afstoten”. In: Zaterdag Zomer, bijlage bij het Reformatorisch Dagblad, zaterdag 27 juli 2019, p. 4 en 5. Het citaat komt uit een korte uitleg op pagina 5 onder het kopje: “Goed doen én agressie, dat gaat moeilijk samen”.
[5] Zo belijden we dat in de Apostolische Geloofsbelijdenis.
[6] Heidelbergse Catechismus – Zondag 9, antwoord 26.
[7] Spreuken 16:4.
[8] Geciteerd uit de online versie van de Studiebijbel; commentaar bij Spreuken 16:1-9.
[9] Romeinen 8:28.
[10] Spreuken 16:9.