“We zijn gewoon beesten. Er zit een laagje beschaving overheen, maar we zijn beesten”. Aldus Halina Reijn. Zij is een bekende actrice en schrijfster. “We zijn beesten”, zegt Halina. Dat zegt zij op een website van het Parool, een krant die met name gericht is op de bewoners van Amsterdam[1].
Halina staat in haar mening niet alleen. Want: “Frans de Waal, een van ’s werelds beroemdste biologen, weet het zeker: mensen zijn beesten”[2]. Volgens hem moeten wij “het idee achter ons laten dat de mens het enige wezen is met een rijke emotionele belevingswereld”[3]. Dieren kunnen er ook wat van! Zeggen ze. De Waal schreef er tamelijk recent zelfs een boek over. De befaamde bioloog schrijft over lachende orang-oetans, gekietelde ratten, jaloerse aapjes, trotse olifanten en dankbare walvissen[4].
Kortom: mensen zijn dierlijk. Zegt men.
In zo’n wereld moet de kerk er goed op letten dat zij zonder reserves met de Heidelbergse Catechismus blijft belijden: “God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen, dat wil zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God, zijn Schepper, naar waarheid kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen”[5].
Inderdaad – soms gedragen mensen zich beestachtig. En hoe komt dat? Omdat zij zich van God niets aantrekken. De God van hemel en aarde beïnvloedt het leven niet, suggereert men met nadruk. Wij moeten het leven zelf organiseren.
In de kerk moeten we ons realiseren dat het die kant opgaat als wij God links laten liggen.
Voor mensen die uitverkoren zijn geldt dat zij de nieuwe mens hebben aangetrokken. Die wordt vernieuwd “tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft”. Zo schrijft de apostel Paulus dat aan de christenen in Colosse[6].
Wij mogen er niet overheen lezen: Gods kinderen worden vernieuwd.
Maar dat betekent dan ook dat God goddeloze mensen die vernieuwing niet aanbiedt. Het wordt – met andere woorden – steeds duidelijker wie er bij de Here hoort en wie bij het kamp van Zijn tegenstanders moet worden ingedeeld.
Met mensen die op afstand van God staan gaat het van kwaad tot erger. Zo komt het dat mensen soms op beesten gaan lijken.
Op die manier maakt de God van hemel en aarde het volstrekt duidelijk: als Ikzelf niet ingrijp gaat deze wereld kapot!
Des te dankbaarder moeten wij wezen dat de Machthebber van deze wereld ingegrepen heeft. Dat staat ook in de brief aan de Colossenzen. In hoofdstuk 1 namelijk. Citaat: “Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden. Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping. Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem. En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn”[7].
Boven ons leven lichten, om zo te zeggen, voortdurend neonletters op: Wij danken de Here omdat Hij ons uitgekozen heeft!
Nee, die uitverkiezing ging niet zonder slag of stoot. Er was behoorlijk wat trekkracht voor nodig. Wij zijn overgezet. Ziet u ’t voor u? Wij zijn vastgepakt – hup, u hoort bij Mij! Nee, de liefhebbende God pakt het niet zachtzinnig aan. Om zondige en dwarse mensen op hun plaats te zetten is heel wat almachtige energie nodig!
Om met de Dordtse Leerregels te spreken: “Hij opent het gesloten hart, Hij maakt het harde zacht, Hij besnijdt het onbesnedene, Hij vernieuwt de wil: van dood maak Hij hem levend, van slecht goed, van onwillig gewillig, van weerbarstig gehoorzaam. Hij brengt de wil zover en geeft deze zoveel kracht, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen”[8].
In onze wereld zijn twee gigantische ombuigingsoperaties aan de gang:
* de satan buigt mensen om, zodat zij loskomen van God en gebod
* de God van hemel en aarde buigt zich genadig naar ons over en geeft ons een plek in zijn luisterrijke Koninkrijk.
En waar worden Gods kinderen verzameld?
Precies – in de kerk!
Wie door Hem uitgekozen is moet daar wezen.
Tegenwoordig wordt over de kerk nog wel eens wat luchtigjes gedaan. Men zegt: ‘de kerk als instituut is niet zo belangrijk; wij zijn namelijk al één in Christus als we dezelfde Bijbel hebben’. Dat klinkt prachtig, maar het is niet logisch. De Here gebruikt toch geen tien kerkverbanden in één land om Zijn kinderen bijeen te brengen? Dat zou wel heel merkwaardig wezen!
Laten wij het die bekende woorden uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis maar weer eens repeteren: “Wij geloven en belijden één katholieke of algemene kerk. Zij is een heilige vergadering van de ware gelovigen, die al hun heil verwachten van Jezus Christus, gewassen zijn door zijn bloed, geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest. Deze kerk is er geweest vanaf het begin van de wereld en zal er zijn tot het einde toe. Want Christus is een eeuwig Koning, die niet zonder onderdanen kan zijn. Deze heilige kerk wordt door God staande gehouden tegen het woeden van de hele wereld, hoewel zij soms een tijdlang zeer klein en ogenschijnlijk verdwenen is…”[9].
Die kerk is de schuilplaats van Gods kinderen!
Die kerk is de werkplaats van de Here!
En ja – leven en werken in Gods nabijheid, in die kerk, bewaart ons voor beestachtigheid!
Laten wij dus maar dankbaar onze plaats innemen.
En dan zingen wij Psalm 122 van harte mee:
“Ik was verheugd, toen men mij zei:
Laat ons naar ’t huis des HEREN gaan,
om voor Gods aangezicht te staan.
Kom ga, met ons en doe als wij”[10].
En:
“De stammen, naar Gods naam genoemd,
gaan daarheen op, naar zijn bevel.
Een voorschrift is voor Israël,
dat elk des HEREN naam daar roemt[11]!
Noten:
[1] Het citaat komt van https://www.parool.nl/ps/halina-reijn-we-zijn-beesten-met-een-laagje-beschaving~b0f5d6f4/ ; geraadpleegd op maandag 23 september 2019.
[2] Geciteerd van https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/mensen-zijn-beesten~b2c2bde9/ ; geraadpleegd op maandag 23 september 2019.
[3] Geciteerd van https://www.parool.nl/nederland/frans-de-waal-zo-speciaal-zijn-wij-mensen-niet~b1c736e9/; geraadpleegd op maandag 23 september 2019.
[4] De gegevens van dat boek zijn: Frans de Waal, “Mama’s laatste omhelzing; over emoties bij dieren en wat ze ons zeggen over onszelf”. – Uitgeverij Atlas Contact, 2019. – 368 p.
[5] Heidelbergse Catechismus – Zondag 3, antwoord 6.
[6] Colossenzen 3:10.
[7] Colossenzen 1:12-18.
[8] Dordtse Leerregels, hoofdstuk III/IV, artikel 11.
[9] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 27.
[10] Dit zijn regels uit Psalm 122:1 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.
[11] Dit zijn regels uit Psalm 122:2 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.