“Het opengaan van Uw woorden geeft licht,
het schenkt eenvoudigen inzicht”.
Dat verklaart de dichter van Psalm 119[1].
Vandaag de dag zou men dat niet zeggen. Neem nu de situatie in de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Daar verscheen een Open Brief.
Citaat uit het Nederlands Dagblad: “De brief is een reactie op het vergaande voorstel van een meerderheid van een synodecommissie over kerkelijke eenheid. Die wil, zo werd eerder deze week bekend, plaatselijke kerken die afwijken van landelijke afspraken hard aanpakken en zo nodig buiten het kerkverband plaatsen. De christelijk-gereformeerde synode spreekt daar komende week over. De open brief is overigens ook naar het synodebestuur gestuurd.
In de brief spreken de ondertekenaars hun zorg uit over de onderlinge verdeeldheid en het op de spits drijven van discussies zodat iedereen kleur moet bekennen. Daarvoor betaal je een hoge prijs, waarschuwen ze, die het christelijke getuigenis in de weg gaat staan.
‘Het lijkt ons dringend nodig recht te doen aan de verantwoordelijkheid van plaatselijke kerkenraden en hun ruimte te geven de lokale gemeente zo passend mogelijk geestelijk leiding te geven’, aldus de opstellers. Ze signaleren dat dominees die de landelijke besluiten nemen te weinig open staan voor hoe gewone gemeenteleden ‘geloven en samen kerk-zijn beleven’”[2].
Impliciet zegt men dus onder meer: ‘Mensen, maak de zaak niet zo scherp. Als het tegenzit spreken ongelovigen er schande van. Waar blijven we dan met onze evangelisatie en zending?’.
Daartegenover staat de dichter van Psalm 119. Hij zegt: wat is Gods wet toch mooi en duidelijk; daar kun je wat mee in het leven.
In de verzen 129-136 gaat het met name over Gods Woord als gids. De dichter spreekt over “het recht voor wie Uw Naam liefhebben”[3]. En over zijn eigen “voetstappen die vaststaan in Uw woord”[4]. De dichter wil Gods bevelen in acht nemen[5]. Hij wil de Goddelijke verordeningen leren[6][7].
Kijk, zegt de dichter, die kant wil ik op; zo wil ik de Here dienen. Voor de dichter is dat heel helder.
De schrijvers van de open brief willen recht doen aan verantwoordelijkheden van kerkenraden. Men moet, schrijven zij, ruimte geven om zo passend mogelijk geestelijk leiding te geven. Blijkbaar kan het zo zijn dat de woorden van Gods wet voor de één wel werken en voor de ander niet.
Alleen maar – de dichter van Psalm 119 rept daar met geen woord over. Terwijl hij te maken heeft met onrecht. Met onderdrukking zelfs.
Hoe kan dat? Antwoord: omdat hij eerst kijkt wat God wil en daarna beziet wat de wereld wenst. Zodra mensen de neiging hebben om dat om te keren ontstaan de problemen.
De dichter van Psalm 119 schrijft over “het opengaan van Uw woorden”. De kanttekenaars van de Statenvertaling noteren daarbij: “Of: ingang, dat is, wanneer men maar de eerste beginselen van Uw wet gesmaakt heeft, zo haast als men ze komt te lezen of te onderzoeken, zo krijgt men terstond grote kennis door de kracht en werking des Heiligen Geestes”[8].
De vraag is: zou het mogelijk zijn dat de Heilige Geest zich terugtrekt als de discussies steeds meer op de cultuur, en steeds minder op Gods Woord gericht zijn? Of ook: zou het mogelijk zijn dat de Heilige Geest zich terugtrekt als men in de discussies steeds meer op menselijke verhoudingen let, en steeds minder op datgene wat de Bijbel precies zegt?
Een Gereformeerd-vrijgemaakte predikant sprak in verband met Psalm 119 eens over ‘de langzame liefde van de langste psalm’. Hij noteerde: “Stel je voor: het voortdurend veranderende heuvellandschap waar je doorheen rijdt, het knapperende kampvuur waar je bijzit en de aanrollende golven op het strand… Is dat saai? Nee toch! Dan is Psalm 119 ook niet saai. Die naam heeft de psalm wel: een gebed zonder eind, steeds weer hetzelfde, inhoudsloos -een uitlegger uit 1899: ‘deze “psalm” is het meest inhoudloze product dat ooit het papier heeft zwartgemaakt’-. Maar de psalm vraagt wel tijd en concentratie. ‘Slow reading’ is nodig, langzaam en liefdevol lezen vanuit het verlangen om te groeien in gehoorzaamheid”[9].
Is dat liefdevol lezen van Gods Woord altijd aan de orde als het over allerlei problemen in de kerk gaat? Er zijn situaties waarin men de indruk wekt dat dat niet altijd zo is. Laten wij onszelf op dit punt beproeven!
In vers 105 van Psalm 119 zingt de dichter die bekende woorden:
“Uw woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad”.
Iemand noteerde daarbij: “In de tijd dat deze woorden werden opgeschreven kende men nog geen straatverlichting. Wie ’s avonds de deur uit moest, lichtte zichzelf bij met een olielampje dat net voldoende licht gaf om de weg een paar stappen vooruit te verlichten.
Zo is het ook met de Bijbel. Gods Woord is niet een schijnwerper die ons de hele omgeving laat zien, maar een lamp die ons pad verlicht in de nacht, ver genoeg om steeds een volgende stap te kunnen zetten. Jezus zegt van zichzelf dat Hij het licht voor de wereld is – zie Johannes 8 vers 12b.
Loop dus niet vóór Jezus uit, want dan loop je het Licht in de weg en kijk je in het donker.
Blijf ook niet te ver achterop, want dan is het Licht te ver weg en zie je nog niet waar je loopt. Maar ga je levensweg vlak bij het Licht, in Jezus’ voetstappen”[10].
De dichter zegt:
“Het opengaan van Uw woorden geeft licht,
het schenkt eenvoudigen inzicht”.
Laten wij dus vooral eenvoudig blijven!
Noten:
[1] Psalm 119:130.
[2] Geciteerd uit: “Schrijvers open brief keren zich tegen harde lijn in CGK”. In: Nederlands Dagblad, zaterdag 25 januari 2020, p. 2.
[3] Psalm 119:132.
[4] Psalm 119:133.
[5] Psalm 119:134.
[6] Psalm 119:135.
[7] Zie voor een mooie indeling https://www.amen.nl/artikel/1089/psalm-119 onder het kopje ‘Psalm 119 inhoudelijk’; geraadpleegd op maandag 27 januari 2020.
[8] Geciteerd van https://statenvertaling.nl/tekst.php?bb=19&hf=119&ind=1 ; geraadpleegd op maandag 27 januari 2020.
[9] Geciteerd van http://www.josdouma.nl/plantagekerk/preekkracht/PreekKracht%2020140810.pdf . De predikant in kwestie is dr. J. Douma, momenteel predikant te Zwolle.
[10] Geciteerd van https://www.vasteburcht.nl/vbstudie00.htm ; geraadpleegd op maandag 27 januari 2020.