Wij snellen naar de Pinksterdagen toe. Dan zullen wij de uitstorting van de Heilige Geest gedenken. Over diezelfde Geest schrijft Paulus in Romeinen 8: “Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn”[1].
Dat is een troostvolle tekst. Zeker in 2020.
Waarom?
Dat zal hieronder blijken.
Heel veel mensen zijn bezig met hun zelfbeeld. Wie ben ik? Wat kan ik? Wat is mijn doel in het leven? U kent die vragen vast wel. Therapeuten doen hun best kapotte zelfbeelden te repareren. ‘Je bent belangrijk!’, zeggen ze[2].
Met dat woord ‘belangrijk’ dienen we echter voorzichtig te zijn.
In de Heidelbergse Catechismus wordt in Zondag 3 gevraagd en geantwoord: “Maar zijn wij zo verdorven, dat wij helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds en uit op elk kwaad? Antwoord: Ja, behalve wanneer wij door de Geest van God opnieuw geboren worden”[3]. Met die belangrijkheid valt het blijkbaar wel mee. Sterker nog: ons bestaan is weinig meer dan flut en prut als Gods Heilige Geest niet ingrijpt.
Welnu, met Pinksteren grijpt Gods Geest wel in. Hij verandert levens. Hij maakt ons bestaan nieuw.
Het gaat er niet om dat men tegen ons zegt: ‘Je bent belangrijk’. Het gaat er wel om dat Gods kinderen begrijpen dat we het eigendom zijn van Jezus Christus en dat we ons leven aan Hem overgeven. We moeten overgave leren.
Er zijn heel wat mensen die een hekel hebben aan zichzelf. ‘Ik ben niets waard’, zeggen ze in koor. Maar dat is onschriftuurlijk. Jezus zegt immers Zelf in Mattheüs 22: “U zult uw naaste liefhebben als uzelf”[4]. De hersteld hervormde predikant R. van Kooten schrijft ergens: “Zelfliefde is het liefhebben van ons leven en van datgene wat God ons gaf en dat ondergeschikt aan de relatie van de liefde tot God”.
Welnu, de tekst uit Romeinen 8 waarmee dit artikel begint brengt ons leven in balans. Want daar zien we de Geest van God aan het werk.
De Geest voert ons mee naar God toe. Hij geeft ons, om zo te zeggen, voortdurend een duw in de rug. We krijgen niet zomaar een beetje begeleiding. Nee, we worden door Hem voortgedreven. Als dat niet gebeurt gaan wij namelijk binnen de kortste keren de verkeerde kant op; bij God vandaan dus.
Ago, staat er in het Grieks. Uit de Studiebijbel leren wij: “Het werkwoord ago betekent ‘voeren, leiden, brengen’. In het algemeen heeft ago betrekking op het ‘meevoeren’ van allerhande mensen en dieren, zoals een lam naar de slachtbank -Handelingen 8:32-, een ezel en veulen voor Jezus’ intocht -Mattheüs 21:7-, een vrouw ter veroordeling -Johannes 8:3- en Jezus Zelf, die door God als Redder tot Israël is gebracht -Handelingen 13:23-”.
Gods Heilige Geest is de Geest van adoptie. Wij zijn aangenomen kinderen. Laten we het zo zeggen: God laat ons niet in de smurrie liggen, maar neemt ons mee naar Zijn paleis. Worden we daar vervolgens op slag belangrijk van? Moeten wij tegen paleiskinderen zeggen: ‘Je bent belangrijk’? Nee, dat moeten wij niet doen. Dat is namelijk te kort door de bocht. Daarmee zeggen we te weinig. Want dan lijkt het net alsof wij zelf belangrijk zijn. Wij geven zo de suggestie dat wij van onszelf reuze gewichtig zijn. Maar Psalm 113 geeft de werkelijkheid weer:
“Wie onderligt in stof en slijk,
maakt God aan edelen gelijk”[5].
Daar staat het: God maakt ons aan edelen gelijk. Met andere woorden: wij mogen Hem geen moment uit het oog verliezen. Wij moeten Hem blijven noemen. Anders geven we voeding aan de gedachte dat wij onszelf belangrijk hebben gemaakt. Anders geven wij voeding aan het denkbeeld dat wij een prima prestatie leveren.
Gods Geest getuigt met ons mee. Er wordt wel eens gezegd dat christenen meer moeten getuigen. Maar Gereformeerden moeten tot in lengte van dagen blijven beseffen: op ons eentje lukt ons dat niet. Paulus schrijft dan ook in Galaten 4: “Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!”[6].
Het Pinksterevangelie is: God laat Zijn kinderen niet maar wat voortmodderen.
Het Pinksterevangelie is: Zijn Heilige Geest laat Zijn kinderen niet alleen.
Het Pinksterevangelie is: Zijn Heilige Geest stuurt ons aan. Het Pinksterevangelie is: wij staan er niet alleen voor, want Gods Geest woont altijd in ons.
Het is belangrijk om dat, met de Pinksterdagen in het vooruitzicht, rechttoe-rechtaan vast te stellen. Als wij tegen een man of vrouw uit onze omgeving zeggen: ‘jij bent belangrijk’, dan is Gods Heilige Geest daar altijd bij. Nee, er hangt nooit een bordje: ‘even afwezig; zo weer terug’.
Alleen dankzij Gods Heilige Geest kunnen wij zeggen: Abba, Vader. Zonder Hem waren wij nergens. Maar nu? Nu zijn wij, voortgestuwd door Geestelijke kracht, onderweg naar de heerlijkheid: een eeuwig zalig leven met Hem!
Die verwachting geeft de Pinksterdagen meerwaarde.
Noten:
[1] Romeinen 8:14, 15 en 16.
[2] Deze thematiek komt ook langs in mijn artikel ‘Narconomie versus nieuw leven’, hier gepubliceerd op woensdag 27 mei 2020. Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2020/05/27/narconomie-versus-nieuw-leven/
[3] Heidelbergse Catechismus, Zondag 3, vraag en antwoord 8.
[4] Mattheüs 22:39.
[5] Psalm 113:3 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.
[6] Galaten 4:6.
29 mei 2020
Voortgestuwd door Gods Geest
28 mei 2020
Ín de wereld, niet ván de wereld
We zijn op weg naar de Pinksterdagen: aanstaande zondag en maandag – 31 mei en 1 juni – herdenken we de uitstorting van Gods Heilige Geest op deze aarde.
Pinksteren – wat zegt ons dat in 2020?
Laten wij vandaag luid en duidelijk vaststellen dat de Geest van God mensen bekwaam maakt tot de taak waartoe Hij die mensen roept.
Dat zien wij al in het begin van de Bijbel. Bijvoorbeeld in Genesis 41, waar de Egyptische farao over Jozef zegt: “Zouden wij ooit iemand kunnen vinden als deze man, in wie de Geest van God is? Daarop zei de farao tegen Jozef: Aangezien God u dit alles heeft bekendgemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u”[1].
Opvallend dat een Egyptische farao de God van hemel en aarde groot maakt!
Een exegeet noteert in de Studiebijbel: “De kwaliteiten van Jozef zijn volgens hem geen natuurlijke eigenschappen, maar goddelijke gaven. De werking van ‘Gods geest’ brengt de farao niet alleen in verband met Jozefs uitleg (…), maar vooral met zijn inzicht waarmee hij advies gaf, met andere woorden zijn kwaliteiten op het gebied van economie en leiderschap”[2].
Johannes Calvijn noteert: “de nood perst een gezond oordeel af. Pharao zegt niets of het is ook van nature in aller hart ingegrift, dat slechts geschikte en door God met de noodige gaven toegeruste mannen eereambten moeten bekleeden. Doch de ondervinding leert genoegzaam, dat deze wet der natuur uit het geheugen gaat, zoo dikwijls het ons vrijstaat om straffeloos te zondigen. Het was dus nuttig, dat Pharao in zijnen trots werd bedwongen, zoodat hij genoodzaakt was de eerzucht te laten varen, en een vreemdeling, een pas ontslagene uit de gevangenis, wegens zijn uitmuntende deugd boven zijne hovelingen te stellen”[3].
De Heilige Geest van God maakt mensen bekwaam.
Zie bijvoorbeeld ook 1 Samuël 10. Daar zegt Samuël tegen Saul: “Dan zal de Geest van de HEERE over u vaardig worden en u zult samen met hen profeteren; u zult in een ander mens veranderd worden”[4]. En dat gebeurt ook: “En het gebeurde, toen Saul zich omkeerde om bij Samuel weg te gaan, dat God zijn hart in een ander veranderde; en al die tekenen overkwamen hem op die dag”[5].
Zie ook 1 Samuël 16, waar de Here Zijn knecht David klaarmaakt om koning te worden: “Toen nam Samuel de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broers. En de Geest van de HEERE werd vaardig over David vanaf die dag en voortaan”[6].
Ook Daniël krijgt in Daniël 5 de gaven om zijn God te vertegenwoordigen. En dat valt op bij de regeerders: “Toen werd Daniël bij de koning gebracht. De koning nam het woord en zei tegen Daniël: Bent u die Daniël, een van de ballingen uit Juda, die de koning, mijn vader, uit Juda hierheen heeft gebracht? Ik heb namelijk over u gehoord dat de geest van goden in u is, en dat in u licht, verstand en uitzonderlijke wijsheid gevonden worden”[7].
Diezelfde Heilige Geest maakt ook Gods Zoon, onze Redder, bekwaam.
Jesaja ziet daar in zijn tijd al naar uit: “Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN”[8].
Maar hoe zit het in de Nieuwtestamentische tijd?
Antwoord: ook nu maakt de Heilige Geest mensen geschikt om in Zijn dienst te staan.
In 1 Timotheüs 4 schrijft Paulus: “Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed. Als u de broeders deze dingen voorhoudt, zult u een goed dienaar van Jezus Christus zijn, gevoed door de woorden van het geloof en door de goede leer, die u nagevolgd hebt. Maar verwerp de onheilige en onzinnige verzinsels en oefen uzelf in de godsvrucht”[9].
De Here is trouw aan Zijn verbond.
Hij eist van alle mensen in het verbond, de bondelingen, onvoorwaardelijke bereidheid om in Zijn dienst te staan. Wie in het gebed naar Hem toe gaat, mag ook vandaag met zekerheid zeggen: de Verbondsgod geeft de gaven en de mogelijkheden om Hem te dienen.
De apostel Petrus schrijft daarover in zijn tweede algemene brief: “Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd”[10].
Ook vandaag moet het duidelijk wezen – gezegend is wie de Here vreest! Om het met Deuteronomium 28 te zeggen: “En al deze zegeningen zullen over u komen en u bereiken, wanneer u de stem van de HEERE, uw God, gehoorzaam bent: gezegend zult u zijn in de stad, en gezegend zult u zijn op het veld. Gezegend zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw land en de vrucht van uw vee, de dracht van uw koeien en de jongen van uw kleinvee”[11].
Jozef staat met beide benen in de wereld. Maar hij maakt er geen geheim van dat hij een kind van God is.
Laat dat ook voor ons gelden. Laat de typering die de Heiland in Johannes 17 van Zijn kinderen geeft ook op ons van toepassing zijn: “Ik heb hun Uw woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid”[12].
Noten:
[1] Genesis 41:38 en 39.
[2] Geciteerd uit de onlineversie van de Studiebijbel; commentaar bij Genesis 41:37-45.
[3] Johannes Calvijn, “Verklaring van de Bijbel – Genesis” [uit het Latijn vertaald door ds. S.O. Los]. – Kampen: De Groot Goudriaan, z.j. – Commentaar bij Genesis 41:38.
[4] 1 Samuël 10:6.
[5] 1 Samuël 10:9.
[6] 1 Samuël 16:13 a.
[7] Daniël 5:13 en 14.
[8] Jesaja 11:1 en 2.
[9] 1 Timotheüs 4:4-7.
[10] 2 Petrus 1:3.
[11] Deuteronomium 28:2, 3 en 4.
[12] Johannes 17:14-17.
27 mei 2020
Narconomie versus nieuw leven
Narconomie: dat is de economie van de drugs, en van de drugskartels.
De NOS meldt: “De kartels hebben Nederland ontdekt als handige doorvoerhaven, waarbij de labs van xtc-producenten en hun netwerken gebruikt kunnen worden om de extreem verslavende harddrug te maken en exporteren.
Of Nederland een ‘walhalla’ is voor de kartels, zoals De Telegraaf kopte boven het artikel? Zo ver wil drugsonderzoeker Ton Nabben, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, niet gaan. Maar de ontwikkeling verbaast hem niet. ‘De grote drugsbendes zitten overal en dit past in het idee van de wereldwijde ‘narconomie’, zegt hij”[1].
Waarom worden er zoveel drugs gebruikt?
“Reden om met drugs te beginnen zijn vaak nieuwsgierigheid of omdat iemand bij een bepaalde groep wil horen”.
“Onder andere is aan coffeeshopbezoekers gevraagd waarom zij blowen. Zij gaven de volgende redenen op: ontspanning/rustgevend; gezelligheid; lekker; slaap-/ kalmeringsmiddel; smaak; prettig gevoel; roes; inspiratie/creativiteit; verveling; verslaving”[2].
Het lijkt er op dat mensen op zoek zijn naar een andere wereld. In deze samenleving kunnen zij het niet vinden. Er moet wat anders komen. En als die andere wereld er niet is, dan wil men die met nieuwe inspiratie en creativiteit gaan creëren.
In de kerk weten we daar alles van. Denkt u maar aan de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Wij geloven dat dit ware geloof, in de mens verwekt door het horen van het Woord van God en door de werking van de Heilige Geest, hem opnieuw geboren doet worden en hem tot een nieuwe mens maakt. Dit ware geloof doet hem leven in een nieuw leven en bevrijdt hem uit de slavernij van de zonde”[3].
En wat is dat ware geloof dan wel? “Wij geloven dat ons heil gelegen is in de vergeving van onze zonden om Jezus Christus’ wil. Daarin bestaat onze gerechtigheid voor God. Dat leren David en Paulus ons door te verklaren: Zalig is de mens aan wie God gerechtigheid toerekent zonder werken (…). En dezelfde apostel zegt, dat wij om niet, anders gezegd, uit genade gerechtvaardigd zijn door de verlossing in Christus Jezus (…). Daarom houden wij dit fundament altijd vast. Daarin geven wij alle eer aan God, terwijl wij onszelf vernederen en belijden wat voor mensen wij zijn, zonder ons ook maar enigszins op onszelf of op onze verdiensten te laten voorstaan. Wij steunen uitsluitend op de gehoorzaamheid van de gekruisigde Christus en rusten daarin. En deze gehoorzaamheid is de onze, wanneer wij in Hem geloven”[4].
Ware gelovigen worden opnieuw geboren. Zij gaan opnieuw beginnen. En waarom doen zij dat? Omdat zij naar de preek luisteren. Zij krijgen een heel nieuw leven.
Is dat niet opvallend? Dat is precies waar zoveel mensen naar op zoek zijn!
Nu is er tenminste één punt van aandacht: de Here biedt het nieuwe leven aan. Sterker nog: als mensen op zoek gaan naar een nieuw leven en vervolgens in de kerk terechtkomen, dan is dat werk van God.
Denkt u maar aan Lydia, die purperverkoopster uit Thyatira: “En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira, die God diende, luisterde naar ons. En de Heere opende haar hart, zodat zij acht gaf op wat door Paulus gesproken werd”[5]. De Here had haar al geroepen. Immers – zij diende Hem al. En Hij nam haar in Handelingen 16 mee naar het volgende markeringspunt in de heilsgeschiedenis: vergeving van de zonden, omdat Jezus Christus ook voor haar zonden betaald heeft.
Echte gelovigen luisteren naar de preek. Paulus schrijft in Romeinen 10: “Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God”[6].
Het Woord wordt verkondigd op bevel van God. Dat Woord wordt gehoord. Dat Woord geeft de kaders van het leven aan. Gelovig leven is ingekaderd in Jezus Christus. Een paar hoofdstukken later, in hoofdstuk 12, schrijft Paulus: “Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar”[7]. In de kerk zijn wij “in Christus”. Hij geeft ons de ruimte. En Hij geeft ook de grenzen aan.
In de preek gebeurt, als het goed is, heel veel. En de consequenties in diverse mensenlevens zijn nog vele malen groter!
Wij spreken wel eens over de eigenwaarde van een mens. Je bent belangrijk!, zeggen ze. Dat klinkt mooi. Maar dat kunnen we alleen maar zeggen in Jezus Christus, onze Heiland. Hij bakent ons leven af. Hij zet de grenspalen neer. En Hij geeft ons uitzicht op een volmaakt leven.
In de kerk werkt de Heilige Geest. “Niemand kan zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest”[8]. In de kerk heerst, om zo te zeggen, koortsachtige activiteit. De Heilige Geest is volop aan het werk. In de kerk wordt het nieuwe leven van heel veel mensen ontwikkeld. Het nieuwe leven wordt uitgevouwen.
Waarom gaan mensen aan het gebruiken van drugs beginnen? Antwoord: onder meer omdat zij bij een groep willen horen.
Welnu, in de kerk verzamelt de Here Zijn volk. In de kerk spreekt alles van Hem. In de kerk ontmoeten wij God. En wij ontmoeten Zijn volk.
De NOS meldt: “De Mexicaanse kartels zijn volgens hem mondiaal opererende organisaties die voortdurend reageren op vraag en aanbod. Dat kunnen ze ook razendsnel doen, want ze hoeven geen rekening te houden met regels”, zegt Nabben. ‘Het is een soort Risk, ze verplaatsen constant hun troepen. Je ziet het in Colombia, waar de guerrillabeweging FARC weg is uit de binnenlanden en kartels daar nu de cocaïneproductie overnemen’”.
De narconomie wordt een wereldmacht.
Maar Gods macht is groter. Veel en veel groter.
Daarom mogen wij in de kerk zonder terughoudendheid Psalm 27 zingen:
“Al zou mij ook een legermacht omringen,
ik vrees niet, maar verlaat mij op de HEER.
Al willen zij mij door de strijd bedwingen,
ik steun op God en leg mij rustig neer.
Sterk blijft mijn hart in nood en krijgsgevaar,
want God is met mij, Hij verlaat mij niet.
Hij is het die het strijdperk overziet.
Zijn sterke arm helpt altijd wonderbaar”.
En ook:
“Eén ding blijf ik steeds van de HERE vragen,
één enkel ding, dat heel mijn hart begeert:
om in zijn tempel al mijn levensdagen
bij Hem te zijn, te wonen bij mijn HEER.
Daar in zijn huis, waar alles spreekt van Hem,
wil ik aanschouwen ’s HEREN heerlijkheid,
zijn schone dienst, verricht in heiligheid.
Ik wil aandachtig luist’ren naar zijn stem”[9].
Noten:
[1] Geciteerd van https://nos.nl/artikel/2334281-mexicaanse-taferelen-in-de-polder-de-kartels-spelen-een-soort-risk.html ; geraadpleegd op zaterdag 23 mei 2020.
[2] Geciteerd van https://www.jellinek.nl/vraag-antwoord/waarom-worden-drugs-gebruikt/ ; geraadpleegd op zaterdag 23 mei 2020.
[3] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 24.
[4] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 23.
[5] Handelingen 16:14.
[6] Romeinen 10:17.
[7] Romeinen 12:4 en 5.
[8] 1 Corinthiërs 12:3 b.
[9] Psalm 27:2 en 3 – berijmd; Gereformeerd-Kerkboek-1986.
26 mei 2020
Een tien met een griffel?
In deze periode zijn wij, ook in de lage landen bij de zee, afhankelijk van de corona-maatregelen die de regering afkondigt. Strenge regelingen, de handhaving van de naleving der bepalingen, de geleidelijke versoepeling van de voorschriften – de ganse natie luistert geconcentreerd naar de minister-president en naar de voorlichting die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) telkenmale geeft. De politie heeft handenvol werk. De buitengewoon opsporingsambtenaren maken overuren. Op allerlei plaatsen en in schier alle sectoren wordt naarstig gewerkt om de anderhalvemetersamenleving vorm te geven.
Minister-president Rutte zegt: “We hebben de ruimte verdiend, mensen mogen buiten weer samenkomen”[1].
Dat klinkt allemaal prachtig.
Zo van: wat hebben wij toch goed opgepast!
Zo van: dat hebben wij best wel knap gedaan, eigenlijk!
Zo van: een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw, voor de hele maatschappij.
Wij leven in Nederland in een goed geordende samenleving. En wij laten liefst geen gelegenheid voorbijgaan om – alleen maar in het voorbijgaan natuurlijk, met iets van gepaste nonchalance… – te accentueren dat wij de zaak keurig op een rijtje hebben.
Nou ja, dat virus – dat is best wel lastig. Bedreigend zelfs.
Maar we krijgen de zaak weer onder controle, zoveel is wel zeker.
Zelfs de Tweede Kamer vergadert weer. Wát een opluchting! En gaat over tot de orde van de dag[2].
Thans verplaatsen wij ons een ogenblik naar Schipborg. Kent u dat dorp? Het ligt vlak onder het Drentse Zuidlaren. Niet zo lang geleden was schrijver dezes daar. Samen met zijn echtgenote en een vriend vertoefde hij daar een korte wijle om te genieten van de buitenlucht. En van groen Drenthe, natuurlijk.
Op die zaterdagmiddag waren er nog een paar wandelaars. Zij allen genoten van hun zaterdagmiddagvrijheid.
Zouden al die mensen in God geloven? Het valt te vrezen van niet. Want de boodschap van Romeinen 3 voor heel de wereld: “Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid”[3].
Het Evangelie geldt voor genieters in Schipborg. Voor mensen elders in Europa. En voor wereldburgers in Azië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica en Australië. Ja, voor iedereen die op deze aarde leeft!
Nee, er is geen onderscheid. Iedereen mag dat geloven.
In de natuur kan men zien hoe God werkt. In die natuur zien we een onvoorstelbare diversiteit. De Schepper van hemel en aarde toont het voortdurend: zo werk Ik; dit is het resultaat van mijn Makersmacht. En dit is nog slechts het begin. In de hemel is het nog veel mooier.
Nee, er is geen onderscheid.
Alle mensen zijn zondig. Om het met de Psalmen 14 en 53 te zeggen:
“er is niemand die goeddoet,
zelfs niet één”[4].
In de wereld is het één en al dood en ellende. Er wordt gevloekt. Er wordt gescholden. De ene kritiek is nog feller dan de andere.
In vrede leven? Goed, tijdens de coronacrisis willen we dat wel proberen. Maar zodra het dreigingsniveau weer wat wordt verlaagd beginnen de discussies weer.
Wordt dat ooit anders? Het antwoord is even simpel als schokkend: nee, op aarde verandert dat niet meer.
En nee, er is geen onderscheid. Het is overal hetzelfde. In alle tijden. Op alle continenten.
Ieders schuld is even groot.
Maar voor iedereen geldt: gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven.
Met andere woorden:
* de vrijspraak van schuld is bestemd voor alle gelovigen.
* de vrijspraak van schuld strekt zich uit over alle gelovigen.
Dat is een boodschap voor rooms-katholieke zondaars, protestantse zondaars, islamitische zondaars, atheïstische zondaars en alle andere zondaars.
Waar gaat het vandaag om?
Hierom: wij allen moeten doordrongen zijn van Gods genade.
Met die genade gaan Gereformeerde mensen elke zondag na de kerkdienst huiswaarts: “De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen”[5].
Die genade strekt zich uit over de hele schepping. Ja, ook over de engelen. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis leren wij: “Sommigen van die engelen zijn uit die verheven staat waarin God hen geschapen had, in het eeuwige verderf gevallen, maar door Gods genade hebben anderen volhard en zijn in hun oorspronkelijke staat staande gebleven”[6].
Gelovige mensen mogen weten van Gods genadige vergeving van onze zonden. Wederom een citaat uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis: de zonde “wordt evenwel de kinderen van God niet toegerekend om hen te veroordelen, maar door zijn genade en barmhartigheid vergeven, niet om de gelovigen zorgeloos in de zonde te laten voortleven, maar om hen door het besef van deze verdorvenheid dikwijls te doen zuchten van verlangen, uit het lichaam, dat in de macht van de dood is, verlost te worden”[7].
Over de uitverkiezing zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Wij geloven dat God, toen het hele geslacht van Adam door de zonde van de eerste mens in verderf en ondergang was gestort, bewezen heeft dat Hij barmhartig en rechtvaardig is. Barmhartig, doordat Hij diegenen uit dit verderf trekt en verlost, die Hij in zijn eeuwige en onveranderlijke raad uit louter genade verkoren heeft in Jezus Christus, onze Here, zonder ook maar enigszins hun werken in rekening te brengen”[8].
God is ons genadig.
Menselijke verordeningen, hoe goed bedoeld ook, kunnen ons niet redden. Zelfs niet als die voorschriften vastgesteld zijn door premier Rutte en de beslissers om hem heen. En laat het duidelijk zijn: ten diepste verdienen we helemaal niets!
Mensen en dieren zijn afhankelijk van God. Heel de schepping bestaat vanwege Gods barmhartigheid.
Dat is een belangrijke les die wij moeten leren. Zeker ook in deze tijd.
Er zijn mensen die zeggen dat wij lessen uit de coronacrisis moeten trekken.
We worden met z’n allen te afhankelijk van China, zeggen ze.
Bedrijven moeten wendbaar zijn, zeggen ze. Ons aanpassingsvermogen moet vergroot worden.
Thuiswerken blijkt efficiënt en effectief. Het lost een deel van het fileprobleem op, zeggen ze.
Maar de belangrijkste les die de wereld moet leren is deze: alle wereldburgers moeten leren leven van Gods genade!
Noten:
[1] Zie https://www.ad.nl/politiek/rutte-we-hebben-de-ruimte-verdiend-mensen-mogen-buiten-weer-samenkomen~a799d6ed/ ; geraadpleegd op woensdag 20 mei 2020.
[2] Een motie is een middel waarmee een deelnemer aan een vergadering een bepaald punt onder de aandacht kan brengen van andere aanwezigen in de betreffende bijeenkomst. Men gebruikt moties veelal in de politiek. Dergelijke moties eindigen altijd met de woorden ‘en gaat over tot de orde van de dag’.
[3] Romeinen 3:21 en 22.
[4] Psalm 14:3 en Psalm 53:4.
[5] 2 Corinthiërs 13:13.
[6] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 12.
[7] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 15.
[8] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 16.
25 mei 2020
Eerbied voor de Eigenaar
Robbert Dijkgraaf is universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van het Institute for Advanced Study in New Jersey. Niet de eerste de beste dus.
Voor het Algemeen Dagblad duidde hij de wereldwijde crisis die ontstaan is vanwege het virus COVID-19.
Robbert Dijkgraaf zei onder meer het volgende.
“Na de crisis zullen we voor een deel terugvallen in oude gewoontes, maar sommige dingen zijn blijvend veranderd. De belangrijkste verandering is misschien wel de manier hoe we met elkaar verbonden zijn en hoe we informatie uitwisselen. We merken nu dat fysieke afstand er niet voor alles meer toe doet en dat ik makkelijker met jou online praat dan met mijn buurman hier in Amerika”.
En:
“Als je kijkt naar de grootste problemen waar we mee kampen – klimaatverandering, voldoende voedsel of water – dan wil je dat de mensheid daar waakzaam mee omgaat. Kijk nu naar buiten en je hoort (bijna) geen auto’s en er zweven nauwelijks vliegtuigen door de lucht. Zo’n alternatieve wereld is ineens heel voorstelbaar geworden. We doen noodgedwongen deze collectieve gedachtenoefening en dat is leerzaam. Na een crisis zijn mensen behoudender en zullen ze bereid zijn om meer te investeren in bescherming dan louter in groei”.
En:
“Onze grote zwakte is dat we te weinig hebben nagedacht over de weerbaarheid van de wereld. Te lang heerste er een houding van: als er een ramp gebeurt, dan gaan we er achteraf wel wat aan doen. We moeten investeren in het voorkomen van rampen. Dat vinden we psychologisch gezien lastig. Deze coronacrisis is als een oorlogssituatie. De maatschappij wordt op een harde manier geconfronteerd met de gaten in het vangnet. Een ding is pijnlijk duidelijk geworden: in het verleden is er te weinig geïnvesteerd in kennis, gezondheidszorg en internationale samenwerking. Deze zwakke punten zullen het beleid en debat de komende jaren bepalen”.
En:
“Een heleboel dingen zijn een jaar verschoven. De klok is een jaar teruggezet. Maar de klok wordt ook versneld vooruit gezet. Deze crisis moet je zien als een aardverschuiving. De spanning bouwt langzaam op, er gebeurt de hele tijd niks, dan volgt de schok en die mondt uit in een transitie. Vooral op technologisch gebied. In die zin hebben we de toekomst versneld binnengehaald. Maar aan de andere kant hebben we de toekomst een jaar uitgesteld”[1].
Dijkgraaf gaf een interessante analyse van de stand van zaken en zijn zicht op de nabije toekomst.
Gelovige mensen die het bovenstaande lezen begrijpen echter ook: enig Schriftuurlijk licht op deze zaken is geen luxe!
Iets van dat licht zal hieronder schijnen.
De door God gecreëerde Schepping is een Meesterwerk.
En heel die schepping is opgenomen in het verbond met God. Leest u maar mee in Genesis 9: “En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u, met uw nageslacht na u, en met alle levende wezens die bij u zijn: de vogels, het vee en alle dieren van de aarde met u; van alles wat uit de ark is gegaan, tot alle dieren van de aarde toe. Ik maak Mijn verbond met u, dat niet meer alle vlees door het water van een vloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen vloed meer zal zijn om de aarde te gronde te richten”[2].
Gods verbond met mensen geeft hoop voor de toekomst. Dat mogen wij nimmer over het hoofd zien.
De Here laat, soms in heel bijzondere omstandigheden, via de natuur zien wie Hij is. In Exodus 34 lezen wij bijvoorbeeld: “Toen daalde de HEERE neer in een wolk, ging daar bij hem staan en riep de Naam van de HEERE uit”[3]. De God van hemel en aarde bestuurt de ganse schepping: mensen, heel grote dieren, maar bijvoorbeeld ook kleine virusdeeltjes. Inclusief COVID-19, jazeker.
De schepping vertelt overigens ook over zichzelf. Zie Psalm 19:
“De hemel vertelt Gods eer,
het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.
Dag op dag spreekt overvloedig,
nacht op nacht geeft kennis door.
Geen spreken is er, geen woorden zijn er,
hun stem wordt niet gehoord.
Hun richtlijn gaat uit over heel de aarde,
hun boodschap tot aan het einde van de wereld”[4].
Om met de Nederlandse Geloofsbelijdenis te spreken: de schepping “is voor onze ogen als een prachtig boek, waarin alle schepselen, groot en klein, de letters zijn, die ons te aanschouwen geven wat van God niet gezien kan worden, namelijk zijn eeuwige kracht en goddelijkheid”[5].
De dichter van Psalm 24 belijdt:
“De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat,
de wereld en wie er wonen.
Want Híj heeft haar gegrondvest op de zeeën
en haar vastgezet op de rivieren”[6].
Wij zijn dus rentmeesters. Wij zijn beheerders namens de Eigenaar, de Schepper van deze wereld. Zo moeten we dus met deze wereld omgaan. Het gaat er niet om dat wij in ons leven zoveel mogelijk salaris en materiële rijkdom genereren. Trouwens – als wij dat allemaal doen putten wij de wereld uit. Dan maken we Gods prachtige schepping kapot. En nee, dat heeft niets meer met beheren te maken.
In Lucas 8 stilt Jezus de storm op het meer. Citaat: “Toen zij voeren, viel Hij in slaap. En er viel een stormwind neer op het meer, en hun schip liep vol water en zij waren in nood. Zij gingen naar Hem toe, wekten Hem en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan! Toen stond Hij op en bestrafte de wind en de golven. En ze gingen liggen en er kwam stilte”[7].
Het moge duidelijk zijn dat de God van het verbond het klimaat in de hand heeft. We kennen hitte, droogte, wervelstormen en kou. Maar de wereld bestaat al heel veel jaren. De Here zorgt er ook voor dat het klimaat op de aarde een zekere stabiliteit vertoont.
Dat alles heeft dus niet zozeer te maken met de weerbaarheid van de wereld, maar veeleer met het feit dat de planeet waarop wij wonen wordt bestuurd door de almachtige God!
Terecht werd ergens opgemerkt: “De zorg en het onderhoud van de natuur heeft God aan de mens toevertrouwd. Bij het vruchtgebruik dat de mens kreeg, gelden een aantal uitgangspunten. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat mensen onachtzaam handelen waar vee het slachtoffer van kan worden. Ook het kappen van bomen moet met zorg gedaan worden. Landbouwgrond vraagt ook aandacht: het moet tijd krijgen om te herstellen. Ook wij moeten met zorg omgaan met de natuur”[8].
Dat is heldere taal!
De mensheid moet, zei Dijkgraaf, waakzaam met de problemen omgaan. En, zei hij, de wereldburgers hebben heel wat zwaktes. Dat is zeker waar.
Maar als wij ons niet eerst richten op de grote Machthebber van de kosmos blijven we in onze eigen cirkeltjes ronddraaien. Dan repareren we de éne zwakke plek en creëren een andere. Dan wordt de ene blinde vlek met de snelheid des lichts vervangen door een andere.
Nee, perfect wordt het op deze aarde nooit. Ook als wij de Heer van de kosmos trouw dienen ontvangen wij niet het volmaakte doorzicht in de aardse dingen. Maar Hij geeft ons wel uitzicht. Uitzicht op een heerlijkheid die nooit wordt beëindigd. Ja, dat is meer dan wetenschappelijk inzicht. Dat uitzicht gaat de ruimste horizon uiteindelijk moeiteloos voorbij!
Noten:
[1] Geciteerd van https://www.ad.nl/wetenschap/wetenschapper-robbert-dijkgraaf-deze-crisis-moet-je-zien-als-een-aardverschuiving~a9a0e50d/ ; geraadpleegd op maandag 18 mei 2020.
[2] Genesis 9:8, 9 en 10.
[3] Exodus 34:5.
[4] Psalm 19:2-5 a.
[5] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 2.
[6] Psalm 24:1 en 2.
[7] Lucas 8:23 en 24.
[8] Geciteerd van https://portal.eo.nl/programmas/tv/de-kapel/gemist/2017/09/17-wat-doen-we-met-gods-schepping ; geraadpleegd op maandag 18 mei 2020.