De heer Jan Joseph Latten, emeritus hoogleraar demografie van de Universiteit van Amsterdam, werd onlangs geïnterviewd door het Reformatorisch Dagblad.
Het slot van het vraaggesprek luidt als volgt.
“Wat is het effect van de coronacrisis op de door u geschetste toekomstperspectieven?
Antwoord:
Ik denk dat de samenleving sterk gaat veranderen. We krijgen onrustige tijden. Er komt een stroom van vluchtelingen op gang, waarvan een deel naar Nederland komt en hier ook blijft. Eigenlijk hebben we drie crises de komende jaren: een klimaatcrisis, een demografische crisis en een sociale crisis. Naarmate de bevolking door migratie harder groeit, neemt de rivaliteit toe en zal het debat over geldende normen meer gevoerd worden.
U klinkt vrij pessimistisch. Wat is een positieve trend die u verwacht de komende dertig jaar?
Antwoord:
Het positieve is de overlevingsdrang, dat we in al die onrust proberen iets van het leven te maken. De herwaardering van het familiegebeuren, het bedenken van alternatieven voor het alleen-zijn. Mensen willen misschien alleen leven, maar eenzaamheid willen we niet. Die alternatieven zullen we blijven zoeken”.
Het gaat om overlevingsdrang. En u gaat er vast en zeker zelf iets van maken.
Zo werd dat gezegd1.
Dat woord ‘maken’ brengt schrijver dezes als vanzelf bij Gods Woord. De Bijbel begint namelijk bij het maken. Want de almachtige God schept de wereld. Hij maakt iets uit niets. Hij creëert een prachtige wereld.
Noach moet een ark maken: het schip dat acht zielen van een wisse ondergang redden zal. De Here maakt een verbond met Noach.
Mensen willen naam maken, en een toren bouwen die tot in de hemel reikt.
De Verbondsgod maakt het nageslacht van Abraham tot een groot volk.
Israël mag geen beelden maken, zo blijkt uit Exodus 20. Het volk mag al helemaal geen afgoden maken! Maar wel een tabernakel, een heiligdom waar God in resideren kan
Dat begrip ‘maken’ laat de scherpe tegenstelling tussen kerk en wereld zien, de antithese dus:
* de mens wil van alles maken, zonder God.
* de God van hemel en aarde maakt alles goed2.
Als de mens groot is, dan is hij door God groot gemaakt. Dat is Jozua overkomen. Dat zien wij in Jozua 3: “Want de Heere had tegen Jozua gezegd: Deze dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen van heel Israël, opdat zij weten dat Ik met u zijn zal zoals Ik met Mozes geweest ben”.
Het is de God van het verbond die mensen uitkiest om Zijn kinderen te zijn. Hij maakt hen tot Zijn volk. Samuël zegt dat zo in 1 Samuël 12: “Want de HEERE zal Zijn volk niet verlaten, omwille van Zijn grote Naam, omdat het de HEERE behaagd heeft u voor Hem tot een volk te maken”.
De schrijver van Psalm 85 zegt: het echte leven wordt door de almachtige God gemaakt. Als er leven is komt dat van Hem:
“Zult U voor eeuwig toornig op ons zijn,
Uw toorn laten duren van generatie op generatie?
Zou Ú ons niet weer levend maken,
zodat Uw volk zich in U verblijdt?”.
De hemelse God kan Zijn volk maken en breken. Dat laatste zien wij bijvoorbeeld in Jesaja 5: “Nu dan, Ik wil u graag bekendmaken wat Ik met Mijn wijngaard ga doen: Ik zal zijn omheining wegnemen, zodat hij verwoest zal worden; Ik zal een bres slaan in zijn muur, zodat hij vertrapt zal worden. Ik zal er een wildernis van maken. Hij zal niet gesnoeid worden of geschoffeld, maar dorens en distels zullen er opschieten. En Ik zal de wolken gebieden geen regen erop te laten neerkomen. Want de wijngaard van de HEERE van de legermachten is het huis van Israël, en de mannen van Juda zijn Zijn lievelingsplant. Hij verwachtte goed bestuur, maar zie, het werd bloedbestuur, gerechtigheid, maar zie, het werd geschreeuw”.
Maar Jezus wil mensen behouden! Denkt u, nu het hierom gaat, bijvoorbeeld maar aan Mattheüs 18: “Pas op dat u niet een van deze kleinen – dat zijn de kinderen – veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig te maken wat verloren is. Zoveel mogelijk mensen zalig maken: dát is het ultieme doel dat de hoge God met door Hem geschapen mensen heeft!3
Onze Schepper wil ons leven weer glorieus maken.
Nee, wij hoeven het in deze wereld niet te maken. Wij moeten ons echter, zegt Petrus, steeds meer beijveren om onze roeping en verkiezing vast te maken; “want als u dat doet, zult u nooit struikelen”4.
Wij moeten er zelf iets van maken, zeggen de mensen. Je moet in het leven zelf de slingers ophangen. Maak er wat moois van!
Ach, er is niets tegen om van het leven te genieten. Maar kerkmensen moeten maar niet vergeten dat het mooiste deel van hun leven nog komt. ‘Maak u maar klaar’ , zegt onze God, ‘Ik maak alles klaar voor een prachtige toekomst’!
Noten:
1 Geciteerd van https://www.rd.nl/artikel/947593-jan-latten-taboe-op-bevolkingsgroei ; geraadpleegd op vrijdag 22 oktober 2021.
2 In deze alinea gebruik ik passages uit Genesis 1, 2, 11 en 12. En ook woorden uit Exodus 20, 25 en 26.
3 In deze alinea citeer ik uit Gods Woord Jozua 3:7, 1 Samuël 12:22, Psalm 85:7, Jesaja 5:5-7 en Mattheüs 18:10 en 11.
4 2 Petrus 1:10.