In het eerste artikel dat in 2021 op deze internetpagina verschijnt wenst schrijver dezes zijn lezers veel heil en zegen in het nieuwe jaar. Wij zijn allen van Gods zegen afhankelijk. Maar wie bij de Heiland schuilt, weet zeker: het komt goed dit jaar, wat er ook gebeurt.
Misschien kijken sommigen daar vreemd tegenaan. Wellicht krijgen we dit jaar groot onrecht te verwerken. Misschien worden we ziek. Misschien zullen geliefden sterven. Kunnen wij dan nog zeggen dat alles goed komen zal?
Laten wij elkaar er op wijzen dat wij ook vandaag te maken hebben met Gods liefde en trouw. Hij leidt ons naar Zijn toekomst toe. Dat doet Hij barmhartig. Dat doet Hij liefdevol. En we mogen het zeker weten: onze God zal Zijn doel met ons bereiken!
Gods innige liefde mogen wij weerspiegelen in ons dagelijks leven. Vandaag. En op alle dagen van dit kalenderjaar.
Aldus komen wij uit bij woorden die we in 1 Corinthiërs 13 vinden: “De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, de liefde pronkt niet, zij doet niet gewichtig, zij handelt niet ongepast, zij zoekt niet haar eigen belang, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad, zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid”[1].
Liefde heeft prachtige kenmerken: verdraagzaamheid, vriendelijkheid, fatsoen en inlevingsvermogen.
Mensen die Gods liefde weerkaatsen zijn verheugd over de waarheid – dat wil zeggen: ze worden blij als zij het Evangelie kunnen doorvertellen; en zij zijn opgetogen als zij kunnen laten zien welke consequenties het Evangelie in hun leven heeft.
De koning van Nederland haalde op Eerste Kerstdag – vrijdag 25 december 2020 – in zijn kersttoespraak 1 Corinthiërs 13 aan. Hij zei onder meer: “…het kenmerk van een vrije samenleving is nu juist dat er óók ruimte is voor nuance. Voor redelijkheid en mildheid. Voor nieuwsgierigheid en onderzoek. Voor ironie en zelfrelativering – altijd het beste medicijn bij een opgekropt gemoed. En voor vergeving. Een bijna ouderwets begrip, dat in de Bijbel een grote rol speelt. En dat juist in deze tijd onverminderd heilzaam kan zijn. Wij mensen zijn niet geschapen om elkaar te haten. Een land waarin mensen elkaar een beetje liefdevol tegemoet treden, is een land waarin mensen zich thuis kunnen voelen, ook in tijden van grote onzekerheid. De apostel Paulus heeft het heel mooi verwoord: ‘De liefde is geduldig en vol goedheid. Ze kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid’. Het kerstfeest is van oudsher het feest van het terugkerende licht na de donkerste periode van het jaar. Bij alle onzekerheid mogen we daarop vertrouwen. Heb geduld. De zon keert terug. Het licht komt terug”[2].
Het licht komt terug, zegt de koning. En jazeker, dat is waar. Maar als Gods liefde in de maatschappij gereflecteerd wordt, zal iedereen op slag nog veel blijer worden!
Want het is niet zo dat 1 Corinthiërs 13 alleen maar een kompas van morele principes is.
De Christelijke Gereformeerde professor W.H. Velema schreef eens: “God gaat volgens Zijn plan te werk. Hij leidt Zijn volk naar de toekomst. Dat is de drijfkracht, de dynamiek van de heilsgeschiedenis. Wij moeten de verhalende teksten ‘naar voren toe’ verklaren. Dat is met het oog op wat God verder in de geschiedenis doet. Er is verschil tussen toen en nu”[3].
De Gereformeerd-vrijgemaakte hoogleraar C. Trimp noteerde: “De gemeente van Christus moet het imponerend werk van God in Christus leren verstaan en met het oog daarop de bijbel leren lezen. God heeft in ónze menselijke historie en op ónze begane grond zijn heilswerk in deze wereld geponeerd. Wij mogen het verhaal van dat grote werk niet fragmentariseren en tot kleingoed maken, aangepast aan ónze smaak en ingepast binnen ónze beperkte horizon.
Op deze wijze wist men zich tegen tal van misvormingen te beschermen. Wij denken aan
* de goedkope typologie, die zich baseert op details van het verhaal;
* de overdracht van de boodschap langs de subjectieve en individualistische, resp. psychologische lijn; karaktertrekken, karakterfouten en morele missers versieren in dat geval de moralistische (vaak burgerlijke) prediking, terwijl in de dogmatistische prediking de orthodoxe leer met Bijbelse verhalen wordt geïllustreerd;
* de neiging om de Bijbel te gebruiken als illustratie bij wat wij toch al weten uit de filosofie of de deugdenleer of bij onze aspiraties op het gebied van bijvoorbeeld de politiek, de moraal of de mystiek;
* tal van krampachtige pogingen om de actualiteit van de prediking via spitsvondige verwerking van ondergeschikte verhaal-details te bemachtigen in een jacht op ‘lijnen naar Christus’ en ‘lijnen naar ons’;
* het degraderen van de Bijbelse geschiedenis tot een plaatjesboek, dat mystieke of dogmatische waarheden verlucht;
* de omkering van het explicatie-applicatie-schema, waardoor onze subjectieve beleving de context gaat vormen, die de tekst domineert.
Tegenover al deze misgrepen getuigt het van respect tegenover de Bijbel en zijn Auteur, wanneer men ons terugroept naar de heilshistorische context van een concreet verhaal en ons terugdringt naar de zelfopenbaring van God in zijn Zoon Jezus Christus”[4].
Hierboven werd het reeds geschreven: het is niet zo dat 1 Corinthiërs 13 alleen maar een kompas van morele principes is. Bij tijd en wijle wordt gesuggereerd dat 1 Corinthiërs 13 ons het toppunt van medemenselijkheid toont. Christenen zouden super-geduldig moeten zijn. Geweldig goed. En enorm lankmoedig bovendien. O wee als dat niet lukt!
Welnu, als het goed is laten wij in ons leven zien dat Jezus Christus volop aan het werk is. Dat moest men indertijd in Corinthe tonen. En nu, anno Domini 2021, moeten we dat nog steeds demonstreren.
Toegegeven: soms gaat dat niet zo goed. Dan is ons geduld op. Dan is onze liefde voor de mensen niet zo zichtbaar. Dan is zachtmoedigheid ver te zoeken. In zulke situaties mogen we zeggen: de Here Jezus Christus, onze Heiland, doet dat oneindig veel beter. En Hij heeft voor onze zonden betaald!
Daarom houden wij in 2021 moed. Nee, we zijn niet alle dagen sterk en stoer. Soms is dat alles ver weg! Maar wij kennen, bijvoorbeeld, Psalm 116. U weet wel:
“God heb ik lief, want die getrouwe HEER
hoort naar mijn stem, mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt zijn oor, ‘k roep tot Hem al mijn dagen.
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.
Ik prijs mijn God in zijn rechtvaardigheid.
Zijn liefde heeft genadig mij gedragen.
Wie weerloos zijn en om ontferming vragen,
bewaart de HEER in zijn barmhartigheid.
De HEER is trouw, Hij hoedt zijn gunstgenoot.
Bij al zijn volk betaal ik mijn geloften.
Hij schenkt ons heil, vervult al zijn beloften.
In ’s HEREN oog is kostbaar onze dood”[5].
Ja, daarom is de kerk ook in 2021 de moeite waard. En daarom zal ik
“met vreugd in ’t huis des HEREN gaan,
ik zal mijn God naar mijn geloften danken.
Jeruzalem, hoor naar die blijde klanken
en hef met mij de lof des HEREN aan!”[6].
Noten:
[1] 1 Corinthiërs 13:4, 5 en 6.
[2] Kersttoespraak 2020 van koning Willem-Alexander. Geciteerd via: Nederlands Dagblad, maandag 28 december 2020, p. 4.
[3] W.H. Velema, recensie van: C. Trimp, “Heilsgeschiedenis en Prediking. Hervatting van een onvoltooid gesprek”. – In: Ambtelijk Contact -studieblad voor ouderlingen en diakenen binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken-, 1 mei 1987. – p. 63 en 64.
[4] C. Trimp, “Heilsgeschiedenis en Prediking. Hervatting van een onvoltooid gesprek”. – Kampen: Uitgeverij Van den Berg, 1986. – p. 72 en 73.
[5] Psalm 116:1, 3 en 8 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.
[6] Psalm 116:10 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.