Versplintering en versnippering – dat zijn twee woorden waarmee men onze maatschappij typeren kan. We zien dat terug in het Nederlandse kerkelijk leven. Ook de politiek wordt er door gekenmerkt. Wie voor dergelijke problemen een oplossing zoekt moet teruggaan naar Gods Woord[1].
Daarom is het van belang om, als er op 17 maart aanstaande Tweede Kamerverkiezingen zijn, op een christelijke partij te stemmen.
Het loont de moeite om een blik te werpen in enkele verkiezingsprogramma’s. In het onderstaande zal het een en ander geciteerd worden uit verkiezingsprogramma’s van CDA, ChristenUnie en SGP. Diepgaande analyses staan in dit artikel niet. Het betreft slechts een globale oriëntatie. Of ook: enkele opmerkingen bij politieke programma’s.
Natuurlijk – over voornoemde verkiezingsprogramma’s valt veel meer te zeggen. Maar men moet ergens beginnen. En iets is beter dan niets.
In het verkiezingsprogramma van het Christelijk Democratisch Appel (CDA) komt het woord ‘Bijbel’ één keer voor: “…daar begint het voor ons allemaal mee, de grondbeginselen van de christendemocratie: solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en rentmeesterschap. Deze grondbeginselen vinden hun basis in de Bijbel. Wij laten ons hierdoor inspireren in ons handelen voor mens, maatschappij en overheid. Voor een betere toekomst van Nederland ligt er een opgave voor ons allemaal. De opdracht van gespreide verantwoordelijkheid is daarmee actueler dan ooit en biedt een antwoord op de onzekerheid van deze tijd en de groeiende tegenstellingen in onze samenleving”[2].
CDA-ers laten zich inspireren door de Bijbel. Op zichzelf genomen is dat mooi. Maar het is, wat schrijver dezes betreft, een nogal onbeschermd woord. Wat betekent dat? Stimuleren? Aanmoedigen? Nee, men moet elkaar niet op woorden vangen. Maar ‘inspireren’ is een nogal wijds begrip!
Overigens – een opvallende passage uit het CDA-programma is de volgende.
“De vrijheid van onderwijs staat onder druk en wordt steeds verder ingeperkt. Wij staan pal voor de vrije keuze van ouders om de school te kiezen die past bij de opvoeding van hun kinderen -artikel 23 Grondwet-. Wij beschermen de ruimte voor bijzondere scholen -om zelf invulling te geven aan het onderwijs op basis van godsdienst, levensovertuiging of pedagogische visie voluit-, al mag artikel 23 nooit een vrijbrief zijn voor onverdraagzaamheid of inperking van elkaars rechten op scholen -begrenzing volgt uit de rechtsstaat zelf-. Met een goed toezicht op kwaliteitseisen en strenge handhaving zorgen we dat kinderen op elke school goed onderwijs krijgen”[3].
Het is te hopen dat het CDA in de komende jaren op dit punt de rug recht houdt!
De ChristenUnie noteert in haar verkiezingsprogramma onder meer: “Nadenken over de toekomst van ons land, kan niet zonder een andere omgang met Gods schepping. Onze tomeloze productie- en consumptiedrang trekt een catastrofale wissel op de aarde”[4].
Een catastrofale wissel? Dat klinkt alsof de aarde vernietigd zal worden. Echter – christenen weten beter. Laten wij elkaar wijzen op Genesis 9: “Dit is het teken van het verbond dat Ik geef tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn, alle generaties door tot in eeuwigheid: Mijn boog heb Ik in de wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde. Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, dat Ik aan Mijn verbond zal denken, dat er is tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees. Het water zal niet meer tot een vloed worden om alle vlees te gronde te richten. Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens van alle vlees dat op de aarde is”[5].
Zeker – we moeten rentmeesterlijk met de schepping omgaan. Maar om nu te zeggen dat het desastreus zal aflopen gaat te ver. De aarde zal nimmer Godverlaten en heilloos zijn!
In het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie wordt ook geschreven: “De vrijheid van godsdienst, vereniging, onderwijs en meningsuiting zijn belangrijke pijlers van de manier waarop we samenleven en mogen niet worden aangetast. Deze vrijheden gelden voor iedereen, juist ook voor minderheden. De gedachte dat vrijheid alleen geldt als je dingen doet of zegt die passen bij de seculier-liberale opvattingen van de meerderheid vormt een bedreiging voor de Nederlandse traditie van openheid, vrijheid en tolerantie”[6].
Dat klinkt goed. Maar op welke wijze zal het voorgaande in de nabije toekomst in de praktijk uitgewerkt worden?
Over euthanasie wordt geschreven: “De ChristenUnie beschouwt euthanasie niet als normaal medisch handelen. We verzetten ons tegen de sluipende verschuiving in de euthanasiepraktijk van ‘laatste redmiddel ter voorkoming van een vreselijke dood’ naar ‘een mogelijke uitweg uit een vreselijk leven’. Vond euthanasie voorheen vrijwel uitsluitend plaats bij terminale patiënten, nu komt het steeds vaker voor bij mensen met dementie, psychiatrische aandoeningen of een stapeling van ouderdomsklachten. Artsen ervaren steeds meer druk vanuit patiënten en familie, ook door het inschakelen van het Expertisecentrum Euthanasie. We zien dat een kernprincipe van de huidige euthanasiewetgeving onder druk staat, namelijk dat alleen levensbeëindigend mag worden gehandeld bij mensen die er nadrukkelijk zelf om vragen”[7].
Wat schrijver dezes betreft had daar moeten staan dat euthanasie – het op hun eigen verzoek bespoedigen van de dood of ter dood brengen van hevig lijdende, ongeneeslijke zieken – voor de ChristenUnie onaanvaardbaar is!
Het verkiezingsprogramma van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) is getooid met de naam ‘In vertrouwen’. Dat heeft een reden. “Het motto ‘In vertrouwen’ is bewust gekozen om in een tijd die gestempeld wordt door wantrouwen, kiezers houvast en uitzicht te geven. Lijsttrekker Kees van der Staaij zei daarover bij de presentatie dat dat vertrouwen een geloofsvertrouwen is. ‘Geloof en vertrouwen horen bij elkaar. Wij geloven dat er een levende God is Die regeert. Dat geeft rust en vertrouwen, ook in deze onzekere tijd”[8].
Dat zijn geen loze woorden.
In het verkiezingsprogramma staat onder meer te lezen: “Zoals gezegd: ons ankerpunt is dat God regeert en Hem niets uit de hand loopt. Daar staan we extra bij stil op zondag. Dé dag om tot bezinning te komen bij een open Bijbel en de verkondiging van Gods Woord, Wet en Evangelie. Laten we die dag koesteren als ‘vluchtheuvel’ in een jachtige tijd en onrustige wereld. De zondag is een weldadig geschenk om iedere week mee te beginnen vanuit de door God gegeven rust. We mogen dan, samen of alleen, even pas op de plaats maken en al ons werk loslaten en met een gerust hart in Zijn handen leggen. In het vertrouwen dat Hij weet wat goed is en regeert!”[9].
Dat statement is volkomen duidelijk. Het is een verademing om te zien dat de SGP begint bij de Here God, en bij de eerste dag van de week, de zondag.
De SGP heeft een heldere visie op het onderwijs: “Artikel 23 van de Grondwet garandeert inmiddels meer dan een eeuw de vrijheid van onderwijs met overheidsbekostiging. Die vrijheid om onderwijs te geven en te krijgen die aansluit bij de eigen, herkenbare overtuiging en leefwereld blijkt een succesformule. Er is voldoende aanbod van openbaar onderwijs en daarnaast is er in Nederland ook de mogelijkheid voor bijzonder onderwijs, dat eveneens van hoogwaardige kwaliteit is. Daar kan een systeem van dirigistisch staatsonderwijs niet tegenop. De vrijheid van onderwijs mag materieel niet verder onder druk gezet worden. Uiteraard vraagt vrijheid wel om verantwoordelijkheid en het stellen van grenzen. Bijzondere scholen dienen bij het toelaten van leerlingen en het benoemen van personeel eisen te kunnen (blijven) stellen die nodig zijn om recht te doen aan de identiteit van de school. De kerndoelen van het onderwijs mogen wel duidelijker, maar niet veel uitgebreider zijn dan nu het geval is. Bovendien dienen ze de pedagogisch-didactische visie en werkwijze van de school ongemoeid te laten”[10].
Aldus wordt onder meer de positie van Gereformeerd onderwijs veilig gesteld.
Over euthanasie laat de SGP geen misverstanden bestaan: “Het leven is het meest kostbare geschenk dat God ons geeft. Daar moeten mensen van afblijven. Het leven van ouderen is intrinsiek waardevol en betekenisvol. Wie zijn wij om het heft in eigen hand te nemen of anderen op verzoek te doden? Dat geldt eens temeer als het gaat om het beëindigen van het leven van wilsonbekwamen, zoals gehandicapten, (jonge) kinderen en mensen met dementie. De Euthanasiewet moet worden ingetrokken. Zolang dat nog niet gebeurd is, moet alles op alles worden gezet om het aantal euthanasiegevallen te laten afnemen”[11].
De SGP is op dit punt nogal wat duidelijker dan de ChristenUnie!
Wat zullen wij verder van deze dingen zeggen?
Laten we maar luisteren naar de oproep van de apostel Paulus in 1 Timotheüs 2: “Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen”[12].
Noten:
[1] Zie hiervoor ook mijn artikel ‘Gods kinderen in de frontlinie’; op deze plaats gepubliceerd op maandag 8 februari 2021. Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2021/02/08/gods-kinderen-in-de-frontlinie/ .
[2] ‘Nu doorpakken’ – verkiezingsprogramma 2021-2025 van het CDA, p. 6 en 7. Te vinden via https://www.cda.nl/verkiezingsprogramma ; geraadpleegd op dinsdag 2 februari 2021.
[3] ‘Nu doorpakken’, p. 33.
[4] ‘Kiezen voor wat écht telt’ – verkiezingsprogramma 2021-2025 van de ChristenUnie, p. 9. Te vinden via https://www.christenunie.nl/verkiezingsprogramma ; geraadpleegd op dinsdag 2 februari 2021.
[5] Genesis 9:12-16.
[6] ‘Kiezen voor wat écht telt’, p. 14.
[7] ‘Kiezen voor wat écht telt’, p. 49.
[8] Geciteerd van https://sgp.nl/actueel/publicaties/verkiezingsprogramma-2021-2025 ; geraadpleegd op dinsdag 2 februari 2021.
[9] ‘In vertrouwen’ – verkiezingsprogramma 2021-2025 van de SGP, p. 5. Te vinden via https://sgp.nl/actueel/publicaties/verkiezingsprogramma-2021-2025 ; geraadpleegd op dinsdag 2 februari 2021.
[10] ‘In vertrouwen’, p. 18.
[11] ‘In vertrouwen’, p. 52.
[12] 1 Timotheüs 2:1-4.
9 februari 2021
CDA, ChristenUnie en SGP
25 maart 2019
Hoeksteen
In Nederland staan we naast elkaar; niet tegenover elkaar.
Misschien is het u wel opgevallen dat de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, de VVD, de eerste zin van dit artikel de laatste tijd gebruikt. In de campagne voor de jongstleden gehouden verkiezingen voor Provinciale Staten kwam dat statement met een zekere regelmaat langs.
Trouwens – u weet vast wel dat het Christen Democratisch Appèl, het CDA, reeds jarenlang pleit voor het gezin als hoeksteen van de samenleving, voor burgerschap en voor rechtvaardigheid[1].
Nu oogt die VVD-slogan best sympathiek.
En het aloude motto van het CDA is, op zichzelf genomen, ook zo gek nog niet.
Maar kunnen we ermee vooruit?
In het onderstaande zal dat blijken.
Het Schriftuurlijke uitgangspunt van dit artikel ligt in Handelingen 4. En wel bij de volgende woorden: “Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is. En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden”[2].
Dat zeggen Petrus en Johannes als zij in Handelingen 4 voor het Sanhedrin staan. Het Sanhedrin – dat is het Joodse gerechtshof. De discipelen moeten zich voor de rechter verantwoorden.
Jezus’ leerlingen durven wel! ‘U hebt Jezus als een verachtelijk stuk vuil weggezet. Maar God maakte Hem de hoeksteen. De hoeksteen van de hemelse samenleving, wel te verstaan. Want alleen door Hem worden mensen zalig!’.
In Handelingen 4 klagen de beklaagden de rechters aan. Ongehoord eigenlijk!
Een hoeksteen – wat is dat precies?
Peter A. Slagter, voorganger in evangelische kringen, schrijft: “Een hoeksteen verbindt twee haaks op elkaar staande muren met elkaar. Bij oude bouwwerken werden dikwijls de afmetingen bepaald door eerst de zware, natuurstenen hoekblokken te plaatsen. Daartussen werd dan vaak van minder kostbaar materiaal, het eigenlijke muurwerk aangebracht. Bovenaan plaatste men soms opnieuw grotere hoekblokken. Later werden ook wel de hoeken van een gebouw over de volle hoogte door hoekblokken geaccentueerd”.
En even verder: “De onderste hoeksteen heeft te maken met het fundament, met de omvang en de vastheid van het bouwwerk. De bovenste hoeksteen echter, heeft te maken met de afronding, de voltooiing van het gebouw”[3][4].
Jezus Christus is, om zo te zeggen:
* de fundamentsteen waarop de kerk rust
* de hoogste gevelsteen die de kap van de kerk tot een echte en hechte eenheid maakt.
De predikant C. den Boer, emerituspredikant van de Protestantse Kerk (Gereformeerde Bond, noteert onder meer: “Bij de Kanaänieten die vóór Israël het land Palestina bezaten, schijnt het leggen van een hoeksteen een hoogst gewijde en indrukwekkende ceremonie geweest te zijn. Onder zo’n belangrijke steen van tempels of andere grote gebouwen werden lichamen van kinderen of oudere personen gelegd, waardoor het bouwwerk door zo’n menselijk offer gewijd werd. Dit was een van de vele afschuwelijke riten en praktijken bij inwijding van een huis/ gebouw die Israël moest uitroeien”[5].
In Job 38 vraagt de Here aan Job: waarop zijn de pijlers van de aarde neergezet? “Of wie heeft haar hoeksteen gelegd”?[6]. De stabiliteit van de aarde en van heel de schepping is gegarandeerd!
Jesaja profeteert in Jesaja 28 over de Messias: “Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen, die vast gegrondvest is”[7].
Het is duidelijk: de leiders van Israël en de ambtsdragers in de kerk moeten vooral niet teveel op zichzelf vertrouwen. Het fundament van Sion, de kerkstad, is onwrikbaar. Het ligt vast!
In Jeremia 51 wordt zonder omwegen verklaard dat hoekstenen niet bij Gods tegenstanders vandaan kunnen komen: “Zij zullen uit u (dat is Babel) geen steen halen voor een hoek of een steen voor fundamenten, want u zult eeuwige woestenijen worden, spreekt de HEERE”[8].
In Zacharia 4 staat te lezen: “Wie bent u, grote berg? Voor de ogen van Zerubbabel zult u een vlakte worden. Hij zal de sluitsteen aandragen onder luid geroep: Genade, genade zij hem!”[9].
Zacharia profeteert:
* Zerubbabel is aan de herbouw van de tempel begonnen
* Hij zal ook de sluitsteen leggen
Als dat gebeurd is, zullen de mensen beseffen dat Zacharia’s profetische woorden niet voortkomen uit een persoonlijke drive; hij spreekt woorden van God.
Het bovenstaande zet één ding volop in het licht: de kerkleiders uit Handelingen 4 hadden heel goed kunnen weten hoe de zaken er vóór stonden. Want dat woord ‘hoeksteen’ was heel bekend!
Het is belangrijk om te constateren dat de hoeksteen ook anno Domini 2019 nog veel betekenis heeft.
En dat niet alleen omdat het Christen Democratisch Appèl, het CDA, de ‘hoeksteen’ weer van stal gehaald heeft.
En ook niet omdat de VVD ervoor ijvert dat wij ons in de samenleving naast elkander opstellen, en niet tegenover elkaar.
De hoeksteen van Handelingen 4 moeten wij ook vandaag duidelijk zien zitten.
Als fundament van de kerk.
En als kap van de kerk.
De Heiland is de Samenbinder in de kerk.
En uiteindelijk is alleen Hij Degene die het cement van de samenleving wezen kan.
Vorige week maandag is het te Utrecht weer duidelijk geworden wat er gebeurt als een mens slechts op afgoden of op zichzelf gericht is. Als mensen gaan navelstaren dan wel naar elkaar gaan kijken, moeten we niet verbaasd opkijken als dergelijke dingen zich voordoen.
Wij behoren de blik omhoog te richten.
Om met Paulus in Efeziërs 2 te spreken: “Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest”[10].
Ziet u de hoeksteen nog wel zitten?
Noten:
[1] Zie hiervoor bijvoorbeeld https://www.elsevierweekblad.nl/nederland/achtergrond/2016/10/hoe-het-cda-wil-breken-met-de-oppervlakkigheid-379997/ ; geraadpleegd op dinsdag 19 maart 2019.
[2] Handelingen 4:11 en 12.
[3] Geciteerd van https://www.amen.nl/artikel/341/de-kostbare-hoeksteen ; geraadpleegd op dinsdag 19 maart 2019.
[4] Zie over Peter A. Slagter onder meer https://www.morgenrood.nl/over-ons ; geraadpleegd op dinsdag 19 maart 2019.
[5] Geciteerd via http://dsdenboer.refoweb.nl/voordrachten/Het%20bijbelse%20kernwoord%20hoeksteen.doc ; geraadpleegd op dinsdag 19 maart 2019.
[6] Job 38:6 b.
[7] Jesaja 28:16.
[8] Jeremia 51:26.
[9] Zacharia 4:7.
[10] Efeziërs 2:18-22.
27 april 2015
14 mei 2012
Verbeterpunten in de kerk
Bij het Christelijk Democratisch Appèl, het CDA, zijn ze op zoek naar een nieuwe lijsttrekker. En ze hebben een heuse lijsttrekkerverkiezing. Dat hoort tegenwoordig zo. Dat is democratisch.
En als een politieke partij de D van ‘democratisch’ in haar naam voert, dan is er natuurlijk een extra reden om dat zo te doen.
Denk ik.
Ik begrijp niet zo goed waarom die verkiezing luidkeels door ongeveer alle media moet worden begeleid. Maar dat zal wel aan mij liggen.
De Volkskrant publiceerde afgelopen vrijdag – 11 mei – op haar internetpagina een artikel waarin enkele tips waren opgenomen “om de oude politiek nieuw leven in te blazen”. Het werd geschreven door Jordi Wiersma, voorzitter van het Raadspresidium van het Christelijk Democratisch Jongeren Appèl[1].
Die tips vormden voor schrijver dezes het uitgangspunt voor enige overdenkingen omtrent de kerk. In dit verband doel ik met name op De Gereformeerde Kerken (hersteld).
Ik citeer telkens een ‘CDA-tip’, of een deel daarvan. En geef er vervolgens enig commentaar bij.
Vooraf nog dit.
Ik ben mij ervan bewust dat ik in het onderstaande hier en daar een harde noot kraak. Maar ik wil duidelijk zeggen dat arrogantie mij vreemd is. En dat geldt zéker als het over de kerk gaat!
Verder begrijpt u, naar ik hoop, dat ik niet het einde van alle tegenspraak ben. En over de onderstaande punten is vast ook nog niet het laatste woord gesproken.
1.
“Koffiedrinken.
Een brede volkspartij word je niet met rapporten en begrotingen. De politiek straalt pas toegankelijkheid uit wanneer de politici zich laten zien met een open houding naar alle partijgenoten. De nieuwe lijsttrekker moet in en na verkiezingstijd een dagdeel per week vrijmaken om koffie te drinken met wie dat maar wil”.
Opmerking:
In onze gemeente drinken we na de ochtenddienst koffie. Daar is, als u het mij vraagt, niks mis mee. Daar gaat deze opmerking ook niet over.
Het gaat mij meer om de ‘interne open houding’ in de kerk. En om de ‘toegankelijkheid’.
We leven in een tijd waarin steeds meer mensen seculariseren. Gelovige mensen passen zich ook steeds makkelijker aan de wereld aan. Geen wonder dus dat wáre gelovigen steeds meer hun best moeten doen om gewoon Gereformeerd te blijven. En laten we eerlijk zijn: dat valt niet mee. Steeds opnieuw moeten we ons afvragen: wat is Schriftuurlijk? En: wat is goed Gereformeerd?
Bij het doordenken van die vragen sluiten we ons niet zelden grotendeels voor de wereld af.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat we ons soms ook voor broeders en zusters afsluiten.
Bij tijd en wijle wordt al te snel geroepen dat een redenering, of een bepaalde manier van doen, echt niet kán. Als het tegenzit bejegenen we elkaar ronduit onfatsoenlijk. Er heerst, als u het mij vraagt, soms regelrecht wantrouwen.
Dat is verklaarbaar. Maar het is niet goed. We moeten er snel van af.
2.
“De huidige groep bewindslieden, die al eens een verkiezing heeft verloren, overschat zichzelf en straalt uit dat de macht een vanzelfsprekendheid is voor het CDA. Een periode in de oppositie maakt ons bescheiden, zorgt voor een minder bestuurlijke wind en zet frisse, nieuwe politieke talenten aan het front”.
Opmerking:
Het bovenstaande citaat zet ik hier neer vanwege die zelfoverschatting.
Gewone Gereformeerde mensen willen altijd en overal Schriftuurlijk redeneren. En als ze dat doen, willen zij vervolgens zekerheid uitstralen. De Here geeft ware gelovigen toch veel van Zijn Geest? Nou dan!
Steeds weer zien we op het kerkplein de tekorten van andere mensen uit de Gereformeerde gezindte. Die tekorten signaleren we. En het is logisch: zélf proberen we het op onderscheiden punten beter te doen.
In zo’n situatie lijden we al gauw aan zelfoverschatting.
Wij zijn, zo zeggen we, de kerk. De wáre kerk, ook nog. De rest is fout, en wij zijn goed.
Natuurlijk is dat laatste enigermate overdreven. Maar het is, meen ik, een herkenbare manier van spreken. Op dit punt zijn sommigen nogal eens tamelijk suggestief.
Het uitgangspunt behoort niet te zijn: wij doen het goed.
Alles begint met bescheidenheid.
Wij mogen zeggen en uitstralen: wij dienen de Here; en ieder die dat óók wil doen is bij ons van harte welkom.
‘Wij zijn de ware kerk’ – dat moeten wij vooral iedere dag doen. En dat doen we, als het goed is, samen. Met ouderen. En met jongeren. Wij laten dat niet over aan een klein groepje ‘kerkleiders’.
3.
“De lijsttrekker moet debatleider zijn tijdens verjaardagsfeestjes. Nederlandse moeders werken te veel? Mobieltjes op school toch niet zo goed? Abortus niet het hoogtepunt van menselijke beschaving? Blijf appelleren, ook al krijg je daarna de wind van voren. Juist morele vraagstukken zetten aan tot denken. Christendemocratische politiek is niet voor bange mensen”.
Opmerking:
In het bovenstaande spreekt mij vooral aan: blijf appelleren!
In een klein kerkverband als De Gereformeerde Kerken (hersteld) moet men relatief veel tijd besteden aan het opnieuw opbouwen van het kerkelijk leven. En eerlijk is eerlijk: dan komen wij lang niet altijd aan de buitenwacht toe.
Laten we niet vergeten om een uitnodigende houding aan te nemen. En laten we vooral niet verzuimen om Schriftuurlijke opinies te publiceren over allerlei dingen die vandaag de dag spelen.
De kerk is niet voor bange mensen. Sterker nog: de kerk is in wezen antithetisch.
4.
“De meeste CDA-politici zijn goede, fatsoenlijke mensen. Eenmaal in de Kamer geraakt de politicus verstrikt in gijzeling van het Haagse politieke spel. Durf hierin niet altijd mee te gaan, we winnen zetels door meer zichtbaar door de samenleving te trekken. De nieuwe lijsttrekker moet de fractie inspireren om midden in de wereld te staan…”.
Opmerking:
Het lezen van het bovenstaande bracht mij op de gedachte dat we met zekere regelmaat snedig commentaar moeten leveren op de dingen die in onze wereld geschieden. Voor wij ’t weten zijn we zó druk met interne opbouw dat de buitenstaanders, de mensen om ons heen, een beetje in de vergetelheid raken.
Zeker – ik begrijp wel dat de DGK een klein kerkverband is. Met ruim 1000 mensen begin je niet zoveel.
Maar soms bekruipt me het gevoel dat, als het over de buitenwacht gaat, de heersende gedachte binnen de DGK is: men begrijpt ons toch niet; láát maar.
Wat mij betreft mogen we duidelijk laten zien waar we staan. DGK-leden zijn goede, fatsoenlijke mensen. Zij zijn Godvrezend, bovendien. En onze meningen? Die funderen wij op de Schrift!
5.
“De CDA-jongeren zijn bezig met ethische thema’s, de generatie Bleker omarmt de bestaande morele consensus. In een tijd van financiële crisis snakt onze generatie naar moreel leiderschap, niet naar economische experts. Onttrek je van het debat over cijfertjes en durf weer te inspireren door de diepere waarden van het leven naar boven te halen”.
Opmerking:
Mijn oog bleef haken bij die term ‘moreel leiderschap’. Ik vertaal die voor de kerk aldus: we moeten laten zien waar het echt om gaat. Daarmee verwijderen we ons vaak van anderen die zich op het kerkplein bevinden; dat zij dan zo. Altijd weer moeten wij teruggaan naar de Schrift. En naar de eer van God. Dáár gaat het om, in de kerk.
Tot zover de CDA-tips, en mijn opmerkingen.
Gaarne voeg ik er aan toe dat er in De Gereformeerde Kerken (hersteld) heel veel goed gaat.
Bijvoorbeeld:
* er is eerbied voor Gods Woord; als een Bijbeltekst wordt genoemd worden massa’s mensen attent
* velen hebben aandacht voor geschiedenis – naar mijn smaak wel eens wat té veel -; men wil beslist niet in oude fouten terugvallen
* er bestaat een bloeiend verenigingsleven; oud en jong tonen studiezin
* er is zorgzaamheid en behulpzaamheid.
In de DGK is het, wat mij betreft, goed toeven. Dat wil ik vandaag óók gezegd hebben.
Maar ’t zou nog wel wat beter kunnen. Daarom schreef ik dit stukje.
Noot:
[1] Zie http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3254126/2012/05/11/Met-een-bleke-CDA-voorman-heeft-het-voor-ons-weinig-zin-om-campagne-te-voeren.dhtml .