Knarsend komt Nederland tot stilstand. De uitbraak van het coronavirus brengt onrust.
Op 12 maart 2020 zette de overheid de volgende crismaatregelen op een rij:
* Alle bijeenkomsten met meer dan honderd personen horen te worden geschrapt, in elk geval tot 31 maart.
* Sociale contacten dienen zoveel mogelijk te worden beperkt en grote groepen dienen te worden vermeden.
* Als het even kan thuiswerken, is tijdelijk de nieuwe norm; behalve uiteraard voor het personeel in de zorg en de crisisdiensten.
* Werknemers en overige burgers horen thuis te blijven en contacten te mijden bij klachten zoals neusverkoudheid, hoesten, keelpijn en eventueel ook koorts. Dat geldt ook voor scholieren en studenten.
* Zorgmedewerkers wordt gevraagd alleen thuis te blijven bij hoesten én koorts. Zij krijgen ook het dringende advies om reizen naar het buitenland te vermijden.
* Bezoeken aan ouderen, chronisch zieken en overige kwetsbare personen horen zoveel mogelijk te worden vermeden.
* Deze kwetsbare groepen wordt ook ontraden om nog langer te reizen met behulp van het openbaar vervoer.
* Ook in de collegezalen van universiteiten en hogescholen mogen niet meer dan honderd personen bijeen zijn. Deze onderwijsinstellingen moeten proberen hun lessen zoveel mogelijk online aan te bieden.
* Basisscholen en mbo- en hbo-instellingen mogen nog open blijven, maar het kabinet moet die maatregel van de Kamer dagelijks monitoren[1].
Op zondag 16 maart 2020 komen er nog maatregelen bij:
* Scholen en kinderdagverblijven gaan dicht vanaf maandag 16 maart tot en met maandag 6 april. Het gaat hierbij om scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo.
* Voor kinderen van ouders in bijvoorbeeld de zorg, politie, openbaar vervoer en brandweer is er wel opvang in de school en het kinderdagverblijf, zodat hun ouders kunnen blijven werken. Deze opvang is zonder extra kosten.
* Docenten gaan onderwijs op afstand organiseren voor kinderen die thuis zitten, met prioriteit voor eindexamenleerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo.
* Alle eet- en drinkgelegenheden gaan dicht vanaf zondag 15 maart 18.00 uur tot en met maandag 6 april.
* Sport- en fitnessclubs, sauna’s, sexclubs en coffeeshops sluiten vanaf zondag 15 maart 18.00 uur tot en met maandag 6 april.
* Iedereen in Nederland wordt gevraagd om waar mogelijk 1,5 meter afstand van elkaar te bewaren. Ook bijvoorbeeld bij het boodschappen doen.
* Alle eerder genomen maatregelen worden verlengd tot en met maandag 6 april[2].
Mensen discussiëren met elkaar: wat is in de gegeven omstandigheden wijs? Daarachter zit een brok angst. Hoe loopt dit af? Men zegt zelfs: wellicht is dit een vorm van natuurlijke selectie.
Gereformeerde mensen hoeven zich, ook in deze omstandigheden, niet te laten lijden door angst. Natuurlijk zijn er vragen. Uiteraard zijn er meningen te over.
Maar laten wij het zuiver stellen: gelovige kinderen van God zullen deze crisis altijd overleven.
Wellicht zijn er lezers van dit artikel die thans hun wenkbrauwen optrekken.
Gaan we nu net doen alsof er niets aan de hand is? Doen we net alsof alles normaal is?
Nee, dat niet. Maar zelfs als Gods kinderen sterven weten zij: wij zijn voor eeuwig verlost! Zelfs als de dood dichtbij komt weten zij: het nieuwe leven komt er aan!
Daarom kunnen wij met overtuiging zeggen: gelovige kinderen van God zullen deze crisis altijd overleven.
Laten wij elkaar wijzen op Hebreeën 9 en 10.
Wij lezen: “Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht”[3].
De schrijver van de brief aan de Hebreeën wil het er, om zo te zeggen, bij ons inpompen! In Hebreeën 10 legt hij het nog eens uit: “Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt. En de Heilige Geest getuigt het ons ook. Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond, dat Ik met hen na die dagen zal sluiten, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven, en aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken”[4].
In die woorden zit, ook voor vandaag, een grote troost.
Welke troost is dat dan?
Door heel Nederland trilt onzekerheid. Doen we ’t wel goed? Voortdurend maken we afwegingen: doen we dit, of doen we dat? Steeds weer vragen we ons af: nemen we de goede beslissing? Het kan ons aanvliegen: wat een gefröbel is dit toch! Verbijsterd zien we hoe één virus, met de raadselachtige naam COVID-19, bijkans de hele wereld lamlegt. Wij zien dat al onze intelligentie, alsmede de talloze technische mogelijkheden ons niet in staat stellen dit virus binnen de kortste keren de baas te worden. Aldus worden wij geconfronteerd met onze tekortkomingen. Ja, met onze zonden. Wij ontdekken dat ons vertrouwen op God nog veel lek en gebrek vertoont. Wij merken dat velen op allerlei punten tegen Gods wet ingaan… In die situatie zegt de God van hemel en aarde tegen Zijn kinderen: “Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven, en aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken”.
Overal ter wereld klinkt het Evangelie. Bij gelovige mensen mag het in het brein blijven echoën: “Aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken”.
Al onze zonden raken uit het zicht.
Al onze ellende, al onze tekortkomingen – ze zijn niet meer aan de orde!
De wereld heeft last van een virus. Men spreekt over een beurskrach, over een financiële injectie om de economie op te houden en over sociale onthouding. Het is een drukte van belang bij de talkshow-tafels. Een belangrijke vraag die bij dit alles aan de orde moet komen is: zijn wij bereid om tot matiging over te gaan? Of ook: kunnen wij tevreden zijn met minder welvaart? Zijn wij nog gelukkig als we in de nabije toekomst wat minder geld hebben en een beetje minder mogelijkheden hebben?
Gereformeerde mensen mogen daarbij bedenken: die matiging is maar tijdelijk. In ons nieuwe vaderland is iedere beperking verdwenen. Waarom? Omdat het lijden van de Here Jezus Christus niet gematigd is geweest.
Laten we in dat verband enkele woorden uit Mattheüs 27 lezen: “Ook bespuwden zij Hem, pakten de rietstok en sloegen Hem op Zijn hoofd. En toen zij Hem bespot hadden, trokken zij Hem de mantel uit, trokken Hem Zijn kleren aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen. Toen zij op weg gingen, troffen zij een man uit Cyrene aan, van wie de naam Simon was; die dwongen zij om Zijn kruis te dragen. En gekomen bij de plaats die Golgotha genoemd wordt, wat Schedelplaats betekent, gaven zij Hem wijn vermengd met gal te drinken; maar toen Hij die geproefd had, wilde Hij niet drinken. Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn kleren door het lot te werpen, opdat vervuld zou worden wat gezegd is door de profeet: Ze hebben Mijn kleren onder elkaar verdeeld en om Mijn kleding hebben ze het lot geworpen. En zij gingen zitten om Hem daar te bewaken.
En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: Dit is Jezus, de koning van de Joden”[5].
Uiteindelijk komt de grote Koning in de hel terecht!
Zondag 15 uit de Heidelbergse Catechismus vraagt: “Heeft het een bijzondere betekenis dat Christus is gekruisigd en niet op een andere wijze is gestorven?”
Het antwoord op die vraag luidt: “Ja, want daardoor ben ik er zeker van, dat Hij de vloek die op mij lag, op Zich geladen heeft, omdat de kruisdood door God vervloekt was”[6].
Dus –
vanwege Christus’ lijden is onze matiging maar tijdelijk. Gods kinderen leven eeuwig! Daarom vinden zij aardse matiging niet zo erg.
Het is niet ernstig als je niet bulkt van het geld, en niet de hedendaagse Dagobert Duck kunt uithangen.
En ach, met wat minder mogelijkheden kan men ook best een goed leven leiden.
Zelfs als de dood dichtbij komt weten Gereformeerde mensen: het nieuwe leven komt er aan!
De eindeloze toekomst genaakt.
Laten wij ten langen leste nog één keer Hebreeën 9 lezen. Dit zijn de laatste verzen uit dat hoofdstuk: “Maar nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door het offer van Zichzelf. En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt, zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid”[7].
Noten:
[1] ‘De crisismaatregelen op een rij’. In: Reformatorisch Dagblad, vrijdag 13 maart 2020, p. 6.
[2] Geciteerd van https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/03/15/aanvullende-maatregelen-onderwijs-horeca-sport; geraadpleegd op maandag 16 maart 2020.
[3] Hebreeën 9:12.
[4] Hebreeën 10:14-17.
[5] Mattheüs 27:30-37.
[6] Heidelbergse Catechismus – Zondag 15, vraag en antwoord 39.
[7] Hebreeën 9:26 b, 27 en 28.