Tot voor kort was de Gereformeerd-vrijgemaakte predikant Gert Zomer ‘gewoon’ gemeentepredikant.
Nu is hij een zzp’er.
Het Nederlands Dagblad publiceerde op zaterdag 29 september jl. een interview met de dominee.
Daaruit citeer ik:
“Hij was nog maar anderhalf jaar dominee van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt in Houten, toen hij psychisch aan de grond raakte. Compleet burn-out, voor de derde keer in zijn leven. Een arbo-arts had al eens gezegd: ‘ga nou buiten die kerkelijke wereld werk zoeken’. Nu heeft hij geluisterd. Zomer is zzp’er, een zelfstandig ondernemer, dominee zonder gemeente”.
En:
“‘Die arts zei dat de kerk voor mij een gevangenis was. Daarmee sloeg hij de spijker op zijn kop. Ik ben iemand die graag buiten de lijntjes kleurt, die zich afvraagt hoe we loskomen van vastgeroeste gedachtegangen. Paulus schrijft dat hij vrij is om te dienen. Ik heb ervaren dat dat belangrijk is: niet gebonden zijn. Terwijl je als predikant met handen en voeten gebonden bent aan de kerk: voor je geld, voor je huis – meestal woon je in een pastorie – en voor je sociale contacten, ben je op je gemeente aangewezen. Bijbelstudie, je kring, alles speelt zich af binnen de gemeente die je dient”[1].
De dominee heeft het ongetwijfeld bijzonder zwaar gehad.
Compleet burn-out… Dan ben je leeg. Ongelukkig. Je kunt amper meer denken. Je energieniveau staat op nul. Dat moet verschrikkelijk zijn.
Het mag bekend zijn dat schrijver dezes zelf ook een kerkmens is.
De kerk is voor hem echter geen gevangenis.
Werkelijk niet.
Natuurlijk – kerkmensen zijn allemaal wel eens kortzichtig. Waarschijnlijk is de schrijver van dit artikel ook wel eens te kort door de bocht.
En ja, wij ergeren ons allemaal wel eens aan regeltjes. En laten wij maar eerlijk zijn: wij kleuren allen geregeld buiten de lijntjes.
Maar er is, naar ik meen, ook een andere kant aan de zaak.
Stel je voor dat de kerk regelloos was.
Een ieder begrijpt: de hele boel loopt binnen de kortste keren vast. Want in een regelloze samenleving maakt elke burger zijn eigen regels. De regel van Meneer Eén staat diametraal op de regel van Meneer Twee. Mevrouw Drie staat er genuanceerd in; zij kiest een tussenweg. Zo gaat het verder. Op de lange duur is er geen houden meer aan. Het is gewoon geen doen meer.
Ziet u het probleem?
Een kerk zonder regels kan niet bestaan.
Een kerk zonder functionerende kerkorde wordt een chaos.
In de kerk komen we heel wat gedachtegangen tegen.
Sommige denkkaders zijn misschien vastgeroest. Dat zou best kunnen.
In dat geval wordt het tijd dat we die kaders gaan oppoetsen. Waarom doen we het zoals we het doen? Moet het in 2018 anders dan in – pak ‘m beet – 1978? Er is niets tegen om je dat af te vragen.
De belangrijkste kwestie daarbij is: wat zegt het Woord van God over onze manier van doen?
Over dat Woord gesproken –
In 1 Corinthiërs 9 schrijft Paulus: “Want terwijl ik vrij ben van allen, heb ik mijzelf toch voor allen tot slaaf gemaakt om meer mensen te winnen. En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen. Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn. Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. En dit doe ik ter wille van het Evangelie, opdat ik daarvan ook zelf deelgenoot zou worden”[2].
Het valt op hoe Paulus steeds zijn best doet om zich aan te passen aan zijn doelgroep. Joden en zwakken – zij krijgen Evangelische aandacht die aansluit bij hun eigen leefwereld, bij hun eigen geloofsniveau.
Zegt Paulus intussen dat de kerk niet belangrijk is?
Zeker niet.
Sterker nog – de apostel Paulus begint er zijn brief mee. Kijkt u maar: “Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus door de wil van God, en Sosthenes, de broeder, aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere…”[3].
Paulus wijst op de kerk.
En die kerk is overal.
Je zit, om zo te zeggen, niet gevangen op één plek. Je mag verder kijken dan je neus lang is!
Daar hangt de vraag boven de markt: is de kerk een gevangenis?
Feit is dat er veel regels in de kerk zijn.
Ongeschreven regels, ook.
Maar een gevangenis – nee, dat zeker niet. Een gevangenis is een instelling die jou van je vrijheid berooft. Zo word jij gestraft omdat je een misdaad hebt begaan.
Nee, de kerk berooft je niet van jouw vrijheid.
Een gevangene – zo heeft dominee Gert Zomer zich wel gevoeld.
Beknot.
Beperkt.
Eindeloos ronddraaiend in een cirkeltje.
Ten langen leste kwam dominee Zomer er achter dat hij op dit moment niet zo geschikt is om een gemeente te dienen.
Dat wil ik best geloven.
En het is alleszins pijnlijk dat dominee Zomer tot die overtuiging is gekomen. Je vraagt je af of hij in het verleden wellicht de verkeerde keuzes heeft gemaakt.
De ontdekking die hij deed lijkt mij buitengewoon onaangenaam.
Laten wij ons onderwijl niet laten aanpraten dat de kerk een gevangenis is. Een besloten maatschappij die bol staat van de regels. Een samenleving waarin alles en iedereen wordt ingedamd en gekortwiekt.
Dat is een modieus praatje dat onder massa’s mensen opgeld doet.
De waarheid is echter dat we in en vanuit de kerk Christus, de Heiland, volgen.
Waar zij ook gaan…
wat zij ook uitvoeren…
altijd staan Gods kinderen in dienst van God!
Zij leven en werken in de wereld van 2018.
En met Psalm 122 zeggen zij misschien tegen vele anderen:
“Ik was verheugd, toen men mij zei:
Laat ons naar ’t huis des HEREN gaan,
om voor God aangezicht te staan.
Kom ga, met ons en doe als wij”[4].
Dominee Zomer zegt: “Ik heb geleerd om mijn identiteit niet uit mijn werk te halen, maar om vanuit mijn identiteit werk te zoeken dat bij me past”.
Het komt mij voor dat de predikant een goede les heeft geleerd. Het kan geen kwaad om die les aan elkaar door te geven.
Laten wij maar nooit vergeten dat de Here de verschillende leden van de kerk met zeer gevarieerde gaven heeft gesierd.
Om tenslotte met 1 Corinthiërs 12 te spreken: “…aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil”[5].
Noten:
[1] “Niet langer gevangen in de kerk”. In: Nederlands Dagblad, zaterdag 29 september 2018, p. 7.
[2] 1 Corinthiërs 9:19-23.
[3] 1 Corinthiërs 1:1 en 2.
[4] Dit zijn de eerste regels van Psalm 122:1 – berijmd, Gereformeerd Kerkboek-1986.
[5] 1 Corinthiërs 12:8-11.