gereformeerd leven in nederland

25 april 2014

Elkaar vertrouwen

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , ,

Wij moeten elkaar vertrouwen.
Dat hoor je op het kerkplein nog wel eens zeggen. Dat gezegde beluisteren u en ik ook wel in vergaderzalen waar gelovige mensen bij elkaar zitten. Laatst kwam het vertrouwen langs in een uitspraak van Gereformeerd-vrijgemaakte deputaten M/V in de kerk: “we moeten elkaar vertrouwen en ons bescheiden opstellen[1].

Neemt u mij niet kwalijk, maar zo’n mededeling vertrouw ik niet helemaal.
Wie zegt ‘we moeten elkaar vertrouwen’ suggereert op z’n minst dat dat wel moet, maar dat dat niet gebeurt.
Het valt te vrezen dat de algemene regel is: hoe vaker je zegt dat we op elkaar moeten kunnen bouwen, hoe wantrouwiger wij zijn. Oftewel: als we ’t maar vaak genoeg zeggen, geloven we elkaar niet meer.

Op het kerkplein heeft vertrouwen alles te maken met Verbondscontact met de Heer van hemel en aarde.

Denkt u in dit verband bijvoorbeeld aan Numeri 14. Het volk Israël is in dat Bijbelhoofdstuk in een depressieve stemming. Waren we maar in Egypte gebleven!, zo roept men allerwegen. Gods kinderen staan op het punt om een nieuwe leider te kiezen, die hen weer naar Egypte brengen moet.
Doe dat niet!, zeggen Mozes en Aäron. Als de Here ons Zijn liefde blijft betonen, brengt Hij ons echt wel naar Kanaän. Maar dan moet u vooral geen revolutie plegen!
In Numeri 14 klinkt het zo: “Indien de HERE welgevallen aan ons heeft, dan zal Hij ons in dit land brengen en het ons geven, een land, dat vloeit van melk en honig. Alleen, weest dan niet opstandig tegen de HERE, en gij, vreest het volk van het land niet, want zij zijn ons tot spijs, hun schaduw is van hen geweken, en de HERE is met ons; vreest hen niet. Toen zeide de gehele vergadering, dat men hen stenigen zou. Maar de heerlijkheid des HEREN verscheen in de tent der samenkomst aan al de Israëlieten.
En de HERE zeide tot Mozes: Hoelang zal dit volk Mij versmaden, en hoelang zullen zij niet op Mij vertrouwen bij al de tekenen die Ik in zijn midden gedaan heb?”[2].

God wil aan het volk van het verbond blijven demonstreren wat Zijn liefde bewerken kan. Maar dan is revolutionair gedrag uit de boze. Dan is het zaak om gehoorzaam te doen wat de Here vraagt.
Ja, dat geldt dan ook in omstandigheden waarin dat misschien niet zo voor de hand ligt.
Het volk moet blijven uitgaan van de overtuiging: de Here is met ons. En dat betekent dan ook dat Zijn kinderen niet moeten zeggen: de omstandigheden zijn op dit moment zo dat we ons onmogelijk aan Zijn wetten kunnen houden.

Het is niet moeilijk om een parallel te trekken met de kerkelijke toestand van 2014.
In Numeri 14 moet het volk Israël moeite doen om niet te zeggen: gezien de omstandigheden is het nodig dat we de regels wat oprekken.
In 2014 is dat niet wezenlijk anders.
Ook in onze eeuw moeten we de kaders van Gods verbond eerbiedigen. Grenzeloosheid past niet bij het gehoorzamen aan Gods wet.

Het is, meen ik, van belang om oplettend te lezen wat er in Numeri 14 staat.
“En de HERE zeide tot Mozes: Hoelang zal dit volk Mij versmaden, en hoelang zullen zij niet op Mij vertrouwen bij al de tekenen die Ik in zijn midden gedaan heb?”.
Is het zo dat de Israëlieten, bij al hun doen en laten, God totaal vergeten zijn? Ach nee, natuurlijk niet. Ze hebben nog wel enig zicht op hun eigen geschiedenis. Zij hebben geen last van collectief geheugenverlies – werkelijk niet. Maar zij versmaden Hem. Zij laten Hem links liggen. Zij hébben niks meer met Hem. Ze zeggen: ‘de huidige omstandigheden nopen ons om onze levenskoers te verleggen; ons geduld is op’. Ze willen niet meer begrijpen dat Gods grote daden in het verleden prachtige garanties voor de toekomst geven.

Ziet u de parallel met onze tijd?
Veel mensen kennen de Here nog best. Ze weten nog wel wie Hij is.
Maar het geduld is op. Rustig wachten op de Here – dat is er niet meer bij, vandaag.
De omstandigheden zijn er trouwens ook niet naar. De druk is groot. De maatschappij vraagt aanpassingsvermogen van de kerk.
En dat geldt, als u het mij vraagt, zeker ook voor het GKv-vraagstuk ‘M/V in de kerk’.

Wij moeten elkaar vertrouwen, zegt men op het kerkplein.
Dat betekent ook: wij moeten de Here gehoorzamen.
Dat betekent ook: wij moeten geduldig en volhardend geloven.
Dat betekent ook: wij moeten ons aanpassen aan wat de Here wenst, niet aan wat de samenleving wil.

Naar mijn idee zit ‘m daar de kneep, als het gaat om de GKv en het ‘probleem’ M/V in de kerk.

Dat heen en weer gepraat is trouwens niet van vandaag of gisteren. In 1974 publiceerde J. van Bruggen “Emancipatie en Bijbel”[3]. Het boekje “De dienst van de vrouw in de kerk” van K. Deddens dateert uit 1978[4].
Ik wil maar zeggen: er is, ten principale, weinig nieuws onder de zon.

Al dat gediscussieer rond de plaats van de vrouw in de kerk is een waarschuwing, ook voor alle Gereformeerden van 2014.

We moeten elkaar vertrouwen, zo wordt gezegd.
Dat betekent eerst en vooral dat we elkaar altijd terug moeten voeren naar de vertrouwde basis van Schrift en belijdenis.

Noten:
[1] Zie http://eeninwaarheid.info/index.php?rub=7&item=953 .
[2] Numeri 14:8-11.
[3] Zie over J. van Bruggen http://nl.wikipedia.org/wiki/Jakob_van_Bruggen .
[4] Zie over K. Deddens http://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_Deddens .

Geef een reactie »

Nog geen reacties.

RSS feed for comments on this post. TrackBack URI

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.