gereformeerd leven in nederland

30 maart 2018

Nieuwe stap in het heilsplan

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , ,

Wat dunkt u van de gemeenteraadsverkiezingen?
Zo’n tien dagen geleden werden ze gehouden[1].
De winst ging, zoals u wel weten zult, naar heel veel lokale partijen. Waarom? Misschien vanwege het cynisme over de gevestigde politiek en de landelijke partijen die in Den Haag op het pluche zitten. Want ach – zo overpeinst het gepeupel – wat doen die politici op de keper beschouwd precies? En wat hebben wij er in Boerenstronkeradeel aan?

In die wereld vol sarcasme en cynisme is het Goede Vrijdag en over enkele dagen Pasen.
Zo gaat dat.
Zo hoort dat.
Zo moet dat.
Zo is dat ook door Jezus Christus Zelf gezegd: “De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan”.
Een paar vrouwen worden er in Lucas 24 door engelen aan herinnerd[2].

Dei staat daar, dat betekent: het moet, het is noodzakelijk; en het moet van Godswege zo gebeuren. Wij hebben hier te maken met Gods heilsplan.
Het heilsplan van God: daar draait het om, vandaag en in de komende dagen.

Dat heilsplan wordt uitgevoerd. Daar kunnen we honderd procent van op aan.
Onze Here God kijkt niet eerst hoeveel stemmen er vóór de uitvoering van Zijn heilsplan zijn; en hoeveel stemmen daar tegen zijn. Als de stemuitslag ongeveer fifty-fifty zou wezen, zou de God van het verbond Zijn plan niet opnieuw tegen het licht houden. Hij zou niet kijken of het plan wel moet worden uitgevoerd, zoals je dat bij een referendum doet.
Het heilsplan van God staat vast. Het gaat door!

In de Nederlandse Geloofsbelijdenis omschrijven wij dat plan zo: “Zo heeft Hij teruggegeven wat Hij niet geroofd had (…), en heeft Hij als rechtvaardige voor onrechtvaardigen geleden (…), zowel naar lichaam als naar ziel, zodat Hij de verschrikkelijke straf voelde die wij door onze zonden verdiend hadden, en zijn zweet als bloeddruppels werd, die op de aarde vielen (…). Hij heeft geroepen: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (…), en Hij heeft dit alles geleden ter wille van de vergeving van onze zonden. Daarom zeggen wij terecht met Paulus, dat wij niets anders weten dan Jezus Christus en die gekruisigd”[3].

Dat heilsplan krijgen mensen stukje bij beetje te zien. Mensen leren het begrijpen, stap voor stap.
God is geweldig. Groots. Zo verbazingwekkend dat wij totaal overdonderd en verpletterd zouden wezen als wij alles in één keer zouden zien. Daarom werkt de Here als het ware portioneel, in porties.

Die mededeling in Lucas 24 doet Jezus Zelf al in Lucas 9. Leest u maar mee: “Hij zei: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten, overpriesters en ​schriftgeleerden, en Hij moet gedood en op de derde dag opgewekt worden”[4].
Maar daar, in Lucas 9, reageert er blijkbaar niemand op.

In Lucas 18 blijkt ook het onbegrip van de mensen. Ik citeer weer: “En Hij nam de twaalf bij Zich en zei tegen hen: Zie, wij gaan ​naar Jeruzalem​ en alles wat geschreven is door de profeten zal aan de Zoon des mensen volbracht worden. Want Hij zal aan de heidenen worden overgeleverd en bespot worden en smadelijk behandeld en bespuwd worden. En zij zullen Hem doden, nadat zij Hem gegeseld hebben en op de derde dag zal Hij weer opstaan. Zij begrepen echter niets van deze dingen en dit woord was voor hen verborgen en zij begrepen niet wat er gezegd werd”[5].

In Lucas 24 breekt eensklaps het licht door.
“En zij herinnerden zich Zijn woorden”[6].
Het verstand van de vrouwen wordt verlicht.
Zij krijgen een helder moment, zeggen we dan op aarde.
Maar in de kerk moeten en mogen wij dan blijmoedig opmerken: de God van het verbond zet een nieuwe stap in zijn heilsplan; de planning wordt weer ietsje duidelijker.

Trouwens, Paulus maakt het in Efeziërs 1 toch nog weer wat moeilijker: het is zo “dat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem ​uitverkoren​ heeft, opdat wij ​heilig​ en smetteloos voor Hem zouden zijn in de ​liefde”[7].
Dat is op vrijdag 30 maart 2018 niet te overzien. Wij begrijpen daar niets van.

Goede Vrijdag en Pasen: die gebeurtenissen zullen wij hier op aarde nooit helemaal doorzien. Zelfs niet in de kerk. Het hoe en waarom zal ons, te midden van zonden en tekortkomingen, nooit helemaal duidelijk worden.

Wij mogen en moeten het, ook in de rationele tijd van deze eeuw, gewoon geloven: wij zijn gered en geheiligd door het bloed van Jezus Christus!

Voordat u en ik het weten zakt dat geloof weg. Voor u en ik het beseffen denken we dat we onszelf wel kunnen redden. Dan klampen we ons vast aan mensen en dingen die om ons heen zijn. Want die kunnen we zien. Daarvan weten we wat wij eraan hebben.
Aan lokale partijen bijvoorbeeld.
Of bijvoorbeeld aan die lieve buurvrouw, die soms boodschappen voor ons doet. Want aan haar héb je wat, in het alledaagse leven.
Enzovoort.

Goede Vrijdag en Pasen: onze Heiland overwint de dood!
Jezus Christus zet Zijn heilsplan door. Zijn triomf op het graf is nog maar het begin.

In Lucas 24 zegt de Heiland tegen de Emmaüsgangers: “O onverstandigen en tragen van ​hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de ​Christus​ dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan?”[8].
Ja, dat was nodig.
Want God laat niet varen het werk van Zijn handen.

Die boodschap mag worden verkondigd.
In Boerenstronkeradeel.
Ja, overal in de wereld.

Noten:
[1] Dat was op woensdag 21 maart 2018. Overigens gaat men in gemeentes die onderdeel zijn van een herindeling – waaronder de gemeente Groningen – pas naar de stembus op 21 november 2018.
[2] Lucas 24:7.
[3] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 21.
[4] Lucas 9:22.
[5] Lucas 18:31-34.
[6] Lucas 24:8.
[7] Efeziërs 1:4.
[8] Lucas 24:25 en 26.

29 maart 2018

Onbreekbaar werk

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Persoonlijk heb ik meestentijds niet het gevoel dat zich een revolutie in mijn leven voltrekt[1]. Als er al wat verandert, dan gaat dat meestentijds heel geleidelijk.
Zo werkt dat, geloof ik, bij veel mensen. Pas na enige tijd realiseren zij zich dat er in hun bestaan iets veranderd is.

Paulus schrijft in Efeziërs 1 over een totale ommekeer. Hij wenst zijn lezers toe dat zij God leren kennen om “de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht” te zien[2]. Het is dus ontzagwekkend. Het is imposant. Ons leven ziet er meestal niet indrukwekkend uit. Maar er geschiedt iets groots.

Paulus doet in Efeziërs 1 zijn best om zijn lezers te doen beseffen wat ze als gelovige mensen van hun God mogen verwachten. Paulus wijst dus op de toekomst.
En vanwege die toekomst werkt de Here er met al Zijn kracht aan dat Zijn kinderen de zaligheid ook echt bereiken. Dat realiseren zij zich vaak niet. Zij kunnen niet overzien hoeveel energie de Heer van de hemel voor hen inzet. En bovendien bedenken zij dat op een doordeweekse dag niet zo gauw.

Nog enkele dagen, dan is het Pasen.

Laten wij alvast maar tot ons laten doordringen wat Paulus hier noteert.
De apostel schrijft over “Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende. En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de ​gemeente, die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult”[3].

Tijdens de Paasdagen herdenken wij Christus’ opstanding.
Maar die opstanding is niet het eindpunt van de heilshistorie. Er komt nog veel meer aan!
De God die dat verwezenlijkt, moet wel enorm veel macht hebben.

We leven in een tijd waarin de kerk schudt en schokt.
Voordat u en ik het weten worden kerken ‘schismatiek’ genoemd. Zij zouden, met andere woorden, op scheuring uit zijn.
Afgevaardigden van kerkverbanden praten met elkander.
Zij komen tot elkaar.
Maar ach, hoe droevig… één artikel in een kerkblad kan eensklaps het ganse proces frustreren. Eén opmerking tijdens een vergadering brengt zomaar een dosis onwil en een heleboel ergernis naar boven.
Welk een treurnis is ons deel!

Hoe moet dat toch verder?

Laten wij bedenken dat wij Gods werk niet kunnen afbreken.

De Satan probeert wel om dat werk neer te halen en in puin te slaan.
Maar we hebben allen te maken met de overdonderende kracht van God.
Gods werk afbreken? Kom kom. Dat gaat gewone mensjes niet lukken. Zeker, zij kunnen er wel afbreuk aan doen. Zij kunnen door hun manier van doen bijvoorbeeld schade aan de kerk toebrengen. Satans macht is per slot van rekening niet gering. Maar complete afbraak van Gods werk…, dat komt er niet van.

In dit verband wil ik vandaag ook attenderen op 2 Thessalonicenzen 1. Daar schrijft Paulus over de inhoud van zijn gebeden.
Ik citeer: “Daarom ​bidden​ wij ook altijd voor u dat onze God u de roeping waard acht en Hij al het welbehagen van Zijn goedheid en het werk van het geloof met kracht volbrengt, opdat de Naam van onze Heere ​Jezus​ ​Christus​ in u verheerlijkt wordt, en u in Hem, overeenkomstig de ​genade​ van onze God en van de Heere ​Jezus​ ​Christus”[4].
Dat is de diepe wens van Paulus.
En in zijn formulering wordt het volstrekt duidelijk: hij vertrouwt volledig op de vaste beloften van de God van het verbond!

Paulus weet het daarom zeker: kerkleden gaan goede dingen bevorderen.
Kerkleden laten een fantastische geloofsactiviteit zien.
En nee, dat alles doen zij niet omdat zij zelf zulke brave mensen zijn. Nee, alles draait om de glorie van de Here Jezus Christus.

Nu het hierom gaat citeer ik ook enkele verzen uit 2 Petrus 1: “Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd. Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent”[5]. Gods kinderen hebben grote beloften gekregen. Zij worden klaargemaakt voor een eeuwigheidsleven.

Waar moeten kinderen van God op letten?
Antwoord:
* op de almacht van God
* op de glorie van Gods Zoon, die wij zien in prachtig werk in de kerk
* het uitzicht op de hemel; zien zij de eeuwigheid nog?

De kernkwestie is: krijgt God de eer die Hem toekomt?
De kracht van Gods genade vereist alle voorrang.
En wij kunnen het werk van God niet afbreken.
Dat wil ik vandaag weer eens zonder omwegen noteren. Al was het alleen maar omdat die gedachte zo mooi bij de Paasdagen past. Bij deze.

Noten:
[1] Dit artikel is een bewerking van een stuk dat ik eerder schreef. Dat stuk is gedateerd op donderdag 25 juni 2009.
[2] Efeziërs 1:19.
[3] Efeziërs 1:20-23.
[4] 2 Thessalonicenzen 1:11 en 12.
[5] 2 Petrus 1:3 en 4.

28 maart 2018

Aardse superioriteit versus prachtig reddingsfeit

We leven naar Pasen toe.
Het is dus de tijd waarin we ons realiseren dat we onszelf niet kunnen redden.

Dat besef rijpt in een tijd waarin velen hun kracht willen tonen.
Denkt u maar aan de Russische president Poetin. Onlangs werd hij voor een periode van zes jaar herkozen.

In een internetencyclopedie staat te lezen: “Poetin heeft, als onbetwiste machthebber, zichzelf stevig verrijkt. Door lucratieve banen en contracten aan zijn medestanders te geven die hem vervolgens ook de bal toespelen is Poetin een van de rijkste Russen aller tijden geworden met een geschat vermogen van 70 miljard dollar. Door Poetins zelfverrijking, het tot zwijgen brengen van tegenstanders die zijn machtspositie betwisten of in gevaar zouden kunnen brengen, de onderdrukking van pers en media en het beïnvloeden van de rechtspraak zodat rechters de ‘juiste uitspraken’ doen, en recentelijk zelfs de opkomst van persoonsverheerlijking, voldoet Poetin steeds meer aan het beeld van een frauduleus democratisch gekozen dictator”[1].

Maar er is meer.
De Russische volksaard, namelijk.
De bekende journalist Aad Kamsteeg schreef: “In voorbeschouwingen op de stembus is de indruk gewekt dat Putin de bevolking manipuleert en tegen het Westen opzet. Hij zou een buitenlandse vijand nodig hebben om de Russen achter zich te houden. Dat ‘misdadige’ element zit er zeker in. Maar het ‘heilige’ is er ook. Putins optreden sluit namelijk aan bij de eeuwenlang diep in de Russische ziel gewortelde overtuiging dat Rusland moreel en religieus superieur is aan het Westen.
Om misverstanden te voorkomen, Putin manifesteert zich als een wrede tiran. Je hart breekt bij het zien van de gruwelen die hij in het Syrische Ghouta aanricht. Hij snoert oppositie de mond en flirt ondertussen met de Russisch-Orthodoxe Kerk. Hij laat de suggestie toe dat niet bolsjewieken, maar Joden Nicolaas II en diens tsarenfamilie in 1918 hebben vermoord.
Als nationalist voelt hij zich verheven boven andere volken. Maar zeker met dat laatste sluit hij wel aan bij de Russische volksaard.
(…) Voor veel kiezers bracht Putin wel hun eigen Rusland terug”[2].

Superioriteit: dat wordt er bij de Russen ingepompt.
Het oosten staat boven het westen.
Vriendschap tussen oost en west is niet aan de orde.
Poetin bezet de Krim, ontketent een oorlog in Oekraïne en grijpt in in Syrië.
Kortom: het beeld van Poetin als machthebber wordt ons vandaag de dag in felle, onuitwisbare lijnen getekend.

Bijna schril staat daar het beeld tegenover dat Jesaja 50 oproept. Daar wordt geprofeteerd over de gave van de “eniggeboren Zoon van God, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft”[3].

Uit Jesaja 50 citeer ik twee verzen:
“Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan,
Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken.
Mijn gezicht verberg Ik niet
voor smaad en speeksel.
Want de Heere HEERE helpt Mij.
Daarom word Ik niet te schande.
Daarom heb Ik Mijn gezicht gemaakt als hard gesteente,
want Ik weet dat Ik niet beschaamd zal worden”[4].

De profetie in Jesaja 50 tilt ons naar Mattheüs 26: “Toen spuwden zij in Zijn gezicht en sloegen Hem met vuisten”[5]. En naar het daaropvolgende hoofdstuk: “En toen zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een scharlakenrode ​mantel​ om, vlochten een ​kroon​ van dorens, zetten die op Zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand. Zij vielen op hun knieën voor Hem neer en bespotten Hem met de woorden: Gegroet, ​Koning​ van de ​Joden! Ook bespuwden zij Hem, pakten de rietstok en sloegen Hem op Zijn hoofd”[6].

Het gezicht van de Heiland vertrekt er niet van.
Hij laat het over Zich heen komen.
Want Hij weet: dit lijden moet ik geheel volbrengen, om Mijn volk uit te leiden uit het diensthuis van de satan.
Hij ziet er weerloos uit. Net als een schaap dat het werk van een schaapscheerder maar ondergaat[7].

Niet alleen Jesaja heeft geprofeteerd over dat gezicht als hard gesteente.
Ezechiël zegt in hoofdstuk 3: “Maar het ​huis​ van Israël wil naar u niet luisteren, omdat zij naar Mij niet willen luisteren, want heel het ​huis​ van Israël heeft een hard voorhoofd en zij zijn hardleers. Zie, Ik zal uw gezicht even hard maken als hun gezicht, en uw voorhoofd even hard als hun voorhoofd. Uw voorhoofd zal Ik maken als diamant, harder dan steen. Wees niet bevreesd voor hen en wees niet ontsteld voor hun blik, want zij zijn een ​opstandig​ ​huis!”[8].

Macht, tegenstand en opstand: het komt in alle tijden voor. Men ziet het overal in de wereld gebeuren.
Ja – zelfs in de kerk!

Vandaag moet je voor jezelf opkomen. Anders word je, zo vrezen velen, in een hoek gedrukt. U en ik moeten niet al te schaapachtig doen. Voordat je ’t weet zit je in de hoek waar de klappen vallen, terwijl je van de prins geen kwaad weet.
Je moet ervoor zorgen dat je in onze tijd wat te vertéllen hebt. De baas zijn – ja, dat voelt goed.
Iets dergelijks lijkt soms in het kerkelijk leven te gelden: wie op het kerkplein een nietszeggend figuur is, heeft relatief weinig vrienden.
Men zegt wel: als het in de wereld regent, druppelt het in de kerk.

Welnu – in de kerk leggen we, zeker in deze tijd, alle superioriteit af.
Alle neigingen tot autoriteit, machtswellust en overwicht worden de kop ingedrukt.

Laten we, zo vlak voor Pasen, de Dordtse Leerregels nog maar eens repeteren.
Ik citeer:
“God is niet alleen volkomen barmhartig, maar ook volkomen rechtvaardig. Nu eist zijn gerechtigheid – zo heeft Hij Zich in zijn Woord geopenbaard – dat onze zonden, tegen zijn oneindige majesteit bedreven, in tijd en eeuwigheid naar ziel en lichaam worden gestraft. Aan deze straffen kunnen wij alleen ontkomen, als aan Gods gerechtigheid wordt voldaan.
Maar omdat wij zelf niet in staat zijn die voldoening te geven en ons van Gods toorn te bevrijden, heeft God uit onmetelijke barmhartigheid ons zijn eniggeboren Zoon als Borg gegeven. Deze is voor ons en in onze plaats aan het kruis tot zonde gemaakt en een vloek geworden om voor ons te voldoen.
De kruisdood van Gods Zoon is het enige offer en de volledige betaling voor de zonde. De kracht en de waarde ervan zijn oneindig en daarom is deze dood meer dan genoeg om de zonden van de hele wereld te verzoenen”[9].

Zegt u nu zelf: dat gaat toch ver, heel ver, boven president Poetin uit?

Ootmoed – dat is in de kerk een deugd!

Laten wij, kerkmensen van 2018, maar goed beseffen waar de grootste macht zit. En laten wij daarbij maar onderkennen dat die hemelse macht gepaard gaat met fenomenale genade!

Noten:
[1] Geciteerd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Vladimir_Poetin ; geraadpleegd op maandag 19 maart 2018.
[2] “Moeder Rusland”. Column van Aad Kamsteeg. In: Nederlands Dagblad, maandag 19 maart 2018, p. 13.
[3] Johannes 3:16.
[4] Jesaja 50:6 en 7.
[5] Mattheüs 26:67.
[6] Mattheüs 27:28, 29 en 30.
[7] Zie Jesaja 53:7.
[8] Ezechiël 3:7, 8 en 9.
[9] Dordtse Leerregels, hoofdstuk II, artikelen 1, 2 en 3.

27 maart 2018

Zondag 32 en Jan Slagter

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Waarom moeten wij goede werken doen?
Antwoord: Om onze dankbaarheid te tonen. En om Hem met ons werk te prijzen.

In Zondag 32 van de Heidelbergse Catechismus staat het zo:
“Nu wij uit onze ellende, zonder enige verdienste van onze kant, alleen uit genade door Christus verlost zijn, waarom moeten wij dan nog goede werken doen?
Antwoord:
Omdat Christus ons niet alleen met zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft, maar ons ook door zijn Heilige Geest vernieuwt tot zijn beeld, opdat wij met ons hele leven tonen, dat wij God dankbaar zijn voor zijn weldaden en opdat Hij door ons geprezen wordt. Vervolgens om zelf uit de vruchten zeker te zijn van ons geloof en om door onze godvrezende levenswandel ook onze naasten voor Christus te winnen”[1].

Met een goed werk eren we Christus.
Als het goed is, tonen we in al ons doen en laten onze dankbaarheid. Wij zijn gered door de Heiland. Wat magnifiek is dat!
Als het goed is, is heel ons bestaan een leven vol dank aan God.

Het is belangrijk om dat vast te houden: heel ons bestaan is een leven vol dank aan God.

Ook buiten de kerk zijn mensen die goede activiteiten ontplooien.
Die mensen zijn soms bewonderenswaardig.

Een van die mensen is, wat mij betreft, Jan Slagter. Hij is directeur van Omroep MAX.
In het Nederlands Dagblad stond onlangs een vraaggesprek met hem.

Slagter merkte op: “Geluk moet je delen, het is niet iets voor jezelf. Ik zie veel ongelukkige mensen, zeker voor mijn programma Max Maakt Mogelijk. Dat gaat me niet in de koude kleren zitten: de tranen schieten in mijn ogen. Ik vind het fijn dat wij als omroep, met de kijkers, mensen een beetje perspectief kunnen geven. Dat oudere mensen in Moldavië hout en kolen kunnen krijgen, waardoor ze het warm hebben in hun huis en niet doodvriezen. Als ik dan terugkom en ik zie het geluk in hun ogen, geeft dat mij ook een goed gevoel. Waar ik ongelukkig van word, is negativiteit, mensen die snel roepen: ‘Het kan niet’. Toen ik in 2002 begon met omroep MAX, had ik totaal geen verstand van tv of radio. Ik wist amper hoe ik een tv aan of uit moest zetten. Maar ik heb er wel altijd in geloofd. Als je ergens in gelooft, is de helft gewonnen en komt de rest vanzelf”.
In hetzelfde artikel stond ook te lezen: “Als geld je gelukkig maakt, ben je heel erg arm’, zegt Jan Slagter, directeur van Omroep MAX. Hij zet zich graag in voor ouderen die alleen van een AOW moeten rondkomen. Hij begon vorig jaar het Ben Oude Nijhuis, een kleinschalige woonvorm voor mensen met dementie”.
Nee, Jan Slagter zit niet stil.
Hij doet heel veel goede dingen.
Men kan zijn werkkracht bewonderen.
Men kan denken: waren er maar meer van zulke mensen!

Edoch, zo simpel ligt dat niet.

In datzelfde artikel zegt Slagter namelijk ook:
“‘Ik heb een leuke jeugd gehad en ging ook graag naar de kerk. Omdat mijn vader organist was, moest ik twee keer mee, maar ik vond dat geen straf. Nog steeds kan ik heerlijk meezingen met liederen als ‘t Hijgend hert’ en ‘Vaste rots van mijn behoud’. Ik vind dat mooi, het roept nostalgische gevoelens op. Ik zou het prachtig vinden als het allemaal waar was, daarom heet het ook geloven. Ik ben meer een ongelovige Thomas: eerst zien, dan geloven. Ik heb moeite met alles wat er in de wereld gebeurt. Het is zo onrechtvaardig, zo verkeerd verdeeld. Dan is het heel simpel om te zeggen: ik zou het niet laten gebeuren. Christenen zeggen: ‘Dat komt door de zondeval’. Ik draag mijn gereformeerde opvoeding nog wel met mij mee. Op de begrafenis van mijn vader zongen we ‘Blijf bij mij, Heer’. Dan schiet ik vol. Ze zeggen wel: eens gereformeerd, altijd gereformeerd. Dat merk ik ook aan de mensen die bij MAX werken en gereformeerd zijn opgevoed”[2].

Het is duidelijk: het ‘Gereformeerde fundament’ ligt er bij Slagter nog wel.
Maar hij heeft zoveel in de wereld gezien.
En toen sijpelde het geloof weg. Zomaar.
Het klinkt als: ach, ik kon er weinig aan doen dat mijn geloof verdween…

Er is een opvallend verschil tussen Zondag 32 en Jan Slagter.
In Zondag 32 wordt duidelijk dat in het christelijk leven de goede werken meer geloofszekerheid geven.
In het leven van Jan Slagter gaf het lenigen van nood geloofsonzekerheid. Want er was nog zoveel ellende in de buurt.

Hoe kan dat toch?
Waar zit dat verschil nou toch in?

Als u het mij vraagt, is het verschil:
* Jan Slagter kijkt naar menselijk leed, en probeert daar wat aan te doen
* Een christen belijdt “…dat Christus ons niet alleen met zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft, maar ons ook door zijn Heilige Geest vernieuwt tot zijn beeld”. Daarin ligt de reden van goede werken van christenen. Het werk van de Heiland is de grond onder de activiteit van Gereformeerden.

Nogmaals – het eerste antwoord van Zondag 32 heeft als inzet: “Omdat Christus ons niet alleen met zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft, maar ons ook door zijn Heilige Geest vernieuwt tot zijn beeld…”.
Jan Slagter weet wie Christus is; maar Jan vertrouwt Hem niet
Jan Slagter doet goede werken op eigen kracht. Want als Christus zo machtig is, dan zou Hij toch al lang wat aan al die ellende in de wereld gedaan hebben?

Er zit, denk ik, heel veel achter die woorden van Jan Slagter.
En als ik om mij heen kijk…, ach – dan snap ik Jan Slagter zo goed.

Maar weet u wat ik bewonderenswaardig zou vinden?
Ik zou Jan Slagter nog meer bewonderen als hij Zondag 32 van de Heidelbergse Catechismus eens lezen zou.
Ik hoop dat Jan Slagter dan niet naar zichzelf kijkt, maar naar Jezus Christus. Naar de Heiland dus. Onze Zaligmaker is alle bewondering waard.

Schrijver dezes blijft het de Apostolische Geloofsbelijdenis gelovig nazeggen: “Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here”.

Dat blijde geloof gun ik Jan Slagter ook!

Noten:
[1] Heidelbergse Catechismus – Zondag 32, vraag en antwoord 86.
[2] Hendriëlle de Groot, “Ik ben meer een ongelovige Thomas” – vraaggesprek met Jan Slagter. In: Leven, bijlage bij het Nederlands Dagblad, woensdag 14 maart 2018, p. 3.

26 maart 2018

Dwaze wetenschap

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , ,

Op woensdag 14 maart jongstleden overleed Stephen Hawking. Hawking was een beroemde natuurkundige. Zesenzeventig jaar werd hij. Hij was befaamd vanwege zijn grote verdiensten voor de wetenschap. Maar de wereld kende hem ook vanwege de manier waarmee hij omging met de spierziekte ALS.
Iemand twitterde: “Stephen Hawking, de briljantste ster uit het heelal is niet meer”[1].

Ik las een ‘profiel’ van deze wetenschapper.
Daarin stond geschreven: “De Brit was een van de meest prominente wetenschappers in zijn gebied, regelmatig te gast in tv-shows, een media-icoon en won vele prijzen vanwege zijn ontdekkingen in de kosmologie. Hij kreeg zelfs een natuurkundig fenomeen naar zich vernoemd, de zogeheten Hawkingstraling”.
En:
“De wetenschapper werkte samen met Roger Penrose aan theorieën over het ontstaan van het universum. Hawking verdiende voornamelijk bekendheid door zijn onderzoek naar zwarte gaten en singulariteiten.
Een singulariteit is een punt in de ruimte met een oneindig klein volume en een oneindig grote dichtheid. Rondom zo’n punt houden tijd en ruimte praktisch op met bestaan. Reguliere natuurkunde gedraagt zich volgens andere regels rondom een singulariteit. Hawking en Penrose publiceerden in 1970 een bewijs dat het universum ooit vanuit een singulariteit is ontstaan”[2].

Dringt het tot u door?
“Hawking en Penrose publiceerden in 1970 een bewijs dat het universum ooit vanuit een singulariteit is ontstaan”.

Als een gelovig mens dat leest, gaat hij eensklaps anders tegen Stephen Hawking aankijken. Want dan ontstaat het besef dat grenzeloze bewondering voor Stephen Hawking niet op z’n plaats is.
Bij deze Britse geleerde was sprake van grenzeloos ongeloof. Dat zo zijnde kan hij geen onbesproken voorbeeld voor gelovige mensen zijn.

Daarom verbaast het mij dat de Nederlandse natuurkundige en universiteitshoogleraar Cees Dekker – die niet onder stoelen of banken steekt dat hij een christen is – zonder commentaar een tweet overnam van een Amerikaan die schreef: “Rest in peace, Stephen Hawking. Your brilliance, vision, and courage provided a sense of wonder to all of us. Now, at last, all of the remaining mysteries of the physics of the universe are revealed to you”. In het Nederlands overgezet staat daar: “Rust in vrede, Stephen Hawking. Je genialiteit, visie en moed verschaften ons een gevoel van verwondering. Eindelijk worden alle overblijvende mysteries van de fysica van het universum aan jou geopenbaard”[3][4].

Nee, ik ontken zeker niet dat Stephen Hawking een briljant wetenschapper is geweest. Hawking heeft veel betekend. Nou en of. Maar op een cruciaal punt vloog hij roemloos uit de bocht. Dat mogen Gereformeerden nimmer ontkennen!

Dit alles zo zijnde denk ik aan Romeinen 1: “Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken, omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard. Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn”[5].

Wie naar deze wereld kijkt, moet wel tot de conclusie komen dat God bestaat.
Wie in alle rust om zich heen kijkt, begrijpt dat hier de allergrootste Ontwerper aller tijden bezig is.
Wie de toestand op aarde tot zich door laat dringen, beseft dat het feitelijk een wonder is dat de aarde nog niet ten onder is gegaan. Het is duidelijk: hier is een buitengewoon kundig Onderhouder actief!

Stephen Hawking zag scherp hoe de wereld eraan toe is.
Hij waarschuwde “voor de problemen en gevaren die steeds slimmer wordende kunstmatige intelligentie met zich meebrengt. In 2014 sprak hij duidelijke taal in een interview met de BBC: ‘De ontwikkeling van kunstmatige intelligentie kan het einde van de mensheid betekenen’.

Hawking waarschuwde voor de consequenties als AI [= Artificial Intelligence, BdR] uiteindelijk even intelligent of zelfs slimmer wordt de mens. ‘De techniek verbetert zichzelf op een steeds hoger tempo’, zei hij. ‘De mens kan die groei niet bijhouden, omdat biologische evolutie hen tegenhoudt. De mens wordt dan voorbijgestreefd’.

Hoe lang het nog duurt voordat dit kantelpunt is bereikt, is niet bekend. Hawking zei in 2015 tijdens een conferentie in Londen dat computers ‘ergens binnen de komende honderd jaar’ slimmer worden dan mensen”[6].
U ziet het: de analyse van Hawking gaat volledig aan God voorbij.

Een exegeet noteerde eens bij Romeinen 1:19-21: “Wie in zijn overleggingen God buitensluit, vervalt tot dwaasheid en raakt elk licht over de oorsprong, de zin en het doel van het leven kwijt”[7].
Dat is een formulering die de zaak op scherp zet.

Gereformeerden van 2018 kunnen best bewondering koesteren voor de denkkracht van mensen als Stephen Hawking.
Maar uiteindelijk blijft de vraag of wij onvoorwaardelijk geloof hechten aan het Woord van God.
Laat ik u, op dit punt, mogen herinneren aan woorden uit 1 Corinthiërs 1: “Want er staat geschreven: Ik zal de wijsheid van de wijzen verloren doen gaan en het verstand van de verstandigen zal Ik tenietdoen. Waar is de wijze? Waar de ​schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze wereld? Heeft God niet de wijsheid van deze wereld dwaas gemaakt? Want omdat, in de wijsheid van God, de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven”[8].

De denkkracht van Stephen Hawking kunnen wij niet evenaren.
Ach, het zij zo.
In lijn met 1 Corinthiërs 1 noteer ik bij deze: geef mij maar de zondagse prediking.
Ja, ik weet het: dat klinkt dwaas.
Maar die zondagse prediking heeft een vernieuwingskracht die niet opweegt tegen welk wetenschappelijk bewijs dan ook!

Noten:
[1] Geciteerd van https://twitter.com/RaesAnnick ; geraadpleegd op donderdag 15 maart 2018.
[2] Geciteerd van https://www.nu.nl/dvn/5175740/profiel-stephen-hawking-wilde-universum-volledig-begrijpen.html ; geraadpleegd op donderdag 15 maart 2018.
[3] Geciteerd van https://twitter.com/cees_dekker ; geraadpleegd op donderdag 15 maart 2018.
[4] Zie voor meer informatie over Cees Dekker https://nl.wikipedia.org/wiki/Cees_Dekker_(natuurkundige) ; geraadpleegd op donderdag 15 maart 2018.
[5] Romeinen 1:18, 19 en 20.
[6] Geciteerd van https://www.nu.nl/internet/5176340/gevaren-zag-stephen-hawking-in-kunstmatige-intelligentie.html ; geraadpleegd op donderdag 15 maart 2018.
[7] Geciteerd van http://www.oudesporen.nl/Download/OS1014.pdf , pagina 25 ; geraadpleegd op donderdag 15 maart 2018.
[8] 1 Corinthiërs 1:19, 20 en 21.

23 maart 2018

Wasdom van wantrouwen?

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

De kerk gaat kapot aan wantrouwen.

Tenminste, zo lijkt het maar al te vaak.
In de kerk gebeurt van alles. Er wordt over heel veel dingen gecommuniceerd. Massa’s mensen vragen zich af of het wel goed gaat in de kerk. Wordt er wel recht gedaan?

Wie naar al dat gekrioel kijkt, heeft de neiging om te zeggen: in de kerk bemoeit iedereen zich met iedereen. Als de gang van zaken niet welgevallig is, gaat men ijverig aan het werk met bezwaarschriften.

De kerk lijkt soms als twee druppels water op de wereld. Immers, daar is wantrouwen aan de orde van de dag.
Over de wereld gesproken… neem nou die PVV-kandidaat die via Twitter bekendmaakte: “Beste Volger, Ik Rob Jansen, zal me na de verkiezingen afsplitsen mocht ik gekozen worden. Dit omdat de PVV Utrecht er te gematigd in gaat. Deel dit”[1][2].
Het vertrouwen sijpelt uit de wereld weg. Wat? Het stroomt eruit!
Welnu – in de kerk moet het toch geheel anders gaan?

Is er nog wel hoop voor de kerk?
Jazeker.
Toch wel.

Alleen maar – dan moeten wij niet naar mensen kijken.
Wij moeten de blik op onze Heiland richten!

Graag wijs ik u vandaag op woorden uit Marcus 10: “Zie, wij gaan op ​naar Jeruzalem​ en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en de ​schriftgeleerden​ overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen en Hem aan de heidenen overleveren. En zij zullen Hem bespotten en Hem ​geselen​ en Hem bespuwen en Hem doden; en op de derde dag zal Hij weer opstaan”[3].

Dat is de derde aankondiging van het lijden.

Let u erop dat er ook staat: “En zij waren onderweg en gingen ​naar Jeruzalem​ en ​Jezus​ ging hen voor; en zij waren verbaasd en terwijl zij Hem volgden, waren zij bevreesd”[4].
Jezus gaat voorop.
De discipelen volgen schoorvoetend.
Erger nog: ze zijn verbijsterd.
Ontzet.
Bang.
Gaat hun Heer nu recht op een aanslag van de Farizeeën af? Dat doe je toch niet? Je solliciteert toch niet naar je dood? Waar gaat het toch heen in deze wereld?

Het gaat naar Jeruzalem.
Preciezer: de Heiland gaat naar Jeruzalem. In grote trouw doet Hij wat Zijn Vader van Hem vraagt. Hij gaat Zijn kinderen loskopen uit de macht van de duivel. Hij kiest de Zijnen uit. Hij roept die allen.
Jezus Christus gaat de weg die Zijn Vader hem wijst. Jezus weet precies wat er gebeuren gaat. Onze Heer gaat vol vertrouwen verder!

De discipelen snappen er niets van.
Zij gaan discussiëren over de plaats die zij in de hemel zullen krijgen. Ze willen wel graag een mooie plaats. En als het even kan graag de allermooiste!

Het lijkt 2018 wel. Immers, ook vandaag maken heel wat kerkmensen zich tamelijk druk over onbenullige dingen.
We praten uren met elkaar. We typen lange documenten, want de computer zegt nooit ‘stop!’.
En al doende sijpelt ons vertrouwen in elkaar onder de kerkdeur door. Weg is ‘t!

Intussen mogen we nooit – inderdaad: nooit! – afleren om onze Heiland volledig te vertrouwen.
Hij weet in Marcus 10 al precies wat er gebeuren gaat: bespotting, geseling, kruisiging, dood, begrafenis…. en opstanding. Jazeker: opstanding.
De weg van de Heiland is uitgestippeld. Nee, daar heeft Hij geen planoloog voor nodig. Want Jezus Christus weet: uiteindelijk zal Ik triomferen over de dood!

Daar gaat het om, in de kerk.
Nu weten we: Hij heeft ons uit de klauwen van de duivel gered. Niemand kan ons bij onze Heiland wegtrekken.
Om het met de Nederlandse Geloofsbelijdenis te zeggen: “Daarom zegt de Schrift ons, als zij (…) dit gebrek aan vertrouwen van ons wil wegnemen, dat Jezus Christus in alle opzichten aan zijn broeders is gelijk geworden, opdat Hij een barmhartig en getrouw Hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun die verzocht worden, te hulp komen (Hebreeën 2:17 en 18). En om ons nog meer moed te geven om tot Hem te gaan, zegt de Schrift verder: Daar wij nu een grote Hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden”[5].

Gebrek aan vertrouwen – dat is iets van alle tijden.
Gebrek aan vertrouwen in de macht van onze God – ja, dat komt in alle eeuwen voor.

In een wereld vol achterdocht en argwaan moeten we er ons in trainen om te vertrouwen op onze God!

Gaat de kerk kapot aan wantrouwen?
Nee, toch niet.
Wij mogen instemmen met de Dordtse Leerregels: “Intussen getuigt de Schrift dat de gelovigen in dit leven tegen allerlei zondige twijfel te strijden hebben en in zware aanvechting dit volle geloofsvertrouwen en deze zekerheid van de volharding niet altijd voelen. Maar God, de Vader van alle vertroosting, laat hen niet boven vermogen verzocht worden, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen en Hij maakt door de Heilige Geest hen weer zeker van de volharding”[6].

Weet u wat Jezus in Marcus 10 ook zegt?

“U weet dat zij die geacht worden leiders te zijn van de volken, heerschappij over hen voeren, en dat hun groten macht over hen uitoefenen. Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u belangrijk wil worden, die moet uw dienaar zijn. En wie van u de eerste zal willen worden, die moet dienaar van allen zijn”[7].

Dat moeten wij in de kerk maar wat vaker bedenken.
Zeker in de lijdenstijd!

Noten:
[1] Geciteerd van @robjansen_pvv ; geraadpleegd op donderdag 15 maart 2018.
[2] Overigens verscheen op vrijdag 16 maart jl. de volgende tweet van Rob Jansen: “Beste na overleg en er een nachtje over geslapen te hebben, stop ik met mijn activiteiten ik stap op. Ik wens de pvv een goede vaart”.
[3] Marcus 10:33 en 34.
[4] Marcus 10:32 a.
[5] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 26.
[6] Dordtse Leerregels, hoofdstuk V, artikel 11.
[7] Marcus 10:42, 43 en 44.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.