In dit artikel gaan we terug in de tijd.
Het is maandag 2 november 1970.
In de op die dag verschijnende editie van het Nederlands Dagblad is de rubriek ‘Persschouw’ opgenomen. Er wordt een artikel geciteerd, dat geschreven is door dominee P. van Gurp. De predikant dient de Gereformeerde kerk te Bunschoten-Spakenburg[1].
In het plaatselijk kerkblad Inverdân schrijft Van Gurp iets naar aanleiding van een door professor C. van der Woude geschreven artikel, dat op 16 oktober in het Gereformeerd Weekblad wordt gepubliceerd.
Van der Woude?
Wie is dat?
Professor C. van der Woude (1896-1983) is tussen 1960 en 1966 aan de Theologische Hogeschool te Kampen (Oudestraat) hoogleraar kerkgeschiedenis, kerkrecht en Latijn.
Van der Woude hecht zeer aan de eenheid binnen de Gereformeerde Kerken. Die eenheid moet zijn inziens worden gehandhaafd door de binding aan de belijdenis.
De kerkelijke strijd die leidt tot de Vrijmaking acht Van der Woude onvermijdelijk. Maar die Vrijmaking vloeit – naar zijn idee – niet zozeer voort uit dogmatische verschillen. Nee, K. Schilder is volgens hem de man van de partijvorming.
Binnen de Gereformeerde Kerken (synodaal) is Van der Woude een gezaghebbend man. Vier keer is hij preses van een Generale Synode; en ook nog een aantal keren scriba[2].
Deze emeritushoogleraar bespreekt in het Gereformeerd Weekblad het Handboek van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Dat handboek bevat belangrijke bijlagen. Zo is de tekst opgenomen van de toespraken die gehouden zijn op de Vrijmakingsmakingsvergadering, die op vrijdag 11 augustus 1944 te Den Haag gehouden werd. Ook zijn er een aantal verslagen van samenkomsten van bezwaarden uit die tijd.
In het Nederlands Dagblad staat te lezen:
“Inderdaad blijkt uit de notities treffend, hoe weloverwogen en doordacht de actie was, die destijds een scheur door de Gereformeerde Kerken trok, en hoe verantwoord en noodzakelijk tot bewaring van de eenheid der kerken het werk van hen, die deze scheur trachtten om te keren of in te perken. De bedoeling is duidelijk. De vrijmaking was weloverwogen en doordacht, namelijk strategisch helemaal uitgedacht. Er was om zo te zeggen een plan de campagne. Een grijpen naar de macht. En daarom was het zo nodig om daartegen op te treden.
Het is bekend dat men van Hervormde zijde geen goed woord over heeft over de Doleantie en dan met name over de rol van dr. Kuyper daarin. Dat is, zegt men dan van a tot z allemaal van te voren berekend. Neen, dan de Afscheiding. Daar kun je tenminste nog respekt hebben voor de geloofsmoed van die mensen. Dat was van hen echt een zaak des harten. Die wisten niet waar ze zouden uitkomen maar werden gedreven door consciëntienood.
Dus wordt nu in het Geref. Weekblad eigenlijk eenzelfde oordeel geveld over de vrijmaking. Een weloverwogen doordachte actie”.
Dominee van Gurp zet in Inverdân de puntjes op de i.
Dat doet hij als volgt.
“Nu moeten we zeggen, dat inderdaad de vrijmaking weloverwogen is geweest. Maar anders dan prof. v. d. Woude bedoelt. Niet in de zin van een strategisch plan opstellen. Maar weloverwogen in de zin zoals Christus heeft gezegd; als ge een toren wilt bouwen, moet u eerst nederzitten en de kosten berekenen. Dat is: gehoorzamen aan de Heere – en dan voor de toekomst maar verwachten dat er lijden en moeite door komt.
Dat is in die tijd ook duidelijk beheersend geweest in de vrijmakingen die er toen kwamen.
Eén voorbeeld. Van Prof. Dr. K. Schilder. Het was op 11 augustus 1944 voor ons, zijn studenten, een hoogtepunt dat we onze professor weer mochten ontmoeten. Hij was jaren lang ondergedoken geweest. En had juist wat meer bewegingsvrijheid gekregen. Na de vergadering van die dag mochten wij een ogenblik met hem samenspreken in de consistorie van de Lutherse kerk.
Daar was hij dan met zijn studenten. Niet licht vergeten we de woorden die hij toen tot ons sprak. Want er was geen spoor van berekening of tactiek in. Integendeel. Hij zette ons vlak voor de rauwe werkelijkheid. Want hij zei tegen ons: mijne heren, ik zie voor u geen toekomst meer in de Gereformeerde Kerken.
Prof. Schilder bedoelde te zeggen: er zullen enkele gemeenten zich vrijmaken en misschien tien of vijftien predikanten. Maar dat is alles. Hij rekende er beslist niet op, dat er plaats zou komen voor ons, studenten. Dat we nog ooit een beroep zouden kunnen krijgen. Dat was een schriftuurlijk woord. Weloverwogen. In de stijl van Christus: je voorbereiden op moeiten en kruis.
En tegelijk blijkt daar wel heel duidelijk uit: hij had niet gerekend op dat verrassende wonder des Heeren, dat zoveel gemeenten zich gingen vrijmaken. Ook de synode had er toen niet op gerekend. Ze zijn ervan geschrokken en hebben al gauw wat water in de wijn gedaan, anders raakten ze nog meer mensen kwijt.
Weloverwogen en doordacht? Ja, in die zin: het was uit geloof. Niet uit berekening. Het was gewoon: neen-zeggen tegen de zonde. En het dan verder aan den Heere overlaten”[3].
Dominee Van Gurp wijst op die bekende gelijkenis uit Lucas 14: “Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, en het werk niet kon voltooien, allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten, zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet voltooien”[4].
Met andere woorden: wie Christus volgen wil, moet goed overwegen of hij de consequenties daarvan wel aan kan. Wie het niet volhoudt, haalt zich de spot van allerlei toeschouwers op de hals.
Wij zijn, om het zo maar uit te drukken, inmiddels alwéér een reformatie verder.
De vrees die professor Schilder in de jaren ’40 van de vorige eeuw in het contact met zijn studenten uitsprak is nu wel werkelijkheid geworden: slechts weinigen zijn echt Gereformeerd gebleven.
Het is, naar de mens gesproken, maar een paar klein en onbetekenend groepje mensen dat nog werkelijk Gereformeerd is.
Maar dat groepje mensen leeft niet bij rekensommen.
Al die mensen leven uit geloof.
In 2015 twijfelen wij wellicht wel eens: doen we dat wel goed, met die afscheidingen en die vrijmaking?
Mijn antwoord is: wij doen het goed als wij de Here eenvoudig gehoorzaam zijn en het verder aan Hem overlaten. Wat dat betreft is er sinds de vorige eeuw nog niets veranderd.
Noten:
[1] Dominee van Gurp diende de gemeenten van Bunschoten-Spakenburg en Spakenburg-Zuid tussen 1968 en 1975.
[2] Zie http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/blnp/ (zoekterm: Van der Woude).
[3] “Geloof of berekening”. In: Nederlands Dagblad, maandag 2 november 1970, p. 2 (rubriek Persschouw). Ook te vinden via www.delpher.nl .
[4] Lucas 14:28, 29 en 30.