gereformeerd leven in nederland

28 februari 2017

Het kenmerk van onze bezigheden

“Mag men ook hen tot dit avondmaal toelaten die zich door hun belijdenis en leven als ongelovigen en goddelozen doen kennen?
Antwoord:
Nee, want op deze wijze wordt Gods verbond ontheiligd en zijn toorn over de gehele gemeente opgewekt. Daarom is de christelijke kerk verplicht volgens het bevel van Christus en van zijn apostelen allen die zich als ongelovigen en goddelozen doen kennen, door de sleutels van het koninkrijk der hemelen buiten te sluiten, totdat zij hun leven beteren”.

Zo staat dat in Zondag 30 van de Heidelbergse Catechismus[1].

De oproep is: houdt de kerk zuiver!
En dan werpen wij tegen: maar dat kan toch helemaal niet? Dat wordt toch nooit wat?
In de kerk zitten echte mensen. En dus gebeurt er altijd wel iets verkeerds.

In Zondag 30 is de kwestie: godsdienst mag nooit alleen maar iets van de buitenkant wezen!

Daarin
ligt de reden dat ieder jaar aan alle gemeenteleden huisbezoek wordt gebracht.
Trouw naar de kerk gaan kan een keurig en afgemeten toneelspel wezen. Vooral tijdens huisbezoeken moet echter blijken wat ons bezighoudt. Daar moeten we laten zien hoe wij met tegenslagen omgaan, en hoe wij de vragen in ons leven beantwoorden.
Huisbezoeken hoeven daarom niet lang altijd vrolijk te zijn. Het is heus niet erg als er verdriet naar boven komt. Het is zelfs niet erg als de problemen buitengewoon onoverzichtelijk zijn. De kernvraag is: komen wij met al die moeilijkheden bij de Here, of denken we stilletjes: laat maar…? Die vraag moet tijdens de huisbezoeken beantwoord worden.

Jesaja 1 is één van de Schriftbewijzen ónder Zondag 30.
Daar doet de Here Zijn beklag. Want de godsdienst van Israël stelt niets meer voor.
Ik citeer:
“Nieuwemaansdag en sabbat, het bijeenroepen van samenkomsten:
Ik verdraag het niet; het is onrecht, zelfs de bijzondere samenkomsten.
Uw nieuwemaansdagen, uw feestdagen
haat Ik met heel Mijn ziel;
ze zijn Mij tot last;
Ik ben het moe om ze te dragen.
En wanneer u uw handen uitspreidt,
verberg Ik Mijn ogen voor u;
ook wanneer u uw gebed vermeerdert,
luister Ik niet:
uw handen zitten vol bloed”[2].
Het ziet er allemaal heel vroom uit, maar ondertussen is het eigenlijk nep. Fake. Een schijnbeweging. Nagemaakte kerkelijkheid. En daar gruwt de Here van!
Zondag 30 en Jesaja 1 leren ons dat het dienen van de Here het hoofdkenmerk van al onze bezigheden wezen moet.

Tijdens onze bezigheden zullen we ons altijd moeten afvragen: is dit combineerbaar met mijn dienst aan de Here? Past dit bij Gods Woord? Kan ik zo in de kerk komen?

Als voorbeeld neem ik hardcore-muziek.
Is dat combineerbaar met godsdienst?
Hardcore-muziek is een combinatie van punk en heavy metal. Hardcore wordt, niet geheel ten onrechte, vaak geassocieerd met drank, drugs en ruzies[3].
Heavy metal, of kortweg metal, “wordt gekenmerkt door agressieve ritmes, zwaar versterkte elektrische gitaren en duistere tonen”.
“Het thema in heavy metal muziek behelst vaak dramatische en psychologische aangelegenheden als horror, mythologie, oorlog, religie en nihilisme, maar ook vaak onderwerpen als persoonlijke ontplooiing en zelfverbetering. Heavy metal zet zich meestal af tegen de gevestigde orde met name religie zoals openlijke aanbidding van satan, maar de meeste bands doen dat als ‘image’ en vaak als zelfspot van het genre. Veel heavy metal muziek heeft een politieke boodschap”[4].
Alleen al deze gegevens bewijzen dat hardcore werkelijk niet bij kinderen van God past.

Nu is het voorstelbaar dat sommige lezers denken: is die hardcore niet een zeer ongelukkig voorbeeld? Daar doen we in de kerk toch niet aan? Daar blijven wij toch verre van?
Met dergelijke veronderstellingen moeten wij maar voorzichtig wezen.
In een bijlage van het Reformatorisch Dagblad las ik laatst iets over een bezoek van een bestuur en een raad van toezicht aan een reformatorische school.
Het ging ook over christelijk leven. En over de muziek die reformatorische jongeren beluisteren.
Ik citeer: “Voor ons, degelijke mannen in blauwgrijze pakken, was het onthutsend om het antwoord te horen: alles, tot hardcore toe! Dat kan dus. Je vindt christelijk onderwijs belangrijk, je blijft in veel dingen in het spoor van je ouders lopen. Maar op het gebied van muziek maak je een eigen keuze. We kregen ze niet uitgelegd waarom bepaalde soorten muziek strijdig zijn met een christelijke levensstijl. Als je op de fiets zit, met oordopjes in, is er toch een andere situatie dan wanneer je naar de kerk gaat, of uit de Bijbel leest?
Ik vraag me af of we het deze kinderen kwalijk kunnen nemen. Blijkbaar zijn wij ouderen, thuis, in de kerk en op school, niet in staat geweest om duidelijk te maken wat christen-zijn daadwerkelijk inhoudt. Misschien was geloofsoverdracht niet meer dan het aanleren van een set gedragsregels, die je moet beheersen om jezelf christen te kunnen noemen. Dat je meedoet in de gemeente, trouw je plichten waarneemt, je houdt aan de mores van de groep.
Christen-zijn is echter niet het houden van een set regels maar het navolgen van een Persoon, Jezus Christus. Dat we Hem volgen in wie we zijn, maar ook dat Hij voor ons de Weg, de Waarheid en het Leven is. Het zou best kunnen dat ook Gods kinderen het steeds weer opnieuw moeten leren om uit hun Zaligmaker te leven. Het is zeker dat we het onze kinderen ook moeten voorhouden, zowel op school als in de kerk en thuis”[5].

Is mijn leven combineerbaar met mijn dienst aan de Here? Past mijn manier van doen bij Gods Woord? Kan ik met deze levensstijl de kerk binnentreden?
Dat zijn de vragen die ons dagelijks door het hoofd moeten flitsen.
Jesaja zegt in hoofdstuk 1:
“Was u, reinig u!
Doe uw slechte daden
van voor Mijn ogen weg!
Houd op met kwaad doen,
leer goed te doen,
zoek het recht!”[6].
Het wordt in een dergelijke situatie dus tijd voor een schoonmaakactie. In zulke omstandigheden moeten wij nieuwe dingen aanleren. In zo’n situatie moeten we actief op zoek gaan naar een andere vormgeving van het leven.

Vuiligheid, groezeligheid, viezigheid… – de kerk van God kan zo maar een onfrisse aanblik geven.
Dat negeren we in de kerk niet. Zondag 30 spreekt niet voor niets over het feit dat mensen hun leven kunnen beteren!

In Jesaja 1 voert de Here een rechtszaak met Zijn volk. En de aanklacht is ernstig.
Maar het Bijbelboek van de profeet Jesaja houdt na hoofdstuk 1 niet op.
Terecht schrijft een exegeet: “Jesaja is wel de evangelist van het Oude Testament genoemd. Het grote onderwerp van het profetisch woord, de Messias, de Heer Jezus,staat in zijn boek centraal. Hij spreekt over de geboorte van de Heer Jezus, zijn voedsel, zijn leven, zijn dood, zijn opstanding, zijn terugkeer, zijn vrederijk. Er is geen bijbelboek waarin we zoveel leren over het lijden, de verheerlijking en het koninkrijk van de Heer Jezus als Jesaja”[7].
In de kerk mogen we pleiten op de waarde van Christus’ verlossingswerk. Om het met Zondag 30 te zeggen: “Het avondmaal van de Here verzekert ons ervan: ten eerste dat wij volkomen vergeving van al onze zonden hebben door het enige offer van Jezus Christus, dat Hij zelf éénmaal aan het kruis heeft volbracht; ten tweede dat wij door de Heilige Geest ingelijfd worden bij Christus, die nu naar zijn menselijke natuur niet op de aarde is, maar in de hemel aan de rechterhand van God zijn Vader en dáár door ons wil worden aangebeden”[8].

Dat Evangelie doortintelt ons leven.
Elke dag weer.
Heerlijk is dat!

Noten:
[1] Heidelbergse Catechismus – Zondag 30, vraag en antwoord 82.
[2] Jesaja 1:13 b-15.
[3] Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Hardcore_punk ; geraadpleegd op zaterdag 11 februari 2017.
[4] Geciteerd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Heavy_metal ; geraadpleegd op zaterdag 11 februari 2017.
[5] Drs. W. de Kloe, “De kern van christelijk leven”. In: Accent, bijlage bij het Reformatorisch Dagblad, zaterdag 11 februari 2017, p. 10 (rubriek Welbeschouwd).
[6] Jesaja 1:16 en 17.
[7] Zie http://www.oudesporen.nl/Download/OS1119.pdf , pagina 3 ; geraadpleegd op zaterdag 11 februari 2017.
[8] Heidelbergse Catechismus – Zondag 30, vraag en antwoord 80.

27 februari 2017

Oproep tot beschaving

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , , ,

Wij moeten, zo menen een aantal bekende Nederlanders, pal staan voor de beschaving. Het is, zo stellen zij, tijd om op te staan. Wij zijn Nederland, beweren ze.
Onlangs plaatsten die bekende Nederlanders een grote advertentie op de achterkant van de Volkskrant[1].

Op een internetpagina van De Telegraaf staat te lezen: “Ze zeggen de neiging van veel mensen te begrijpen om ‘in een wereld van conflict, in een land vol oplopende spanningen’ de gordijnen dicht te doen, de tv uit te zetten en zich terug te trekken in het vertrouwde. Maar dat is niet de juiste weg, vinden de ondertekenaars. Als de grondvesten (onze vrijheid, onze rechtsstaat en onze verzorgingsstaat) onder vuur liggen, moeten we nu opstaan, niet pas als het te laat is en er geen weg meer terug is, luidt hun betoog.
Ze doen een beroep op de overgrote meerderheid van Nederland, die ‘hecht aan fatsoen en genoeg heeft van het geschreeuw’, om niet langer stil te zijn en zich aan te sluiten bij Wij zijn Nederland”[2].

Er is ook een website aan Wijzijnnederland gewijd.
De oproep klinkt: “Beschaving is het waard om pal voor te staan.
En dus zeggen wij met heldere stem:
Nederland, maak je los uit de traditie van Brexit en Trump.
Door niet pas op te staan als het te laat is.
Als er geen weg meer terug is.
Wees geen commentator.
Maak zelf het verschil.
Sluit je aan!”[3].

Wees geen commentator, roept men uit.
Toch wil ik aan de zijlijn iets te berde brengen.
Niet schreeuwend, maar schrijvend.
Ja, ik weet wel dat dat een beetje ontmoedigd wordt.
Maar ik doe het toch.

Er zijn wel meer pogingen gedaan om een nieuwe beschaving te introduceren.
In 2011 was er een toen 19-jarige student die uit zijn stoel kwam. “De scheldwoorden ‘uit de oude doos’ zijn vaak milder, spontaner en een stuk minder agressief. Doordat ze vaak een grappig tintje hebben, kunnen ze helpen de angel uit de ruzie te halen en de lucht te klaren”, staat op een door hem gemaakte website[4].
In diverse toonaarden is in voorbije jaren al eens betoogd: naarmate er minder christenen op de wereld zijn, wordt de wereld onbeschaafder. Daar is ook wel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan[5].

Wat mij betreft is Wijzijnnederland een moedig initiatief. Bemoedigend, ook. Er gebeurt wat. Rommel en rotzooi overwinnen niet.
Dat is prachtig.

Maar ik mis in dit alles het Woord van God.

Laat ik daarom vandaag op dat Woord mogen wijzen.
Ik citeer een paar woorden uit 2 Timotheüs 2: “En wat u van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen.
Lijd verdrukkingen als een goed soldaat van Jezus Christus”[6].

Het Evangelie is doorgegeven. Paulus heeft Timotheüs verteld welke grote dingen God heeft gedaan, en welke consequenties die heerlijke gebeurtenissen voor gelovigen hebben. Er zijn heel wat mensen die meegeluisterd hebben. Er zijn heel wat mensen die er al van weten.
Paulus zegt: vertel het door! Want deze blijde Boodschap kan de reddingsboei voor heel veel mensen wezen. Blijf niet in je stoel zitten, maar ga de strijd aan!

Alle eeuwen door wordt het Woord van God doorgegeven.
Uren, dagen, maanden en jaren wordt bij de voortduur gepredikt dat de uitverkorenen de zaligheid in Christus Jezus zullen verkrijgen, met eeuwige heerlijkheid[7].
Die beschaving gaan kinderen van God tegemoet. Daar gaan gelovige mensen mensen naar toe.

Zo’n oproep in de Volkskrant is wel mooi.
Het klinkt allemaal solide. En reuze degelijk.
Maar laten we maar eerlijk wezen: die bekende Nederlanders zijn heel verschillend, en zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Het is mooi dat zij, op één punt, samen willen optrekken. Natuurlijk. Maar die diepe meningsverschillen blijven bestaan.
Het bederf op de aarde gaat door. De zonde vreet zich overal naar binnen. Er zal altijd gedoe blijven. Onenigheid. Ruzie. Tweespalt. Oorlog.
Dat alles neem je niet weg met een, overigens indrukwekkende en goed bedoelde, oproep in de Volkskrant.

Ooit zullen de ondertekenaars van die oproep oud zijn, en der dagen zat.
Dan moet de volgende generatie weer zo’n oproep doen.
En het daarop volgende geslacht moet de handschoen daarna weer oppakken
Zo gaat in deze wereld. Populair gezegd – je blijft aan de gang.

Nee, daarmee wil niet gezegd wezen dat die oproep waardeloos is. En ook niet dat de scribent van deze weblog vandaag een sombere dag heeft.
Integendeel.
Schrijver dezes wil slechts wijzen op de structurele oplossing die de Verbondsgod aanbiedt.

In de kerk klinkt al eeuwen de oproep om de God van het verbond te eerbiedigen en te dienen. Die dienst aan Hem brengt beschaving met zich mee. In die beschaafde dienst bereiden gelovige kinderen zich voor op het eeuwig leven, waarin alles vredig en onbevlekt zal zijn.
Ziet u? De kerk gaat verder dan aardse beschaving. Veel verder!

Om duidelijk te maken wat ik bedoel, citeer ik weer een stukje uit 2 Timotheüs 2: “Daarom verdraag ik alles ter wille van de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid in Christus Jezus zouden verkrijgen, met eeuwige heerlijkheid.
Dit is een betrouwbaar woord. Want als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven.
Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren. Als wij Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen.
Als wij ontrouw zijn, blijft Hij getrouw. Hij kan Zichzelf niet verloochenen”[8].

Mensen zijn, als het erop aankomt, reuze onbetrouwbaar.
Mensen moeten afgeremd worden. Beteugeld. Desnoods met een oproep in de Volkskrant.
Maar de Here werkt door.
En Hij leeft voor eeuwig. Samen met talloze schepselen die Hijzelf heeft gecreëerd, en die Hij heeft uitverkoren om in de hemel altoos tot Zijn eer te leven.
Daar is een oproep tot beschaving niet nodig. Nooit meer.

Noten:
[1] Dat gebeurde op vrijdag 10 februari 2017.
[2] Geciteerd van http://www.telegraaf.nl/binnenland/27597156/__Sta_op_voor_onze_beschaving__.html ; geraadpleegd op vrijdag 10 februari 2017.
[3] Zie https://www.wijzijnnederland.nu/ ; geraadpleegd op vrijdag 10 februari 2017.
[4] Zie https://hetnieuwevloeken.nl/ ; geraadpleegd op vrijdag 10 februari 2017.
[5] Over het onderwerp ‘beschaving’ heb ik op deze plaats al vaker iets geschreven. De artikelen zijn te vinden via https://bderoos.wordpress.com/tag/beschaving/ .
[6] 2 Timotheüs 2:2 en 3.
[7] Deze formulering preludeert op 2 Timotheüs 2:10.
[8] 2 Timotheüs 2:10-13.

24 februari 2017

Neem de profetie in acht!

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , ,

Wij allen maken ons wel eens druk om de toekomst van de kerk. Ja, wij weten wel dat wij dat niet zouden moeten doen. De kerk is immers van de Here, en niet van ons. Maar toch doen we dat. Niets menselijks is ons vreemd.

Wij moeten ons erin trainen om gelovig en gehoorzaam te leven. Trouw aan Gods Woord.
Blijmoedig en zonder terughoudendheid.
Een dagbladschrijver heeft daar, te midden van de toenmalige kerkelijke praktijk, in 1972 reeds op gewezen.
Dat deed hij in de editie van het Nederlands Dagblad die verscheen op zaterdag 19 februari 1972[1].
Zijn artikel is een Schriftuurlijke opwekking om trouw te blijven. De inhoud van het artikel blijkt in 2017 nog volop actueel!

Vandaag geef ik iets uit dat artikel door.
Hier en daar noteer ik er iets bij.
De schrijver gaat uit van de situatie in de Hervormde Kerk.

“Het meest ontstellende feit is wellicht, dat de Bijbel bij zeer veel hervormde gemeenteleden een onbekend boek dreigt te worden. Het rapport constateert in het algemeen een geestelijke daling. Het lezen van de Bijbel in de gezinnen neemt sterk af, vooral door het wegvallen van de huiselijke godsdienstoefening in de vorm van bijbellezing na het eten en ’s avonds voor het naar bed gaan.
Er zijn, constateert het rapport, nog wel veel goede gemeenten waar met volle overgave wordt gewerkt, maar hun getal neemt steeds meer af en het aantal gemeenten die feitelijk alleen maar op papier bestaan, waar de kerkgang minimaal is en vrijwel geen openbare belijdenis meer wordt afgelegd, wordt steeds groter. Op vele plaatsen wordt de jeugd niet meer bereikt. Het abc van het christelijk geloof wordt vaak nauwelijks meer gekend en nog minder beleefd. De toenemende verdorring van het geestelijk leven strekt zich ook uit tot veel predikanten en kerkeraadsleden. Het getal catechisanten neemt overal af. Kerkgang, belijdenis doen en het gebruik van de sacramenten komen steeds minder voor”.

Hoe verloopt die afval? Hoe werkt die verdorring?
De hervormde dominee M. Groenenberg beschrijft die als volgt: “’Ze vallen als bladeren van een boom in de herfst’, zegt ds. Groenenberg over de leegloop van de Nederlands Hervormde Kerk.
‘Het is niet een bewust afwijzen van kerk en geloof, maar ze glijden zomaar weg, zonder duidelijk motief, zonder dat er een crisis in net geloof is geweest. Natuurlijk komt het ook voor dat men zo’n stap na rijp beraad doet, maar veel minder. Een welbewust besluit vind ik beter dan zomaar afvallen’”.

Hier past, wat mij betreft, de aantekening dat er weinig nieuws onder de zon is.
Ook vandaag is het zo dat gewoontes rond kerkgang en Bijbellezing soms gaandeweg uitslijten. Zachtkens. Stukje bij beetje.
Sommige mensen kunnen het na een tijdje zien. Misschien. Maar misschien ook niet. In ieder geval begint niemand erover… Ach – ieder zijn eigen leven, nietwaar?
Niet waar
!
Ja, u leest het goed… – dat is helemaal niet waar!
Natuurlijk moeten we elkaar privacy gunnen.
Maar we mogen gerust aan elkaar laten zien wat Gods Woord en Zijn beloften voor ons betekenen. En laten we dan maar aansluiten bij de gewone dingen van het leven. De dagelijkse gang van zaken. Compleet met de teleurstellingen, en het verdriet. Maar juist midden in dat verdriet kunnen we laten zien dat er hoop is. Midden in onze teleurstelling, recht vanuit onze doos met trillende vraagtekens, onze aftakeling, onze machteloosheid en onze spijt mogen wij verlangen naar ons nieuwe vaderland. Hier wordt het minder, maar het eeuwige leven wordt ronduit glorieus!

Dominee Groenenberg zegt:
‘Het is een moeilijke zaak. Wel weet ik dat de mogelijkheden voor de kerkleiding beperkt zijn. Een kerk kan niet verder springen dan haar leden. Er is een nieuw élan nodig en dat moeten de mensen zelf opbrengen. Geloof, dat kun je niet maken, dat moet geboren worden’.

Laat ik bij het bovenstaande gezwind een aantekening maken.
Want dat is niet waar!
Nee, dat is helemaal niet waar!
Graag wijs ik u in dit verband op Efeziërs 2, waar de apostel Paulus schrijft: “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God;
niet uit werken, opdat niemand zou roemen.
Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen”[2].
Geloof moet gegeven worden!
In het Nederlands Dagblad wordt geschreven:
“De Hervormde synode heeft zich inmiddels al over dit rapport gebogen, maar nog geen afdoende remedie tegen het stille sterven gevonden.
Eén ding is wel duidelijk: de naoorlogse reorganisatie en nieuwe aanpak, waarvan men in de Hervormde Kerk zoveel heeft verwacht, is op een grote teleurstelling uitgelopen.
Een merkwaardig verschijnsel is ook de weer toenemende polarisatie. Na 1945 heette het dat de richtingen in de kerk waren verdwenen. Er waren alleen nog ‘modaliteiten’. Onder de invloed vooral van de dialectische theologie was men tot de overtuiging gekomen dat elke ‘richting’ niet meer was dan een poging om de ene, onzegbare waarheid te benaderen. De menselijke taal, zo redeneerde men, is nu eenmaal niet in staat, het goddelijk geheim adequaat weer te geven en daarom zijn al die ‘richtingen’ niet meer dan ‘modaliteiten’ denk- en spreeknuances die allemaal evenveel recht hebben en in wezen niet tegenover elkander staan.
Die vreedzame droom, ontsproten aan een onschriftuurlijke leer, houdt vandaag geen stand tegenover de barre werkelijkheid. De richtingen treden steeds meer als scherpe, in wezen onverzoenbare tegenstellingen naar voren”.

De ontwikkelingen in de Nederlands Hervormde kerk zijn ook elders op het kerkplein te zien. En ook in 2017 kunt u nog veel herkennen. Leest u maar mee.

“Grote aandacht krijgen spiritualistische opwekkingsbewegingen die uit Amerika naar ons land overwaaien, en vooral veel jongeren in hun greep krijgen. Velen zien daarin een middel tot behoud, een remedie tegenover de brutale theologie van de revolutie, die alle fundamenten wil losbreken. Wij menen dat zulks een vergissing is. Dergelijke opwekkingsbewegingen kunnen veel hebben dat sympathiek aandoet, maar fis we een televisie-uitzending zien over de nieuwe ‘Jezus-beweging’ in Nederland, waarbij rooms-katholieke en synodaal-gereformeerde jongelui vertellen dat ze zich helemaal aan Jezus hebben overgegeven, maar allen lid blijven van hun eigen kerk, omdat dit kerklidmaatschap er eigenlijk helemaal niet op aankomt en ze in wezen nu toch volledig één zijn, dan kunnen we ons alleen maar verbazen, dat zelfs predikanten die tot de bijbelgetrouwe richting gerekend willen worden, hierin iets goeds zien. De artikelen 27-29 NGB spreken andere taal!”.

De scribent formuleert scherp:
“Ondanks de weldadig aandoende warmte die vaak van zulke bewegingen uitstraalt: dit is de weg niet! Niet de gevoelsreligie, die het zoekt in individualistische bevinding en die de kerk, de ambten, de sacramenten, de leer hoogstens van secundaire betekenis acht, kan uitkomst bieden uit de geestelijke nood van onze dagen. God heeft ons Zijn Woord gegeven: de 66 bijbelboeken die ons Zijn wil doen kennen en de weg der zaligheid wijzen. Om de hoofdinhoud van die Bijbel en van de daarin ontvouwde leer kort te formuleren en tegenover de opduikende ketterij te verdedigen, heeft de kerk deze in haar belijdenisgeschriften samengevat. Die geschriften voegen niets toe aan de Bijbel en bevatten anderzijds ook niet alles wat in Gods Woord is te vinden. Ze zijn appellabel aan de Schrift en staan dus niet met haar op één lijn, maar de kerk heeft ze aanvaard als zijnde overeenkomstig de Heilige Schrift, en zolang niet op enig punt strijdigheid is aangetoond zullen wij ze als zodanig aanvaarden. Waar het volle, rijke Woord Gods wordt gepredikt, daar vloeit het water des levens, dat dorre akkers vruchtbaar maakt, harten omzet, verkeerde maatschappelijke structuren verandert, mens en maatschappij diepgaand beïnvloedt”.

Het slot van het artikel behoeft, wat mij betreft, weinig aanvulling meer. Het maakt duidelijk wat wij hebben te doen.

“Onze kracht moge klein zijn, we hebben toch, door Gods genade, nog in allerlei sectoren een geopende deur ontvangen. Maar het zal alles krachteloos en zonder vrucht worden, wanneer het thuisfront ineenstort, wanneer de prediking niet meer levend en krachtig is, de studiezin onder ons verslapt, het gebedsleven uitdooft, de dagelijkse bekering achterwege blijft. We zien om ons heen, hoe de strijd steeds hoger oplaait, hoe in grote, gerenommeerde kerkgemeenschappen de afval en de onverschilligheid op een ontstellende manier om zich heengrijpen, hoe de antichrist zijn stempel gaat zetten op heel het leven, ook in ons geliefde vaderland. Maar naarmate het donkerder wordt gaat de vuurbaak van Gods Woord helderder stralen voor degenen wier geloofsoog niet verdonkert. Voor hen die zich aan Gods beloften blijven vastklemmen en daarmee wérken. Zij zullen gelijk krijgen, die nu steeds meer door de wereld en door allerlei gemeenschappen die zich met de naam der Kerk bedekken in het ongelijk worden gesteld! Straks zal de hemel scheuren en zal Jezus Christus wederkomen als rechter voor de ganse aarde en als redder voor Zijn volk!”.

Het artikel wordt afgesloten met het citeren van Openbaring 1:3.
Dat vers citeer ik op deze plaats uit de Herziene Statenvertaling: “Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij”.
Laat het ons gezegd zijn!

Noten:
[1] “De toekomst van de kerk” . In: Nederlands Dagblad, zaterdag 19 februari 1972, p. 1 en 7. Ook te vinden via www.delpher.nl .
[2] Efeziërs 2:8, 9 en 10.

23 februari 2017

Armoedig doch vrijgevig

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , , , ,

Er komt relatief veel armoede voor in Nederland[1].

In het Nederlands Dagblad stond onlangs te lezen: “Ondanks het economisch herstel neemt de armoede in Nederland nog niet af. Het aantal arme huishoudens bleef in 2015 nagenoeg gelijk, terwijl het aantal mensen dat langdurig in armoede leeft juist iets toenam. Dat laatste lot treft vooral werkloze 50-plussers die er niet in slagen weer een baan te vinden en na een aantal jaren WW in de bijstand belanden”.
En:
“Eenoudergezinnen met minderjarige kinderen lopen het meeste risico op armoede. Ruim een kwart van de eenoudergezinnen moest in 2015 rondkomen van een laag inkomen. Een op de twaalf van deze gezinnen leefde al vier jaar of langer van een laag inkomen. Ruim 320.000 minderjarige kinderen groeiden in 2015 op in een arm gezin. Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS: ‘Dat staat voor gemiddeld één leerling per schoolklas van 25 leerlingen.
In 2015 moesten iets meer dan 600.000 huishoudens rondkomen van een laag inkomen. Deze groep, 8,8 procent van de huishoudens, liep in 2015 ‘een risico op armoede’.”.
En:
“Het percentage huishoudens dat het vier jaar of langer met een laag inkomen moet zien te rooien, steeg in 2015 wel licht, van 3,0 naar 3,3 procent. Dat komt neer op 221.000 langdurig arme gezinnen, alleenstaanden en stellen, een toename met 17.000”[2].

Wat is armoede? Antwoord: dat is de situatie waarin mensen te weinig geld hebben om van te leven.
Daar zit ‘m voor heel wat mensen de kneep.
Wij kunnen zeggen dat Nederland een welvarend land is. En wie onze omstandigheden vergelijkt met die van heel veel mensen in bijvoorbeeld Afrika, die weet dat we hier veel welvaart kennen. Daar mogen en moeten wij de Here dankbaar voor wezen.
Feit is dat bijna iedereen in Nederland een relatief hoog inkomen heeft, maar dat daar ook heel hoge kosten tegenover staan. Huur, energie en andere vaste lasten slokken veel euro’s op. En dan zijn er, bijvoorbeeld, nog flink wat zorgkosten.

Over dat alles moeten wij vooral niet zielig lopen te doen.
Maar broeders diakenen zullen, als u het mij vraagt, wel alert moeten wezen. Individuele gemeenteleden en gezinnen kunnen, gedurende een bepaalde periode, zomaar in de problemen komen.
En trouwens – laten gemeenteleden niet te lang wachten met het vragen van financiële hulp!

Nu het hierom wijs ik u graag op 2 Corinthiërs 8.
Ik citeer: “Verder maken wij u bekend, broeders, de genade van God die in de gemeenten van Macedonië gegeven is,
namelijk dat te midden van veel beproeving door verdrukking, de overvloed van hun blijdschap en hun buitengewoon diepe armoede in overvloedige mate geleid hebben tot de rijkdom van hun vrijgevigheid.
Want, zo getuig ik, zij gaven naar vermogen, ja, boven vermogen, en uit eigen beweging;
en zij smeekten ons met veel aandrang dat wij hun genadegave en aandeel in het dienstbetoon aan de heiligen zouden aannemen.
En zij deden niet alleen zoals wij gehoopt hadden, maar zij gaven zich eerst aan de Heere en daarna aan ons, door de wil van God.
Zo hebben wij dan Titus aangespoord dat hij, zoals hij eerder begonnen was, nu ook de inzameling van deze genadegave bij u zou voltooien.
Zo dan, zoals u in alles overvloedig bent, in geloof, en in woord, en in kennis, en met alle inzet, en in uw liefde tot ons, wees zo ook in deze genadegave overvloedig.
Ik zeg dit niet als bevel, maar om door de inzet van anderen ook de oprechtheid van uw liefde te beproeven”[3].

God heeft genade gegeven in de gemeenten in Macedonië. Bedoeld is een regio in het noorden van Griekenland.
De Griekse christenen aldaar hebben het moeilijk. Er is sprake van verdrukking.
De Here test Zijn kinderen.
Niettemin is er sprake van geloofsblijdschap. Midden in de armoede kunnen de christenen blij zijn.
En van het weinige dat zij hebben kunnen zij nog heel wat weggeven. Is dat niet prachtig? Is dat niet voorbeeldig?

Misschien zegt iemand dat dit een typisch geval van manipulatie is. Zo van: die Griekse Macedoniërs worden onder druk gezet om te geven; en als ze niet voldoende giften geven, dan worden zij in de hoek gezet van de mensen die niet sterk genoeg geloven.
Maar die veronderstelling is onjuist.
Want die Noord-Grieken geven uit eigen beweging grote giften.
Klaarblijkelijk heeft Paulus nog gesuggereerd dat de Macedoniërs ook nog een beetje voor zichzelf moeten zorgen. Maar nee, die suggestie is, zo te zien, met kracht afgewezen. Ze hebben Paulus gesmeekt om hun gaven door te geven. Het was bijna een kwestie van soebatten. De Macedonische christenen hebben er sterk op aangedrongen dat hun giften zouden worden aanvaard!

Wie het bovenstaande overziet, komt al gauw op dat bekende adagium: de kerk gaat voor.
Maar misschien voelt de lezer in 2017 het ook wel meteen kriebelen.
Want je moet toch ook een beetje voor jezelf zorgen?
Kom voor jezelf op, een ander doet het niet – zo zegt men dat vaak, vandaag de dag.

Laten wij, nu het hierom gaat, nauwkeurig lezen wat Paulus schrijft.
De Corinthiërs hebben zich aan de God van het verbond gegeven. En daarna hebben zij zich ter beschikking gesteld van Paulus en de zijnen. En dat deden zij niet uit zichzelf. Nee, daarmee voerden zij de wil van de Here uit.
Wat mij betreft is juist dat laatste reuze leerzaam.
Tegenwoordig wordt heel vaak geroepen dat wij ons leven aan de Here moeten geven. En ja, dat is beslist onze redding. Maar daar begint het niet. Want als wij ons leven aan de Here overgeven, dan is dat de wil van God. Wij lopen aan Zijn Vaderhand door de wereld. Zo brengt Hij ons naar Zijn toekomst.

Nee, wij hoeven heus niet op sinaasappelkistjes te leven. En ook niet op kratten van de supermarkt.
Maar laten we wel beseffen dat onze inzet een test kan wezen. Een beproeving van God. Al doende geven wij ook antwoord op de vraag: hoe oprecht is onze liefde eigenlijk?
Armoede en vrijgevigheid – die twee kunnen samen gaan!

Daarbij geldt dan de bekende les uit Mattheüs 6: “Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden?
Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt.
Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.
Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad”[4].

Harde euro’s – ach ja, het is het slijk der aarde. Het is alleen wel knap lastig als u er te weinig van heeft.
Laten we in zulke situaties eerst en vooral op God vertrouwen.
En laten we daarbij steeds blijmoedig en oplossingsgericht aan het werk gaan.
Sociaal.
Maar vooral diaconaal: dienend; uit liefde tot God, vanwege Zijn genade.

Noten:
[1] Naar aanleiding van het thema Armoede heb ik op deze internetpagina wel eens vaker iets geschreven. De betreffende artikelen zijn terug te vinden via https://bderoos.wordpress.com/tag/armoede/ .
[2] “In elke schoolklas zit wel een arm kind”. In: Nederlands Dagblad, woensdag 8 februari 2017, p. 1.
[3] 2 Corinthiërs 8:1-8.
[4] Mattheüs 6:31-34.

22 februari 2017

Zeven zondigende zonen

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , , ,

Kent u Scaeva? Dat is een Joodse overpriester. Wij komen hem tegen in Handelingen 19[1].

Wat is een overpriester? Een internetencyclopedie licht ons daarover als volgt in:
“In bijbelse tijden waren er verscheidene overpriesters. Tot de overpriesters werden gerekend:de regerende hogepriester; de plaatsvervanger van de hogepriester; de vorige hogepriesters de hoofden van de vier en twintig ordeningen der priesters (priesterorden). Ze waren uit de geslachten van Eleazar en Ithamar. Koning David had de priesterlijke families verdeeld in vier en twintig groepen. De hogepriester was hun opperhoofd”[2].
Die Scaeva is dus een vooraanstaande figuur in de kerk.

Scaeva heeft zeven zonen.
Die zonen hebben de kerk verlaten. Zeg maar gewoon: zij zijn goddeloos geworden. Vijanden van God. Want zij zijn rondreizende duivelbezweerders. Magiërs, zogezegd. Exorcisten, zeggen we vandaag de dag meestal.
Een uitlegger noteert: “Men heeft in Klein-Azië veel toverpapyri gevonden, die ons laten zien, dat bijvoorbeeld in urine en speeksel volgens velen toverkracht aanwezig was. Toverij kwam heel vaak voor. Magie werd dikwijls gebruikt om ziekten te weren.
Het Griekse woord farmakon komt ook in het Nieuwe Testament voor en betekent daar doorgaans tovermiddel. Het werken met farmaka –tovermiddelen – noemt de apostel werken van het vlees. Maar omdat men die tovermiddelen gebruikte om mensen te genezen, kreeg het woord farmakon ook de betekenis van geneesmiddel.
We kunnen daarbij denken aan ons woord farmacie”[3].

Die exorcisten vinden het nodig om de naam van Jezus te gebruiken bij hun werk. “Wij bezweren u bij Jezus, Die door Paulus gepredikt wordt”[4].
De heren exorcisten gebruiken de naam van Jezus, maar spreken niet namens Jezus. Het is dus ijdel gebruik van Gods naam.
En dat wordt afgestraft!
Want in Handelingen 19 lukt dat bezweren opeens niet meer. De boze geest geeft antwoord: “Jezus ken ik en van Paulus weet ik af, maar u, wie bent u?”[5].
Vervolgens blijkt de bezeten man opeens ongekende krachten te hebben. De zonen van Scaeva worden zwaar toegetakeld. Van hun kleren blijft geen draad heel. De heren exorcisten moeten vluchten om het vege lijf te redden.
Wegwezen!
Dat is het enige dat nu aan de orde is!

Hiermee lijkt de boze geest te zegevieren. De ban is gebroken. Het is afgelopen met die bezweringen. Scaeva’s zonen blijken niet zo machtig als zij dachten.
Maar het verhaal is nog niet afgelopen.

Want de boze geest blijkt aangestuurd te zijn geweest.
Wij lezen namelijk: “En dit werd bij allen bekend, zowel bij de Joden als bij de Grieken die in Efeze woonden. En vrees overviel hen allen, en de Naam van de Heere Jezus werd groot gemaakt.
En velen van hen die geloofden, kwamen hun zondige daden belijden en bekennen.
Velen ook van hen die toverkunsten uitgeoefend hadden, brachten hun boeken bijeen en verbrandden die in tegenwoordigheid van allen. En men berekende de waarde ervan en kwam uit op vijftigduizend zilverstukken.
Zo nam het Woord van de Heere met kracht toe en werd steeds sterker”[6].

De toverboeken worden verbrand.
Weg ermee!
Tegen de kracht van de Verbondsgod kan niemand op!
Van diezelfde ontembare energie mogen wij ook vandaag genieten.

Die energie bemerken wij, als het goed is, in ons persoonlijk leven. Dingen waarmee we God eigenlijk een beetje aan de kant duwen, kunnen uit ons leven weggehaald worden. Wij blijken in staat te zijn om Jezus Christus, en Zijn Geest, in ons leven de voorrang te geven. Onze eigen studie, onze eigen carrière zijn niet meer het belangrijkste.
Die energie zien wij, als het goed is, ook terug in ons kerkelijk leven. Wij ontdekken dat onze eigen gedachten zomaar tot afbraak van de kerk kunnen dienen. Wij realiseren ons dat onze redeneringen geen toverspreuken zijn; de God van het verbond moet ingrijpen.

Die zonen van Scaeva hebben, wat je noemt, hele goede kerkelijke papieren.
Maar al die kinderen zijn, om het zo maar eens te zeggen, bij de kerk weg. Ach, ze weten er nog wel iets van. In hun formuleringen kunnen goede luisteraars nog wel horen dat zij een kerkelijk verleden hebben. Maar verder doppen die zonen hun eigen boontjes.
Er staat trouwens niet bij dat Scaeva’s zonen vervelende kerels zijn. Misschien is het wel zo dat Scaeva’s nageslacht, op het eerste gezicht althans, dingen doen die de wereld reuze nuttig vindt. En toch is de manier van doen van die zonen ronduit goddeloos!
Als we deze geschiedenis eens goed tot ons door laten dringen, blijkt die veel dichter bij ons te staan dan we in eerste instantie denken.

Want om ons heen zien we, mutatis mutandis, hetzelfde gebeuren. Allerlei jonge mensen keren de kerk de rug toe.
Zijn die jongelui allemaal gek? Welnee, integendeel.
Zijn die jongelui allemaal dom? Ook niet. Verre daarvan!
Zijn die jongelui allemaal onaangenaam? Helemaal niet. Zij willen, als ze bij vader en moeder thuis zijn, zelfs best mee een keer mee naar de kerk.
Maar zeg niet dat zij volledig afhankelijk zijn van God. Zeg niet dat God machtiger dan wie ook op deze wereld. Want met hun eigen intelligentie, hun eigen boeken, hun eigen redenaties en hun eigen ‘toverspreuken’ komen zij ook een heel eind.
Hopen zij.
En indien niet…
Nou ja, dan zien zij wel wat er gebeurt. Zij zullen zich wel redden. Denken zij.
Niet dat de kerk volstrekt nutteloos is. Maar dat God hen daar naar toe roept, dat staat nog te bezien. Niets is zeker in deze wereld.
Toch?
En ach – wat zien zij nou van Gods macht?
Ja, Scaeva’s zonen hadden er mee te maken. Maar zij…?

Nee, zwervende kerkjeugd is lang niet altijd bezig met exorcisme.
Nee, kerkverlaters vertrouwen niet allemaal op horoscopen en zo.
Maar ten diepste zien we, als u het mij vraagt, bij hen dezelfde rebellie die ook in Handelingen 19 zichtbaar is.

En overigens – wat zien wij eigenlijk van Gods almachtige kracht?

In Handelingen 19 komen we één van de geschiedenissen tegen waarin Gods almacht en Zijn ontembare energie heel duidelijk worden gedemonstreerd.
De Heilige Geest ook die geschiedenis laten optekenen om ons geloof te stimuleren.

Mensen, laten wij ons niet laten misleiden door de kakofonie van geluiden in de wereld
Mensen, laten wij ons niet laten misleiden door de duizenden beelden van weet-ik-hoeveel gebeurtenissen op deze aarde.
Juist daar doorheen beproeft de Here het geloof van Zijn kinderen. De God van het verbond kan door alles heen breken.
En dat zal ooit ook gebeuren.
Dan komen er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont[7].

Laten wij dat maar vast blijven houden.
Dan wordt ons leven een heel stuk blijer.
Dan wordt onze kerkgang een feest.

Noten:
[1] De onderwerpskeuze voor dit artikel is ingegeven door het feit dat vanavond, woensdagavond 22 februari 2017, tijdens een vergadering van de mannenvereniging ‘Augustinus’ van De Gereformeerde Kerk Groningen de derde zendingsreis van Paulus aan de orde zal komen. We spreken dan over Handelingen 18:23-21:15. Het schrijven van dit artikel is een deel van mijn voorbereiding op die vergadering.
[2] Zie http://christipedia.nl/Artikelen/O/Overpriester ; geraadpleegd op zaterdag 4 februari 2017.
[3] Zie http://www.bijbelseplaatsen.nl/plaatsen/K/Klein-Azie/245/ ; geraadpleegd op zaterdag 4 februari 2017.
[4] Handelingen 19:13.
[5] Handelingen 19:15.
[6] Handelingen 19:17-20.
[7] Zie 2 Petrus 3:13: “…wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont”.

21 februari 2017

Ongenoegen omtrent een formulier

Bij de viering van het Heilig Avondmaal hoort een vrij lang formulier. Daarin wordt ons onderwijs gegeven over onze ellende, onze verlossing en onze dankbaarheid.
Onlangs las ik in het Nederlands Dagblad een pleidooi om dat uitgebreide onderwijs af te schaffen.

Dat pleidooi gaat zo.
“Vooral de lange formulieren wekken de indruk dat we vreemden in Jeruzalem zijn, die geen enkel besef hebben van de betekenis van het avondmaal.
Voordat het feest kan beginnen – dat werd mij vroeger op catechisatie geleerd: het avondmaal is een feestmaaltijd – wordt de hele gereformeerde dogmatiek over ons uitgestort.
We worden er met de neus bovenop gedrukt hoe slecht en zondig we zijn, ondanks dat we al vele malen gezongen hebben: ‘Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd, en in uw vergeving leef ik nu.’
Het lijkt wel of we elke avondmaalsviering opnieuw onze plek bij God moeten bevechten door onze zondigheid te beseffen, berouw te hebben en vergeving te vragen. Heeft God ons dan niet tot zijn kinderen aangenomen?”.

Even verderop staat:
“Het is niet voor te stellen dat een adoptievader regelmatig tegen zijn geadopteerde zoon of dochter zegt: ‘Nu moet je eens goed luisteren. Je beseft toch wel dat je er geen enkel recht op hebt om bij dit gezin te horen, hè? Je hebt mazzel gehad dat wij voor je willen zorgen, maar nu verwacht ik wel dat je je aan de regels van dit gezin houdt. En als je dat niet lukt:bied je excuses aan! Anders wil ik je niet meer aan tafel zien.’
Voor mijn gevoel is dit wat gebeurt in het (klassieke, lange) avondmaalsformulier. De tafel is geen veilige plek waar we welkom zijn; we mogen er slechts aan gaan zitten nadat we er met de neus bovenop gedrukt zijn dat we slecht-slecht-slecht zijn”.

De conclusie van de schrijfster is:
“Mijn grote wens is een blij en eenvoudig avondmaal, waarin met enkele woorden aandacht gegeven wordt aan de betekenis en de bedoeling ervan.
Dan is het ook geen probleem om het vaker te vieren in een gewone kerkdienst”[1].

In alle bescheidenheid wil ik, naar aanleiding van bovenstaande hartenkreet, het een en ander naar voren brengen.

Het ‘klassieke’ Avondmaalsformulier is inderdaad vrij lang. En in de Heidelbergse Catechismus wordt er ook heel wat ruimte besteed aan het ‘hoe en waarom’ van het Heilig Avondmaal.
Zondag 28 van de Heidelbergse Catechismus…
Zondag 29 van de Heidelbergse Catechismus…
Zondag 30 van de Heidelbergse Catechismus… het gaat maar door.
Kan dat niet wat minder?
Het ligt voor de hand om te zeggen: houdt het maar kort. Dat Avondmaalsformulier komt minstens vier keer per jaar langs. Op de lange duur kennen wij ’t uit ons hoofd.
Toch denk ik dat het zo niet moet.

In de eerste plaats niet omdat mensen – ja, ook kerkmensen – zo makkelijk vergeten. En één van de dingen die gauw uit ons geheugen weggedrukt wordt, is onze ellende. We stappen snel over naar onze verlossing. En met die dankbaarheid komt het ook wel goed, denken we misschien.
De conclusie van de hierboven geciteerde schrijfster illustreert hoe dat proces zo ongeveer werkt.

In de tweede plaats niet vanwege de kinderen van de gemeente.
Men zou kunnen zeggen: de volwassenen in de kerk, die weten het wel. Het kan allemaal wat korter.
Maar onze kinderen weten er nog weinig van.
Misschien zegt iemand dat dat lange formulier over hun hoofden heen gaat. Maar dat zou ik niet te hard zeggen. De Heilige Geest doet Zijn werk, maar wij weten slechts in grote lijnen hoe Hij die arbeid verricht. Laten onze kinderen er maar bij wezen. U en ik weten niet wat zij opvangen. Volgens mij worden kinderen daar niet minder van. Vooral niet als we er thuis nog even op terugkomen en er enkele ogenblikken over doorpraten.

In de derde plaats is het – wat mij betreft – sterk overdreven om te zeggen dat wij, voorafgaand aan een Avondmaalsviering, een complete dogmatiek over ons uitgestort krijgen.
We zouden kunnen zeggen dat de hoofdlijnen van het christelijk geloof weer eens worden getrokken. Wie die lijnen goed bekijkt, weet weer waarom hij in de kerk zit!

En dan die adoptievader.
Hij staat op de vierde plaats.
U weet wel – die adoptievader die regelmatig tegen zijn geadopteerde kind zegt: ‘Nu moet je eens goed luisteren. Je beseft toch wel dat je er geen enkel recht op hebt om bij dit gezin te horen, hè? Je hebt mazzel gehad dat wij voor je willen zorgen, maar nu verwacht ik wel dat je je aan de regels van dit gezin houdt. En als je dat niet lukt: bied je excuses aan! Anders wil ik je niet meer aan tafel zien’.
Die situatie kunnen wij toch niet argeloos vergelijken met het Evangelie?.
Immers:
* “adoptie is de aanname van een persoon als kind. In juridische zin is adoptie de breuk van de familieband tussen biologische ouders en hun kind en tegelijk de vaststelling van een nieuwe, wettelijk geldende familieband tussen adoptieouders en dit kind, met alle rechten en plichten die daarbij horen”[2].
* Genade is: de God van het verbond geeft ons niet de straf die wij wel verdiend hebben[3]. Terwijl wij de schuld elke dag groter maken. Ook vandaag zijn wij in alles afhankelijk van onze goede God. En ja, dan is de Avondmaalsgang in zekere zin feestelijk. Maar het is altijd een feest na de redding. Want onze Here Jezus Christus heeft Zijn lijden volbracht; ja, door de dood heen. Daarom hoeven wij onze plek in de kerk niet meer te bevechten!

Nog een vijfde punt wil ik te berde brengen.
Dat punt brengt ons bij Zondag 29 van de Heidelbergse Catechismus. Uit die Zondag citeer ik een deel van het tweede antwoord.
“Maar vooral wil Hij ons door deze zichtbare tekenen en panden ervan verzekeren:
ten eerste dat wij door de werking van de Heilige Geest even werkelijk deel krijgen aan zijn echte lichaam en bloed, als wij deze heilige tekenen met de lichamelijke mond tot zijn gedachtenis ontvangen;
ten tweede dat heel zijn lijden en gehoorzaamheid zo zeker ons deel zijn, alsof wij in eigen persoon voor onze zonden alles geleden en onze schuld aan God voldaan hadden”[4].
Ziet u dat die Zondag ook niet voorbijgaat aan de ellende?

Mijn slotsom is:
* de verleiding is groot om aan de Avondmaalstafel alleen maar feest te vieren
* maar wie het daarbij houdt, heeft nog niet helemaal begrepen hoe hij of zij aan die tafel zitten moet.

Noten:
[1] Janneke Wiegers, “Avondmaal zonder formulieren” – Ingezonden. In: Nederlands Dagblad, donderdag 2 februari 2017, p. 13.
[2] De omschrijving komt van https://nl.wikipedia.org/wiki/Adoptie ; geraadpleegd op vrijdag 3 februari 2017.
[3] Zie voor de betekenis van het woord ‘genade’ http://www.encyclo.nl/begrip/genade ; geraadpleegd op vrijdag 3 februari 2017.
[4] Heidelbergse Catechismus – Zondag 29, antwoord 79.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.