Allen kennen wij de vijfde bede uit het Onze Vader: “Vergeef ons onze schulden…”. Die bede houdt volgens de Heidelbergse Catechismus in: “Wil ons, arme zondaren, om het bloed van Christus geen van onze misdaden toerekenen en ook niet de slechtheid die altijd nog in ons is, zoals wijzelf ook als een bewijs van uw genade in ons opmerken, dat wij het vaste voornemen hebben onze naaste van harte te vergeven”[1].
Daar staan zware woorden.
Zondaren!
Misdaden!
Slechtheid!
Als het perspectief in ons leven van onszelf afhankelijk was, kwam er werkelijk niets van terecht. Ons bestaan eindigde roemloos. Eindeloze ellende zou slechts ons deel wezen.
Wat een heerlijkheid is het dan om te zien dat in de Catechismus ook Gods genade aan de orde komt!
Wie die genade kent, neemt zich steeds weer voor om ruzies bij te leggen en zijn vijanden te vergeven.
Mensen die vergevingsgezind zijn lijken echter steeds zeldzamer te worden. Wie zachtmoedigheid en rust uit wil stralen, is in onze wereld bijna een non-conformist. Iemand die tegen de draad in is, dus.
Deze constatering brengt mij vandaag bij een artikeltje uit het Nederlands Dagblad.
In dat stuk komt Bert de Leede aan het woord. Deze docent nam onlangs afscheid van de Protestantse Theologische Universiteit[2].
Dr. De Leede pleit voor “een ‘opziener’: een bisschopachtige figuur in de protestantse kerken. ‘Iemand die actief met predikanten meedenkt en hen aanmoedigt, maar die ook het mandaat heeft om te zeggen: nu ergens anders heen, anders ga je eraan onderdoor, of anders gaat je gemeente kapot’”.
Doctor de Leede ventileert in het vorenstaande een opmerkelijke opinie.
Maar mijn ogen blijven haken bij een volgend citaat van de PThU-docent.
Dat is dit:
“Er moet volgens De Leede een nieuw type predikant opstaan. Een sterke persoonlijkheid met een levend geloof, die tegenover de moderne cultuur durft te staan, maar ook tegenover zijn gemeente. ‘De predikant van de toekomst is apostel en non-conformist’, zegt De Leede”[3].
Daar hebt u weer dat woord: non-conformist.
De moderne dominee moet, zo begrijpen we, tegen de stroom in durven zwemmen. Hij moet kritiek durven oefenen op de cultuur der eenentwintigste eeuw.
Dat klinkt chic. Maar laten we het zuiver stellen: niet alleen de dominee moet non-conformistisch wezen. Wij lezen immers in Efeziërs 4: “Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid”[4].
Dus: heel de kerk moet geheel anders zijn. Non-conformisme is, naar ik hoop, niet een unieke eigenschap van een begeesterde Woordverkondiger. Alle kinderen van God stellen zich, als het goed is, tegenover de wereld op!
En waarom moet de predikant tegenover zijn gemeente staan?
Dat is, als u het mij vraagt, niet de taak van de dominee.
De predikant moet als gezant van Christus het Woord van de Here uitleggen en in de gemeente neerleggen. Hij mag de beloften van eeuwig leven weer in herinnering brengen. Hij moet de kerkmensen iedere week blij nieuws vertellen. Namelijk dit: mensen, er is vergeving voor uw zonden!
U begrijpt het wellicht al: Zondag 51 van de Heidelbergse Catechismus vult inmiddels bijkans het gehele beeld.
Juist de vergeving, en de prediking daarvan, geeft een steeds groter wordende afstand tussen de wereld en de kerk. Want de wereld wordt harder. We horen dat de georganiseerde misdaad ook in ons land steeds meer onderdeel van de samenleving wordt.
In zo’n wereld proclameert de kerk het zachte evangelie van de vergeving.
De Here God zet Zijn vergevingsgezindheid tegenover onze keiharde eigenzinnigheid. Zijn vergeving staat tegenover onze zonden.
Dat moeten gelovigen helder zien. Intussen moeten zij zich niet op hun eigen positie verkijken. Terecht schreef A.L.Th. de Bruijne onlangs in een column: “Christelijke kinderen en jongeren horen al enkele decennia vooral dat ze ‘parels in Gods hand zijn’ die ‘er mogen zijn’. Zou het toevallig zijn dat zonde en vergeving uit de geloofsbeleving wegebben? Wie gehersenspoeld is met zijn eigen goedheid, zit op slot voor Gods genade. Bij al onze excuses, verzachtende omstandigheden en positieve leermomenten, blijft daarom ook dit een noodzakelijk deel van de Bijbelse boodschap: jullie zijn slecht”[5].
Wij zijn zondig, en vanuit onszelf zijn wij het niet waard om bij de Here te horen. Maar bij de Here is vergeving!
Als alle kerkmensen die belijdenis frank en vrij uitdragen, zijn zij allen non-conformisten.
Jazeker, de kerk die het zachte Evangelie verkondigt, is op heel veel punten volkomen verschillend van de wereld. Maar uiteindelijk brengt juist die ongelijkheid heerlijkheid en geluk!
Noten:
[1] Heidelbergse Catechismus – Zondag 51, antwoord 126.
[2] Dr. Bert de Leede heeft op 19 juni jongstleden afscheid genomen van de Protestantse Theologische Universiteit. Hij was daar eenentwintig jaar aan verbonden; eerst als rector van het Theologisch Seminarium Hydepark, later als universitair docent en onderzoeker.
[3] ‘Oudere’ dominees moeten op zoek naar andere plaats”. In: Nederlands Dagblad (zaterdag 13 juni 2015), p. 1.
[4] Efeziërs 4:20-24.
[5] A.L.Th. de Bruijne is hoogleraar Ethiek aan de Gereformeerd-vrijgemaakte Theologische Universiteit te Kampen. De bedoelde column is “Vergeet je slechtheid niet”. In: Nederlands Dagblad (zaterdag 13 juni 2015), p. 15.