gereformeerd leven in nederland

2 september 2011

Hartelijk welkom op deze weblog

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 18:00

Dit is een bloggebied van B. de Roos.
Op deze plaats verschijnen artikelen over het kerkelijk leven in Nederland. Ook zijn hier Schriftstudies en meditaties te lezen. De stukken zijn geschreven vanuit een Gereformeerd standpunt.

In de regel verschijnt hier op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag een nieuw artikel; dat gebeurt rond 7 uur ’s morgens. Op christelijke feestdagen en op Nieuwjaarsdag wordt deze internetpagina niet ververst.
Reacties op artikelen zijn welkom. De besluiten met betrekking tot plaatsing van die respons op deze pagina worden genomen door de eigenaar van deze weblog. Anonieme reacties worden nooit geplaatst.

Deze website bestaat sinds vrijdag 2 september 2011. De weblog is een voortzetting van ‘Artikelen over Gereformeerd leven in Nederland’, een blog die sinds woensdag 26 mei 2004 verscheen bij web-log.nl.

26 april 2024

Investering gevraagd

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Aanstaande zondag, 28 april 2024, worden er in De Gereformeerde Kerk Groningen zo de Here wil nieuwe ambtsdragers bevestigd. Vier broeders krijgen een bijzondere taak. Zij worden apart gezet om de gemeente te leiden en te stimuleren om tot eer van God te leven.

Leiding geven? Dat is in Nederland moeilijk geworden. Als mensen commentaar op iemand hebben gebruiken zij zomaar X – voorheen Twitter. Dat is een vrijplaats om alles te zeggen. En er zijn genoeg andere socials waarop men van alles openbaar kan maken.
Leidinggevenden kunnen worden beïnvloed door spandoeken. Of door protestdemonstraties. De spanning in de maatschappij neemt toe. En er is een grote actiebereidheid.
Leven voor een ander? Leven voor de Ander? We hebben het maar al te vaak druk met onszelf!

In zo’n wereld lezen wij Jeremia 3: “Keer terug, afkerige kinderen, spreekt de Heere, want Ík heb u getrouwd. Ik zal u nemen, één uit een stad en twee uit een geslacht, en Ik zal u naar Sion brengen. Ik zal u herders geven naar Mijn hart, die u zullen weiden met kennis en verstand”.
Die woorden worden gesproken tot een volk dat zich van de Verbondsgod heeft afgekeerd. Met name Juda krijgt ervan langs: “Zo gebeurde het dat het land door haar lichtzinnige hoererij ontheiligd werd, want zij pleegde overspel met steen en met hout. Zelfs in dit alles heeft haar trouweloze zuster Juda zich niet tot Mij bekeerd met heel haar hart, maar slechts in schijn, spreekt de Heere. Daarom zei de Heere tegen mij: Het afvallige Israël heeft zichzelf nog rechtvaardig doen lijken, vergeleken bij het trouweloze Juda”[1].

Misschien hebben we de neiging om te zeggen: ‘Zo primitief als in Jeremia 3 zijn wij niet meer’. Dat klinkt mooi. Maar ’t klopt niet. Alleen al het kerkelijk leven in Nederland bewijst dat. Wat zijn er een hoop afsplitsingen, een boel ruzies en talrijke onenigheden! Zeker, het komt ook wel voor dat kerken zich weer verenigen. Maar dat zijn heel vaak langdurige en moeilijke processen.
Juist daarom is het van het hoogste belang om tot ons door te laten dringen wat er in Jeremia 3 gebeurt. De God van het verbond zegt: “Ik zal u herders geven naar Mijn hart, die u zullen weiden met kennis en verstand”.
Wat gebeurt er dus?
De Here Zelf bewerkt harten van mensen.
De Here Zelf zorgt dat er mensen zijn die veel pastorale gaven ontvangen.
De Here Zelf zorgt ervoor dat er kinderen van hem zijn die hulpvaardigheid hoog in hun vaandel hebben staan.
De Here Zelf zorgt dat de kerk overeind blijft in deze woelige wereld.

En voor iedereen die het vanuit Jeremia 3 nog niet goed begrepen heeft, zegt de Here het in Jeremia 23 nog een keer: “Ik zal over hen herders doen opstaan die hen weiden zullen. Zij zullen niet meer bevreesd zijn, ontsteld zijn of gemist worden, spreekt de Heere”.
Ook in 2024 moeten en mogen we zeggen dat de God van het verbond er Hoogstpersoonlijk voor zorgt dat er ambtsdragers zijn: mensen die Zijn kerk leiden en verzorgen[2].

Als wij dat beseffen nemen we ook de stimulans van 2 Petrus 1 ter harte: “En daarom moet u zich er met alle inzet op toeleggen om aan uw geloof deugd toe te voegen, aan de deugd kennis, aan de kennis zelfbeheersing, aan de zelfbeheersing volharding, aan de volharding godsvrucht, aan de godsvrucht broederliefde en aan de broederliefde liefde voor iedereen. Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en toenemen, zullen ze u niet doelloos en onvruchtbaar laten wat de kennis van onze Heere Jezus Christus betreft”[3].  

Voor dat begrip ‘zich er op toeleggen’ staat er in het Grieks: par-eis-enegkantes. Dat betekent: ‘erbij of erlangs binnendragen of -brengen’. In de oudheid kon het woord ook betekenen: een financiële bijdrage leveren, investeren. Iemand schrijft: “De inzet van de christenen (…) is een investering waar ze geestelijk alleen maar beter van worden”[4].

Als ambtsdragers en andere gemeenteleden met dat alles ijverig bezig zijn, hebben ze het opeens niet meer zo druk met zichzelf.
Als ambtsdragers en andere gemeenteleden dat als hun kerntaak zien, hebben ze aanzienlijk minder tijd om op elkaar te vitten.
Als ambtsdragers en andere gemeenteleden zich op die bezigheid concentreren, kunnen spandoeken en dergelijke opgerold blijven.
Als ambtsdragers en andere gemeenteleden daar ijverig mee bezig zijn, maken zij hun roeping en verkiezing vast[5].

Zulk een levensstijl verschilt sterk van de handelwijze van landgenoten die ‘nergens aan doen’.
Maar die levensstijl biedt wel een uitzicht dat over de grenzen van het aardse bestaan heen reikt.
Daarom kunnen ambtsdragers en ‘gewone’ gemeenteleden samen vol vertrouwen richting de toekomst gaan.
Laten wij dus maar investeren in ons geloofsleven. Laten we elkaar maar aanvuren om te volharden in ons geloof.
Bijvoorbeeld met de woorden van Psalm 115:
“Vertrouw op God, gij die de Here vreest,
want Hij is steeds hun hulp en schild geweest,
heel Israël ten zegen.
Aärons huis zal rijk gezegend zijn.
Waar men Hem vreest, ontvangen groot en klein
die zegen op hun wegen”[6].

Noten:
[1] In deze alinea citeer ik achtereenvolgens Jeremia 3:14,15 en Jeremia 3:9-11.
[2] In deze alinea citeer ik Jeremia 23:4.
[3] 2 Petrus 1:5-8.
[4] In deze alinea gebruik ik: ds. H. Korving, “Het onfeilbare Woord – Bijbelstudie over 2 Petrus 1:1-21”. In: De Wekker, vrijdag 26 september 2003, p. 725.
[5] In deze alinea refereer ik aan 2 Petrus 1:10.
[6] Psalm 115:6.

25 april 2024

Jazeker, u kómt er wel!

“Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen”. Dat schrijft Paulus in zijn eerste brief aan de christenen in Thessalonica.
Zo’n Schriftuurlijk statement geeft de Bijbellezer moed. Ook in 2024.
En dat is nodig ook. Want het aardse leven kan soms reuze deprimerend zijn.
Hieronder zal dat wel blijken.
Maar onze goede God zegt: ‘Er is hoop. Want Ik ben er Zelf bij!’[1].

Met een schuin oog op het bovenstaande kijken we nu naar de wereld om ons heen. Daar komen we droevig nieuws tegen.
Leest u maar mee.  

“Sinds 2015 zijn er in ieder geval 172 mensen overleden na het gebruik van zelfdodingsmiddel ‘X’. Stichting 113 Zelfmoordpreventie en GGD Amsterdam onderzochten vorig jaar hoeveel mensen in Nederland stierven door het gebruik van het poeder”.
Aldus meldde de NOS op donderdag 18 april 2024[2].

Het Reformatorisch Dagblad meldde in februari 2024 al: “Het aantal zelfdodingen onder jongeren tot dertig jaar neemt toe. Sinds 2013 is het aantal jeugdigen dat suïcide pleegt, gestegen met 16,8 procent. (…) Een concrete reden voor zelfdoding is vaak lastig aan te wijzen, omdat het vaak een combinatie van factoren is. De drie meest genoemde zijn psychische problemen, sociale relaties en problemen in de zorg”[3].

Zelfdoding is schokkend. Het leven is voor mensen die aan zelfdoding denken te moeitevol geworden. Het is te zwaar. Totaal uitzichtloos. Wat een diepe ellende zit daar achter!

Die ellende is begrijpelijk.
‘Het leven is een voortdurend sterven’, zeggen we immers tegen God, nadat de doop aan een kindje is bediend.
Maar we zeggen meer. Onder meer dit: “Geef dat het kind iedere dag zijn kruis bij het volgen van Christus blijmoedig zal dragen, door Hem aan te hangen met waar geloof, vaste hoop en vurige liefde. Laat het zo dit leven, dat toch niet anders is dan een voortdurend sterven, door uw beloften getroost verlaten. Geef dat het op de jongste dag voor de rechterstoel van Christus, uw Zoon, met vrijmoedigheid zal verschijnen, door Hem, onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de Heilige Geest, één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen”[4].

Een commentator van het Reformatorisch Dagblad schreef terecht: “Terwijl het aantal mensen met psychische problemen toeneemt, promoot de Coöperatie Laatste Wil de zelfgekozen dood als oplossing. Christenen doen er goed aan een heel andere toon te kiezen en op alle fronten het leven ‘aan te moedigen’. Want er is hulp én er is hoop. Hulp voor ieder die worstelt met complexe levensvragen en hoop voor ieder die het leven vindt in Christus”[5].

Professor C.K. van der Ent, als hoogleraar kinderlongziekten verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht, schreef in december 2023 in het Reformatorisch Dagblad: “Toch is het nodig om in deze situaties jongeren te helpen om weer hoop te vatten, ook al is het maar af en toe een klein momentje. Naast professionele hulp kan juist het bieden van sprankjes van hoop zo belangrijk zijn voor jongeren om een andere uitweg te kunnen vinden. Laat jongeren daarom nooit los. Goede sociale steun en zingeving zijn heel belangrijk bij het voorkomen van (pogingen tot) zelfdoding. En hoop is onmisbaar. Actieve betrokkenheid bij religieuze gemeenschappen blijkt een beschermende factor te zijn bij het risico op zelfdoding. En dat valt te begrijpen, want waar vind je meer hoop dan in de beloften van God?”[6].

Op zaterdag 9 maart 2019 zei Van der Ent in het Nederlands Dagblad: “‘God heeft met alles een plan. Maar Hij deelt dat niet met ons. (…) Laatst had ik het met een collega erover waarom er zo veel leed is in de wereld. Ik heb de vaste overtuiging dat ik tegen de onderkant van een borduurwerk aan kijk. Aan de andere kant daarvan zit geen steekje mis. Er zijn dingen waar we nooit een antwoord op krijgen, maar er is Iemand die de antwoorden wel weet. Dat geeft mij rust”.
Over zijn kerkenraadswerk zei Van der Ent indertijd in het ND: “Sommige schapen moeten wat zachter lopen, anders kan de rest hen niet bijhouden. Andere moeten aangespoord worden om mee te komen. Als schapen los dreigen te raken van het grote geheel, leidt dat altijd tot verlies”.
Dat zijn behartenswaardige woorden. Laten we elkaar meenemen, achter Jezus Christus aan![7]

Nu lezen we weer een ogenblik in de Bijbel. Het Woord ligt open bij 1 Thessalonicenzen 5: “Beproef alle dingen, behoud het goede. Onthoud u van elke vorm van kwaad. En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus. Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen”[8].

De Here zegt dus: ‘Doe uw Bijbel maar open. Lees Mijn Woord. Probeer maar gerust om u een oordeel te vormen over de dingen die er in deze wereld gebeuren. Blijf vooral ver van het kwaad vandaan! Geef de satan geen kans om uw leven te gaan beheersen!’.
Hij zegt ook: ‘Laat in uw leven maar zien wat u bezighoudt. Toon gerust het een en ander van uw gevoelens, uw emoties en van uw beleving bij wat u hoort en ziet. En wees er maar zeker van: Ik zal u Zelf terzijde staan. Ik heb u geroepen. Ik ben het Zelf die u naar uw eindbestemming brengt. Wees gerust: u komt er wel!’[9]

Wat is dat een troost in een donkere wereld!
Laten we elkaar maar aanmoedigen: ‘Hier is het duister. Ga je mee naar Jezus? Dan gaan we samen naar het licht!’.

Noten:
[1] In deze alinea citeer ik 1 Thessalonicenzen 5:24.
[2] Het citaat komt van https://nos.nl/artikel/2517198-ten-minste-172-doden-door-middel-x-in-nederland-sinds-2015 ; geraadpleegd op donderdag 18 april 2024.
[3] “Jongere slaat vaker de hand aan zichzelf”. In: Reformatorisch Dagblad, vrijdag 9 februari 2024, p. 8.
[4] Het citaat komt uit het Gereformeerde formulier voor de bediening van de heilige doop aan de kinderen van de gelovigen. Te vinden op https://christusleeftenkomtweer.nl/doopkinderen.htm ; geraadpleegd op donderdag 18 april 2024.
[5] “Verbied informeren over middel X”. Commentaar in: Reformatorisch Dagblad, woensdag 17 april 2024, p. 3.
[6] Het citaat komt uit: C.K. van der Ent, “Is er hoop voor jongeren?”. In: Reformatorisch Dagblad, 11 december 2023, p. 27 [rubriek: Gezondheid en psychologie].
[7] De citaten komen uit: “Eerst het Koninkrijk” – portret van Kors van der Ent. In: NDZeven, bijlage bij het Nederlands Dagblad, p. 5,6.
[8] Deze woorden lezen we in 1 Thessalonicenzen 5:21-24.
[9] In deze alinea gebruik ik https://www.kingcomments.com/nl/bijbelstudies/1Th/5 ; geraadpleegd op donderdag 18 april 2024.

24 april 2024

Meervoud

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Wat doet het geloof met mij? Dat is een moderne vraag.
Ik zet de vraag hier neer omdat ik in het Nederlands Dagblad een mooi geschreven portret las van Abigaïl Janse – psychosociaal therapeute, predikantsvrouw en moeder van zes kinderen. In het vraaggesprek zei zij onder meer: “Jarenlang, ook nog in mijn huwelijk, leefde ik met overlevingsmechanismen en met muurtjes om mij heen. Zoals zoveel mensen. Ik had me aangewend om bij moeilijke gevoelens in mezelf te keren. Ik dacht: ik heb een probleem, ik moet het oplossen. Mijn sterke innerlijke criticus was me lange tijd de baas. Ik kon dagenlang worstelen…”[1].

Wat doet het geloof met mij?
Het geeft mij het gevoel dat ik niet er in het leven niet alleen voor sta. Jezus gaat mee, dwars door alles heen.
Zeker, ik ben gehuwd en heb een lieve vrouw.
Zeker, mijn vrouw en ik hebben goede vrienden.
En dat is reuze waardevol.
Maar ik kijk niet alleen naar de dingen van deze aarde.
Ik weet: de toekomst is nu al begonnen en die wordt volmaakt.
Dat doet het geloof met mij.

Heb ik dan geen overlevingsmechanisme?
Jazeker wel.
En dat moet ook. Zulk een mechanisme hebben we, naar wij mogen hopen, allemaal. Het is namelijk niet de bedoeling om bij iedere tegenslag in huilen uit te barsten. Het is niet de bedoeling dat we bij iedere teleurstelling tranen in de ogen krijgen. Het is niet de bedoeling dat we iedere dag een jeremiade houden over het verdriet dat we in ons leven meemaken, en dat wellicht in een hoekje van ons hart opgeslagen ligt.
Zo’n overlevingsmechanisme is dus nuttig en noodzakelijk.

Heb ik geen muurtjes?
Zeker wel.
Het zou een onhoudbare toestand worden als ik al mijn gedachten over alles en iedereen achteloos in allerlei gremia en groepen wierp. Waarschijnlijk zou ik her en der beticht worden van permanent onzakelijk gekakel. Bovendien is het zeer de vraag hoeveel mensen werkelijk vrolijk van mijn gedachten zouden worden.
Muurtjes kunnen, als u het mij vraagt, een buitengewoon nuttige functie hebben. Mooi laten staan, zou ik denken.

Terug naar Abigaïl.
In het Nederlands Dagblad zegt zij ook: “Vanaf mijn zevende mag ik bewust weten: ‘Het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden’. Pure genade. Dat heeft mij daarna zoveel vertrouwen in Hem gegeven”.

Zij doelt op woorden uit 2 Corinthiërs 5. Ik citeer ze in hun context: “En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is. Zo kennen wij vanaf nu niemand naar het vlees; en al hebben wij Christus naar het vlees gekend, dan kennen wij Hem nu zo niet meer. Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft”[2].

Gelovigen volgen Degene die voor hen gestorven en opgestaan is. Zij zijn in dienst van Hem.
De mensen die wij kennen, waarderen we niet alleen om hun vriendschap, om hun humor, om hun manier van doen of om hun trouw.
We trekken eerst en vooral met hen op omdat zij, net als wij, Jezus Christus volgen in Zijn gang door de historie van kerk en wereld.
We kijken, om zo te zeggen, op een vernieuwde manier tegen hen aan.

Alle relaties die we hebben, leggen we langs de meetlat van de Heilige Schrift.
Ziet u dat ‘ik’ bijna ongemerkt overgegaan is in ‘wij’?
De Schrift leert ons in de kerk te denken in een meervoudsvorm: wij, ons.
Leven – dat doen we nimmer op ons eentje. Want we leven samen met Christus.
Leven – dat doen we nooit solistisch. Want we leven samen in de kerk.

We hebben een overlevingsmechanisme.
En ook nog een muurtje, waarschijnlijk.
Zo gaat dat in een zondige wereld.
Maar daarmee is niet alles gezegd.
Nog één keer geef ik het woord aan Abigaïl: “De Heere heeft het persoonlijk verdriet goed geacht. Om ons denk ik uiteindelijk te willen louteren. Om zijn voetsporen te mogen leren drukken. En om ons nog steeds meer aan Hem gelijkvormig te maken”.
Samen de Here dienen – wat is dat mooi!
Laten we in de kerk vooral blijven denken in een meervoudsvorm!

Noten:
[1] Het citaat komt uit: “De Heere heeft mijn persoonlijk verdriet goed geacht”. In: Nederlands Dagblad, woensdag 17 april 2024, p. 18,19.
[2] 2 Corinthiërs 5:15-18.

23 april 2024

Wij vertrouwen op Gods beloften

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Gereformeerd zijn: dat heeft zo z’n moeilijke kanten.
Wij geloven namelijk in Gods Zoon die wij niet lijfelijk zien.
Toch is de levenskoers der Gereformeerden volkomen duidelijk: zij willen allemaal naar Jezus toe! Want Hij, de eniggeboren Zoon van God, heeft door Zijn dood betaald voor hun zonden.

Samenleven met de Heiland: als het goed is, is dat ons levensdoel. Daarvoor leven wij. Met Hem lezen we de krant. Vergezeld door Hem verrichten wij ons dagelijks werk. Met Hem kijken we naar de tv-journaals. We doen alles samen.
Paulus schrijft erover in Romeinen 8: “Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere”[1].

Zo leven wij. Wij vertrouwen op Zijn belofte: ‘Ik blijf bij u. Daar komt niemand tussen. Echt niet’.
Dat geloofsvertrouwen steekt scherp af tegen de argwaan, het wantrouwen en de valse beloften van deze wereld.
Neem bijvoorbeeld de kabinetsformatie in Nederland.
Een redacteur van het Nederlands Dagblad tekende onlangs in een redactioneel wel heel duidelijke lijnen uit: “Dat er na vijf maanden informatie nog geen spoor is van een nieuw kabinet, komt door de onmogelijke beloften en valse voorstellingen waarmee de PVV, en in mindere mate ook BBB, vorig jaar kiezers heeft verleid. Het was de VVD die dat mogelijk maakte: eerst door het kabinet te laten vallen, vervolgens door migratie tot campagnethema op te blazen. Nu doet diezelfde VVD, samen met Pieter Omtzigt, al vijf maanden alsof het mogelijk zou zijn om samen met Wilders en BBB een degelijke, werkbare coalitie te vormen. En intussen moeten bewindslieden van D66, CDA en ChristenUnie de regering draaiend houden terwijl Wilders doorgaat met tieren, schelden en misleiden via sociale media, en terwijl die uitgedijde fractie van hem zich afwezig, stil en dom houdt. Als de Kamer érgens een robbertje over wil vechten, laat het dan gaan over de onmacht en onbekwaamheid van de ‘verkiezingswinnaars’”.
Daar is geen woord Frans bij, zou ik denken[2].

De partijen aan de formatietafel hebben, zo te zien, niet al te veel liefde voor elkaar.
De liefde van God lijkt bovendien heel ver weg.
En de vraag is: hoe kunnen wij in de eenentwintigste eeuw, in een wereld vol argwaan, wantrouwen en valse beloften gewoon Gereformeerd blijven? Immers, die achterdocht en dat gebrek aan vertrouwen hangen niet alleen als een donderwolk boven de formatietafel in Den Haag. Zulke wolken overkoepelen heel Nederland!

Laten we Gods Woord lezen, er naar luisteren en ermee leven.
Paulus vraagt in Romeinen 8: “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?”.
Nee, al die dingen zorgen – naar wij mogen hopen – niet voor verwijdering tussen Jezus Christus en ons.
Onze Zaligmaker houdt ons Hoogstpersoonlijk bij de les. Bij Zijn les. Hij leert ons dagelijks wat Goddelijke liefde en trouw vermag![3]

Naar Gods Woord luisteren: dat doen wij niet alleen.
We doen dat in en vanuit de kerk: de plek waar God Zijn kinderen verzamelen wil. De kerk is onze uitvalsbasis om aan anderen te vertellen over Gods daden in de historie van Nederland, van Europa en ja, van heel de wereld. Dat doen wij niet slechts vanuit ons persoonlijk enthousiasme. Wij zijn Geestdriftig. Wij werken vanuit de kerk. Want dat is de plek waar onze liefde voor de Verbondsgod wordt gevoed. Wij geloven niet vanuit een individuele ijver, maar omdat de Heiland, zo formuleert het Avondmaalsformulier, “ons eerst zo uitnemend heeft liefgehad”.

Laten wij Gods Woord lezen, er naar luisteren en ermee leven.
Als wij zo leven, zitten we niet vol argwaan. Dan is wantrouwen niet onze basis. Dan grossieren wij niet in valse beloften. Nee, dan bestaat ons ‘vlagvertoon’ uit geloof, hoop en liefde. De kracht van de kerk schuilt in Jezus’ werk!
Aldus staan dan de activiteiten van het ganse kerkvolk in een nieuw perspectief. Dat is het perspectief van Johannes 3: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God”[4][5].

Noten:
[1] In deze alinea citeer ik Romeinen 8:38,39.
[2] In deze alinea citeer ik uit: Sjirk Kuijper, “Plicht, macht en onmacht”. Redactioneel commentaar in: Nederlands Dagblad, dinsdag 16 april 2024, p. 3.
[3] In deze alinea citeer ik Romeinen 8:35.
[4] In deze alinea citeer ik Johannes 3:16-18.
[5] Bij het schrijven van dit artikel gebruikte ik onder meer een stuk dat ik eerder schreef. Dat stuk is gedateerd op woensdag 19 april 2006.

22 april 2024

Ja, amen! Looft de Heer!

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , ,

“Geloofd zij de Heere God, de God van Israël;
Hij doet wonderen, Hij alleen.
Geloofd zij voor eeuwig Zijn heerlijke Naam;
laat heel de aarde met Zijn heerlijkheid vervuld worden.
Amen, ja, amen”.
Dat zijn de laatste woorden die David in het Psalmboek geschreven heeft.
Op zondagmiddag 14 april zongen we het in de kerk:
“De Here God zij lof bewezen
door alle tijden heen.
Die Heer, in Israël geprezen,
doet wond’ren, Hij alleen.
Zijn naam moet eeuwig lof ontvangen,
aan Hem alleen de eer.
De aarde juiche met haar zangen:
Ja, amen! Looft de Heer!”[1]

God loven – dat is onze taak op deze aarde.
Leven in afhankelijkheid van God – dat is onze positie in het bestaan van alledag.
De almachtige God dienen – dat is de kerntaak die Gods kinderen van hun Heer hebben gekregen.

Op die zondagmiddag vierden we ook het Heilig Avondmaal. De predikant las het formulier: “Om met het ware hemelse brood Christus gevoed te worden, moeten wij niet alleen op de tekenen van brood en wijn blijven zien, maar – de harten omhoog! – op Jezus Christus zien, die in de hemel voor ons pleit aan de rechterhand van zijn Vader. Laten wij vast geloven, dat wij door de werking van de Heilige Geest even zeker met zijn lichaam en bloed aan onze zielen gevoed en verkwikt worden, als wij het heilige brood en de heilige drank tot zijn gedachtenis ontvangen”.
Gereformeerde mensen leven dus op een ander niveau. Zij hebben hun hoofd niet voortdurend bij deze wereld. En hun hart al helemaal niet. Want in hun hart leven zij ergens anders… [2].

Intussen weerklinkt het geluid van oorlogstuig.
De beschrijvingen liegen er niet om.
Leest u maar mee.
“Op 1 april jongstleden bestookte Israël het Iraanse consulaat in de Syrische hoofdstad Damascus, waarbij zeker dertien mensen om het leven kwamen, onder wie enkele hooggeplaatste militairen van de Iraanse Revolutionaire Garde”.
In de nacht van zaterdag 13 op zondag 14 april kwam de vergelding: Iran viel Israël aan. “In een aantal golven werd Israël bestookt met ongeveer 170 drones, 30 kruisraketten en ruim 120 ballistische raketten. Pro-Iraanse milities in Irak en Syrië en de Houthi-rebellen in Jemen deden ook mee aan de aanval, terwijl Hezbollah nog eens 55 raketten afvuurde vanuit Libanon. Het resultaat was militair gezien een vrijwel totale mislukking. Niet één drone of kruisraket heeft de Israëlische grenzen bereikt. Ze zijn bij tientallen onderschept in een gezamenlijke verdediging van Israël door Amerika, Jordanië, Groot-Brittannië en Frankrijk, terwijl ook Israëlische jachtvliegtuigen boven Jordanië en Syrië actief waren. Van de ballistische raketten werd het overgrote deel onderschept door de Israëlische luchtafweersystemen. Wel werd de luchtmachtbasis Nevatim in het zuiden van Israël getroffen en beschadigd. De basis kon volgens de Israëlische strijdkrachten (ISF) wel operationeel blijven. Ook werd een zevenjarig meisje, uit de Bedoeïenenstad Arad, getroffen door neerkomende brokstukken van een raket, waarbij ze zwaar gewond raakte”[3].

In die actualiteit weerklonk in een kerkgebouw in het Groningse Bedum op zondag 14 april Psalm 72. De gelovigen zongen hun overtuiging uit.

Beseffen we, nu het geluid van die psalm weggestorven is, dat de hemelse God toch almachtig is? Realiseren we ons dat Hij aan de winnende hand is?
Wellicht staat dat besef in ons dagelijkse doen niet altijd op de voorgrond. Maar de spanning tussen Iran en Israël laat ons des te meer hunkeren naar het moment dat Gods Koningsheerschappij alles op aarde doortrekken zal. Wij verlangen naar de tijd dat onze God Zijn hersteloperatie zal voltooien.
Al die drones, al die raketten, al die verwondingen en al die destructie en ellende zullen ooit geheel en al vergeten wezen.
Laten we elkaar wijzen op woorden uit Jesaja 66: ”Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Ik ga maken, voor Mijn aangezicht zullen blijven staan, spreekt de Heere, zo zullen ook uw nageslacht en uw naam blijven staan. En het zal geschieden dat van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat alle vlees zal komen om zich neer te buigen voor Mijn aangezicht, zegt de Heere”.
Laten we ook 2 Petrus 3 maar vóór in ons geheugen houden: “Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten. Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont”[4].

Psalm 72 is een gebed voor Salomo.
Maar in die psalm wordt niet alleen maar gebeden voor een aardse koning.
Want onweerstaanbaar nadert een tijd van rechtvaardigheid, van vrede en van voorspoed onder de almachtige Heerser wiens bewind nimmer tot een einde komt.

Ach – ’t is soms zo moeilijk om achter het nieuws te kijken.
Maar Gods Woord helpt ons daarbij.
In het gebed mogen we de troonzaal van de hoge God betreden: ‘Ja, kom Here Jezus!’.

Op zondag 14 april werd in Bedum Psalm 72 gezongen.
Vele heilbegerige kerkgangers zongen het met recht: ‘Ja, amen! Looft de Heer!’[5]

Noten:
[1] In deze alinea citeer ik Psalm 72:18,19 en Psalm 72:10 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.
[2] In deze alinea citeer ik uit het formulier voor de viering van het Heilig Avondmaal – Gereformeerd Kerkboek-1986.
[3] In deze alinea citeer ik van https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20240414_92369519 ; geraadpleegd op maandag 15 april 2024. En ook uit: “Iraanse vergelding ‘helpt’ Israël”. In: Nederlands Dagblad, maandag 15 april 2024, p. 1.
[4] In deze alinea citeer ik Jesaja 66:22,23 en 2 Petrus 3:11-13.
[5] In dit artikel maakte ik onder meer gebruik van: prof. dr. T.M. Hofman, “Bijbelse hoop is concreet!”. In: De Wekker, vrijdag 9 november 2007, p. 22,23.

19 april 2024

Wij wórden geheiligd

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Vandaag vraag ik graag een ogenblik uw aandacht voor woorden uit Efeziërs 2: “Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is”[1].

In dat citaat staat het woord heiligen.
Dat is, om het zo maar te zeggen, een wat moeilijk woord. Want de werkelijkheid van ons aardse bestaan is vaak anders. Heilige boontjes zijn wij immers niet.

Bedoelt Paulus, de schrijver van de brief aan de christenen in Efeze, dat we heilig moeten leven?
We kunnen er niet omheen: we wonen zogezegd in hetzelfde land als die heiligen.
Wij zijn burgers die met heiligen verbonden zijn. Wij zijn huisgenoten van God.
Vervolgens komt onweerstaanbaar de vraag op: samenleven met heiligen schept toch verplichtingen?
Oftewel: wie bij heiligen in de buurt woont, kan toch niet zomaar wat voor zich uit leven?
Moeten we beter ons best gaan doen?
Moeten we iedere dag een beetje heiliger worden?
Moeten we zogezegd super-godsdienstig worden?
En als we uit zwakheid in zonden vallen, hoe moet dat dan verder??

Laten we iets nauwkeuriger lezen wat er in Efeziërs 2 staat.
Als wij dat doen blijkt alles bij Christus Jezus te beginnen.
De Heidelbergse Catechismus leert ons van alles over Zijn aanstelling, en over het werk dat Hij doet.
Christus is “door God de Vader is aangesteld en met de Heilige Geest gezalfd tot onze hoogste Profeet en Leraar, tot onze enige Hogepriester en tot onze eeuwige Koning”. We noemen Hem Jezus omdat Hij “ons verlost van al onze zonden, en omdat er bij niemand anders enig behoud te zoeken en te vinden is”.
Wij worden onderwezen door Hem.
Wij worden van onze zonden verlost door Hem.
Wij worden geregeerd door Hem.
Wij zijn geen supermensen. En dat worden wij hier op aarde ook nooit.
Onze Heiland is groots. Onze Heiland is geweldig.
God de Vader kijkt via Zijn Zoon naar ons. Zijn heiligheid wordt ons toegerekend! Wij worden geheiligd door Hem![2]

Wij zijn medeburgers van de heiligen, staat er.
Wat betekent dat precies?
Daarover staat ergens geschreven: “Op de aarde zijn we nog wel ‘bijwoners en vreemdelingen’ (…), maar bij de Vader zijn we thuis, samen met andere ‘medeburgers van de heiligen’. We zijn geen burgers van een aards land, met eenzelfde nationaliteit, maar van een hemels land (…), waarin allen wonen die de ‘nationaliteit’ van de hemel bezitten. Boven de omgang met elkaar mogen we daar wonen bij God, Zijn ‘huisgenoten’ zijn. Het is Zijn huis, een huis dat gekenmerkt wordt door gemeenschap met Hem én met elkaar”[3].

Ons vaderland is in de hemel.
Daar gaan ‘t naar toe met ons leven. Daar bereiden we ons op voor. En het begin is er al. We gaan blij onze gang, op weg naar een toekomst die z’n weerga niet kent.
Wij hebben een plaats gekregen in het prachtigste gebouw dat ooit ontworpen is: de kerk van Christus Jezus!
Jezus is Zelf de hoeksteen: essentieel voor het bouwwerk. Zonder Hem stort de boel in elkaar. Zonder Hem is er geen perspectief.

Heilig leven – dat zit er niet in als wij dat zelf voor elkaar willen boksen.
Heilig leven – dat kan alleen maar als levende stenen bereid zijn om zich in te laten metselen in het gebouw dat de Bouwmeester uitgetekend heeft.
Zijn Geest maakt ons heilig. Dat geeft rust. De kerk is het meest degelijke en doordachte bouwwerk dat er in heel de wereld bestaat!

Noten:
[1] Efeziërs 2:18-20.
[2] In deze alinea gebruik ik uit de Heidelbergse Catechismus achtereenvolgens antwoord 31 (Zondag 12) en antwoord 29 (Zondag 11).
[3] Dit citaat komt van https://www.kingcomments.com/nl/bijbelstudies/Ef/2 ; geraadpleegd op vrijdag 12 april 2024.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.