Gereformeerd zijn: dat heeft zo z’n moeilijke kanten.
Wij geloven namelijk in Gods Zoon die wij niet lijfelijk zien.
Toch is de levenskoers der Gereformeerden volkomen duidelijk: zij willen allemaal naar Jezus toe! Want Hij, de eniggeboren Zoon van God, heeft door Zijn dood betaald voor hun zonden.
Samenleven met de Heiland: als het goed is, is dat ons levensdoel. Daarvoor leven wij. Met Hem lezen we de krant. Vergezeld door Hem verrichten wij ons dagelijks werk. Met Hem kijken we naar de tv-journaals. We doen alles samen.
Paulus schrijft erover in Romeinen 8: “Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere”[1].
Zo leven wij. Wij vertrouwen op Zijn belofte: ‘Ik blijf bij u. Daar komt niemand tussen. Echt niet’.
Dat geloofsvertrouwen steekt scherp af tegen de argwaan, het wantrouwen en de valse beloften van deze wereld.
Neem bijvoorbeeld de kabinetsformatie in Nederland.
Een redacteur van het Nederlands Dagblad tekende onlangs in een redactioneel wel heel duidelijke lijnen uit: “Dat er na vijf maanden informatie nog geen spoor is van een nieuw kabinet, komt door de onmogelijke beloften en valse voorstellingen waarmee de PVV, en in mindere mate ook BBB, vorig jaar kiezers heeft verleid. Het was de VVD die dat mogelijk maakte: eerst door het kabinet te laten vallen, vervolgens door migratie tot campagnethema op te blazen. Nu doet diezelfde VVD, samen met Pieter Omtzigt, al vijf maanden alsof het mogelijk zou zijn om samen met Wilders en BBB een degelijke, werkbare coalitie te vormen. En intussen moeten bewindslieden van D66, CDA en ChristenUnie de regering draaiend houden terwijl Wilders doorgaat met tieren, schelden en misleiden via sociale media, en terwijl die uitgedijde fractie van hem zich afwezig, stil en dom houdt. Als de Kamer érgens een robbertje over wil vechten, laat het dan gaan over de onmacht en onbekwaamheid van de ‘verkiezingswinnaars’”.
Daar is geen woord Frans bij, zou ik denken[2].
De partijen aan de formatietafel hebben, zo te zien, niet al te veel liefde voor elkaar.
De liefde van God lijkt bovendien heel ver weg.
En de vraag is: hoe kunnen wij in de eenentwintigste eeuw, in een wereld vol argwaan, wantrouwen en valse beloften gewoon Gereformeerd blijven? Immers, die achterdocht en dat gebrek aan vertrouwen hangen niet alleen als een donderwolk boven de formatietafel in Den Haag. Zulke wolken overkoepelen heel Nederland!
Laten we Gods Woord lezen, er naar luisteren en ermee leven.
Paulus vraagt in Romeinen 8: “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?”.
Nee, al die dingen zorgen – naar wij mogen hopen – niet voor verwijdering tussen Jezus Christus en ons.
Onze Zaligmaker houdt ons Hoogstpersoonlijk bij de les. Bij Zijn les. Hij leert ons dagelijks wat Goddelijke liefde en trouw vermag![3]
Naar Gods Woord luisteren: dat doen wij niet alleen.
We doen dat in en vanuit de kerk: de plek waar God Zijn kinderen verzamelen wil. De kerk is onze uitvalsbasis om aan anderen te vertellen over Gods daden in de historie van Nederland, van Europa en ja, van heel de wereld. Dat doen wij niet slechts vanuit ons persoonlijk enthousiasme. Wij zijn Geestdriftig. Wij werken vanuit de kerk. Want dat is de plek waar onze liefde voor de Verbondsgod wordt gevoed. Wij geloven niet vanuit een individuele ijver, maar omdat de Heiland, zo formuleert het Avondmaalsformulier, “ons eerst zo uitnemend heeft liefgehad”.
Laten wij Gods Woord lezen, er naar luisteren en ermee leven.
Als wij zo leven, zitten we niet vol argwaan. Dan is wantrouwen niet onze basis. Dan grossieren wij niet in valse beloften. Nee, dan bestaat ons ‘vlagvertoon’ uit geloof, hoop en liefde. De kracht van de kerk schuilt in Jezus’ werk!
Aldus staan dan de activiteiten van het ganse kerkvolk in een nieuw perspectief. Dat is het perspectief van Johannes 3: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God”[4][5].
Noten:
[1] In deze alinea citeer ik Romeinen 8:38,39.
[2] In deze alinea citeer ik uit: Sjirk Kuijper, “Plicht, macht en onmacht”. Redactioneel commentaar in: Nederlands Dagblad, dinsdag 16 april 2024, p. 3.
[3] In deze alinea citeer ik Romeinen 8:35.
[4] In deze alinea citeer ik Johannes 3:16-18.
[5] Bij het schrijven van dit artikel gebruikte ik onder meer een stuk dat ik eerder schreef. Dat stuk is gedateerd op woensdag 19 april 2006.