gereformeerd leven in nederland

31 december 2020

Lessen uit het leven van Lot

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Op deze Oudejaarsdag kijken wij terug op 2020. Het is een jaar geweest waarin de kerk vaak in bespreking was. In de reformatorische hoek van het kerkplein gaan veel erediensten door. In afgeslankte vorm, weliswaar. Maar toch. Velen vragen zich af: is dat wel verantwoord? Er wordt tegen geprotesteerd. Kerken moeten solidair zijn met de maatschappij, zegt men. Er wordt steeds schever naar kerken gekeken. Dat de kerk deels haar eigen wetten en regels heeft, lijkt voor sommigen maar moeilijk te verkroppen.
Welnu, in het Woord van God is de positie van rechtvaardigen – oftewel: Gods kinderen – ook tegendraads. Neem nu Lot. Lot is een zoon van Abrahams broer Haran. Het gedrag van de wereld die zonder God leeft ziet hij met lede ogen aan. Lot vraagt zich af: kan het nog erger? en: houdt dit nu nooit op?
De Bijbel vertelt ons dat er voor Lot inderdaad een moment komt dat het ophoudt. Hij wordt verlost. Zijn levensgang wordt ons ten voorbeeld gesteld. Ook voor kerkmensen van de eenentwintigste eeuw zal er eens verlossing komen! In 2 Petrus 2 klinkt dat als volgt: “…en als God de rechtvaardige Lot, die leed onder de losbandige levenswandel van normloze mensen, verlost heeft – want deze rechtvaardige, die in hun midden woonde, heeft dag in dag uit zijn rechtvaardige ziel gekweld bij het zien en horen van hun wetteloze daden – dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden”[1].

De goede God heeft Lot verlost. Hoe is dat gegaan? In Genesis 19 staat het.
De mannen van Sodom hebben een paar onbekende mannen de stad binnen zien komen. Op de een of andere manier is het duidelijk: deze mannen zijn heel bijzonder. Het is van stonde aan volkomen helder: deze mannen komen met een bijzondere missie!
Alle seksuele gevoelens van die mannen worden wakker. Zeg het maar zo: de hormonen gieren door de stad. Alle mannen gaan naar het huis van Lot. Want daar logeren die bijzondere nieuwkomers; zoveel is wel duidelijk.
Lot ziet die wellustige stadsgenoten komen. En hij hoeft er niet lang naar te raden wat de plannen zijn van de heetbloedige heren die daar zo ongeveer in slagorde aan komen zetten. Snel maakt Lot een plan. Hij heeft nog twee dochters ‘in de aanbieding’… Maar nee, dat is niet de bedoeling. Het gaat natuurlijk om die mannen!
Lot is al een buitenstaander. De mentale afstand tussen hem en de overige stadsbewoners is immens. En nu zal Lot de boel zeker ook nog anders gaan regelen…??? – nou, dat gaat niet gebeuren. Ze zullen die nieuwkomers hebben. Niet goedschiks? Dan maar kwaadschiks!
Maar dan…?
In Genesis 19 staat het zo: “Mijn broeders, doe toch geen kwaad! Zie toch, ik heb twee dochters, die met geen man gemeenschap gehad hebben; laat mij die toch bij u brengen en doe met hen wat goed is in uw ogen. Alleen, deze mannen moet u niets aandoen, want om die reden zijn ze onder de bescherming van mijn dak gekomen. Toen zeiden zij: Ga opzij! Ook zeiden ze: Deze ene is gekomen om hier als vreemdeling te verblijven en nu wil hij zeker rechter over ons zijn! Nu zullen we u meer kwaad aandoen dan hun. Zij drongen erg op de man, op Lot, aan en kwamen dichterbij om de deur open te breken. Maar die mannen staken hun hand uit, trokken Lot naar zich toe het huis in en sloten de deur”[2].
Dan zien we hoe God ingrijpt. Een lid van de Oudtestamentische kerk wordt gered. Al die grote kerels zien opeens niks meer. Heel die ontuchtige bende kan, bij wijze van spreken, niet meer voor of achteruit. Leest u maar mee: “Zij sloegen de mannen die bij de deuropening van het huis waren, van klein tot groot, met blindheid, zodat zij tevergeefs moeite deden om de deuropening te vinden”[3].
De mannen van Sodom zien het niet. Zij kunnen maar niet begrijpen waarom leven met God voor Lot zo belangrijk is.
Anno Domini 2020 is er op dat punt nog weinig veranderd. Niet-kerkelijke mensen kunnen maar niet begrijpen waarom kerk en kerkgang voor gelovigen van eminent belang zijn. Welnu, hier blijkt het: God redt uit de nood. In de kerk is het stellig weten en het vast vertrouwen: Hij is de Enige die dat kan. En Hij zal het doen. Ook in 2021.

Lot zou woorden uit Psalm 119 tot de zijne gemaakt kunnen hebben:
“Mijn vervolgers en tegenstanders zijn met velen,
maar van Uw getuigenissen wijk ik niet af.
Ik zag hen die trouweloos handelen, en ik walgde,
omdat zij zich niet aan Uw woord hielden.
Zie toch hoe ik Uw bevelen liefheb;
HEERE, maak mij levend overeenkomstig Uw goedertierenheid”[4].
Die woorden van de psalmist kunnen hopelijk ook de onze zijn. Nee, we hoeven geen heilige boontjes te wezen. Dat kunnen we trouwens ook helemaal niet. Maar die begeerte om naar Gods Woord te leven mag en moet wel in ons hart leven!

De kerk neemt afscheid van 2020. Het was, zo vinden velen, een bizar jaar. Het is, zo meent een massa mensen, een jaar dat zo snel mogelijk vergeten moet worden. Het is vooral een zwaar jaar geweest, zeggen sommige anderen. En dat is in veel gevallen ook waar. Maar daarbij behoren gelovige kinderen van God ook iets anders te bedenken. Namelijk een woord uit 1 Corinthiërs 10: “Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan”[5].
Laten we in die geloofswetenschap dit jaar afsluiten!

Noten:
[1] 2 Petrus 2:7, 8 en 9.
[2] Genesis 19:7-10.
[3] Genesis 19:10.
[4] Psalm 119:157, 158 en 159.
[5] 1 Corinthiërs 10:13.

30 december 2020

Het voorbeeld van Sodom en Gomorra

Het jaar 2020 is een jaar van beproeving voor de kerk. Het samenkomen in de kerkdiensten is vanwege het COVID 19-virus vooralsnog beperkt. En dat terwijl de Hebreeënschrijver zegt: “Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen”[1]. Er wordt nu veel wijsheid gevraagd. Wat moeten we doen? Moeten we de regeringsadviezen volgen? Of moeten we zeggen dat we meer naar God moeten luisteren dan naar de regeerders?
In discussies daarover is één ding zeker: “…als God de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand en tot de vernietiging veroordeeld heeft en tot een voorbeeld gesteld heeft voor hen die goddeloos zouden leven; (…) dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden”. Zo staat dat in 2 Petrus 2[2].
Godvruchtigen worden verlost. Het is zaak om in het geloof te volharden. Volhouden! – dat is het parool.
Is het COVID 19-virus een straf van de Here? Is het virus een verzoeking die de tegenstander van God, de satan, over de wereld brengt? Er is niemand op aarde die daar het laatste woord over zeggen kan. Maar de verlossing is gegarandeerd!

De verwoesting van Sodom en Gomorra staat beschreven in Genesis 19. De totale destructie van die steden is een werk van God. Het staat er nadrukkelijk bij: “Toen liet de HEERE zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen. Het kwam van de HEERE uit de hemel”[3]. Zo machtig is de Here. Complete steden kan Hij wegvagen. Maar zoals Hij destructie kan toepassen kan Hij ook redding geven. En dat doet Hij ook!

Voor Gods kinderen staat dat vast. Ook in coronatijd. Waarom staat dat vast? Omdat de Here een verbond heeft gesloten met mensen die Hem toegewijd dienen. Op dat verbond mogen gelovigen zich altijd beroepen. Denkt u maar aan Genesis 17, waar God tegen Abraham zegt: “Ik zal Mijn verbond maken tussen Mij, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn, en voor uw nageslacht na u”[4].
Daar zit ook een keerzijde aan. Als dat verbond door Gods gekochte kinderen geschonden wordt is God woest. Ziedend is Hij dan! In Deuteronomium 29 wordt het volk van God daar al voor gewaarschuwd: “En het zal gebeuren, als hij bij het horen van de woorden van deze vervloeking zichzelf in zijn hart zegent door te zeggen: Ik zal vrede hebben, ook wanneer ik mijn verharde hart volg; de overvloed zal de dorst wegnemen, dat de HEERE hem niet zal willen vergeven; dan zal de toorn van de HEERE en Zijn na-ijver tegen die man ontbranden, en alle vervloekingen die in dit boek geschreven zijn, zullen op hem rusten. De HEERE zal zijn naam van onder de hemel uitwissen. De HEERE zal hem voor dit kwaad afzonderen van al de stammen van Israël, overeenkomstig alle vervloekingen van het verbond dat beschreven is in het boek met deze wet. Dan zal de volgende generatie, uw kinderen, die na u opstaan, en de buitenlander die uit een ver land komt – als zij de plagen van dit land en zijn ziekten, waarmee de HEERE het getroffen heeft, zien – zeggen dat heel zijn land zwavel en zout, een brandplek, is; dat het niet wordt bezaaid, er niets op groeit en er geen enkel gewas opkomt, zoals bij de omkering van Sodom en Gomorra, Adama en Zeboïm, die de HEERE omgekeerd heeft in Zijn toorn en in Zijn grimmigheid – dan zullen alle volken zeggen: Waarom heeft de HEERE dit gedaan met dit land? Wat betekent deze grote ontbranding van Zijn toorn? Dan zal men zeggen: Omdat zij het verbond van de HEERE, de God van hun vaderen, dat Hij met hen gesloten had toen Hij hen uit het land Egypte leidde, verlaten hebben”[5].
Woordverlating is het ergste wat er is! En wat meer is: uiteindelijk zullen ook mensen uit de omgeving van de kerk zeggen: ‘Van die gelovigen blijft weinig over; bij die mensen is duidelijk van alles verkeerd gegaan’. Zo wordt er dan schande gesproken van God en van de kerk!

Als mensen die zichzelf christen noemen God de facto verlaten, zijn zij feitelijk geen haar beter dan ware gelovigen. En laten we wel wezen: met de wereld der goddelozen loopt het heel slecht af. De profeet Jesaja laat er in hoofdstuk 13 iets van zien: “Babel, het sieraad van de koninkrijken, de luister en de trots van de Chaldeeën, zal zijn als toen God ondersteboven keerde Sodom en Gomorra. Niemand zal er verblijven, nooit meer, en niemand, van generatie op generatie, zal er wonen”[6].
Vromen genieten generaties lang bescherming. Goddelozen hebben generaties lang te maken met diepe, diepe ellende. De tegenstelling is scherp!

Trouwens – ook de profeet Jeremia spreekt in hoofdstuk 50 in dezelfde trant, als hij op last van zijn Opdrachtgever profeteert tegen Babel: “Zoals God Sodom en Gomorra en de naburige plaatsen ervan ondersteboven heeft gekeerd, spreekt de HEERE, zo zal niemand daar wonen en geen mensenkind erin verblijven”[7].
Babel is door de Here ingeschakeld. Hij straft Israël – het door Hem gekozen volk – vanwege aanhoudende ongehoorzaamheid en ongeloof, en stuurt het naar Babel. Conclusie: soms worden mensen uit de wereld ingezet om kerkmensen een lesje te leren. Maar dat wil geenszins zeggen dat de Koning van hemel en aarde die ingeschakelde Babyloniërs thans gunstig gezind is!

Sodom en Gomorra zijn ondersteboven gekeerd. Waarom? Ezechiël spreekt erover in hoofdstuk 16: “Zie, dit was de ongerechtigheid van uw zuster Sodom: trots, overvloed van voedsel en zorgeloze rust had zij met haar dochters. De hand van de arme en de behoeftige ondersteunde zij echter niet. Zij verhieven zich en deden een gruweldaad voor Mijn aangezicht. Daarom deed Ik hen weg, zodra Ik het gezien had”[8].
Maar Ezechiël zegt daar wat bij.
Namelijk dit: Gods volk maakt het op dit moment nog veel gekker dan al die mensen in Sodom en Gomorra bij elkaar! Lees maar mee: “Samaria heeft nog niet de helft van uw zonden gedaan, en u hebt uw gruweldaden talrijker gemaakt dan zij. U hebt uw zusters rechtvaardig doen lijken, vergeleken bij al uw gruweldaden, die u gedaan hebt!”[9].

Nou nou, dit is niet best! Men zou toch zeggen: dit wordt niets meer!
En toch
Via Hosea 11 wordt een hoopvol bericht verspreid: “Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u uitleveren, Israël? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adama, met u doen als met Zeboïm? Mijn hart keert zich in Mij om, al Mijn medelijden is opgewekt. Ik zal Mijn brandende toorn niet ten uitvoer brengen, Ik zal niet terugkeren om Efraïm te gronde te richten. Want Ik ben God, en geen mens, de Heilige in uw midden, en in de stad zal Ik niet komen. Zij zullen achter de HEERE aan gaan, Hij zal brullen als een leeuw. Ja, Híj zal brullen, en de kinderen zullen bevende komen van de kant van de zee. Zij zullen bevende komen als een vogel uit Egypte, als een duif uit het land Assyrië. Dan doe Ik hen wonen in hun huizen, spreekt de HEERE”[10].
God verbreekt het verbond nooit. Dwars door alle zonden, wanhoop en ellende heen leidt Hij Zijn volk naar de toekomst. Dat is een wonder. Een ongelooflijk wonder!

De kerk kan met recht zeggen: het is, dankzij onze grote en goede God, allemaal net goed gegaan. Wat een geluk! Wat een Evangelie!
Het jaar 2020 is een jaar van beproeving voor de kerk. Maar ook nu weten wij: God houdt Zijn kinderen vast. Daarom is er hoop. Voor nu. En voor de toekomst.

Noten:
[1] Hebreeën 10:25.
[2] 2 Petrus 2:6 en 9.
[3] Genesis 19:24.
[4] Genesis 17:7.
[5] Deuteronomium 29:19-25.
[6] Jesaja 13:19 en 20 a.
[7] Jeremia 50:40.
[8] Ezechiël 16:49 en 50.
[9] Ezechiël 16:51.
[10] Hosea 11:8-11.

29 december 2020

Trouw gezin gezocht

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Wat is de toekomst van het gezin? Heeft het gezin nog wel toekomst? Het antwoord kan en moet bevestigend zijn: jazeker!
Dat blijkt onder meer uit Hebreeën 11: “Door het geloof heeft Noach, toen hij een aanwijzing van God ontvangen had van de dingen die nog niet te zien waren, uit ontzag voor God de ark gebouwd, tot redding van zijn gezin. Daardoor heeft hij de wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden van de rechtvaardigheid die overeenkomstig het geloof is”[1].

Noach gelooft dat God gaat doen wat Here gezegd heeft: “Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem verdelgen, van de mens tot het vee, tot de kruipende dieren en tot de vogels in de lucht toe, want Ik heb er berouw over dat Ik hen gemaakt heb”[2].
Noach is dus een heel gelovige man – inderdaad. Echter – ten diepste is hij net zo zondig als alle andere mensen op aarde. Waarom wordt hij dan gered? Waarom worden zijn gezinsleden dan niet omgebracht? Antwoord: omdat de Here barmhartig is: “Maar Noach vond genade in de ogen van de HEERE”[3].

Dat
is de werkwijze van de God van hemel en aarde, ook vandaag nog. Immers – vandaag is de aarde bedorven en op vele punten kapot. Men zou zeggen: de aarde is de moeite van het bewaren niet waard. Toch doet onze goede God dat. Omdat hij barmhartig is! Daarom zijn er nog gelovigen op aarde. De Dordtse Leerregels prenten het ons in: “God schenkt in dit leven aan sommigen het geloof, terwijl Hij het aan anderen onthoudt. Dit vloeit voort uit zijn eeuwig besluit”[4]. Dat hebben de theologen in Dordrecht niet zelf verzonnen. Lucas schrijft namelijk in Handelingen 15: “Aan God zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend”[5]. En de apostel Paulus schrijft in Efeziërs 1: “In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil”[6].

“Daardoor heeft hij de wereld veroordeeld”, noteert de Hebreeënschrijver. Door het geloof van Noach wordt, om zo te zeggen, de tegenstelling tussen de Oudtestamentische kerk en de wereld nog schriller.
Dat is een attentiesein voor de kerk van vandaag. Door ons geloof veroordelen we de wereld. Door ons gedrag wordt de antithese zichtbaar tussen vromen en goddelozen. Het wordt nog duidelijker wie bij de Heiland hoort, en wie niet.
Dat voelt voor de kerk niet fijn, om het maar eens hedendaags te zeggen. De kerk wil immers samenbindend zijn. Op het verscherpen van de tegenstellingen zit niemand te wachten. Niettemin is die verscherping iets dat meekomt in de positie van de kerk op deze aarde.
Het is in onze dagen heel gewoon geworden om te poneren dat de kerk aansluiting bij de wereld moet zoeken. De kerk moet aanpassingsvermogen tonen, zegt men. De kerk moet een zekere flexibiliteit hebben, en zich een beetje aanpassen aan de cultuur. En inderdaad – het Evangelie mag klinken in de bewoordingen van de eenentwintigste eeuw. Het Evangelie behoort uitgedragen te worden in het dagelijkse doen in onze gezinnen. Juist daar kan blijken hoe genadig God is. Juist daar kunnen we uitstralen dat wij ons bestaan te danken hebben aan Gods barmhartigheid. Maar wij mogen geen millimeter van Gods goedertierenheid af krabben. De kerk van 2020 moet standvastig zijn in het geloof: God is ook in onze tijd genadig voor wie in Hem gelooft. Dat Evangelie moet onverkort klinken. Alleen zo veroordeelt de kerk de wereld!

Door het geloof heeft Noach voor God de ark gebouwd, tot redding van zijn gezin. Zo staat dat in Hebreeën 11. Heeft Noach een modelgezin gehad? Nee, dat niet. En trouwens, in 2020 bestaan er ook geen modelgezinnen.
Je zult maar een kind hebben dat extreem agressief gedrag vertoont.
Je zult maar een kind met het syndroom van Down hebben… moet het kind naar een reguliere school of niet?
Je zult maar een kind hebben dat een vorm van autisme heeft.
Je zult maar een kind hebben dat regelmatig angstaanvallen heeft.
Je zult maar een kind hebben dat depressief is.
Niet voor niets kennen we vandaag de dag de jeugdarts, en op school de jeugdverpleegkundige!
Trouwens – je zult maar een gezin hebben waar slechts één inkomen binnenkomt. Zo’n gezin moet veel meer belasting betalen dan gezinnen waar tweeverdieners zijn; soms meer dan € 10.000.- per jaar[7].
Modelgezinnen bestaan niet. Bovendien komt er van vele kanten van alles op ons af. En meestal is daar weinig christelijks aan. Er komt heel veel digitaal gif binnen. Niet voor niets kopte het Reformatorisch Dagblad eerder deze maand: “Yona Foundation lanceert digitale detox voor pa en ma”[8].

Het mag duidelijk zijn: het traditionele gezin staat in onze samenleving niet hoog aangeschreven. Alleen daarom al is het soms verleidelijk om een beetje met de wereld mee te doen. Daar wordt het soms een stuk makkelijker van.
Laten wij echter attent blijven. En laten wij vooral de woorden van Petrus in herinnering houden: “…en als God de oude wereld niet gespaard heeft, maar het achttal van Noach, de prediker van de gerechtigheid, bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de goddelozen bracht (…) dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden”[9].
Onze God is almachtig! Ja, ook vandaag!

Noten:
[1] Hebreeën 11:7.
[2] Genesis 6:7.
[3] Genesis 6:8.
[4] Dordtse Leerregels, hoofdstuk I, artikel 6.
[5] Handelingen 15:18.
[6] Efeziërs 1:11.
[7] Zie hierover bijvoorbeeld https://sgp.nl/standpunten/eenverdieners ; geraadpleegd op woensdag 23 december 2020.
[8] Reformatorisch Dagblad, zaterdag 12 december 2020, p. 4.
[9] 2 Petrus 2:5 en 9. 

28 december 2020

Wie geeft de toon aan?

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , ,

Het gezin staat onder druk. Wij zien dat om ons heen. En wellicht weten we ’t ook uit eigen ervaring.
Nu is dat niet iets van de laatste tijd. Het Groningse hoofd der school W. Meijer (1904-1996) publiceerde in 1972 het boekje “Leven met Christus in het gezin”. Daarin staan onder meer hoofdstukken over ‘Het gebed in het gezin’, ‘De Schriftlezing in het gezin’, ‘Het gesprek in het gezin’ en ‘Bedreigingen van het gezin’.
Ergens achterin dat boekje staat geschreven: “Maar als we – zonder het misschien ten volle te beseffen – toch in onze gezinnen proberen twee heren te dienen, dan is er geen toekomst voor ons en voor onze kinderen. Laat toch de oude profeet uit Bethel ons een baken in zee zijn, de profeet, die zelf thuis bleef van de kalverendienst van Jerobeam maar wiens zonen, wiens nageslacht wél het grote feest van het syncretisme, van de vermenging van godsdienst en afgodendienst, meevierden (1 Koningen 12 en 13). Ik vrees, dat deze figuur in geestelijk opzicht een ontelbaar nageslacht heeft, ook in onze dagen. Volgen we hem – dan is ook het nageslacht, dat wij bezig zijn door Gods machtige hand te laten komen, in dodelijk gevaar. Ik vraag me wel eens af of we ons wel voldoende bewust zijn, dat we niet alleen de leiding hebben gekregen van een gezin, maar dat ook de toekomst van een heel nageslacht door God in onze handen is gelegd. Want de Here werkt door de geslachten doch hij schakelt mensen in – en die mensen zijn wij. En daar vallen dan de ongetrouwden onder ons en de kinderloze echtparen niet buiten – beslist niet. Hoeveel ongehuwden en hoeveel mannen en vrouwen, aan wie God de kinderzegen heeft onthouden, zijn juist tot bijzonder grote zegen geworden voor kinderen uit de buurt, uit de familie, uit de kring van kennissen en uit de hele brede kring van de kerk”[1].

Meijer wijst erop dat gezinnen geen twee heren kunnen dienen. Die term ‘twee heren dienen’ gaat terug op Lucas 16. Die heeft alles te maken met trouw; trouw aan onze God, wel te verstaan. Leest u maar mee: “Wie trouw is in het minste, is ook in het grote trouw. En wie onrechtvaardig is in het minste, is ook in het grote onrechtvaardig. Als u dan wat betreft de onrechtvaardige mammon niet trouw bent geweest, wie zal u het ware toevertrouwen?
En als u wat betreft het goed van een ander niet trouw bent geweest, wie zal u het uwe geven? Geen huisslaaf kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de ene hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon”[2].
Meijer stelt in feite: we moeten ervoor oppassen dat wij ons leven in vakjes verdelen: een laatje voor dít, een hokje voor dát. Wie God trouw dient is een voorbeeld voor zijn omgeving. Voor zijn vrouw en zijn kinderen, bijvoorbeeld. En we mogen het elkaar voorhouden: goed voorbeeld doet goed volgen. In onze gezinnen moeten we onszelf oefenen in aanhankelijkheid aan God. In ons gezinsleven is toewijding aan onze God van groot belang.

Daar kan zomaar wat slijtage in komen. Zo van: wij leven voor God, maar we moeten het onszelf in deze moeilijke tijd wel een beetje gemakkelijk maken. Met andere woorden: we dienen God en wij dienen onszelf. Dat wilde Jerobeam doen, in 1 Koningen 12: “Daarom pleegde de koning overleg en maakte twee gouden kalveren. Hij zei tegen het volk: Het is te veel voor u om op te trekken naar Jeruzalem. Zie uw goden, Israël, die u uit het land Egypte hebben doen optrekken. En hij plaatste het ene in Bethel, en het andere zette hij in Dan. Dit werd aanleiding tot zonde, want het volk liep vóór het ene uit, tot aan Dan toe. Hij maakte ook een godshuis op de offerhoogten en hij stelde priesters aan uit alle geledingen van het volk, die niet tot de nakomelingen van Levi behoorden. Verder stelde Jerobeam een feest in voor in de achtste maand, op de vijftiende dag van de maand, zoals het feest dat in Juda gevierd werd, en hij besteeg dan het altaar. Zo deed hij ook in Bethel door offers te brengen aan de kalveren die hij gemaakt had. Hij stelde ook in Bethel priesters aan voor de offerhoogten die hij gemaakt had”[3].
Heel veel mensen kennen wel de slogan: ‘Een beetje van jezelf en een beetje van Maggi’. Iemand noteerde daar eens bij: “Als er één reclameslogan is die getuigt van inzicht in het menselijk gedrag, is het deze van Maggi wel. Hoewel hij al jaren meegaat, neemt de actualiteit alleen maar toe. De werkelijkheid is uiteraard dat bijna alles van Maggi komt, maar dat je zelf net kunt doen of het van jou is”[4]. Precies datzelfde kunstje haalt Jerobeam uit in 1 Koningen 12. Als wij niet uitkijken worden wij daar ook heel goed in.

Meijer schrijft verder: “Hebreeën 11 toont ons, welke krachten er los komen door de werking van Gods Geest als we medewerkers willen zijn met die Geest en als we uit het geloof en door het geloof alleen willen leven. Dit hoofdstuk geeft de galerij der geloofsgetuigen. We kunnen ook zeggen: dit hoofdstuk toont ons de rij van de door-het-geloof-getrouwen.
Hebreeën 12 geeft – als vervolg daarop – de opwekking om in die trouw te volharden en niet te gauw te denken, dat we al heel wat ‘gepresteerd’ hebben: ‘Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling tegen de zonde’. Onder die ‘zonde’ kunnen we ook gerust besluiten traagheid, laksheid, matheid, zelfvoldaanheid en wereldgelijkvormigheid”[5].
Einde citaat.
Wij moeten – met andere woorden – “afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt”[6]. Wie in de renbaan van het leven heel erg zijn best moet doen om bij te blijven – en wie moet dat in de kerk niet? – dient alle bagage die het lopen zwaarder maakt weg te leggen. Da’s logisch. Anders word je sneller moe; zo moe dat je struikelt over je eigen benen… Een jogger gaat bij voorkeur ook niet hardlopen als hij een zware rugzak op heeft. 
De vraag is: wat geeft de toon aan in ons gezinsleven? Meer precies: Wie bepaalt de toonhoogte in ons gezinsleven?

In ons leven vraagt de Here niet van ons dat wij overal een graantje van meepikken. In onze gezinnen moeten we keuzes maken die altijd en overal terug te voeren zijn op Gods Woord!

Noten:
[1] W. Meijer, “Leven met Christus in het gezin”. – Groningen: Uitgeverij De Vuurbaak, derde druk, [1976]. – p. 95 en 96.
[2] Lucas 16:10-13.
[3] 1 Koningen 12:28-32.
[4] Geciteerd van https://www.adformatie.nl/pr/een-beetje-van-jezelf-en-een-beetje-van-maggi ; geraadpleegd op dinsdag 22 december 2020.
[5] W. Meijer, a.w., p. 96.
[6] Hebreeën 12:1.

24 december 2020

De verhoudingen hersteld

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Het traditionele gezin is in onze tijd goeddeels uit beeld. Dat blijkt bijvoorbeeld als we in de bekende internetencyclopedie Wikipedia gaan lezen. In het artikel over ‘Gezin’ lezen we onder meer: “Gezin is de term voor alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op microniveau vormen, met al dan niet verwante personen die duurzame en affectieve banden hebben en elkaar onderling steun en verzorging verlenen”.
En:
“Het moderne -westers-getinte- gezin is een kerngezin, waarbij de partners kiezen waar ze wonen, hun kinderen de achternaam van de vader en soms van de moeder dragen en elkaar aanvullen in de nodige verantwoordelijkheden.
Meestal bestaat het gezin uit twee generaties waartussen verwantschapsbanden bestaan. Een gezin is in de meeste culturen gesteund op het huwelijk en heeft een huishouden, evenals banden met de familie. Een familie wordt in de sociologie bezien als een ruimere eenheid van nauw verwante personen, hetzij door bloedverwantschap, hetzij in door aanverwantschap.
Het gezin is een dynamisch, de samenstelling verandert onder invloed van leeftijd, omgevingsfactoren en tal van elementen die samengaan met de individuele evolutie van de gezinsleden”[1].
Iemand die een beetje tussen de regels door leest, ziet het al wel: met de bovenstaande typeringen kunnen wij, als we dat willen, aardig wat kanten uit.

Als het Gereformeerden om het gezin in onze tijd gaat, is het goed een ogenblik aandacht te geven aan kardinaal Robert Sarah. Het Reformatorisch Dagblad schreef over hem: “Sarah is een Afrikaan, geboren in Guinee, en verheft voortdurend zijn stem om de behoudende en traditionele standpunten van Rome te verdedigen. Tegen echtscheiding, tegen abortus en tegen het homohuwelijk, uiteraard. Maar ook tegen geldzucht en luxe, tegen het plezierleven, tegen de ‘weekmakende levenswijze’ van de grote welvaart. ‘Jazeker, we moeten de jongeren weghalen bij hun tablets en hun smartphones om hen God te laten ervaren’. We moeten de stilte cultiveren, zegt Sarah.
Daarnaast maakt de kardinaal zich grote zorgen over de toekomst van het gezin. ‘Door het vaderschap en moederschap uitsluitend te zien als rollen die gespeeld moeten worden, legt de genderideologie de bijl aan de wortel van het gezin’”[2].

Wat is de wortel van het gezin? Oftewel: wanneer ontstaat het gezin?
Antwoord: in Genesis 2. Citaat: “En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn. En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet”[3].
Dat is het begin van het gezin. Adam en Eva vormen samen het eerste gezin. Let wel: een gezin is dus niet pas een gezin als er kinderen zijn!

Wanneer wordt het gezin voor de eerste keer ontwricht?
Dat gebeurt in Genesis 3: “Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend. En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan. Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten”.

Vandaag zijn er, naar men zegt, nogal wat soorten ‘gezinnen’. Bijvoorbeeld: kerngezinnen, één-oudergezinnen, ongehuwd samenwonenden, living apart together -LAT-, samengestelde gezinnen, gezinnen met co-ouders, meeroudergezinnen en mikado-gezinnen.
Na die opsomming valt de opstelling van het Hongaarse parlement des te meer op. Het Reformatorisch Dagblad berichtte op woensdag 16 december 2020: “Hongarije heeft adoptie van kinderen beperkt tot echtparen. Omdat echtparen in Hongarije wettelijk bestaan uit man en vrouw, is adoptie door homoseksuelen hiermee uitgesloten.
Het Hongaarse parlement in Boedapest keurde dinsdag deze grondwetswijzigingen goed. De grondwet noemt nu het ‘huwelijk als de basis van het gezin en de ouder-kind-relatie. De moeder is een vrouw, de vader is een man’.
Adoptie door alleenstaanden blijft nog wel mogelijk, maar alleen in uitzonderlijke gevallen. De regering wil voorkomen dat ongetrouwde homostellen zich melden als alleenstaand en op die manier kinderen adopteren. De afgelopen jaren is dat soms ook zo gegaan.
Het huwelijk is in Hongarije al eerder in de grondwet omschreven als een relatie van man en vrouw. Voor homoseksuelen bestaat wel het geregistreerd partnerschap. Maar de rechten die daaraan zijn verbonden, verschillen sterk van het huwelijk”[4].
Hongarije heeft in de Europese Unie geen beste naam. Waarom niet? “Het Europees Hof heeft het land op de vingers getikt. Hongarije is in gebreke gebleven door asielzoekers te weigeren en door vluchtelingen naar kampen te brengen om ze het land uit te zetten. Volgens het Europees Hof van Justitie heeft het land daarmee niet voldaan aan de verplichting die het had om de mensen te beschermen”[5]. Nee, dat klinkt niet goed. Intussen is over het Hongaarse gezinsbeleid best iets goeds te zeggen. Maar daar hoor je bijna niemand over!

Hoe dat zij – bij de God van hemel en aarde is het gezin nooit uit beeld. Jezus Christus kwam op de allereerste Kerstdag als mens naar de aarde – inderdaad: in een gewoon gezin. Hij werd, naar het zich voor de buitenwereld liet aanzien, een gezinslid als ieder ander. Het gezin van Jozef en Maria werd, naar huidige maatstaven, groot. Leest u maar mee in Marcus 6. Daar zeggen de mensen: “Is Dit niet de timmerman, de Zoon van Maria en de Broer van Jakobus en Joses en van Judas en Simon? En zijn Zijn zusters niet hier bij ons?”[6].
Maar nee, de Heiland is vanaf het begin van Zijn aards bestaan geen gewoon gezinslid. Allesbehalve dat! Hij is onze trouwe Heiland en Verlosser door zijn bloed[7]. De kwijnende kerk wordt een levenslustige kerk. Een kerk waar het bovendien het hele jaar door feest is. Paulus laat dat in 1 Timotheüs 2 duidelijk blijken. De apostel schrijft: “Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen. Dit is het getuigenis op de door God bestemde tijd”[8].
Zegt u nu zelf: in dit Schriftgedeelte is het – goed beschouwd – Kerst, Goede Vrijdag en Pasen tegelijk. De apostel Paulus schrijft over de mens Christus Jezus. Hij schrijft over de mens Christus, die als Hogepriester ons met het enige offer van zijn lichaam verlost heeft en met zijn voorbede steeds bij de Vader voor ons blijft pleiten[9]. Hij schrijft over de mens Christus Jezus, de Man die ons van onze zonden verlost heeft[10]. Hij schrijft over de Man die Zich gegeven heeft om zondige mensen vrij te kopen.
Paulus leert ons niet bij het Kerstfeest te blijven staan. Want dat is nog maar het begin. Het verlossingswerk gaat verder. Ja, dat verlossingswerk wordt helemaal af gemaakt!

Het traditionele gezin is in onze tijd vrijwel geheel uit beeld. Het is één van de ontwikkelingen waaruit de Woordverlating op zeer pijnlijke wijze blijkt. Men is geneigd te vragen: waar gaat het heen met de wereld? En vooral: waar eindigt dit? Welnu, Gods kinderen weten heel goed waar zij naar toe gaan: naar de hemel. Hun leven eindigt helemaal niet. Hun leven eindigt nooit.
En één ding weten we op het Kerstfeest zeker: de Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus – die tegelijk God is – gaat de verhoudingen herstellen. In de gezinnen. En ook elders. Ja, overal ter wereld!

Noten:
[1] Geciteerd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Gezin ; geraadpleegd op maandag 21 december 2020.
[2] Steef de Bruijn, “Achteruitkijkspiegel op het decennium”. In: RD Magazine, bijlage bij het Reformatorisch Dagblad, zaterdag 19 december 2020, p. 64 en 65.
[3] Genesis 2:22-25.
[4] “Hongarije wil gezin en kinderen beschermen”. In: Reformatorisch Dagblad, woensdag 16 december 2020, p. 12.
[5] Geciteerd van https://www.getrevue.co/profile/Brusselinside/issues/brussel-inside-het-roer-moet-om-300777 ; geraadpleegd op maandag 21 december 2020.
[6] Marcus 6:3.
[7] Zie hiervoor: Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 9.
[8] 1 Timotheüs 2:5 en 6.
[9] Zie: Heidelbergse Catechismus – Zondag 12, antwoord 31.
[10] Zie: Heidelbergse Catechismus – Zondag 11, antwoord 29.

23 december 2020

Troost als de overheid faalt

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Het zwerft door het Neêrlandse zwerk: ‘Ongekend onrecht!’. En het gaat over de affaire rond de kinderopvangtoeslagen.
Het Nederlands Dagblad bericht op vrijdag 18 december 2020: “Het kabinet, de Tweede Kamer, de ministeries van Financiën en Sociale Zaken, de Nederlandse rechtspraak en – last but not least – de belastingdienst: stuk voor stuk zijn zij verantwoordelijk voor het debacle met de kinderopvangtoeslagen. Het eindverslag van de parlementaire onderzoekscommissie schetst een treurig stemmend beeld van een disfunctionele Rijksoverheid.
De ene na de andere betrokkene krijgt een veeg uit de pan van de onderzoekscommissie. Geen enkele instantie blijft buiten schot, hoewel de commissie ervoor terugdeinst om personen met naam en toenaam verantwoordelijk te stellen. De acht Kamerleden concluderen dat de misstanden het gevolg zijn van collectief falen op alle fronten. Het rapport, dat de veelzeggende titel Ongekend onrecht draagt, stelt dat ‘het oplossen van de problemen waarin ouders door toedoen van de overheid terecht zijn gekomen keer op keer vooruit is geschoven’. Over de verantwoordelijkheid van de politiek schrijft de commissie: ‘De wetgever – kabinet en parlement – mag het zich aanrekenen dat zij wetgeving heeft vastgesteld die spijkerhard was en die onvoldoende de mogelijkheid bood recht te doen aan individuele situaties. (…) Noodzakelijke beginselen van behoorlijk bestuur kregen veel te weinig aandacht van de wetgever’. Die spijkerharde wetgeving werd ontworpen tegen de achtergrond van een ‘oververhitte politieke behoefte aan fraudebestrijding’, aldus de commissieleden”[1].

Het beeld is duidelijk. De overheid heeft gefaald. Duizenden mensen hadden en hebben te maken met ellende, onterechte verdenking van frauduleuze handelingen, verdriet en wanhoop – jarenlang! Dit is een schandaal. Een grof schandaal. Niet meer en niet minder.
Het zou de leiders en hoge ambtenaren sieren als zij bij het treffen van maatregelen in het vervolg telkenmale zouden denken: hoe leg ik dit uit aan het gezin dat naast mij woont, de familie Modaal-Doorsnee, die met deze maatregel te maken krijgt? Tegenwoordig hebben wij daar een term voor: de menselijke maat.
De affaire in kwestie voedt ons wantrouwen. Immers – als het bij een paar ministeries en de belastingdienst zo gaat, hoe gaat het dan elders? Het is daar niet veel beter, zo valt te vrezen.
De apostel Paulus leert ons in Romeinen 13: “Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen”[2].
Laten we er maar niet omheen draaien: het wordt wel heel moeilijk om ons aan zo’n overheid te onderwerpen!

De affaire is een sterk staaltje van het afschuiven van verantwoordelijkheid. Dat is van alle tijden. Het gebeurde al in Genesis 3: “De vrouw die U gaf om bij mij te zijn, die heeft mij van die boom gegeven en ik heb ervan gegeten”[3]. Ja, dat is Adams verdediging: “De vrouw die U mij gaf…”. Met andere woorden: als Adam nog even doorpraat is het de schuld van God dat het in Genesis 3 structureel en totaal fout gaat.
En ook vandaag is de verleiding wellicht groot om te vragen: als de Here alles in de hand heeft, waarom gebeurt dit dan? Eén van onze antwoorden zou kunnen zijn: om ons, mensen met een beperkt denkraam, ervan te doordringen dat wij zondig zijn.
Om met de Dordtse Leerregels te spreken: “Alle mensen hebben in Adam gezondigd en verdienen Gods vloek en de eeuwige dood. Daarom zou God niemand onrecht gedaan hebben, als Hij besloten had het hele menselijke geslacht aan zonde en vervloeking over te laten en vanwege de zonde te veroordelen. De apostel zegt immers: De hele wereld is voor God strafwaardig. Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods -Romeinen 3:19 en 23-. En: Het loon, dat de zonde geeft, is de dood -Romeinen 6:23-”[4].

Wordt het een droevige Kerst? Toch niet.
De apostel Johannes schrijft in zijn eerste algemene brief: “Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden”[5].
Waar kunnen wij terecht als de overheid oneerlijk en bureaucratisch is? Waar kunnen wij terecht als wijzelf onzeker zijn? Waar moeten wij naar toe als we in ons leven moeiten en vraagtekens meedragen? Antwoord: dan kunnen wij naar de Heiland! Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont, komt naar de aarde om toch te sterven voor de zonden van de mensen[6]. Hij gaat het dodenrijk betreden om ons van de dood te redden. Hij neemt de verantwoordelijkheid voor onze zonden. En zie – dat verandert de wereld! Altijd als wij door ernstig berouw op de goede weg terugkeren, doet God zijn vaderlijk aangezicht weer over ons lichten[7]. Dat geldt voor alle wereldburgers. En ja, dat geldt ook voor falende overheidsdienaren.
Dan gelden ook de woorden van de zegen uit Numeri 6: “De HEERE zegene u en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!”[8].

Noten:
[1] Geciteerd uit: “Ongekend onrecht in toeslagenaffaire”. In: Nederlands Dagblad, vrijdag 18 december 2020, p. 4.
[2] Romeinen 13:1 en 2.
[3] Genesis 3:12.
[4] Dordtse Leerregels, hoofdstuk I, artikel 1.
[5] 1 Johannes 4:9 en 10.
[6] Zie 1 Timotheüs 6:16.
[7] Deze formulering is ontleend aan de Dordtse Leerregels, hoofdstuk V, artikel 5.
[8] Numeri 6:24, 25 en 26.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.