gereformeerd leven in nederland

31 oktober 2022

Roep Hem aan!

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Het onderwerp ‘kerkelijke eenheid’ leidt bij velen tot pijnscheuten. Wij komen allemaal wel eens christenen tegen waarvan we zeggen: wij denken over veel punten hetzelfde. Het is zelfs niet uitgesloten dat we een heel verhaal kunnen houden over het antwoord op de vraag: ‘Waarom zitten wij niet in één kerk?’. Wat verdrietig kan dat soms wezen!
Wij weten het: kerkelijke verschillen zullen er altijd blijven.
Maar bij de herkenning van het christelijk geloof is er ook altijd een zekere blijdschap.

Die herkenning is er al vanaf den beginne. In Genesis 4 lezen wij: “En ook bij Seth werd een zoon geboren, en hij gaf hem de naam Enos. Toen begon men de Naam van de HEERE aan te roepen”.
Men gaat gezamenlijk naar de troon van God toe. De mensen gaan bidden. Zij uiten hun dankbaarheid voor het leven met God. Zij belijden hun zonden. Zij leggen Hem hun problemen voor. Zij beseffen dat de Here Zijn kinderen bij elkaar wil zetten. Gezamenlijke lof en dank aan God is belangrijk!
Er zijn heel veel mensen die zeggen: ik geloof wel in God, maar de kerk heb ik niet nodig. Laten wij terdege beseffen dat God ons om Zich heen verzamelt. De vraag is niet: wat vind ik van de kerk? Wij behoren wel te constateren: God werkt in harten van mensen, zodat zij Hem gelovig blijven dienen en elkaar blijven opzoeken. Hij wil alle door Hem gekochte mensen om Zich heen hebben![1]

Ons gebed markeert in zekere zin een nieuw begin. Gelovigen vragen hun trouwe Vader om een nieuwe start. Zij vragen Hem in de hemel dringend  om hun zonden te vergeven. Zo’n nieuw begin zien we bij Salomo in 1 Koningen 8: “Schenk dan aandacht aan het gebed van Uw dienaar en aan zijn smeekbede, HEERE, mijn God, door te luisteren naar het roepen en naar het gebed dat Uw dienaar heden voor Uw aangezicht bidt. Laten Uw ogen open zijn, nacht en dag, over dit huis, over deze plaats, waarvan U hebt gezegd: Mijn Naam zal daar zijn, om te luisteren naar het gebed dat Uw dienaar op deze plaats zal bidden”.
Al die dienaars van God hebben vervolgens de zekerheid van Psalm 103:
“Zo ver verwijderd ’t westen is van ’t oosten,
zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten
de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd”
Wie nadenkt over eenheid van kerken moet niet beginnen bij mensen die wel of niet samen door één deur kunnen. Nee, wij moeten in het gebed tot God vragen om een nieuw begin[2].

Dat nieuwe begin kan overal ter wereld plaatsvinden. Die nieuwe start is niet plaats- of continent-gebonden. Hoe kan dat? Johannes 3 verklaart het ons: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft”. De profeet Jesaja kijkt er in hoofdstuk 55 reeds naar uit: “Zie, U zult een volk roepen dat U niet kende, en het volk dat U niet kende, zal naar U toe snellen, omwille van de HEERE, Uw God, voor de Heilige van Israël, want Hij heeft U verheerlijkt. Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is,   roep Hem aan terwijl Hij nabij is”. Met volken buiten Israël had God geen band. Al die volken wisten niet wie Hij was, is en zal zijn. Maar al die vreemde volken komen uiteindelijk toch naar Hem toe, zonder dralen en zo snel mogelijk. Hoe komt dat? Waar komt zo plotseling die drive vandaan om naar de Heer van hemel en aarde toe te gaan? Die aandrang komt bij God vandaan. Want Hij koos mensen uit om in Zijn heerlijkheid te wonen. “Hij heeft U verheerlijkt”. Jesaja ziet die verheerlijking klaarblijkelijk al als een feit. Zo zeker is de zaligheid van Gods kinderen![3]

Het nieuwe begin van ons gebed steekt bijna schril af tegen de heerlijkheid die in het verschiet ligt. Gods kinderen, waar ook ter wereld, zijn uitgekozen om in dat grootse universum een nieuw leven te gaan leiden. Samen zijn zij onderweg naar een schitterende toekomst met de Koning van de kosmos.
Dan gaan wij elkaar toch welhaast als vanzelf opzoeken?  

Elkaar opzoeken, bijna als vanzelf?
Dat lijkt een mooi ideaal dat echter zelden realiteit gaat worden. Wij zien toch om ons heen hoe moeizaam kerkelijke eenheid soms tot stand komt?
Inderdaad – daar kunnen wij niet omheen.
Maar laten wij, op dit punt van onze gedachten gekomen, Lucas 18 niet vergeten. Wij kijken een ogenblik naar de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter. Jezus vertelt de gelijkenis. En Hij geeft de toepassing er meteen bij. Leest u maar mee.
“En Hij sprak ook een gelijkenis tot hen met het oog daarop dat men altijd moet bidden en niet de moed verliezen. Hij zei: Er was in een zekere stad een rechter die God niet vreesde en geen mens ontzag. En er was een weduwe in dezelfde stad en zij kwam voortdurend naar hem toe en zei: Doe mij recht tegenover mijn tegenpartij. En hij wilde een tijd lang niet. Daarna echter zei hij bij zichzelf: Hoewel ik God niet vrees en geen mens ontzie, toch zal ik, omdat deze weduwe mij lastigvalt, haar recht doen, opdat zij uiteindelijk niet komt en mij in het gezicht slaat. En de Heere zei: Hoor, wat de onrechtvaardige rechter zegt. Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, ook wanneer Hij lang wacht om hen te hulp te komen? Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen. Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?”.
Lucas 18 roept ons op om de Here te blijven zoeken.
Dat mogen we individueel doen, thuis op de bank.
Maar laten we ook samen bidden[4].

Laten wij maar biddend strijden, in een wereld die soms hoofdschuddend kijkt naar alle klerikale geharrewar in de lage landen.
Zullen wij ons blijven realiseren dat Jezus Christus, onze Heiland, uiteindelijk de mooiste eenheid tot stand brengt die er in deze wereld is geweest?  
Wij zeggen het in de apostolische geloofsbelijdenis: “Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen”. Ja, wij geloven een kerk waarvan de Heiland het Hoofd is.
Het is, ook anno Domini 2022, noodzakelijk om de naam van de Here aan te roepen.
Er is heel wat lawaai in de wereld, jazeker. Maar de God van alle genade zal altijd naar Zijn uitverkorenen luisteren!

Noten:
[1] In deze alinea gebruik ik Genesis 4:26.
[2] In deze alinea gebruik ik 1 Koningen 8:28,29. En verder citeer ik uit Psalm 103:4 – Gereformeerd Kerkboek-1986.
[3] In deze alinea citeer ik achtereenvolgens Johannes 3:16 en Jesaja 55:5,6.
[4] In deze alinea citeer ik Lucas 18:1-8.

28 oktober 2022

Volksvertegenwoordigers bij God

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Hoge bomen vangen veel wind. Dat is een oud gezegde. Wie vooraan staat vangt veel klappen op. Dat geldt vandaag zeker voor regeringen, voor ministers, voor staatssecretarissen. Het lijkt tegenwoordig bijna een wonder als een complete regeringsploeg de rit uitzit. Dat gebeurt zelden meer.
Zo werkt dat in Nederland.
Zo werkt dat nu ook in het Verenigd Koninkrijk.
De Engelse premier Liz Truss trad onlangs al na 45 dagen af.
Het gewone volk staat er hoofdschuddend bij. Waar vinden wij politici die een verstandig beleid voeren en dat beleid op een goede manier kunnen verantwoorden?[1]

Bovenstaand gedachtespinsel brengt ons vandaag bij het uitgangspunt van Exodus 18: “Luister nu naar mijn stem. Ik zal je raad geven en God zal met je zijn. Jíj moet het volk bij God vertegenwoordigen en jíj moet de zaken voor God brengen. Je moet hun de verordeningen en de wetten voorhouden en hun de weg bekendmaken waarop zij moeten gaan en het werk dat zij moeten doen”.
Dat advies geeft Jethro aan zijn schoonzoon Mozes.
Regering en rechtspraak moeten, zo geeft Jethro aan, anders georganiseerd worden. Anders heeft Mozes het veel te druk. Als leider van het volk moet Mozes eerst en vooral de vertegenwoordiger van het volk zijn bij de hoogste God[2].

Die tekst uit Exodus 18 fungeert ook als Schriftbewijs in de Nederlandse Geloofsbelijdenis. In die belijdenis staat onder meer het volgende: “Wij geloven dat onze goede God om de verdorvenheid van het menselijk geslacht geboden heeft, dat er koningen, vorsten en overheden zullen zijn. Hij wil namelijk dat de wereld geregeerd wordt door wetten en staatsregelingen, zodat de ongebondenheid van de mensen bedwongen wordt en alles in goede orde onder hen toegaat”. Bij de gecursiveerde tekst wordt naar Exodus 18 verwezen.
Goede staatsregelingen zijn vereist. Er moeten heldere wetten en regels wezen. Daar moet mee gewerkt worden. En in veranderende tijden dient er met enige regelmaat kritisch naar gekeken te worden.
Daarvoor is een stabiele regering nodig.
Maar zegt u nu zelf: stabiele en voortvarende regeringen lijken in deze wereld steeds zeldzamer te worden[3].

Waardoor wordt die instabiliteit veroorzaakt?
Het principiële antwoord op die vraag geeft Paulus in Romeinen 13: “Zij – dat is de overheid – is immers Gods dienares, u ten goede. Als u echter kwaad doet, vrees dan, want zij draagt het zwaard niet zonder reden. Zij is namelijk Gods dienares, een wreekster tot straf voor hem die het kwade doet”.
De overheid is dienares van God. Steeds weer moet de vraag wezen: wat wil God dat wij in deze situatie doen? Natuurlijk – daarover is altijd discussie mogelijk. Het antwoord op de vraag: ‘Wat wil God?’ is niet eenvoudig. Heel vaak moet er gekozen worden uit oplossingen, waarvan er niet één ideaal is. Maar het moet duidelijk zijn dat de overheid in zekere zin vertegenwoordiger van het volk is bij de hoogste God. De overheid staat, om zo te zeggen, vooraan en kijkt de Machthebber van hemel en aarde recht in de ogen.
Het moet er derhalve niet om gaan wat de onderdanen van parlementariërs en regeerders vinden. Het moet er ten diepste niet om gaan dat de regering een prachtig compromis bedenkt zodat alle betrokken partijen tevreden kunnen worden gesteld. De kern van de zaak is dat het regeerwerk tegenover de Koning van de kosmos verantwoord kan worden[4].

Dat genoteerd zijnde bladeren wij van Exodus 18 een stukje terug in datzelfde Bijbelboek. Wij gaan naar hoofdstuk 15. Daar bezingt Mozes de macht van God, zoals die gebleken is in de bevrijding van Gods volk uit Egypte. Mozes’ lied eindigt als volgt:
“U zult hen – dat zijn de Israëlieten – brengen en hen planten
op de berg die Uw eigendom is,
Uw vaste woonplaats,
die U gemaakt hebt, Heere,
het heiligdom, Heere,
dat Uw handen gesticht hebben.
De Heere zal regeren
voor eeuwig en altijd!”.
Men begrijpt: het beloofde land Kanaän lonkt!
Maar die woorden uit Exodus 15 mogen wij ook Nieuwtestamentisch belichten. De God van hemel en aarde brengt door Hem gekochte mensen bijeen in de kerk. Jezus Christus heeft de gemeente lief. Hij heeft Zich, zo blijkt uit Efeziërs 5, voor haar overgegeven “opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn”.
Die Boodschap wordt in de kerk verkondigd.
De overheid is geroepen om “te bevorderen dat het koninkrijk van Jezus Christus komt en het Woord van het evangelie overal gepredikt wordt, zodat God door ieder geëerd en gediend wordt, zoals Hij in zijn Woord gebiedt”.
Is er vervolgens geen ruimte meer voor ‘andersdenkenden’? Jawel, die is er wel. Maar een overheid die Gods Woord als richtsnoer heeft, houdt een vaste koers aan die heilzaam is voor alle volksgenoten.
Het moet ons helder voor ogen staan: de Heere zal voor eeuwig regeren. Daar werkt Hij naar toe. Als het goed is werken overheden uiteindelijk daaraan mee[5].

West-Europa is ver weg gedwaald van Gods Woord. Regeerders kennen, op z’n best, flarden uit dat Woord. En parlementariërs en regeerders leven er niet meer naar, op enkele uitzonderingen na.
Wat zou het een rust geven als men ging regeren terwijl Gods Woord open lag!

Noten:
[1] Zie over het veelbewogen premierschap van Mary Elizabeth Truss bijvoorbeeld “Een stormachtig premierschap”. In: Nederlands Dagblad, vrijdag 21 oktober 2022, p. 2.
[2] In deze alinea citeer ik Exodus 18:20.
[3] In deze alinea citeer ik een passage uit artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
[4] In deze alinea citeer ik Romeinen 13:4.
[5] In deze alinea citeer ik Exodus 15:17,18 en Efeziërs 5:25-27. Verder citeer ik enkele woorden uit artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

27 oktober 2022

Vestig uw hoop op Jezus!

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Hoe kunnen wij met een gerust hart verder leven in een woelige wereld? Antwoord: wij mogen ons concentreren op Jezus, de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis. Hij is de echte Rust-brenger.
Dat noteert de schrijver van de brief aan de Hebreeën.
Al in het Oude Testament wordt er naar toe gewerkt om Hem aan de wereld te presenteren als de Redder der wereld.
Gods reddingsplan is aan de hele wereld geproclameerd. Jezus Christus heeft tijdens Zijn rondgang op aarde op allerlei manieren laten zien dat de drie-enige God almachtig is: tekenen, wonderen, gaven van de Heilige Geest – ongelooflijk is het!
Nu gaan wij ons uiteraard graag bij de Heiland melden! Met God wandelen wij kalm door de wereld. En wij weten het: het Goddelijke reddingsplan wordt niet ontkracht door vraagstukken rond stikstof. Dat Goddelijke reddingsplan wordt niet ontkracht door energievraagstukken. Dat Goddelijke reddingsplan wordt niet ontkracht door de vluchtelingenproblematiek[1].

Jezus Christus is de belangrijkste Man in ons leven.
In Gods Woord worden heel veel mensen genoemd die bepalend zijn geweest in de heilshistorie.
Mozes bijvoorbeeld.
In het Bijbelboek Exodus staat hij als leider van het volk Israël tussen God en mensen in. Vele malen was hij, samen met zijn broer Aäron, bij de Egyptische farao om hem de plagen aan te zeggen. Hij diende God in alles. Exodus 40 is typerend voor Mozes’ werkwijze: hij “deed overeenkomstig alles wat de Heere hem geboden had, zo deed hij”.
In Marcus 9 verschijnt hij tijdens de verheerlijking op de berg: “En aan hen verscheen Elia met Mozes en zij spraken met Jezus”.
In het onderwijs dat Jezus op aarde geeft verwijst Hij met grote regelmaat naar Mozes. Dat doet Hij ook bij de Emmaüsgangers: “En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was”.
In feite schreef Mozes al over Jezus Christus. Dat laat Jezus zelf weten in Johannes 5: “Want als u Mozes geloofde, zou u Mij geloven; want hij heeft over Mij geschreven”.
In Openbaring 15 zingen de overwinnaars het lied van Mozes: “En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen!”.
Mozes is dus belangrijk geweest in de geschiedenis van de kerk.
Maar Jezus is nog groter. Zijn werk heeft nog meer waarde. De schrijver van de brief aan de Hebreeën noteert: “Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan de hemelse roeping, let op de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, Die Hem aangesteld heeft, zoals ook Mozes trouw was in heel Zijn huis. Want Christus is zoveel meer heerlijkheid waard geacht dan Mozes, evenals hij die het huis gebouwd heeft, meer eer ontvangt dan het huis zelf. Immers, elk huis wordt door iemand gebouwd, maar Hij Die dit alles gebouwd heeft, is God”.
Het gaat om Gods eer. Al ons leven en werken is, als het goed is, één groot eerbewijs aan de God van hemel en aarde. Hij is de hoogste Machthebber aller tijden![2]

Onze God bouwt een huis. Gelovige kerkmensen worden, om zo te zeggen, ingemetseld in dat huis. De hemelse God woont met Zijn Heilige Geest in dat huis. De Geest van Jezus Christus gaat altijd en overal met ons mee. Wonderlijk maar waar!

Dat wonder wordt nog groter als wij het afzetten tegen de zeer gebrekkige godsdienstigheid van Israël in de woestijn. Eigenlijk liepen de Israëlieten voortdurend bij de Here weg. In Hebreeën 3 klinkt dat zo: in de woestijn “hebben uw vaderen Mij verzocht; zij hebben Mij op de proef gesteld en Mijn werken gezien, veertig jaar lang. Daarom ben Ik toornig geworden op dat geslacht en heb gesproken: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Mijn rust zullen zij niet binnengaan!”.
Het is duidelijk dat het met ons niet die kant op moet.
De vraag is: conformeren wij ons in 2022 aan de gelovige godsdienst van Mozes die ons op Jezus Christus wijst, of kiezen wij uiteindelijk voor de goddeloosheid in de woestijn?[3]

Als we ons vastklampen aan onze Here Jezus Christus maken wij ons daar niet altijd populairder mee.
De heer Baudet, partijleider van het Forum voor Democratie vindt het christendom bijvoorbeeld een ‘kneusjesreligie’ en een ‘ideologie van zwakkelingen’. Het christelijk geloof toont volgens hem bovendien een gebrek aan ‘mannelijkheid’.
Terecht merkt ondernemer en opiniemaker Rutger van den Noort op: “Genade is in de realiteit van de wereld iets ‘loserigs’, maar voor christenen is het juist de kern van hun geloof. In die zin adresseert Baudet iets wat klopt, maar omdat het niet in zijn eigen wereldbeeld past, geeft hij het label ‘loser’ mee”.
Heeft het christelijk geloof te weinig mannelijkheid? Dat is klinkklare onzin. Christenen zijn volgelingen van de almachtige Heiland. Hij is hun Hoofd. Hij brengt hen in de kerk.
Nee, de kerk hoeft niet groots en imponerend te zijn. Want dat is Jezus Christus – Hij is ontzagwekkend; Hij is buitengewoon indrukwekkend. In de kerk wijst alles en iedereen naar Hem.
De heer Baudet gelooft daar blijkbaar weinig of niets van.
Dat is droevig. Voor wie in de Rust-brenger gelooft wordt het leven namelijk een stuk rustiger[4].

Laat de kerk maar onvermoeibaar en vrijmoedig het Evangelie verkondigen: vestig uw hoop op Jezus Christus; dan komt u nimmer bedrogen uit![5]

Noten:
[1] De tekst van deze alinea werd uitgewerkt in artikelen die eerder op deze internetpagina verschenen. Dat zijn: ‘De heilshistorie belicht’, hier gepubliceerd op dinsdag 6 september 2022 – te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2022/09/06/ en: ‘Een blijer leven’, hier gepubliceerd op woensdag 12 oktober 2022 – te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2022/10/12/ .
[2] In deze alinea citeer ik uit Gods Woord achtereenvolgens Exodus 40:16, Marcus 9:4, Lucas 24:27, Johannes 5:46, Openbaring 15:3 en Hebreeën 3:1-4.
[3] In deze alinea citeer ik Hebreeën 3:9-11.
[4] In deze alinea citeer ik uit: “Christelijk geloof als ‘kneusjesreligie’. In: Nederlands Dagblad, donderdag 20 oktober 2022, p. 4. Zie voor meer informatie over Rutger van den Noort http://www.rutgervandennoort.nl/ ; geraadpleegd op donderdag 20 oktober 2022.
[5] Dit artikel werd geschreven als voorbereiding op een vergadering van de mannenvereniging ‘Augustinus’ van De Gereformeerde Kerk Groningen. Woensdagavond 26 oktober 2022 werd een vergadering  gehouden waar Hebreeën 3 werd bestudeerd.

26 oktober 2022

Haggaï geeft hoop

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , , ,

De profeet Haggaï wil de kerk reformeren. Gereformeerden van 2022 knorren goedkeurend. Want het is bekend: wij moeten eigenlijk altijd weer gereformeerd worden.
In de Nederlandse samenleving van 2022 wil men niet meer naar die Boodschap luisteren. Nu worden kerkmensen niet op slag goddeloos. Maar zij hebben wel snel de neiging om wat nonchalanter in de godsdienst te worden.
Laten wij maar waakzaam blijven!

Haggaï vermaant Gods volk op scherpe toon. Maar zijn profetie eindigt in hoofdstuk 2 hoopgevend. Leest u maar mee: “Het woord van de HEERE kwam voor de tweede keer tot Haggaï, op de vierentwintigste van de maand: Zeg tegen Zerubbabel, de landvoogd van Juda: Ik zal doen beven de hemel en de aarde. Ik zal de troon van de koninkrijken omverwerpen en de kracht van de koninkrijken van de heidenvolken wegvagen. Ik zal de wagen met zijn berijder omverwerpen; de paarden en hun ruiters zullen neerstorten, ieder door het zwaard van zijn broeder. Op die dag, spreekt de Heere van de legermachten, zal Ik u, Zerubbabel, zoon van Sealthiël, Mijn dienaar, nemen, spreekt de Heere. Ik zal u maken tot een zegelring, want u heb Ik verkozen, spreekt de HEERE van de legermachten”.
Die woorden geven Gods kinderen nieuwe hoop. Ook in 2022.
Christenen horen niet voor altijd tot de gedoodverfde verliezers.
Verlating van Woord en kerk is aan de orde van de dag. Niet alleen in Nederland, maar ook op heel veel andere plekken in de wereld. En misschien zijn wij wel eens geneigd om moedeloos het hoofd in de schoot te leggen – ‘ach, er is toch niets meer aan te doen’. Wie zulke gevoelens voelt opborrelen moet ze niet koesteren. Lees vooral Haggaï 2![1]

Haggaï 2 is, goed beschouwd, een heel troostrijk Schriftgedeelte.
Dat zullen wij ook hieronder zien.

God belooft dat de nieuwe tempel uiteindelijk mooier zal zijn dan de eerste tempel die verwoest is. Waarom is dat zo zeker? Omdat de Bevelhebber van de hemelse legers erbij is. Zo’n 1400 jaar voor Christus verrichtte Hij Hoogstpersoonlijk in Egypte een groots bevrijdingswerk. Hij leidde Zijn complete volk het land uit. Onder Zijn leiding kregen zij een nieuw vaderland.
Als God zo overdonderend veel macht heeft, kan Hij er natuurlijk ook voor zorgen dat er in de herbouwde tempel weer allerlei kostbare voorwerpen komen. Daar is geen twijfel aan!  

Haggaï moet de mensen vervolgens uitleggen dat zij weer moeten gaan leven zoals de Here het wil. Dat moet de hoogste prioriteit hebben. De recente gebeurtenissen in de geschiedenis van Gods volk geven duidelijke vingerwijzingen. Wie God verlaat moet erop rekenen dat hij uit Gods hand allerlei tegenspoed ontvangt: de graanoogst valt zwaar tegen, er komen dikke hagelbuien die het bouwland totaal vernielen en alsof dat nog niet genoeg is, komen er ook nog allerlei plantenziekten voor! Het hoeft geen betoog: op deze manier gaat Gods volk ten onder.
Men zou toch denken dat Gods volk nu wel gaat begrijpen dat al die tegenspoed uit Gods hand komt. Men zou denken dat Gods volk wel gaat begrijpen dat er alle reden is om naar de Here terug te gaan. Maar nee. Integendeel! Het volk verwijdert zich steeds verder van God…
Is alles nu verloren?
Komt de geschiedenis van de kerk thans tot een roemloos einde?
Nee. Toch niet.
Want de Here is trouw aan Zijn verbond.
De Here geeft weer allerlei zegeningen aan Zijn volk.

Maar dat is ongelooflijk.
Dat is ronduit verbijsterend!
Want God heeft toch helemaal geen reden om Zijn volk weer te zegenen? De mensen lopen immers bij Hem weg? Nou dan…
Hier blijkt eens te meer: de God van hemel en aarde is onvoorstelbaar trouw!
Die trouw zien wij ook in 2022.
Het zou goed zijn om – laten we zeggen – voor onszelf eens drie dingen op te noemen waaruit in ons leven Gods trouw blijkt. Bijvoorbeeld: gezondheid, kracht om allerlei werk in de kerk te doen, mensen om ons heen die op allerlei manieren voor ons zorgen. En zo is er nog veel meer.
‘Tel uw zegeningen tel ze één voor één
En ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen!’.

Echter – voor vijanden van God is het allemaal ronduit angstaanjagend: een aardbeving en een hemelbeving. Het is alsof de wereld vergaat!
Alle aardse koninkrijken worden moeiteloos veroverd door Gods legers.
Alle menselijke macht op aarde wordt vernietigd. Er blijft niets van over.
Al die menselijke energieën hebben afgedaan. Humane krachtpatserij raakt in één klap uit de tijd.
Oorlogen op aarde worden abrupt beëindigd.
De hele wereld is van streek.
Maar dan beseffen alle goddeloze wereldburgers het opeens: vergeleken met die hemelse grootsheid is ons armzalige bestaan totaal niet meer de moeite waard. Ontzet en wanhopig steken zij elkaar overhoop. Met alle wapens die zij kunnen vinden maken goddeloze mensen een einde aan elkaars leven!
Nu dringt de actualiteit van 2022 zich op.
Een paar vragen: zouden wij, Gereformeerde mensen van deze tijd, kunnen zeggen dat iemand als de Russische president Poetin een levensgroot voorteken is? Zouden we kunnen zeggen dat de catastrofe die Rusland veroorzaakt een voorteken is van alle rampspoed die de wereld nog treffen zal? Haggaï 2 geeft, als het hierom gaat, veel te denken!

Via Haggaï spreekt de Here tot Zerubbabel. Dat is de landvoogd van Juda. Hij is een voor-afbeelding van Jezus Christus. Zerubbabel wordt Gods zegelring. Een zegelring deed dienst als een soort handtekening: er werden brieven en wetten mee bekrachtigd.
Het wordt duidelijk: in de toekomst zullen alle koninkrijken onderworpen zijn aan de Meerdere van Zerubbabel: onze Here Jezus Christus. God gaat al Zijn beloften waarmaken. Hij formeert één koninkrijk van priesters. Hij verzamelt allerlei mensen om zich heen om hen tot een heilig volk te maken. De profeet Jesaja spreekt daar ook over: “Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem”.
Dat wordt een feestelijke tijd.
Het is, om zo te zeggen, de vervolmaking van het Loofhuttenfeest. Dat was, zoals wel bekend zal zijn, het feest van de inzameling van de oogst. Welnu – in Haggaï 2 heeft de hemelse God Zijn kinderen verzameld. Over het Loofhuttenfeest lezen we in Leviticus 23: “Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verblijden”. Het volmaakte Loofhuttenfeest wordt nog veel vrolijker. Dan kent onze blijmoedigheid geen grenzen meer!
Misschien, heel misschien, kunnen we op zondag eens wat vaker iets van onze blijdschap laten blijken[2][3].

Noten:
[1] In deze alinea citeer ik Haggaï 2:21-24.
[2] In deze alinea citeer ik uit Gods Woord achtereenvolgens Jesaja 2:2,3 en Leviticus 23:40. Verder gebruik ik https://www.amen.nl/artikel/2502/de-kleine-profeten-deel-10-de-boodschap-van-haggai ; geraadpleegd op woensdag 19 oktober 2022.
[3] Het onderwerp van dit artikel is onder meer gekozen omdat de vrouwenvereniging ‘Bouwen en Bewaren’ van De Gereformeerde Kerk Groningen aanstaande donderdagavond, 27 oktober 2022, zo de Here wil een bespreking wijdt aan Haggaï 1 en 2. Van voornoemde vereniging is mijn vrouw lid. Met het schrijven van dit artikel hielp ik mijn echtgenote bij het maken van enige voorstudie.
In mijn artikel ‘Prioriteit 1’, hier gepubliceerd op dinsdag 25 oktober 2022, schreef ik iets naar aanleiding van Haggaï 1. Het artikel is te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2022/10/25/ .

25 oktober 2022

Prioriteit 1

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

De profeet Haggaï is bij vele lezers waarschijnlijk wel bekend. Hij is de man die er als woordvoerder van God op aandringt prioriteit te geven aan onze goede God, de kerk en het werk in de kerk.

Wat is de situatie?
De Christelijke Gereformeerde predikant A. van der Zwan beschrijft de historische achtergrond als volgt: “Haggaï is één van de profeten die God in Zijn dienst gebruikt heeft in de tijd die volgde op de terugkeer van Juda uit de Babylonische ballingschap. Dat is een mooie, maar ook een moeilijke tijd geweest. Immers, men kwam dan wel terug in het beloofde land, maar wat ze daar aantroffen waren slechts puinhopen, die weer met de nodige moeite opgebouwd moesten worden. Nu gold dat niet alleen de huizen van de teruggekeerde ballingen, maar ook Gods Huis. De tempel was in 586 voor Christus, bij het begin van de ballingschap, totaal verwoest. Waar Haggaï in Gods naam de vinger bij moet leggen, is het punt dat de mensen wel eventjes een begin gemaakt hebben met de herbouw van de tempel, maar dat men vervolgens vooral is bezig gegaan met het weer opbouwen van eigen huis en haard. Van het weer opbouwen van de tempel wordt gezegd: dat komt later wel. Nu is het daar nog niet de juiste tijd voor. Er moet nog zoveel gebeuren…”.
Daar komt nog bij dat de Joden de tempelbouw flink dwarsbomen. Daar wordt niemand vrolijker van[1].

Haggaï zegt in hoofdstuk 1: “Is het voor u wel de tijd om in uw fraai overdekte huizen te wonen, terwijl dit huis verwoest ligt? Nu dan, zo zegt de Heere van de legermachten: Let aandachtig op uw wegen”[2].

Onze God is de Generaal van de legermachten. Dat wil zeggen: Hij heeft gezag over alle krachten en machten in de hemel en op de aarde. Alleen al die term ‘Heere van de legermachten’ geeft te denken: het werk voor onze God moet voorrang krijgen!
Wij zouden kunnen zeggen dat we in Mattheüs 6 een echo van Haggaï 1 tegenkomen: “Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad”.
Met andere woorden: wie zijn eigen welzijn voorrang geeft, zal merken dat dat uiteindelijk onvrede en leegte in het leven oplevert[3].

Wij moeten elkaar opbouwen. Wat houdt gemeenteopbouw in de praktijk in? Soms betreft dat overdracht van Bijbelkennis. Op andere momenten stimuleren we elkaars geloof. Misschien moeten wij elkaar vermanen – ‘die kant moeten wij niet op…’. Wij bieden elkaar ook troost als er teleurstelling of verdriet is. De apostel Paulus heeft het daar ook over in 1 Corinthiërs 14: “Wie echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost”.
Gemeenteopbouw heeft alles te maken met dienstbaarheid. Aan het werk zijn voor elkaar – dat is mooi! Gereformeerden moeten ervoor oppassen dat zij blijven steken in de theorie van Bijbelkennis en dogmatiek. Niet voor niets schrijft Paulus in Efeziërs 4 over heiligen die worden toegerust tot het werk van dienstbetoon. Jazeker, er moet gewerkt worden. En dat gaat – als het goed is – bijna vanzelf. Lees maar mee in Efeziërs 4: “Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde”. Iedereen heeft in de kerk zijn eigen taak. Ergens staat het zo: “Als iedereen zijn taak doet, groeit het Lichaam en wordt het gezond, sterk en volwassen door de liefde voor God en de mensen”.
Er wordt dus activiteit gevraagd.
Zulke gemeenteopbouw geeft ten langen leste ook zicht op Gods genade. Want Paulus noteert erbij: “Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen”. Laten we dus vooral nuttige dingen. Met prietpraat, hoe prettig die op zichzelf ook is, komen wij in de kerk nergens[4].

Haggaï kunnen wij typeren als een profeet die reformatie bewerken wil. Vele rechtgeaarde Gereformeerden van 2022 zullen instemmend knikken en zeggen: wij moeten eigenlijk altijd weer gereformeerd worden. De praktijk van de huidige Nederlandse samenleving staat daar echter scherp tegenover.
En daar hebben ook Gods kinderen veel last van.
Wij moeten beseffen dat de duivel, Gods tegenstander, heel wat hedendaagse methodes heeft om ons van God af te trekken.
Laten wij dus maar waakzaam blijven![5]

Noten:
[1] Het citaat komt van https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/29190/wat-bedoelde-de-profeet-haggai-/ ; geraadpleegd op maandag 17 oktober 2022. Verder gebruik ik Ezra 4.
[2] Haggaï 1:4,5.
[3] In deze alinea citeer ik Mattheüs 6:33,34.
[4] In deze alinea citeer ik 1 Corinthiërs 14:3. Verder gebruik ik Efeziërs 4:12,16,29. En de websites https://www.basisbijbel.nl/efeziërs/4 en https://www.debijbelvoorjou.nl/article/haggai-11-11-onderzoek-je-prioriteiten-de-eerste-boodschap/ ; geraadpleegd op maandag 17 oktober 2022.
[5] Het onderwerp van dit artikel is onder meer gekozen omdat de vrouwenvereniging ‘Bouwen en Bewaren’ van De Gereformeerde Kerk Groningen aanstaande donderdagavond, 27 oktober 2022, zo de Here wil een bespreking wijdt aan Haggaï 1 en 2. Van voornoemde vereniging is mijn vrouw lid. Met het schrijven van dit artikel hielp ik mijn echtgenote bij het maken van enige voorstudie.

24 oktober 2022

Piekbelasting

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Er galmt een nieuw woord door het zwerk: piekbelasters. Dagblad NRC verduidelijkt: “De piekbelasters zijn het product van de schaalvergroting in de landbouw na de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1950 en 2020 daalde het aantal boerenbedrijven van 410.000 naar 52.000. Maar het aantal hectares en dieren per boer is door de tijd sterk toegenomen. Nederland telt nu 11,4 miljoen varkens, 3,8 miljoen kippen, 13,3 miljoen schapen en geiten en 100 miljoen kippen, aldus het CBS”.
“De grootste vervuilers krijg je niet snel weg” staat boven dat bericht. En direct daaronder: “Voor dwang wil het kabinet niet kiezen. Maar hoe kun je 500 tot 600 piekbelasters wel stoppen?”.
Eén ding is zeker: dit probleem is gedurende een aantal decennia ontstaan. En wij kunnen dat niet in een paar dagen oplossen[1].

Dat stikstofprobleem is, zoals bekend, niet het enige probleem in Nederland. Asielzoekers, energiearmoede, oorlog op het Europees continent, woningnood – zo is er nog wel het een en ander.
Ongetwijfeld hebben vele Gereformeerden thans de neiging om te roepen dat er onmiddellijk wat gedaan moet worden. Evangelieverkondiging? Prima. Maar wij moeten eerst en vooral nodig uit onze stoel komen en tonen dat kerkmensen actief zijn in de praktijk van vandaag!
Op zichzelf is daar weinig tegen. Maar laat bij al onze activiteiten onze motivatie blijven: het dienen en eren van onze God. In deze drukdoenerige wereld willen wij zoveel mogelijk zelf regelen. Echter – alles begint en eindigt bij God die in de hoge hemel troont.
Bij al ons werk moeten wij het contact met God niet vergeten.

Een woord uit Spreuken 25 is in dit verband veelzeggend:
“Zoals een vervuilde bron en een verdorven fontein,
zo is een rechtvaardige die voor de ogen van een goddeloze wankelt”[2].
In onze tijd blijven de kerken vaak leeg. Het blijkt dat bij velen het dagelijks Bijbellezen erbij in schiet. Godsdienstigheid verwordt maar al te vaak tot medemenselijkheid.
Wat vindt de buitenwacht daarvan? Spreuken 25 vat het samen. De vertaling naar 2022 is niet zo moeilijk. ‘Die man is niet meer zo zuiver als hij vroeger was. De kerkgang is blijkbaar niet zo belangrijk meer’. Of: ‘Die vrouw is niet meer zo enthousiast over de kerk als zij vroeger was. Er zal wel het een en ander voorgevallen wezen’. U herkent die reacties vast wel. Achter die vertaling zit de onuitgesproken gedachte: er is sprake van een behoorlijke vervuiling. En wellicht ook: de kerken van vandaag zijn niet meer zo betrouwbaar als vroeger.
Wat is het belangrijk om in ons geloof te volharden!
Want de vervuiling die Spreuken 25 aanduidt is nog vele malen erger dan de problematiek van piekbelasters. Immers – kerkmensen kunnen er zomaar de oorzaak van wezen dat massa’s mensen ver van God verwijderd zijn en blijven.
Het vuil van twijfel en ongeloof vormt, om zo te zeggen, een permanente piekbelasting voor het hemelse milieu!

Ons geloof wordt aangevochten. Wij doen er daarom goed aan om tot de tanden gewapend te zijn. Paulus schrijft in Efeziërs 6: “Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden. Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede”.
Zo bewapend kunnen we de piekbelasting in deze wereld aan.

Paulus schrijft in Efeziërs 6 over het evangelie van de vrede.
Het moge duidelijk zijn dat we de sfeer in de kerk goed moeten bewaken. Paulus schrijft in zijn eerste brief aan Timotheüs, in hoofdstuk 6: “Als iemand een andere leer brengt en zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en aan de leer die in overeenstemming is met de godsvrucht, dan is hij verwaand, weet niets, maar heeft een ziekelijke neiging tot twistvragen en woordenstrijd. Daaruit komen voort: afgunst, ruzie, lasteringen en kwaadaardige verdachtmakingen, voortdurend geruzie van mensen die een verdorven gezindheid hebben en beroofd zijn van de waarheid, omdat zij denken dat de godsvrucht een bron van winst is. Wend u af van dit soort mensen. Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid”.
Waarmee maar gezegd wil zijn dat de uitstraling van de kerk, zeker in een tijd waarin sociale media zoveel invloed hebben, uiterst belangrijk is![3]

Als het goed is draait in ons leven alles om het dienen en eren van onze God. Alles begint en eindigt bij God die in de hoge hemel troont.
Laten wij intussen maar niet verbaasd zijn dat goddelozen aan de kant van de straat staan te grijnzen om een paar rechtvaardigen die een beetje wankelen. Want zo moet het gaan.
Ja, dat heeft de Here Zelf gezegd. Lees maar mee in Openbaring 22: “Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat hij nog meer geheiligd worden. En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn. Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste. Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan. Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet”.
De tegenstelling tussen geloof en ongeloof wordt scherper.
De piekbelasting wordt nog hoger.
Maar Openbaring 22 zegt meer. Namelijk dit: “Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen”.
Ondersteund door die genade blijven Gods kinderen in deze wereld overeind![4]

Noten:
[1] De citaten komen van https://www.nrc.nl/nieuws/2022/10/15/de-grootste-vervuilers-krijg-je-niet-snel-weg-a4145261 ; geraadpleegd op zaterdag 15 oktober 2022.
[2] Spreuken 25:26.
[3] In deze alinea citeer ik 1 Timotheüs 6:3-8.
[4] In deze alinea citeer ik Openbaring 22:11,20,21.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.