“Uw verwachting wordt niet afgesneden”. Die zin komt twee maal in Gods Woord voor.
Eerst in Spreuken 23:
“Uw hart zij niet naijverig op de zondaren,
maar beijvere zich voortdurend de Here te vrezen;
waarlijk, dan is er toekomst
en uw verwachting wordt niet afgesneden”[1].
En een hoofdstuk verder nog eens:
“Eet honig, mijn zoon, want dat is goed,
honigzeem is zoet voor uw gehemelte;
erken, dat de wijsheid zó is voor uw ziel.
Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst
en uw verwachting wordt niet afgesneden”[2].
De betekenis van bovenstaande teksten is, denk ik, duidelijk.
Wie de Here eerbiedigt, heeft toekomst.
Wie zich voor wijsheid open stelt, ziet perspectief in het leven.
In Spreuken 23 draait het om matigheid. De leraar zegt bijvoorbeeld:
* Beheers uw eetlust bij uw superieur[3]
* Tob u niet af voor rijkdom[4]
* Ga niet aan tafel bij een vrek[5]
* Wees attent voor kwetsbare mensen[6].
* Leef gedisciplineerd[7].
In dat kader staat dan ook: benijd de zondaars niet; als u de Here vreest is er werkelijk toekomst.
Met andere woorden: wie in Gods maat blijft, eerbiedigt de grenzen die hem gesteld zijn. Het aanhouden van die maat is belangrijk.
Niet voor niets zingen wij in Psalm 19:
“Maar, HEER, wie kent de maat
van zijn verborgen kwaad?”[8].
Nee, die maat kennen we niet. Ten diepste zijn wij mateloze mensen; mensen die het woord ‘grens’ uit hun woordenboek wegstrepen. De Here moet ons in het leven de maat geven; dan komt het goed.
Een hoofdstuk verder – in Spreuken 24 dus – staan allerlei zaken die betrekking hebben op door God gegeven wijsheid. De Spreukenleraar zegt bijvoorbeeld:
* Wees niet jaloers op slechte mensen[9]
* Wijsheid is kostbaar[10]
* Wijsheid is krachtig[11]
* Een dwaas kan niet wijs praten[12]
* Wie het kwade bedenkt, beantwoordt niet aan Gods bedoeling; hij mist Zijn doel[13].
Leven met mate, werken in het maatwerk dat God maakt: dat is werkelijk wijsheid!
Al die spreuken zijn in Gods Woord opgenomen. Ze zijn dus aan de kerk gegeven. Natuurlijk, de wereld mag die spreuken best lezen; daar gaat het niet om. Maar voor kerkmensen is het zaak om niet aan de door God aangewezen afbakeningen in hun bestaan voorbij te kijken. In gewone Nederlandse taal kunnen wij ook zeggen: wij moeten ons aan Gods wet houden.
Als dit alles tot ons doordringt is het – wat mij betreft – op z’n minst opmerkelijk dat veel gelovigen in allerlei kerkgenootschappen zeggen: als de leer maar goed is, dan kunnen we hier nog best blijven. Uit het bovenstaande blijkt zonneklaar: als het leven op geen enkele manier meer bij die geloofsleer aansluit, is er iets helemaal fout. Dan zijn grenzen overschreden. Gods maatwerk is genegeerd. De vanuit de hemel gegeven begrenzing blijkt op bepaalde punten niet bepalend meer te zijn. Zo’n situatie is voor de kerk een groot probleem.
Leer en leven horen bij elkaar. Die zijn, als het goed is, aan elkaar verbonden. Het is veel te makkelijk om te zeggen dat alles goed gaat als de kerkleer nog deugt!
Echte wijsheid wordt gevonden als u en ik voluit op God vertrouwen.
Maar, zo zal iemand zeggen, ons Godsvertrouwen is nooit perfect. Het is nooit volkomen. Het is nooit volmaakt.
Dat is waar.
Maar laten wij, dat overwegend, niet vergeten dat Christus onze wijsheid is.
Over de twaalfjarige Jezus lezen we in Lucas 2: “Het kind groeide op en werd krachtig, en het werd vervuld met wijsheid, en de genade Gods was op Hem”. En: “En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen”[14].
Ook wijs ik u graag op Lucas 11: “De koningin van het Zuiden zal in het oordeel optreden met de mannen van dit geslacht en hen veroordelen, want zij is gekomen van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen, en zie, meer dan Salomo is hier”[15]. De tijdgenoten van Jezus hoeven niet, zoals indertijd de koningen van Scheba, een verre reis te maken om wijsheid te vinden. Via Jezus is een wijsheid geopenbaard die haar weerga in de hele wereld niet kent!
Paulus schrijft in 1 Corinthiërs 1: “…voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods”. En: “Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, opdat het zij, gelijk geschreven staat: Wie roemt, roeme in de Here”[16].
Christus is onze wijsheid.
Hij normaliseert onze verhouding tot God!
“Uw verwachting wordt niet afgesneden”.
Zo zegt de Spreukenleraar dat. En hij heeft gelijk.
Maar wie Gods Woord leest, begrijpt wel welke diepe betekenis dat statement van de Spreukenleraar heeft: hij wijst op de Here Jezus Christus. En waarom doet hij dat? Antwoord: hij wordt door de Heilige Geest gedreven!
In de Openbaring van Johannes kunnen wij in hoofdstuk 7 lezen: “Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam! En al de engelen stonden rondom de troon en de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon en aanbaden God, zeggende: Amen, de lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! Amen”[17].
Met andere woorden: Gods kinderen zullen tot in verre eeuwigheden van Gods wijsheid genieten. Die verwachting wordt niet afgesneden.
Daarom is de christelijke kerk vol verwachting!
Noten:
[1] Spreuken 23:17 en 18.
[2] Spreuken 24:13 en 14.
[3] Spreuken 23:1, 2 en 3.
[4] Spreuken 23:4 en 5.
[5] Spreuken 23:6, 7 en 8.
[6] Spreuken 23:10 en 11.
[7] Spreuken 23:12, 13 en 14.
[8] Psalm 19:5 (berijmd; Gereformeerd Kerkboek).
[9] Spreuken 24:1 en 2.
[10] Spreuken 24:3 en 4.
[11] Spreuken 24:5 en 6.
[12] Spreuken 24:7.
[13] Spreuken 24:8 en 9.
[14] Lucas 2:40 en 52.
[15] Lucas 11:31.
[16] 1 Corinthiërs 1:24, 30 en 31.
[17] Openbaring 7:9-12.