Nog enkele dagen resten ons tot de oudejaarsdag van 2017.
Hoe moeten we het afgelopen jaar typeren?
Als het jaar waarin leraren voor opschudding zorgden, misschien.
Als het jaar van de verkeerde bouwconstructies, wellicht. U weet wel, vanwege die ingestorte parkeergarage bij Eindhoven Airport. En het daaropvolgende onderzoek van vergelijkbare vloerconstructies.
Vooruit, als het jaar van de aandacht voor seksuele intimidatie.
Of als het eerste regeringsjaar van de onvoorspelbare Amerikaanse president Trump.
Toegegeven, het bovenstaande rijtje stemt niet bepaald opgewekt.
Moeten we nu maar huilend het jaar 2018 binnen wandelen?
Nee, laten wij dat niet doen.
Die gedachte koester ik terwijl woorden uit Micha 2 op mijn computerscherm staan: “Ik zal u, Jakob, zeker verzamelen, geheel en al. Ik zal het overblijfsel van Israël zeker bijeenbrengen. Ik zal het samenbrengen als schapen van Bozra, als een kudde midden in zijn weide. Het zal er gonzen van de mensen”[1].
Micha 2 is het hoofdstuk van het oordeel over de grootgrondbezitters, een oordeel over valse profeten.
En als we dat gelezen hebben, volgt er – min of meer onverhoeds – een heilsboodschap.
Wij lezen hoe vermogende mensen hun best doen om zichzelf nog verder te verrijken. Bij dat verrijken gaan ze zogezegd over lijken.
Maar de Here zal al dat onheil stoppen. Hij zal de materialisten mores leren. De harde val van die misdadigers zal spreekwoordelijk worden!
En dan zijn er in Micha 2 valse profeten.
Zij zouden willen dat Micha en de zijnen eens ophouden met het rondsturen van allerlei boodschappen over rampspoed, kommer en kwel, verschrikking en wat daar verder volgt.
Micha gaat in de verdediging. Want, zegt hij, het probleem ligt niet bij mij maar bij het volk. Er zijn rovers in de maatschappij. Als ik die criminele types was, zegt de profeet, zou ik mij maar gauw uit de voeten maken. Want het is over met hun rust.
En mijn medemensen? Bijkans de hele natie accepteert allerlei leugenachtige profetieën. Alsof die de gewoonste zaak van de wereld zijn!
Te midden van deze wantoestanden komt de Here in actie.
Er wordt, om het zo maar te zeggen, militair ingegrepen. De doorbreker breekt de belegering.
Het patroon van Micha 2 zien u en ik in alle tijden voortdurend terug:
* er zijn misstanden in de samenleving
* dat onrecht wordt aan de kaak gesteld en bestraft.
Jezus Christus spreekt er ook over in Lucas 20.
“En Hij begon tot het volk deze gelijkenis te zeggen: Iemand plantte een wijngaard en verhuurde die aan landbouwers en ging een tijd lang naar het buitenland. En toen het de tijd was, stuurde hij een slaaf naar de landbouwers, opdat zij hem een deel van de opbrengst van de wijngaard zouden geven. De landbouwers echter sloegen hem en stuurden hem met lege handen weg. En hij stuurde nog een andere slaaf, maar zij sloegen ook hem, behandelden hem schandelijk en stuurden hem met lege handen weg. Daarna stuurde hij nog een derde, maar zij verwondden ook deze en wierpen hem eruit. En de heer van de wijngaard zei: Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon sturen. Als zij deze zien, zullen zij mogelijk ontzag voor hem hebben. Maar toen de landbouwers hem zagen, overlegden zij onder elkaar en zeiden: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden, opdat de erfenis van ons zal worden. En toen zij hem buiten de wijngaard geworpen hadden, doodden zij hem. Wat zal dan de heer van de wijngaard met hen doen? Hij zal komen en die landbouwers ombrengen en zal de wijngaard aan anderen geven”[2].
Onze Here Jezus Christus heeft het onrecht aangetoond. En Hij heeft er Zijn oordeel over uitgesproken.
Voor al dat onrecht, al die misstanden, voor die diepgewortelde zonden heeft Hij geleden en is Hij begraven. Ja, Hij is werkelijk gestorven!
Maar door dat alles heen blijkt de liefde van Zijn kinderen. Onze Heiland redt hen van de ondergang. Hij plukt hen bij het onrecht vandaag. Hij zet hen apart.
‘Kom maar bij Mij’, zegt hij. ‘Ik geef u eeuwige bescherming’!
Jazeker, het jaar 2017 was een nogal dynamisch jaar. Mijn overleden moeder zou gezegd hebben: er gebeurde niet minder dan van alles.
Niettemin is 2017 een jaar van de Here. Hij heeft de zaken in de hand. Laten we dat rotsvast geloof blijven vasthouden.
Wij gaan afscheid nemen van het jaar 2017.
Wie dat kalenderjaar zwartgallig bekijken wil, zegt: wat een hoop ellende is er toch; de wereld boert hard achteruit. Bovendien: strikt genomen komen wij steeds dichterbij het einde van ons aardse leven.
Echter – voor gelovige kinderen van God geldt: niets is minder waar.
Want door het sterven van onze Heiland, zo zegt de Heidelbergse Catechismus, is onze dood “alleen een afsterven van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven”[3].
Jezus Christus brengt ook vandaag Zijn schapen bij elkaar.
Niet in Bozra natuurlijk, maar in de kerk.
Daar is het veilig.
Daar storten de vloeren niet in.
Daar is, naar wij mogen hopen, seksuele intimidatie niet meer aan de orde.
De kerk weet: eens zullen onvoorspelbaar reagerende regeerders definitief aan de kant worden gezet.
De kerk weet: er komt een moment dat opschudding nooit meer zal voorkomen.
Derhalve behoeven wij de jaargrens niet wenend te overschrijden.
Laten we 2017 maar opgewekt achter ons laten.
Want daar is alle reden voor!
Noten:
[1] Micha 2:12.
[2] Lucas 20:9-16.
[3] Heidelbergse Catechismus – Zondag 16, antwoord 42.