Iedereen moet gelijk behandeld worden, roepen de mensen vaak. Dat is wat slordig uitgedrukt. Want een man behandelen u en ik in veel situaties anders als een vrouw. En dat is maar goed ook.
In de Nederlandse grondwet staat: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”[1].
In de conversaties over dit onderwerp blijkt het echter heel vaak om gelijkwaardigheid te gaan.
Alle mensen zijn evenveel waard.
En ja, men verklaart met luide stem dat dat in Nederland de werkelijkheid is. Maar de praktijk blijkt niet zelden anders te zijn.
Dit alles in het achterhoofd hebbend wijs ik vandaag op woorden uit Lucas 12: “En u, wees gelijk aan mensen die op hun heer wachten, wanneer hij terugkomt van de bruiloft, om hem, als hij komt en klopt, meteen open te doen”[2].
In Lucas 12 gaat het, populair gezegd, over het personeel van een groot huis. Zeg maar even: een landgoed. Binnenkort komt de eigenaar thuis. Hij is naar een bruiloft geweest. Het is natuurlijk het allermooiste als bij zijn thuiskomst blijkt dat zijn personeel het werk ook prima doet als hij er even niet is. Dan kan het huispersoneel hem van harte welkom heten. Zo van: hier zijn de zaken gewoon door gegaan, en het is allemaal prima geregeld.
Dat verhaal in Lucas 12 is beeldspraak.
En de bedoeling is: wij moeten wachten op de terugkomst van Jezus Christus. Nee, wij weten niet precies wanneer Hij terugkomt om het werk van iedere wereldburger te beoordelen.
In heel veel Gereformeerde kerken wordt het ’s zondags met overtuiging gezegd: “Ik geloof in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here. Hij is opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader. Vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden”[3].
Om die terugkomst draait het hier.
Nee, het is niet de bedoeling om ons bang te maken. Zo van: big brother is watching you; we houden u in de gaten!
Integendeel!
Volgelingen van Jezus Christus worden in deze wereld vaak een beetje in de hoek gedrukt.
‘Geloof jij nog in God?’. ‘Nou vooruit dan, als je daar steun in vindt…’.
‘Geloof in God? Ach, dat is toch ouderwets man!’.
‘Geloof jij nog in een God die jou altijd helpt? Terwijl je zoveel ellende hebt meegemaakt? Nou, ik zou het wel weten hoor…’.
Gelovigen worden maar al te vaak een beetje meewarig aangekeken.
Ze zijn ouderwets.
Niet erg ter zake doende.
Zij leven in een heel andere wereld.
We zouden kunnen opmerken: christenen worden niet altijd gelijkwaardig behandeld. Ze worden in allerlei situaties gezien als onaangepaste en tamelijk hinderlijke types.
In die wereld troost de Here Jezus alle mensen die Hem volgen.
De Rechter komt uit de hemel. Alle scheve zaken worden weer rechtgetrokken.
Niet omdat wij de zaligheid zelf verdiend hebben, maar omdat de Redder van de wereld voor alle zonden van de wereld heeft betaald.
Alle uitverkorenen krijgen dan een plaats in de hemel, in de woonplaats van God.
En de vijanden van God? Zij gaan definitief ten onder. Definitief inderdaad, voor eeuwig zelfs[4].
In Lucas 12: vergeet niet dat uw Heer terugkomt.
En bereid u erop voor. Bij alle keuzes die u maakt. Bij de dingen die u doet. En bij de dingen die u nalaat.
Weet u wat er in Lucas 12 nog meer staat?
Dit: “Zalig zijn die slaven die de heer bij zijn komst wakend zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden en hen aan tafel zal nodigen en bij hen zal komen om hen te dienen”[5].
Laten we een ogenblik naar dat woord ‘slaven’ kijken[6].
Slaven: dat woord is vandaag de dag niet populair.
In de Oudheid was een maatschappij zonder slaven onbestaanbaar. In de Romeinse wereld waren slaven heel bekend.
De wetgeving omtrent slavernij was in de Joodse samenleving aanzienlijk milder.
En één ding is wel zeker: de maatschappelijke status van slaven speelt in de verhouding tot God geen rol. Paulus schrijft in 1 Corinthiërs 7: “Bent u als slaaf geroepen, dan moet u zich daarover niet bekommeren. Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik. Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus. U bent duur gekocht; word dus geen slaven van mensen”[7].
Dat woord ‘slaven’ heeft in Lucas 12 dus niet te maken met onderdrukking. We komen niet in de sfeer van het onderwerpen en het tiranniseren.
Mensen die de terugkomst van Jezus Christus verwachten, zullen uiteindelijk door hun Heer worden bediend.
Dat is dus de omgekeerde wereld.
In de hemel, de woonplaats van God en het tweede vaderland van al Zijn kinderen, heeft ‘gelijkheid’ een heel andere klank en inhoud.
Net als dat personeel in Lucas 12 moeten wij het van de Here verwachten. Als Hij er weer is, dan komt alles goed.
In de hemel, ja daar zal iedereen gelijkwaardig zijn.
Want daar God alles in allen zijn. Uiterst liefdevol zal Hij regeren over alles en iedereen.
Die kant gaat het met Gods kinderen op.
Te midden van alle ongelijkheid en ongelijkwaardigheid op deze aarde is dat een feit dat ons gelukkig maakt!
Noten:
[1] Geciteerd van https://nl.wikisource.org/wiki/Nederlandse_grondwet/Hoofdstuk_1 ; geraadpleegd op vrijdag 20 april 2018.
[2] Lucas 12:36.
[3] Zo staat het in de Apostolische Geloofsbelijdenis.
[4] Zie Heidelbergse Catechismus, Zondag 19, vraag en antwoord 52: “Welke troost schenkt u de wederkomst van Christus om te oordelen de levenden en de doden?
Antwoord: Dat ik in alle droefheid en vervolging met opgeheven hoofd juist Hem als Rechter uit de hemel verwacht, die Zich eerst om mij voor Gods rechterstoel gesteld en heel de vloek van mij weggenomen heeft. Hij zal dan al zijn en mijn vijanden aan de eeuwige ondergang overgeven, maar mij met alle uitverkorenen tot Zich nemen in de hemelse blijdschap en heerlijkheid”.
[5] Lucas 12:37.
[6] In het onderstaande maak ik gebruik van de online versie van de Studiebijbel; woordstudie ‘doulos’ bij Lucas 12:37.
[7] 1 Corinthiërs 7:21, 22 en 23.