In het Nederlands Dagblad van vrijdag 26 juli schrijft professor dr. A. van de Beek een column over actuele prediking.
Het ganse kerkvolk spert de ogen open, en spitst de oren. Het luisteren naar goede preken te juister tijd, dat is immers de diepe wens van allen die naar het Woord hongeren.
Van de Beek vraagt zich af wat actueel preken feitelijk is.
Is dat het aanspreken der lieve jeugd?
Is dat de zorg voor een fijne dienst met een positieve boodschap?
Van de Beek analyseert scherp. “De actualiteit is hard en wreed. Moet daar de prediking over gaan? Dan hebben we tenminste actuele prediking”.
Moet de actualiteit misschien overstemd worden?
Van de Beek noteert: “De Bijbel benoemt voortdurend die harde actualiteit. Er speelt zich een hoeveelheid ellende af in die boeken! Midden in die actualiteit staat het grootste nieuws: dat God in Christus daarvan het centrum is. Als we ons dat bewust zijn, hoeven we de actualiteit niet te overschreeuwen door pseudo-actueel te doen, maar kunnen we Hem volgen in het dragen van het kruis (…) In die actualiteit van de ellende van het nieuws (en van wat het nieuws niet haalt, maar wel ellendig is) klinkt de boodschap waar je blij van wordt: het evangelie van Christus”[1].
Van de Beek heeft het, als ik het goed begrijp, niet zo bekeken op actuele predicaties.
Van hem hoeven we niet zo nodig pseudo-actueel te doen.
Proef ik hier enig sarcasme?
Het probleem van Van de Beek herken ik wel.
Soms is het nogal gekunsteld om de actualiteit erbij te halen.
En voordat men ’t weet belicht een vurige prediker vaker de actualiteit dan de Schrift.
Niettemin ben ik een voorstander van actuele preken.
Het is belangrijk om te weten wat vandaag onze houding moet zijn. Midden in de wereld. Een maatschappij waarin – bijvoorbeeld – bestrijding van de economische crisis, kostenbeheersing in de zorg en het creëren van werk aan de orde van de dag zijn. In die wereld moet de kerk weten wat haar te doen staat.
En als wij in het Woord van God lezen zullen we vrijwel altijd parallellen vinden met situaties die zich heden ten dage voordoen. Steeds weer zullen wij ontdekken dat de smet van de zonde het probleem van de wereld is. Voortdurend bemerken wij dat Gods liefde en de gave van Zijn Zoon de kern van het Evangelie vormen. Wij zien wat dat in het leven van allerlei mensen heeft betekend. Daar mogen kerkgangers in de eenentwintigste eeuw een voorbeeld aan nemen. Dat voorbeeld moeten zij in deze tijd volgen. Daarin kan de predikant werkelijk een voorganger wezen: hij kan de richting wijzen.
Er is nog iets.
Professor Van de Beek schrijft: wij hoeven “de actualiteit niet te overschreeuwen door pseudo-actueel te doen, maar kunnen (…) Hem volgen in het dragen van het kruis”.
Dat ziet er ernstig uit. Donker. Zwaar. Alsof elke vorm van optimisme misplaatst is.
Wij moeten ons echter niet vergissen.
Als wij ons kruis dragen, kijken wij niet zozeer naar de gebeurtenissen om ons heen. Wij concentreren ons niet zozeer op de opzienbarende momenten van onze tijd.
Welnee.
Wij richten onze blik op de toekomst.
In Mattheüs 10 kunnen wij lezen: “…wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig”[2].
Die tekst betekent dat christenen – Gereformeerde mensen inbegrepen – bereid moeten zijn om vernederingen te dragen, en eventueel de dood in te gaan. In het verlengde daarvan betekent het ook dat wij de positie moeten innemen van iemand die het leven op deze aarde zo ongeveer als beëindigd beschouwt[3].
Hier op aarde ligt onze kerntaak niet. Ons belangrijkste werk moeten wij later, in de hemel doen. Met andere woorden: we moeten onze aandacht voornamelijk bij de toekomst hebben. Als wij daar attent op zijn, blijken de moeilijkheden en problemen van de actualiteit heel goed te kunnen worden verdragen.
Mijn stelling is: een mooie, actuele preek is een progressieve preek.
Progressief in de zin van: gericht op de toekomst.
Blijkbaar is het belangrijk om dat heel goed te beseffen.
Want in Mattheüs 16 zegt Jezus Christus het nog een keer: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij”[4]. Voor dat woord ‘volgen’ staat er een werkwoordsvorm die duidelijk maakt dat dat voortdurend moet[5]. Jezus volgen: dat moet hier op aarde altijd. Met Hem komen we terecht in een luisterrijke wereld. Onvoorstelbaar mooi. Groots en glansrijk.
De geachte emeritushoogleraar Van de Beek hééft niet zoveel met actualiteit in de preken.
Persoonlijk luister ik echter graag naar een actuele predicatie. Als het dan maar wel een progressieve kanselrede is. Dat wel.