gereformeerd leven in nederland

31 oktober 2014

Tolkien en de tovenaar

Kent u J.R.R.Tolkien[1]?
Dat is een Engelse taalkundige, theoloog, dichter en schrijver. Hij leefde van 1892 tot 1973. Hij werd onder meer bekend van ‘In de ban van de ring’ (The Lord of the Rings). Dat is een driedelig werk. De trilogie hoort thuis in de rubriek fantasy: fictieve verhalen, verzonnen wezens, werelden die alleen maar in de verbeelding bestaan[2].

Aan de Universiteit Leiden promoveerde onlangs Marcus Altena Davidsen[3]. Dat is een wetenschapper die zegt dat Tolkien “met zijn oeuvre de basis heeft gelegd voor een nieuwe religie”. De promovendus onderzocht “waaraan een tekst moet voldoen om als blauwdruk voor een nieuwe religie te dienen. Ten eerste moeten er fantastische, voor de lezer bovennatuurlijke elementen in voorkomen, schrijft hij. Bijvoorbeeld magie, betoverde voorwerpen of pratende bomen.
Ten tweede is het volgens hem belangrijk dat er karakters in het verhaal voorkomen waarmee de lezer zich kan identificeren zoals elfen, en bovenmenselijke wezens die als goden kunnen worden aangeroepen in rituelen.
Het tweede kenmerk van religieuze fictieteksten is dat ze expliciet hun eigen waarachtigheid uitspreken. De teksten moeten dus over zichzelf zeggen dat ze over de echte wereld gaan, of in elk geval hun eigen fictionaliteit in twijfel trekken”[4].

Het Tolkiengeloof is uiteraard ongeloof. De eigen fantasie leidt tot een nieuwe wereld.
Menselijke verbeeldingskracht kan in ons aards bestaan veel invloed hebben!

In Gods Woord lezen we ook wel over betoveringen. En over tovenaars.

Neem nou het verhaal over Simon de tovenaar, in Handelingen 8. Die magiër werd gedoopt. Maar Simon dacht dat de Heilige Geest voor geld te koop was. Dat was niet zo. Dat zal ook nooit zo wezen.
Wij lezen: “En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven, bood hij hun geld aan, en zeide: Geef ook mij deze macht, opdat, als ik iemand de handen opleg, hij de heilige Geest ontvange. Maar Petrus zeide tot hem: Uw geld zij met u ten verderve, daar gij gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen verwerven. Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht voor God. Bekeer u van deze uw boosheid en bid de Here, of deze toeleg van uw hart u moge vergeven worden; want ik zie, dat gij gekomen zijt tot een gal van bitterheid en een warnet van ongerechtigheid”[5].
Uw hart is niet recht voor God, dat wil zeggen: hier gaan zaken helemaal scheef.
De Heilige Geest is niet door mensen naar believen in te zetten en aan te sturen.

Wij hebben allemaal wel eens de neiging om te denken: had ik maar meer wijsheid van de Heilige Geest. Of: liep Jezus nog maar op aarde rond. Of wellicht: kon ik maar eens zien dat God echt ingrijpt in de wereld. Of misschien: hadden we als kerk maar meer macht, dan konden we de wereld omturnen.

Een en ander overpeinzende liggen de conclusies voor de hand:
* het gedrag van Simon de tovenaar staat niet eens zo heel ver van ons af.
* de fundamenten van de Tolkienreligie komen ons, naar alle waarschijnlijkheid, niet geheel onbekend voor. Fantaseren doen we allemaal wel eens; en soms gaan we daar behoorlijk ver in.

De Here leert ons om te leven in afhankelijkheid van Hem. De zonde heeft ons zomaar in de ban. Voor wij ’t weten zijn we op onszelf gericht. Op onze eigen beleving. Op onze eigen drang om mensen te overtuigen en te bekeren. Op onze eigen beloning, later in de hemel.
De Here traint ons er echter in om op anderen gericht te zijn. Op hun behoud. Op hun troost in dit aardse leven. Op hun bekering. Op hun eeuwig geluk.
Dan worden wij tevreden met datgene wat de Here God ons op deze aarde heeft toebedeeld.

Dat is tevredenheid in Schriftuurlijke zin.
Dan komen we tot de opstelling van 1 Timotheüs 6: “Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, indien zij gepaard gaat met tevredenheid[6].
Dan leven we in de stijl van Hebreeën 13: “Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten”[7].

Graag keer ik nog even naar Handelingen 8 terug.
En ik stel de vraag: hoe liep het eigenlijk met Simon de tovenaar af?
In Handelingen 8 staat dat er niet bij. De betreffende perikoop eindigt als volgt: “Doch Simon antwoordde en zeide: Bidt gij voor mij tot de Here, dat mij niets moge overkomen van hetgeen gij gezegd hebt.
Toen zij dan het woord des Heren betuigd en gesproken hadden, keerden zij terug naar Jeruzalem en verkondigden het evangelie aan vele dorpen der Samaritanen”[8].
Hoe het met Simon verder ging weten we dus niet. Waarom vroeg hij om gebed? Deed hij dat vanwege het feit dat hij berouw had? Of wilde hij zich simpelweg indekken voor de gevolgen van zijn daden?
Hoe dat zij: we weten wel dat we ons steeds moeten realiseren dat we van God afhankelijk zijn. We moeten tot God bidden. Wij staan, als het goed is, voortdurend met Hem in contact.
En verder?
Verder kunnen we overgaan tot de orde van de dag. We kunnen gewoon weer aan het werk. We gaan verder, op weg naar een heerlijkheid die werkelijkheid wordt. Die hemelse realiteit zal al onze fantasieën ver te boven gaan.

Noten:
[1] Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/J.R.R._Tolkien en http://nl.tolkien.wikia.com/wiki/Hoofdpagina .
[2] Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Fantasy_(genre) .
[3] Zie http://hum.leiden.edu/lias/lucsor/news/phd-defence-markus-altena-davidsen.html en http://media.leidenuniv.nl/legacy/nederlandsesamenvatting-proefschriftdavidsen.pdf  .
[4] Zie: “Fictieschrijver Tolkien stichtte nieuwe religie”. In: Reformatorisch Dagblad (16 oktober 2014), p. 2. Ook te vinden op http://www.digibron.nl .
[5] Handelingen 8:18-23.
[6] 1 Timotheüs 6:6.
[7] Hebreeën 13:5.
[8] Handelingen 8:24 en 25.

30 oktober 2014

Literaire klompen

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , ,

Het is alweer een jaar of tien geleden[1].
Het was de tijd waarin een geheel nieuw schoeisel werd geïntroduceerd.
Voetbekleding van een buitengewoon innovatief soort.
Niet vanwege de vorm. Ook niet vanwege de kleur.
Dominee Nico Marius Adriaan ter Linden en een interviewer ontdekten het.
Zij gaven dat nieuwe schoeisel ook een naam.
Zij noemden het: literaire klompen.

Ik citeer een stukje uit een oud interview om u een idee te geven van de denkwereld van dominee ter Linden. Voor ons leesgemak markeer ik de vragen en opmerkingen van de interviewer met een sterretje[2].

“…Water is in de eerste plaats een theologisch geladen begrip in de Heilige Schrift.
* Waarom zou het water waarover Jezus volgens de Evangeliën liep, niet ook gewoon water zijn?
Omdat water in die extra geladen verhalen over Jezus altijd beeldtaal is. Zeker bij de verhalen over ‘wandelen over het water’ en ‘water dat in wijn veranderd wordt’ heb je geheid met beeldtaal te maken.
* Hoe weet u zo zeker dat water dan alleen als beeldtaal opgevat moeten worden?
Dat voel je op je literaire klompen aan.
* En als ik op mijn literaire klompen aanvoel dat de evangelieschrijvers echte gebeurtenissen hebben willen beschrijven, ook als het gaat om wandelen op water en Jezus’ opstanding uit het graf?
Ik denk dat uw literaire gevoel ten aanzien van de Heilige Schrift onderontwikkeld is, en dat bedoel ik niet onaardig. Ik ben natuurlijk gepokt en gemazeld in de beeldtaal van de Heilige Schrift…”.

Als u het mij vraagt was dit een merkwaardig geval van vaderlijk vermaan.

In verband hiermee stel ik u voor aan Bart, de hoofdpersoon in het nu volgende verhaal.
Op een kwade dag wordt de portemonnee van Bart gestolen. Da’s niet zo fijn natuurlijk, maar het kan gebeuren.
Bart reageert in de geest van de hierboven geciteerde predikant. Op rustige toon spreekt hij: waarschijnlijk is dit een beeld-boodschap.
Ik hoor u, als meelevende lezer, al mompelen: die beeldboodschap is klinkklare onzin; dat geld van Bart is gestolen, en dat is een flinke strop. Punt.
Maar Bart is nog lang niet uitgesproken. Want hij blijft maar praten over die beeld-boodschap. Dat komt omdat hij al veel verder is dan de lezers van dit artikel. Hij heeft namelijk aanzienlijk meer met kleine criminaliteit te maken gehad dan u. Zo langzamerhand is hij op dat gebied gepokt en gemazeld.
Even zo goed is en blijft dit een vervelende toestand. Niet goed, geld weg – dat begrijpt u.
Einde verhaal.
Ik wil maar zeggen: wat is de waarde van de beeld-boodschap van Ter Linden?

Graag keer ik weer even terug naar de literaire klompen.

Geld is uiteraard wat anders dan Gods Woord.
Maar als een dominee zich op deze manier isoleert van het gewone volk, roept dat vragen op.
Zei die dominee impliciet dat hij boven andere mensen staat? Dat ruikt behoorlijk naar arrogantie, zou ik denken.
Vindt u ook niet?

Bij dit alles prangt mij nog één vraag door de ziel: als heel Gods Woord beeldspraak is, wat is dan de werkelijkheid van Gods beloften? Oftewel: is Gereformeerd-zijn dan nog wel realistisch?

Die vraag kwam ook aan de orde in dat oude vraaggesprek.
Ik citeer nog even:
“Wij, mensen, maken foto’s van ons leven. Als er achter die foto’s geen enkele werkelijkheid zit, dan leven wij niet echt. Toch?
Hierover zouden we eens rustig moeten doorpraten. U zit in een heel andere geloofs- en denkwereld dan ik. Uw lezers ook. Die kunnen maar niet begrijpen dat [een dominee] zulke ruwe dingen over de Bijbel zegt en tegelijkertijd zo’n vrome jongen kan zijn.
* Ja, en dat begrijp ik ook niet.
Maar dat kan ik heel moeilijk even over de telefoon uitleggen. Ik wil er best eens een paar uur voor uittrekken: dan komt u bij mij langs en maken we er een mooi interview van”.

Als u het mij vraagt was dit het zogenaamde nachtkaars-effect van hogere wijsbegeerte. Of zoiets. Net toen het spannend leek te worden ging het licht uit.

Het bovenbedoelde interview werd afgenomen ter gelegenheid van de verschijning van een boek waarin dominee Ter Linden kinderen laat kennismaken met zestig verhalen uit het Nieuwe Testament[3].
Het is de dominee zelf die indertijd opmerkte: “Het is niet echt gebeurd dat Jezus over het water liep en dat hij na drie dagen weer uit het graf opstond. Het zijn gedichten, het is poëzie, het is verhaaltaal, het zijn beelden. (-) Met die beelden willen vertellers van toen ons een waarheid vertellen, hun waarheid”[4].
En zo degradeerde Gods Woord in een paar zinnen tot een gewoon boek.

Vandaag schrijven wij donderdag 30 oktober 2014.
De grootse ideeën van dominee Nico M.A. ter Linden en de zijnen zijn inmiddels breed uitgewerkt.
Belangstellende kerkmensen en gelovige krantenlezers hebben de term ‘literair Bijbellezen’ in de afgelopen jaren al vaak langs zien komen.
Maar dat zij er echt wijzer van geworden zijn valt te betwijfelen. Massa’s keurige kerkmensen dwalen momenteel rond in een labyrintisch en troosteloos niemandsland.

Laatst kwam schrijver dezes die literaire klompen weer tegen.
Het schoeisel zag er bijna ouderwets uit.
Maar het model was nog wel herkenbaar.
Vandaag zet ik dat ‘nieuwe’ schoeisel nog even in de etalage. Tot bezinning, lering en vermaak.
Wie de klomp past, trekke hem aan. Maar het moet duidelijk zijn: Gereformeerde mensen kunnen er niet op lopen.

Weet u wat?
Laten we 2 Petrus 1 nog maar eens lezen: “En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken”[5].

Laten wij die lamp maar aan doen.
Ik stel voor dat we die literaire klompen snel buiten de lichtcirkel zetten.
Op die merkwaardige klompen komen we toch niet vooruit.
En wandelen met God? Dat lukt op dat schoeisel al helemaal niet.

Noten:
[1] Dit is een bewerking van een stuk dat ik eerder schreef; dat stuk is gedateerd op vrijdag 28 oktober 2005.
[2] Zie http://www.refoforum.nl/forum/viewtopic.php?f=17&t=4325 .
[3] De gegevens van dat boek zijn: N. ter Linden, “Koning op een ezel; verhalen uit het Nieuwe Testament”. – Uitgeverij Balans, 2005. – 238 p.
[4] Zie I.A. Kole, “Een heilloze weg – een dwaalgids”. In: Gereformeerd Weekblad (2 december 2005), p. 4-6. Ook te vinden op www.digibron.nl .
[5] 2 Petrus 1:19, 20 en 21.

29 oktober 2014

Volgzame kerk

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , ,

In Johannes 1 lezen wij over de eerste discipelen van Jezus[1].

Twee volgelingen van Johannes gaan achter Jezus aan. Persoonlijk vind ik dat wonderlijk. Van het ene op het andere moment gaan die twee met Jezus mee[2]. Hoe hebben zij kunnen weten dat Hij werkelijk hun Redder was?
Als u het mij vraagt, zien we hier al iets van Jezus’ macht. Hij kiest mensen uit, en zorgt dat zij Hem zonder morren volgen. In onze tijd, vol commentaar en tegenwerpingen, is dat bijna onvoorstelbaar.
Het gebeurt allemaal omstreeks het tiende uur. Johannes wil maar zeggen: dat moment in die namiddag is een keerpunt. Daar worden levens structureel veranderd!

Dat zien we ook in de roeping van Petrus: “Gij zijt Simon, de zoon van Johannes, gij zult heten Céfas, wat vertaald wordt met Petrus”[3]. Petrus: dat betekent ‘rots’. Hij is belangrijk werkmateriaal van God. Petrus zal, om zo te zeggen, het eerste deel van het fundament der kerk worden[4]. In Johannes 1 staat dat al vast!

“Volg mij”. Dat zegt Jezus tegen Filippus.
Hier, in het eerste hoofdstuk van het evangelie naar Johannes, klinkt een dienstbevel. Filippus moet klaarblijkelijk alles achterlaten. Doelbewust gaat Jezus op zijn nieuwe discipel af; Hij zoekt en vindt hem.
En Filippus volgt. Zonder tegenspreken of tegenstribbelen. Zonder gemopper of gemurmureer.

En dan is er Nathanaël: de man van wie Jezus weet dat hij oprecht is voor God en mensen.
Nathanaël is verbaasd dat Jezus hem kent. Hij komt onmiddellijk tot een belijdenis: “Rabbi, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van Israël!”[5].
Ziet u dat hier geen alledaagse dingen gebeuren?
Wat hier – in de laatste perikoop van Johannes 1 – geschiedt, is eigenlijk verbijsterend.
En Jezus weet ook dat hier grootse dingen gebeuren. Maar Hij gaat nog een stap verder: “Gij zult grotere dingen zien dan deze”.
Jazeker, dit is al fenomenaal. Maar dit is nog maar het begin. Jezus wordt niet alleen koning van Israël, maar van heel de wereld.
In Johannes 1 wordt de zaak van Jezus Christus meteen op het hoogst mogelijke niveau getild!

Uit alles blijkt dat Jezus de regie in handen heeft.

Het is belangrijk om dat ook vandaag goed tot ons te laten doordringen.
Geloven begint niet met het openen van ons hart. Godsdienst begint bij Jezus Christus, die zoekt en vindt. Het startpunt ligt bij de Here!

De discipelen gaan Jezus volgen.
Waar gaat de reis heen?
Dat staat er niet bij. De discipelen weten niet waar zij naar toe zullen trekken. Zij weten niet wat er zoal te gebeuren staat. Zij hebben geen idee waar het eindigt.
Hoe zit dat met de kerk van vandaag?
Wij hebben een Bijbel. Gods Woord is gepubliceerd – in boeken en op computers. Wij hebben meer informatie ter beschikking dan de discipelen indertijd hadden.
Niettemin willen wij heel graag weten hoe het met de kerk afloopt. Eigenlijk zouden we de kerkgeschiedenis wel willen beïnvloeden; al was het maar een beetje. We leven in de moderne tijd, nietwaar?
Wij moeten ons echter realiseren dat de Here Jezus Christus ons geen keuzevrijheid geeft. Wij moeten de Heiland volgen. Dus zullen we steeds weer moeten bekijken waar Zijn Geest aan het werk is. Wij moeten achter Hem aan!
Natuurlijk, als Hij Zijn volk roept gaan alle volksgenoten gehoorzaam op pad. Maar onderweg moeten zij niet in verzet gaan. Met z’n allen hebben zij die neiging heel vaak wel.
Zullen we ons best doen om onszelf een beetje in bedwang te houden?
Volgzaamheid: als er in de kerk iets belangrijk is, dan is het dat wel.

Johannes 1:
* dat is een Schriftgedeelte waarin de Logos het Woord neemt; de chaos wordt geordend[6]
* dat is een Schriftgedeelte waarin een strijd wordt uitgevochten, met als inzet de erkenning van Jezus’ macht[7]
* dat is een hoofdstuk waarin de kerk gehoorzaamheid aangeleerd wordt.
De kerk luistert naar Gods Woord. Als het goed is leeft de kerk er ook naar. Dat gaat allemaal niet zonder slag of stoot. Maar als de almachtige God aan het werk gaat is succes verzekerd!

Noten:
[1] Tijdens de vergadering van de Mannenvereniging ‘Augustinus’ van De Gereformeerde Kerk Groningen die vanavond wordt gehouden, zal het gaan over Johannes 1:19-52. Het schrijven van dit artikel is een deel van de voorbereiding op die vergadering.
[2] Johannes 1:37-40: “En de twee discipelen hoorden hem dat zeggen en volgden Jezus. Maar Jezus keerde Zich om en zag, dat zij Hem volgden, en Hij zeide tot hen: Wat zoekt gij? Zij zeiden tot Hem: Rabbi – wat, vertaald, wil zeggen: Meester –, waar houdt Gij verblijf? Hij sprak tot hen: Komt en gij zult het zien. Zij kwamen dan en zagen, waar Hij verblijf hield, en zij bleven die dag bij Hem; het was omstreeks het tiende uur”.
[3] Johannes 1:43.
[4] Mattheüs 16:18: “En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen”.
[5] Johannes 1:50.
[6] Zie mijn artikel ‘Het Woord heeft onder ons gewoond’, hier gepubliceerd op woensdag 15 oktober 2014. Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2014/10/15/johannes1vs1tot18/ .
[7] Zie mijn artikel ‘Piketpaal bij Bethanië’, hier gepubliceerd op woensdag 22 oktober 2014. Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2014/10/22/piketpaal-bij-bethanie/ .

28 oktober 2014

Spirituele plek?

Wat is de meest spirituele plek van Nederland?
In de Rooms-katholieke kerk weten ze het wel.
“Nadat bezoekers van de site RKK.nl twee weken konden stemmen op een shortlist van vijf plekken (het Clemenskerkje van Brunssum, OLV ter Nood in Heiloo, Bezinningscentrum Emmaus te Helvoirt, het Openluchttheater van Hertme en Het Kloosterwiel bij de Kapucijnen in Velp), kwam Brunssum met 31 procent van de stemmen als winnaar uit de bus.
De afgelopen zomer vroeg RKK Kruispunt Radio de luisteraars om hun ‘meest spirituele plek van Nederland’ te nomineren. In de maanden juni, juli en augustus stuurden meer dan veertig mensen hun ‘meest spirituele plek’ in. Plekken variërend van een stuk strand tot een kapel, van een begraafplaats tot een duinvallei.
In totaal hebben zo’n 10.000 mensen aan de verkiezing meegedaan. Voor het Clemenskerkje is deze verkiezing een bekroning op een lange periode van restauratiewerkzaamheden en verbouwingen”[1].

Het moet gezegd: het kerkje ziet er mooi uit[2].
En blijkbaar nodigt dat gebouw alle passanten uit om open te staan voor alles wat met religie en metafysica te maken heeft.

Wat is voor Gereformeerde mensen de meest spirituele plek van Nederland?
Als u het mij vraagt is dat geen gebouw. In Zondag 21 van de Heidelbergse Catechismus belijden wij namelijk “dat de Zoon van God uit het hele menselijke geslacht Zich een gemeente, die tot het eeuwige leven uitverkoren is, van het begin van de wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt. Hij doet dit door zijn Geest en Woord in eenheid van het ware geloof. En ik geloof dat ik van deze gemeente een levend lid ben en eeuwig zal blijven”[3].
Dat vergaderwerk gebeurt door zijn Geest en Woord.
Het evangelie is – om met Romeinen 1 te spreken – “een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek”[4]. En voor Nederlanders. Voor Canadezen of Amerikanen. En voor Aziaten en Afrikanen.
Dat evangelie moet gepredikt worden, leren we in Romeinen 10: “Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen”[5].
De hemelse God maakt zijn gemeente Hoogstpersoonlijk schoon. Brandschoon. Christus heeft Zich voor Zijn gemeente overgegeven “om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord”[6].
De meest spirituele plek van Nederland? Op de keper beschouwd is dat de plek waar heel het evangelie klinkt. Daar waar de Logos, het Woord, spreekt. Daar waar de Spiritus Sanctus, de Heilige Geest, Zijn werk doet.

In de kerk moet heel het evangelie open gaan.
In de kerk gaat de Heilige Geest op alle terreinen van het leven aan het werk.

Het is zeer bedenkelijk als er op het kerkplein stevig wordt gediscussieerd over het gezag van de Heilige Schrift. Gods Woord heeft gezag; dat gezag moet worden erkend.
In dit verband denk ik aan ontwikkelingen in het kerkverband van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
Op de internetpagina gereformeerdekerkblijven.nl staat te lezen: “De besluitvorming van de GS Ede heeft bepaald niet de in het Appel gevraagde duidelijkheid verschaft, nl. dat er bij al deze ontwikkelingen geen sprake zou zijn van een breuk met ons kerkelijk verleden als het gaat om gehoor willen geven ‘aan de eis van de Heilige Schriften om te onderscheiden tussen wat kerk mag heten en wat niet’. Zeker in de besluitvorming met betrekking tot de NGK tekent zich die breuk juist wel af”[7].
Waarom tekent die breuk zich af?
Ten diepste gebeurt dat omdat menselijke redeneringen voorrang krijgen op het Woord van God.
Het evangelie is een kracht van God. Niet van mensen dus.
In de kerk moet Christus worden gepredikt. Bij de blijde Boodschap over Zijn reddingswerk horen menselijke meningen altijd op een tweede, derde of vierde plaats te staan; maar in de GKv wekt men de indruk dat menselijke opinies een veel hogere plaats op de prioriteitenlijst krijgen.
In de kerk wordt, om zo te zeggen, schoonmaakwerk gedaan. Er worden mensen gereinigd. In de GKv lijkt het steeds vaker zo te zijn dat men bij de wasbeurt tegenstribbelt.

Nu noteer ik het nog eens: de meest spirituele plek van Nederland? dat is de plek waar heel het evangelie klinkt!
Op die plek staat het Woord centraal.
Op die plek werkt de Heilige Geest.
Het is mooi als mensen daar ook iets van ervaren. Maar dat is een bijkomstigheid. En bovendien wordt die emotie vanuit de hemel gegeven.

Intussen begrijpt u het al wel: Gereformeerden kunnen beter niet over spirituele plekken gaan praten. Dat geeft maar verwarring.
Massa’s mensen spreken op talloze spirituele plaatsen over hun eigen gevoel. Over hun eigen verleden. Over hun eigen idee. En dat is nu precies waar het in de kerk niet om gaat.
Gereformeerden zeggen: de kerk is geen gebouw.
Gereformeerden zeggen: de kerk is een gemeente.
Gereformeerden zeggen: de kerkdienst is een uiterst belangrijke werkplaats van Gods Heilige Geest.
Gereformeerden zeggen: in de kerk worden we klaar gemaakt om onze plaats in de hemel in te nemen.
Gereformeerden zeggen: in de hemel zal God alles in allen zijn.
Gereformeerden weten: die ervaring verschilt hemelsbreed van aardse spiritualiteit.

Noten:
[1] Zie http://kerknieuws.nl/nieuws.asp?oId=27976 .
[2] Zie bijvoorbeeld http://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Clemenskerk_(Brunssum) .
[3] Heidelbergse Catechismus – Zondag 21, antwoord 54.
[4] Romeinen 1:16.
[5] Romeinen 10:14 en 15.
[6] Efeziërs 5:26.
[7] Zie http://www.gereformeerdekerkblijven.nl/wp/?page_id=6 .

27 oktober 2014

Doelgericht

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , ,

Kerkmensen moeten, zo wordt wel eens gezegd, mensen uit één stuk zijn[1].
Het leven moet een eenheid wezen.
Immers, in de kerk hebben we allemaal hetzelfde doel: Christus volgen, op weg naar een heerlijke toekomst met Hem.
We leven, als het goed is, doelgericht.

‘Doelgericht leven’: dat is ook de titel van een heel bekend boek van een befaamde Amerikaanse dominee. Rick Warren heet hij[2].
Warren is niet de eerste de beste. Door hem geleide kerkdiensten worden per zondag door meer dan 20.000 mensen bijgewoond. Bij ‘zijn’ kerk zijn 80.000 mensen aangesloten[3]. Time Magazine schaarde Warren in 2005 zelfs onder de honderd meest invloedrijke mensen ter wereld. Toen president Obama beëdigd werd, deed men dominee Warren het verzoek om het openingsgebed te doen[4]. Terecht concludeerde een scribent: “De schrijver is door dit boek in de VS een superster geworden. ‘Artiesten, politici, captains of industry en sporthelden gaan bij hem te rade voor spiritueel advies’”[5].
Vandaag haal ik zijn boek naar voren om mijn bezwaren duidelijk te maken tegen de manier waarop het Evangelie soms ook in ons eigen land aan de man en vrouw worden gebracht.
Doelgericht leven: dat is, als ik mij niet vergis, bijna een beweging geworden.
Maar die Amerikaanse verkooptechnieken bevallen mij in genen dele.

Dominee Rick Warren past, waar het gaat om het uitdragen van het Evangelie, gaarne marketingtechnieken en filosofie toe. Gods blijde Boodschap moet aan de man gebracht worden!
De predikant-schrijver combineert verkoopkunde met moderne managementtechnieken.

Eerst de verkoopkunde.
Er wordt gesproken over marktonderzoek, om te kijken waar een gemeente kan worden gesticht. Klantvriendelijkheid wordt omgezet in zoeker-vriendelijkheid.
Ik las ergens de volgende typering. “De klant wil een positieve sfeer. Dus geen preken over het laatste oordeel, de eeuwige straf, de toorn van God, zonde, heiligheid, zelfverloochening, ingetogenheid, wereldgelijkvormigheid, etc. De klant wil boodschappen waar hij wat aan heeft in zijn dagelijks leven, zogenaamde ‘Felt need’ boodschappen. Een ‘Felt need’ is een bewust beleefde behoefte (…). Men laat alles weg wat de klant zou kunnen afschrikken. De boodschap moet ‘non-offensive’ (niet aanstootgevend) zijn. De boodschap mag geen aanstoot geven. Men brengt een ‘non-offensieve’ (niet aanstootgevend) en ’positive only’ (alleen positief) evangelie”[6].

En dan is er nog het management, zeg maar: de bestuurskunde.
Besturen doe je door middel van het stellen van doelen. Alles moet doelgericht zijn, purpose-driven. Er zijn dus concrete doelen en strategieën om die doelen te bereiken. Er zijn slogans om de ‘missie’ op pakkende manier te laten horen. En natuurlijk moet het rendement goed meetbaar zijn.
U ziet het: dominee Rick Warren is een Evangelie-verkoper.
En hij verkoopt uitstekend. Van ‘Doelgericht leven’ zijn inmiddels 200.000 exemplaren verkocht. Wereldwijd gingen er van datzelfde boek zelfs veertig miljoen exemplaren over de toonbank.

Er is ook een dagboek dat kernteksten uit en samenvattingen van dat oorspronkelijke boek bevat[7]. In dat dagboek staat een ‘40 doelgerichte dagen-programma’.
Dat gaat dan als volgt.
Dag 1: het begint allemaal bij God
Dag 2: U bent hier niet toevallig
Dag 3: Wat drijft u in het leven? En zo gaat het verder.
Er wordt gewerkt met vijf doelen.
Doel 1: u bent bedoeld om God voldoening te geven
Doel 2: u bent geschapen om deel uit te maken van Gods gezin
Doel 3: u bent geschapen om op Christus te lijken
Doel 4: u bent geschapen om God te dienen
Doel 5: u bent gemaakt voor een missie[8].

Op deze doelen is, al op het eerste gezicht, het nodige af te dingen. Moeten wij op Christus lijken? Zo’n mededeling lijkt verdacht veel op een poging tot elitevorming in de kerk.

Mijn hoofdbezwaar tegen publicaties als ‘Doelgericht Leven’ en het bijbehorende dagboek is dat het programma na veertig dagen zo’n beetje is afgelopen.
Zo’n beetje, zeg ik.
Want natuurlijk is dat niet noodzakelijkerwijs het geval. Je kunt er mee doorgaan. Het is, zegt men ook, een concept om het ‘grote gebod’ en de ‘grote opdracht’ helder neer te zetten.
Dat kan best verfrissend wezen.
Maar ik vraag me wel af: als je nu je hele leven lang met God wil wandelen, moet je er dan van uit gaan dat je tenminste veertig dagen lang – en wellicht je hele leven! – ‘meer van de Geest’ nodig hebt dan voorheen? In dat geval is het leven dus niet één…

Het leven is één: in de kerk vormen we geen kopgroep.
Natuurlijk kunnen we zeggen: zulke boeken helpen ons wel.
En dat wil ik dan ook best geloven.
Maar hoe doet men dat dan in de zakenwereld? Er moet wél geld verdiend worden: gaat dat dan veertig dagen lang helemaal ánders? En krijg je dan méér winst, of minder?
Als zo’n lezende zakenman gedurende een dikke maand minder winst maakt, is het lezen van die bestsellers dan minder gezegend of zoiets?
Daarbij komt nog: moeten we er van uit gaan dat de gebruikers van die boeken, voordat zij enthousiast op pagina één begonnen te lezen, voorheen stuk voor stuk christenen van niks waren? Onzin, mag ik aannemen.
Maar intussen wordt in boeken als deze wel de indruk gewekt dat de 40 dagen in het dagboek toch heel anders zijn dan de resterende 325 dagen.

Als we dat dagboek lezen, lopen we het risico dat ons leven op z’n kop wordt gezet, las ik ergens.
Echter: in de kerk zijn we samen. In de gemeente zijn we samen actief. Maar hoe moet dat nu als u dat 40-dagendagboek hebt gelezen, en hij of zij in de gemeente niet? Zijn meneer A., meneer B., mevrouw C., en tiener D. dan een beetje achtergesteld? Nee toch, hoop ik… Ons leven is één, ook in de gemeente. Dat moeten we niet vergeten.

Het leven is één: we dienen God en verdienen niets.
Hoe goed dat doelgerichte leven ook bedoeld kan zijn: God dienen verschuift zomaar, in stilte, naar: God verdienen.
Dat geldt, lijkt mij, des te meer als je denkt in een sfeer van kopen en verkopen.
Als ik dat opschrijf zoek ik heus geen spijkers op laag water. Op een internetpagina las ik eens een reactie van een vrouw, nadat zij naar een video over doelgericht leven had gekeken. Zij schreef dat dominee Warren op die video zei: “’op mijn grafsteen zou ik willen hebben staan dat ik de vijf doelen heb volbracht: aanbidding, gemeenschap, dienen, evangelisatie en discipelschap’. En hij zag het liefst dat het dan ook op jouw grafsteen zou komen te staan. Dan krijg ik het idee van dat hij het belangrijk vind dat mensen kunnen zien op zijn grafsteen kijk eens ik heb dit gedaan, nou sorry hoor daar kijkt God toch niet naar?”.
De dame heeft het, denk ik, scherp gezien. En het is duidelijk: de schrijver zelf schuift op, gewoon in het openbaar en zonder omhaal.
En dat is niet zo’n wonder, als we weer even terugkijken naar de principes van de schrijver.
Die principes komen immers uit de commercie. Als d’ een of andere strategie niet werkt, dan ga je ’t gewoon anders doen. Zo simpel ligt dat.

Een Nederlandse baptistenpredikant zei eens over Rick Warren: in zijn boeken “gaat de Bijbel nergens werkelijk open. De Bijbel is voor hem een citatenboek van losse teksten, waaruit hij naar gelieven put wanneer hem dat uitkomt. Eerst formuleert hij zijn leer, vervolgens zoekt hij daar Bijbelteksten bij”[9].
Dat oordeel is hard. Maar wel duidelijk. Heel duidelijk.

God dienen – dat doen we ons hele leven lang.
Ons leven is in feite één jarenlange activiteit.
Het leven is één. Het leven bestaat niet uit twee, drie, of vijftien strategieën. Dat mogen we nooit vergeten.

Het leven is één.
Ook in droevige periodes van ons bestaan.
Dominee Warren weet daar inmiddels ook het een en ander van. In april 2013 pleegde zijn zoon Matthew zelfmoord. Dat doet enorm veel pijn. Ook als je een celebrity pastor bent[10].
Ons bestaan is geen succesverhaal. Wij dragen leed mee. En teleurstellingen. Bij de Here hoeven we die heus niet weg te strepen.
Ook in moeilijke tijden zijn Gods kinderen doelgericht.

Het leven is één.
Als dat motto in ons bestaan niet meer wordt toegepast, gaat er iets helemaal mis.

Noten:
[1] Dit artikel is een bewerking van een stuk dat ik in oktober 2004 schreef. Het stuk is gedateerd op 5 oktober 2004.
[2] De gegevens van de laatste druk van dit boek zijn: Rick Warren (vertaling: Ralph van der Aa), “Doelgericht leven: waarom leef ik hier op aarde?”. – Jongbloed Uitgeversgroep (Medema) – 20e druk, 2012. – 368 p.
[3] Zie: W.B. Kranendonk, “Leiders van de evangelicals”. In: katern Accent, opgenomen in Reformatorisch Dagblad (5 januari 2005), p. 20 en 21. Ook te vinden op www.digibron.nl .
[4] Zie “Rick Warren doet openingsgebed bij beëdiging Obama”. In: Reformatorisch Dagblad (18 december 2008), p. 1. Ook te vinden op www.digibron.nl .
[5] Zie J. Maasland, “Geloven in Amerika”. In: De Waarheidsvriend (16 oktober 2008), p. 16 en 17. Ook te vinden op www.digibron.nl .
[6] Zie: http://www.frissewateren.nl/archief/40/Het%20marketing%20christendom%20-%20een%20toetsing%20(I).html .
[7] De gegevens van dat boek zijn: Rick Warren (vertaling: R. van Stormbroek), “Dagboek Doelgericht leven”. – Jongbloed Uitgeversgroep, 2004.- 160 p.
[8] Zie http://www.lezen.nu/boeken/doelgericht-leven.html .
[9] Zie http://www.nd.nl/artikelen/2005/november/28/-rick-warren-ziet-bijbel-als-citatenboek- .
[10] Zie: “Rick Warren terug op preekstoel”. In:  Reformatorisch Dagblad (30 juli 2013), p. 3. Ook te vinden op www.digibron.nl .

24 oktober 2014

Blijven geloven

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , , ,

Naar het schijnt maakt de kerk mensen moe. Eindeloos moe[1].
De ware gelovigen dwarrelen door elkaar heen. Ze zijn verward en gedesoriënteerd. Verkeersregelaars zijn er veel te weinig. Daarom dwalen de gelovigen nog maar wat verder. En ergens, diep in hun hart, hopen zij op betere tijden. Althans, die indruk krijg ik bij tijd en wijle.

Op het kerkplein heerst bovendien een zoek-het-zelf-maar-uit mentaliteit.
We zijn, zo schreef een missiologe laatst, op weg naar een gezapige oecumene. Reformatorischen en evangelischen zouden elkaar meer moet uitdagen. “Er is genoeg wat ons bindt, natuurlijk maar laat het zoeken naar eenheid alsjeblieft niet leiden tot een doffe oecumene. Wrijving brengt glans”[2].

Tien jaar geleden stond trouwens al in een krant te lezen: “De belangrijkste externe uitdagingen voor de kerk van de 21e eeuw als het gaat om de verkondiging van het Evangelie, zijn materialisme, religieus fundamentalisme, vervolging en onrecht, pluralisme en postmodernisme”. Toen werd ook al geschreven: er is gebrek aan visie, gebrek aan inspiratie en gezamenlijk gebed, alsmede gebrek aan effectief leiderschap[3].
Klaarblijkelijk zijn er al vele jaren heel veel mensen die niet weten hoe het verder moet.
Blijkbaar zijn er weinigen die kunnen nadenken over methodieken om aan de wereld het Evangelie te verkondigen.
En de leiders? Hun aantal is gering.

Wat valt er in die situatie te doen?

Voor Gods kinderen is het van groot belang om niet in het geloof te verflauwen. Bidden en Bijbellezen moeten niet uit het dagelijkse leven worden weggestreept.
Bij de keuzes die er in het leven moeten worden gemaakt mogen we vragen: wat wil God vandaag van mij, van ons?
Want Hij heeft alles in de hand – ja ook de chaos op het kerkplein.

Graag wijs ik op u vandaag eerst op Romeinen 4.
Ik citeer: “Daarom is het alles uit geloof, opdat het zou zijn naar genade, en dus de belofte zou gelden voor al het nageslacht, niet alleen voor wie uit de wet, maar ook voor wie uit het geloof van Abraham zijn, die de vader van ons allen is, gelijk geschreven staat: Tot een vader van vele volken heb Ik u gesteld – voor het aangezicht van die God, in wie hij geloofde, die de doden levend maakt en het niet zijnde tot aanzijn roept. En hij heeft tegen hoop op hoop geloofd, dat hij een vader van vele volken zou worden, volgens hetgeen gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn. En zonder te verflauwen in het geloof heeft hij opgemerkt, dat zijn eigen lichaam verstorven was, daar hij ongeveer honderd jaar oud was, en dat Sara’s moederschoot was gestorven; maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld door ongeloof, doch hij werd versterkt in zijn geloof en gaf Gode eer, in de volle zekerheid, dat Hij bij machte was hetgeen Hij beloofd had ook te volbrengen. Daarom ook werd het hem gerekend tot gerechtigheid”[4].

Abraham is blijven geloven.
Zijn situatie was, menselijkerwijs gesproken, hopeloos.
Maar hij heeft nimmer gezegd: ik zet het leven met God op een laag pitje.
Abraham heeft niet lopen twijfelen.
Abraham is nimmer voor zijn tent gaan zitten, onder het motto: dit wordt niks meer.

In de eenentwintigste eeuw zijn mensen tot veel in staat.
De technologie brengt de samenleving op een hoger plan.
Intelligente burgers maken hun eigen keuzes. En zij kiezen ervoor om de Here los te laten. Want ach… zij zien Hem toch niet.
Geloven is een keuze.

Maar aan die keuze gaat de Goddelijke uitverkiezing vooraf.
Hij bepaalde dat Abraham de vader van vele volken zou worden.
Hij rekende het geloof van Abraham tot gerechtigheid.
Ziet u dat? Het startpunt ligt niet bij twijfelende, dwalende en onzekere mensen!
Het mag zo zijn dat de buren wellicht zeggen: die kerkgangers van hiernaast gaan, tegen beter weten in, iedere zondag op pad. Geachte lezers, ware christenen weten beter!

In 1975 – dat is dus al bijna 40 jaar geleden! – werd een boek gepubliceerd onder de titel ‘Against Method’. Dat boek werd geschreven door de in Oostenrijk geboren wetenschapsfilosoof Paul Feyerabend (1924-1994)[5].
Volgens de scribent kan geen enkele methode van onderzoek aanspraak maken op de enige echte wetenschappelijke methode. Als er al een regel te vinden is voor wetenschappelijk onderzoek, stelt hij, dan is het de regel dat er geen vaststaande regels voor dergelijk onderzoek zijn – ‘anything goes’!
De enige echte verantwoorde methodiek bestaat niet, beweert Feyerabend. Dat maakt mensen zeer onzeker, tot de meest hooggeleerde toe. En op zichzelf genomen is dat warempel geen wonder.
Anno Domini 2014 zien we om ons heen wat er gebeurt als mensen gaan leven bij relativisme en cynisme.
Het lijkt me dat we als Gereformeerden voortdurend moeten zeggen: wat wij vandaag niet begrijpen, doorziet God wel.

Op dit punt citeer ik met instemming de schrijver van de brief aan de Hebreeën, die in hoofdstuk 11 noteert: “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. Want door dit geloof is aan de ouden een getuigenis gegeven. Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare”[6].

Iemand schreef eens in een publicatie over het postmodernisme: ”Het zoeken van waarheid is niet alleen een zaak van correct observeren en verstandelijk redeneren, maar ook van het hart, van gewoonten en karakter, van gehoorzaamheid aan de hele wet van Christus”. En ook: “Waarheid moet dus niet alleen verkondigd, maar ook uitgebeeld worden door hen die haar belijden. En dit houdt de noodzaak van nederigheid in, een nederigheid die gefundeerd is in de erkenning dat we niet beter zijn dan onze ongelovige naasten. We delen in de schuld en zonde van de wereld; we vallen allen onder Gods oordeel en zijn allen afhankelijk van zijn genade”[7].

Laten wij maar blijven geloven.
Laten wij onze God maar trouw dienen.
Dan kunnen wij laten zien hoe mooi het leven is.

Met Psalm 27 kunnen we dan zingen:
“Want bij de HERE ben ik welgeborgen:
Hij voert mij in de schuilplaats van zijn tent.
Daar ben ik veilig, Hij zal voor mij zorgen,
draagt mij naar hoogten die geen vijand kent”[8].
Nee – de wereld snapt dat niet. Maar wij weten het heel goed: wandelen met het Woord geeft rust en stabiliteit. Voor nu. En voor altijd.

Noten:
[1]
Dit artikel is een bewerking van een stuk dat ik eerder schreef; dat stuk is gedateerd op maandag 4 oktober 2004.
[2] Kim ter Berghe, “Gezapige oecumene”. In: Nederlands Dagblad (11 oktober 2014), p. 15.
[3] Zie: “De uitdagingen voor de kerk”. In: Reformatorisch Dagblad (30 september 2004), p. 2. Ook te vinden op: www.digibron.nl .
[4] Romeinen 4:16-22.
[5] Zie over Paul Feyerabend http://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Feyerabend .
[6] Hebreeën 11:1, 2 en 3.
[7] Frederika Oosterhoff, ”Het Postmodernisme in bijbels licht” (Woord & Wereld nr. 62). – Uitgeverij Woord en Wereld, © 2004. – p. 97.
[8] Dit zijn de eerste regels van Psalm 27:4 (berijmd; Gereformeerd Kerkboek).

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.