Kent u J.R.R.Tolkien[1]?
Dat is een Engelse taalkundige, theoloog, dichter en schrijver. Hij leefde van 1892 tot 1973. Hij werd onder meer bekend van ‘In de ban van de ring’ (The Lord of the Rings). Dat is een driedelig werk. De trilogie hoort thuis in de rubriek fantasy: fictieve verhalen, verzonnen wezens, werelden die alleen maar in de verbeelding bestaan[2].
Aan de Universiteit Leiden promoveerde onlangs Marcus Altena Davidsen[3]. Dat is een wetenschapper die zegt dat Tolkien “met zijn oeuvre de basis heeft gelegd voor een nieuwe religie”. De promovendus onderzocht “waaraan een tekst moet voldoen om als blauwdruk voor een nieuwe religie te dienen. Ten eerste moeten er fantastische, voor de lezer bovennatuurlijke elementen in voorkomen, schrijft hij. Bijvoorbeeld magie, betoverde voorwerpen of pratende bomen.
Ten tweede is het volgens hem belangrijk dat er karakters in het verhaal voorkomen waarmee de lezer zich kan identificeren zoals elfen, en bovenmenselijke wezens die als goden kunnen worden aangeroepen in rituelen.
Het tweede kenmerk van religieuze fictieteksten is dat ze expliciet hun eigen waarachtigheid uitspreken. De teksten moeten dus over zichzelf zeggen dat ze over de echte wereld gaan, of in elk geval hun eigen fictionaliteit in twijfel trekken”[4].
Het Tolkiengeloof is uiteraard ongeloof. De eigen fantasie leidt tot een nieuwe wereld.
Menselijke verbeeldingskracht kan in ons aards bestaan veel invloed hebben!
In Gods Woord lezen we ook wel over betoveringen. En over tovenaars.
Neem nou het verhaal over Simon de tovenaar, in Handelingen 8. Die magiër werd gedoopt. Maar Simon dacht dat de Heilige Geest voor geld te koop was. Dat was niet zo. Dat zal ook nooit zo wezen.
Wij lezen: “En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven, bood hij hun geld aan, en zeide: Geef ook mij deze macht, opdat, als ik iemand de handen opleg, hij de heilige Geest ontvange. Maar Petrus zeide tot hem: Uw geld zij met u ten verderve, daar gij gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen verwerven. Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht voor God. Bekeer u van deze uw boosheid en bid de Here, of deze toeleg van uw hart u moge vergeven worden; want ik zie, dat gij gekomen zijt tot een gal van bitterheid en een warnet van ongerechtigheid”[5].
Uw hart is niet recht voor God, dat wil zeggen: hier gaan zaken helemaal scheef.
De Heilige Geest is niet door mensen naar believen in te zetten en aan te sturen.
Wij hebben allemaal wel eens de neiging om te denken: had ik maar meer wijsheid van de Heilige Geest. Of: liep Jezus nog maar op aarde rond. Of wellicht: kon ik maar eens zien dat God echt ingrijpt in de wereld. Of misschien: hadden we als kerk maar meer macht, dan konden we de wereld omturnen.
Een en ander overpeinzende liggen de conclusies voor de hand:
* het gedrag van Simon de tovenaar staat niet eens zo heel ver van ons af.
* de fundamenten van de Tolkienreligie komen ons, naar alle waarschijnlijkheid, niet geheel onbekend voor. Fantaseren doen we allemaal wel eens; en soms gaan we daar behoorlijk ver in.
De Here leert ons om te leven in afhankelijkheid van Hem. De zonde heeft ons zomaar in de ban. Voor wij ’t weten zijn we op onszelf gericht. Op onze eigen beleving. Op onze eigen drang om mensen te overtuigen en te bekeren. Op onze eigen beloning, later in de hemel.
De Here traint ons er echter in om op anderen gericht te zijn. Op hun behoud. Op hun troost in dit aardse leven. Op hun bekering. Op hun eeuwig geluk.
Dan worden wij tevreden met datgene wat de Here God ons op deze aarde heeft toebedeeld.
Dat is tevredenheid in Schriftuurlijke zin.
Dan komen we tot de opstelling van 1 Timotheüs 6: “Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, indien zij gepaard gaat met tevredenheid”[6].
Dan leven we in de stijl van Hebreeën 13: “Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten”[7].
Graag keer ik nog even naar Handelingen 8 terug.
En ik stel de vraag: hoe liep het eigenlijk met Simon de tovenaar af?
In Handelingen 8 staat dat er niet bij. De betreffende perikoop eindigt als volgt: “Doch Simon antwoordde en zeide: Bidt gij voor mij tot de Here, dat mij niets moge overkomen van hetgeen gij gezegd hebt.
Toen zij dan het woord des Heren betuigd en gesproken hadden, keerden zij terug naar Jeruzalem en verkondigden het evangelie aan vele dorpen der Samaritanen”[8].
Hoe het met Simon verder ging weten we dus niet. Waarom vroeg hij om gebed? Deed hij dat vanwege het feit dat hij berouw had? Of wilde hij zich simpelweg indekken voor de gevolgen van zijn daden?
Hoe dat zij: we weten wel dat we ons steeds moeten realiseren dat we van God afhankelijk zijn. We moeten tot God bidden. Wij staan, als het goed is, voortdurend met Hem in contact.
En verder?
Verder kunnen we overgaan tot de orde van de dag. We kunnen gewoon weer aan het werk. We gaan verder, op weg naar een heerlijkheid die werkelijkheid wordt. Die hemelse realiteit zal al onze fantasieën ver te boven gaan.
Noten:
[1] Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/J.R.R._Tolkien en http://nl.tolkien.wikia.com/wiki/Hoofdpagina .
[2] Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Fantasy_(genre) .
[3] Zie http://hum.leiden.edu/lias/lucsor/news/phd-defence-markus-altena-davidsen.html en http://media.leidenuniv.nl/legacy/nederlandsesamenvatting-proefschriftdavidsen.pdf .
[4] Zie: “Fictieschrijver Tolkien stichtte nieuwe religie”. In: Reformatorisch Dagblad (16 oktober 2014), p. 2. Ook te vinden op http://www.digibron.nl .
[5] Handelingen 8:18-23.
[6] 1 Timotheüs 6:6.
[7] Hebreeën 13:5.
[8] Handelingen 8:24 en 25.