Klaagliederen – de naam van dat Bijbelboek zegt al veel. Er wordt in geklaagd. En niet zo’n klein beetje ook.
De profeet Jeremia componeert de liederen naar aanleiding van het feit dat Juda wordt veroverd door koning Nebukadnezar II. De ‘bovenlaag’ van de bevolking wordt in ballingschap weggevoerd naar Babel. De tempel van Salomo wordt verwoest[1].
Het Bijbelboek Klaagliederen verwoordt een zwaar lijden. Er is sprake van diepe rouw.
Er wordt echter ook schuld beleden. Er kan, zo blijkt, worden gesproken van collectieve schuld; bijkans heel het volk is ontrouw geworden aan God.
Maar in die deplorabele omstandigheden is toch ook Gods genade zichtbaar.
En nee, de Here stoot Zijn volk niet voor altijd weg.
Nee, de Here straft Zijn kinderen niet voor Zijn plezier. Integendeel! Maar de Here is beslist geen goedzak die alles maar goed vindt.
Het zijn echt klaagliederen.
Ze zijn heel poëtisch opgebouwd. Een exegeet schrijft: “Elk klaaglied bevat 22 verzen, naar de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet (Aleph, Beth, enz.), behalve hoofdstuk 3, dat 66 verzen heeft. Oorspronkelijk begint ieder vers met een Hebreeuwse letter in de volgorde van het alfabet, zoals ook sommige Psalmen, behalve het vijfde en laatste hoofdstuk. Hoofdstuk 3 bevat 66 verzen, beginnend met 3x A, dan 3x B, enz. Voor deze acrostische vorm is gekozen om aan te duiden dat het gaat om een allesomvattend verdriet (van A tot Z)”[2].
In Klaaglied 3 beschrijft Jeremia het diepe leed dat hij heeft doorstaan en zijn indringend gebed. Verder geeft hij duidelijk aan dat hij het nu van God verwacht.
Als er nu wat gaat veranderen, moet dat van Gods kant komen.
En er is één ding dat Jeremia heel zeker weet: de Here is de grote Eigenaar van zijn leven; de redding komt van Hem!
In Schriftuurlijke taal klinkt dat zo:
“Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel,
daarom zal ik op Hem hopen”[3].
Concentreert Jeremia zich vooral op zichzelf?
Nee.
Want in Klaaglied 3 zegt hij ook:
“Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn,
dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is!”[4].
En:
“Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht,
voor de ziel die Hem zoekt”[5].
Dat geldt dus voor iedereen.
Nee, Jeremia voert in de Klaagliederen beslist geen onemanshow op. In de Klaagliederen zien we geen eenzame sterveling die wanhopig een spandoek omhoog houdt. Jeremia heeft het oog op al zijn volksgenoten!
Waarom heeft Jeremia zo’n brede blik?
Antwoord: omdat hij zicht heeft op Gods trouw.
David, de dichter van Psalm 16 noemt de Here “mijn enig deel en mijn beker”[6].
De Here is mijn deel – dat zegt de dichter van Psalm 119 ook:
“De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd
dat ik Uw woorden in acht zal nemen”[7].
Mijn deel is de Here – die belijdenis betekent: de Here heeft, met mij en met heel Zijn volk, een verbond gesloten. Daarom zal Hij mij trouw zijn. En nee, Hij laat ons niet zitten. Nee, Hij laat ons niet zakken.
Dat is een zekerheid.
Nee, niet omdat God zo nu en dan een oogje dichtknijpt.
Die garantie is er omdat de Heer van hemel en aarde Zijn Verbondsvolk een toekomst biedt. Een toekomst voor Jeremia. En – bijvoorbeeld – voor Paulus, voor Timotheüs, voor Titus en… ja ook voor gelovige mensen van 2019.
Het was de Gereformeerd-vrijgemaakte professor drs. H.J. Schilder (1916-1984) die op zondag 24 september 1972 te Langeslag preekte over Klaagliederen 3:22, 23 en 24[8].
Het thema van zijn preek was: “In het verbond van het verleden ligt het heden en de toekomst”.
Schilder verdeelde zijn preek in drie bijna poëtisch klinkende punten:
“1. Het verleden is niet voorbij
2. Het heden is meer dan nu
3. De toekomst is begonnen”.
In de formuleringen klinkt door dat de Here met Zijn werk doorgaat. Het leven is één, het hangt niet van stukjes aan elkaar. Van de eerste tot de laatste dag op aarde werkt de Here aan het heil van Zijn kinderen. Hij brengt hen bijeen. Hij leidt hen naar een nieuwe volmaakte wereld!
Even tussendoor –
wij leven in een tijd waarin mensen graag zelf kerkelijke keuzes maken. De één blijft Gereformeerd, nummer twee gaat naar een gemeente in de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk en een derde wordt baptist.
Welnu – de Klaagliederen doen ons weer eens beseffen dat onze God één volk formeert. Niet twee, of drie!
Wat moeten wij met de Klaagliederen beginnen in de eenentwintigste eeuw?
Meer precies: wat moeten wij in 2019 aanvangen met het derde Klaaglied?
Wij hebben de neiging om veel te klagen.
Over de maatschappij bijvoorbeeld, waarin de verdorvenheid soms de standaard lijkt te worden.
Over de kerk bijvoorbeeld. Want die is Gereformeerd, doch nog lang niet ideaal.
Over onze familie bijvoorbeeld. Want we zijn weinig meer dan los zand. De levensstijlen en levensovertuigingen staan mijlenver uit elkaar. En onze keuzes worden heel vaak niet begrepen.
Over onszelf bijvoorbeeld. Want wie herkent onze kwaliteiten eigenlijk nog? Kijkt iedereen en alles over ons heen?
Laten we ’t maar ronduit zeggen: klagen mag best; als we dat maar aan het goede adres doen!
Het derde Klaaglied stimuleert ons om, ondanks alles, te letten op Gods genade.
Want we mogen dan wel klagen, maar feit is dat we nog leven. En er zit perspectief in ons bestaan; het is immers volstrekt helder dat de Heer van hemel en aarde zijn verbond nimmer vergeten zal!
Het derde Klaaglied laat ons zien hoe nuttig het is om eens van een afstandje naar ons leven te kijken en de zaken vervolgens nuchter op een rijtje te zetten.
En wat zien en horen wij dan?
Wij merken veel irritaties, ergernissen en voelen diepe teleurstellingen. En is dat onterecht? Nee, vaak niet.
Maar laten wij bij al ongemak, al die gramschap en ons misnoegen nimmer Gods verbond vergeten. Hij gaat door met Zijn kerkvergaderend werk!
Zing dus maar mee met Psalm 44:
“Wij moesten al dit leed ervaren,
maar bleven uw verbond bewaren.
Geen ontrouw heeft ons hart bekoord,
wij gingen in uw wegen voort”[9].
En:
“Wij zijn in stof terneergedrukt;
sla ons in uw ontferming gade.
Naar lijf en ziel gaan wij gebukt.
Sta op, verlos ons uit genade”[10].
Noten:
[1] Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/586_v.Chr. ; geraadpleegd op donderdag 24 januari 2019.
[2] Geciteerd van http://www.christipedia.nl/Artikelen/K/Klaagliederen ; geraadpleegd op donderdag 24 januari 2019.
[3] Klaagliederen 3:24.
[4] Klaagliederen 3:22.
[5] Klaagliederen 3:25.
[6] Psalm 16:5.
[7] Psalm 119:57.
[8] In die dienst werd kandidaat Cl. Stam als predikant bevestigd. Het bericht daarover stond op woensdag 27 september 1972 op pagina 2 van het Nederlands Dagblad.
[9] Psalm 44:5 – berijmd, Gereformeerd Kerkboek-1986.
[10] Psalm 44:8 – berijmd, Gereformeerd Kerkboek-1986.