“En deze dingen schrijven wij, opdat onze blijdschap volkomen zij”. Dat zijn bekende woorden. Ze staan in de eerste brief van Johannes[1].
Die woorden mogen wij vrijmoedig tegenover de landspolitiek zetten. Wij mogen er aan denken als wij allerlei vage verkiezingsbeloften beluisteren. Wij mogen die woorden lezen als op radio en televisie diverse goedklinkende oneliners langs komen; slogans die veelal moeilijk in beleid kunnen worden omgezet.
Hieronder zal dat wel blijken.
Johannes wil z’n geadresseerden blij maken.
De Heilige Geest heeft er voor gezorgd dat ook de Bijbellezers van 2012 blij gemaakt kunnen worden. Zo worden wij aangespoord om ons, ook vandaag, in de geloofsblijdschap te oefenen.
De vraag is natuurlijk wat ‘deze dingen’ dan wel zijn. Wáár mogen we eigenlijk blij van worden?
In de eerste plaats worden we blij van het eeuwige Woord eeuwig is. Het was er altijd al. Het existeert nog. En het zal blijven bestaan.
Jezus Christus is het Woord. Hij is niet gewórden. Hij is niet ontstáán. Hij was er gewoon. Er is geen begin of eind aan Hem. Hij is de Alfa en de Omega. Jezus Christus heeft altijd al geweten hoe heerlijk het is om bij Vader te zijn. Die heerlijke werkomgeving, die Goddelijke sfeer, gunt Jezus ook aan de door Hem gekochte kinderen.
De Zoon was en is ook altijd één met Vader. De bijzondere relatie van Vader en Zoon was er, om zo te zeggen, “vanaf het prilste begin”[2].
In Zijn genade wil de Here God niets liever dan dat Zijn kinderen van dát alles getuige zijn!
In de tweede plaats mogen we blij worden omdat dat Woord Zich bekend gemaakt heeft. Er zijn mensen die het Evangelie hebben gehoord. Er zijn mensen die de menselijke belichaming van dat Woord hebben gezien.
Door de Heilige Geest gedreven hebben die mensen nauwkeurig opgeschreven wat ze hoorden. Ze hebben exact omschreven wat zij zagen.
Het Woord wordt geproclaméérd! Midden in een zondige wereld klinkt het Evangelie. In Zijn wijsheid besluit de Here God om deze wereld niet aan haar lot over te laten. Het is Zijn eer te na om de zonden, de tekortkomingen, de rommel en de chaos in de wereld onaangeroerd te laten liggen.
Hij wil door de mensheid geëerd worden.
In de derde plaats mogen we blij worden vanwege de koinonia.
We maken deel uit van een heerlijke gemeenschap. De gemeenschap met elkaar is geworteld in de gemeenschap met de Here in de hemel.
In dat Griekse woord zit iets van een tegenstelling. Wie lid is van een koinonia kan niet plotsklaps ergens ánders bij gaan horen. Om in de sfeer van deze brief te blijven: wie bij het licht hoort, past per definitie niet bij de duisternis[3].
De gemeenschap van de heiligen heeft zijn wortels niet simpelweg met God. Zo staat dat er niet. Onze gemeenschap wortelt in:
* de Vader. Hij is onze Schepper. Hij pleegt permanent onderhoud aan ons aller leven. Hij heeft de touwtjes van ons leven in handen. Hij zorgt er voor dat we alles ontvangen wat wij nodig hebben om voor Hem te leven[4]
* zijn Zoon Jezus Christus. Hij is onze Verlosser. Hij laat ons zien welke plannen Vader met ons leven heeft. Hij pleit ons bij de Vader vrij, op grond van het door Hem vergoten bloed. Door Zijn Geest zorgt Hij ervoor dat wij die verlossing niet verkwanselen[5].
Wat baat het ons vandaag dat wij dit alles weten?
Wij leven in een wereld waarin politici op allerlei manieren laten zien dat het leven vluchtig is. Het is, zegt men, triest dat het politieke landschap versnippert. Het is buitengewoon spijtig dat Neêrlandse kabinetten de rit zelden uit zitten. Middelerwijl proberen diezelfde parlementsleden met een niets ontziende vlijt media-aandacht te krijgen.
Het volk, zo suggereren onze landsleiders bij de voortduur, begrijpt er weinig van. Derhalve dienen wij op de meest simpele wijze uitleggen hoe de zaken er voor staan.
Als je als parlementariër hard genoeg tettert, kom je in de krant. En op de televisie. En dat, geachte lezer, is het hoogste goed[6].
In die leefomgeving herinnert de Here aan Zijn eeuwige existentie. Nee, Hij doet geen loze verkiezingsbeloften. Hij maakte een plan om ieder die in Hem gelooft, te redden van de ondergang. Hij werkt aan het herstel van een relatie die, hemels als die is, nimmer verbroken kan worden.
Nee, dat Evangelie is verre van simpel. Wij kunnen dat niet samenvatten op – laten we zeggen – een simpel A 5-je met regelafstand anderhalf.
Er is méér dan de vluchtigheid van de politiek!
In de Staten-Generaal worden mensen soms meedogenloos aangepakt. Zeker christenen hebben het heden ten dage zwaar te verduren.
Een commentator van het Reformatorisch Dagblad schreef onlangs: “Bovendien gaan, zo lijkt, het wanneer iemand een christelijk standpunt verdedigt, werkelijk alle remmen los”. En: “De door velen geroemde vrijheid van meningsuiting toont hier haar lugubere keerzijde. Men kan tegenwerpen dat er vroeger ook veel gevloekt en gescholden werd aan stamtafels of in bouwketen. Maar sociale media hebben een heel andere invloed op het publiek en veroorzaken een brede verspreiding van (…) doodswensen en bedreigingen”[7].
In die leefomgeving herinnert de Heer van de kerk Zijn kinderen aan Zijn raadsbesluit. Deze wereld wordt niet weggezet, als zijnde waardeloos en bedorven.
Hijzelf werkt aan een altoosdurende lofprijzing, die door Zijn eigen schepping wordt aangeheven. Een laudatio in de stijl van Psalm 139:
“Ik loof het wonderbaar beleid
waarmee U mij hebt toebereid
Mijn hart en nieren zijn uw werk,
ja, alles van mij draagt uw merk”[8].
Er zal een moment komen dat de megafoontactiek van goddeloze mensen overstemd wordt door een proclamatie van het eindgericht vanuit de hemel[9].
Wat staat ons te doen?
Laat ik het begin van 1 Johannes 1 mogen citeren: “Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze eigen ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens – het leven toch is geopenbaard en wij hebben gezien en getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons geopenbaard is – hetgeen wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben. En ónze gemeenschap is met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus. En deze dingen schrijven wij, opdat onze blijdschap volkomen zij”[10].
Het gaat dus om volkomen blijdschap. Vreugde waar we vervúld van worden. Hélemaal vol, zeg maar.
Dat is gegeven vreugde.
Gereformeerde mensen hoeven zichzelf niet op te krikken tot een groots glimlach- en genietniveau.
Er staat ons maar één ding te doen: Gods grote daden bewonderen. Dat is uiteindelijk het enig juiste startpunt. Zó moet er geleefd worden. Dat moet het grondthema van al ons werk wezen.
Overal in de wereld; dus ook in de politiek.
Laten wij maar gewoon aan de gang blijven. Ieder op onze eigen plek. Laten we dat maar doen in de aanbiddende stijl van Psalm 139:
“Zie of mijn wegen heilig zijn,
mijn paden recht, mijn daden rein.
En doe mij toch met vaste schreden
de weg van eeuwig heil betreden”[11].
Noten:
[1] 1 Johannes 1:4.
[2] Zie http://www.revivalgemeente.nl/Joh%201%20vers%202-4.htm .
[3] Zie 1 Johannes 1:6 en 7: “Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde”.
[4] Zie Heidelbergse Catechismus – Zondag 9, antwoord 26: “Dat de eeuwige Vader van onze Here Jezus Christus, die hemel en aarde, met al wat erin is, uit niets geschapen heeft en ze nog door zijn eeuwige raad en voorzienigheid in stand houdt en regeert, om zijn Zoon Jezus Christus mijn God en mijn Vader is. Daarom vertrouw ik zo op Hem, dat ik er niet aan twijfel, of Hij zal mij voorzien van alles wat ik voor lichaam en ziel nodig heb, en ook elk kwaad, dat Hij mij in dit moeitevol leven toedeelt, voor mij doen meewerken ten goede. Want Hij kan dit doen als een almachtig God en wil het ook doen als een trouw Vader”.
[5] Zie Heidelbergse Catechismus – Zondag 11, antwoord 29: wij noemen Hem Verlosser “omdat Hij ons verlost van al onze zonden, en omdat er bij niemand anders enig behoud te zoeken en te vinden is”. En Zondag 12, antwoord 31: Hij wordt Christus genoemd “Omdat Hij door God de Vader is aangesteld en met de Heilige Geest gezalfd tot onze hoogste Profeet en Leraar, tot onze enige Hogepriester en tot onze eeuwige Koning. Als Profeet en Leraar heeft Hij ons de verborgen raad en wil van God over onze verlossing volkomen geopenbaard. Als Hogepriester heeft Hij ons met het enige offer van zijn lichaam verlost en blijft Hij met zijn voorbede steeds bij de Vader voor ons pleiten. Als Koning regeert Hij ons met zijn Woord en Geest, en beschermt en bewaart Hij ons bij de verworven verlossing”.
[6] Zie http://www.refdag.nl/opinie/commentaar/commentaar_roeptoeterpolitiek_1_669455 .
[7] Zie http://www.refdag.nl/opinie/commentaar/commentaar_sgp_en_sociale_media_1_670346 .
[8] Dit zijn de eerste regels van Psalm 139:6 (berijmd; Gereformeerd Kerkboek).
[9] Het Reformatorisch Dagblad typeerde het getetter van veel Nederlandse politici als roeptoeterpolitiek.
[10] 1 Johannes 1:1-4.
[11] Dit zijn de laatste regels van Psalm 139:11 (berijmd; Gereformeerd Kerkboek).