Wij, kinderen van God, leven “in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam”.
Zo staat dat in 1 Petrus 1.
Met die woorden is iets bijzonders aan de hand.
Wat is het opmerkelijke van die woorden uit 1 Petrus 1? Wel, ze staan als Schriftbewijs onder niet minder dan vier Catechismusantwoorden.
Die Catechismusantwoorden staan hieronder[1].
Eerst Zondag 1.
“Vraag: Wat is uw enige troost in leven en sterven?
Antwoord: Dat ik met lichaam en ziel, in leven en sterven, het eigendom ben, niet van mijzelf, maar van mijn trouwe Heiland Jezus Christus. Want Hij heeft met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald”.
Nu dan Zondag 13.
“Vraag: Waarom noemt u Hem onze Here?
Antwoord: Omdat Hij ons met lichaam en ziel, niet met goud of zilver, maar met zijn kostbaar bloed van al onze zonden vrijgekocht en uit alle macht van de duivel verlost heeft. Zo heeft Hij ons tot zijn eigendom gemaakt”.
Vervolgens Zondag 14.
“Vraag: Wat is voor u de waarde van de heilige ontvangenis en geboorte van Christus?
Antwoord: Zo is Hij onze Middelaar, die met zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt”.
En ook Zondag 15.
In Zondag 15 wordt gevraagd en geantwoord:
“Vraag: Wat belijdt u met het woord ‘geleden’?
Antwoord: Christus heeft heel de tijd van zijn leven op aarde, maar vooral aan het einde daarvan, de toorn van God tegen de zonde van het hele menselijke geslacht aan lichaam en ziel gedragen. Hij deed dit om door zijn lijden, als het enige zoenoffer, ons lichaam en onze ziel van het eeuwige oordeel te verlossen en Gods genade, gerechtigheid en het eeuwige leven voor ons te verwerven”[2].
Het onderwijs in de Catechismus wijst dus nadrukkelijk op 1 Petrus 1. En op het verlossingswerk van Christus.
Volgelingen van Christus zijn vrijgekocht van zinloze levenswandel.
Met de laatste twee woorden van de vorige zin staan wij midden in de samenleving van vandaag.
Iemand slaakte eens de hartenkreet: “Ik worstel met een knagend gevoel van zinloosheid. Mijn gedachte is steeds: als we doodgaan, als mensen zomaar ziek worden, wat heeft het dan nog voor zin om ambities te hebben, plannen te maken, of te genieten? Vroeger dacht ik: als het leven zinloos is, dan moeten we er zelf maar wat van maken door volop te genieten. Maar nu ik in mijn omgeving veel leed zie en ik mensen aan de dood heb verloren, werkt ‘genieten’ niet meer”.
Een psycholoog reageerde onder meer als volgt: “U lijkt teleurgesteld te merken dat aan het eind van alle inspanningen enkel de dood wacht, alsof u vroeger de onbewuste overtuiging had dat alles goed zou komen als u maar uw best deed. Therapie kan helpen die overtuigingen aan te passen. Voor leven in het hier en nu helpt mindfulness (…). Kijk ook eens bij filosofen; lees bijvoorbeeld Bas Haring, Voor een echt succesvol leven. Hier is alvast een filosofische vraag: wat zijn vrienden waard als we ze niet missen? Of: hoe logisch is het om niet te genieten omdat iets voorbijgaat? Nog iets anders: is het mogelijk dat rouw uw blik tijdelijk verdonkert?”.
Mensen moeten leren om in het hier-en-nu te leven.
Vrienden blijken de moeite waard als u naar hen verlangt wanneer zij een tijdje buiten uw gezichtsveld zijn.
Men kan en moet van dingen genieten die op enig moment tot een einde komen. Op aarde is er namelijk altijd een moment waarop iets stopt. Op aarde is letterlijk alles sterfelijk en bederfelijk. Geniet er dus maar van zolang het er nog is!
Maar wat als het niet lukt om te genieten? Ach, wellicht bent u ongemerkt in de rouw…[3]
Wat men er ook van zeggen wil: op deze aarde gaat alles voorbij. Daar helpt geen lieve moeder aan. Zelfs de meest empathische psycholoog kan dan niet ontkennen.
Welnu – Petrus schrijft: al dat gedoe op aarde is voor Gods kinderen niet zinloos.
Al die aardse vragen nemen namelijk niet weg dat Christus Zijn verlossingswerk heeft volbracht. Hatelijkheden, lichamelijke of psychische lasten, problemen, ruzies, tekortkomingen, teleurstellingen, verdriet – ze wegen allemaal niet op tegen de waarde van Christus’ lijden en opstanding. Gods kinderen mogen iedere minuut van hun leven beseffen: het is op aarde maar al te vaak fröbelen en knoeien geblazen, maar alles gebeurt in dienst van God!
Christus’ kostbare bloed wast onze zondeschuld weg.
Ons leven is eeuwig.
Na de dood gaat het verder. Volmaakt. Ons leven kan niet meer stuk.
En hoe moet het verder op deze aarde?
We mogen vol overtuiging Psalm 72 zingen:
“Hij zal zich over elk ontfermen
die zonder helper is.
Hij zal geringen trouw beschermen,
hun redding is gewis.
Hij zal hen van geweld bevrijden,
al gaat het nog zo hoog,
hun bloed, hun tranen en hun lijden
zijn kostbaar in zijn oog”[4].
Noten:
[1] In deze alinea citeer ik 1 Petrus 1:18,19.
[2] Het betreft de antwoorden 1, 34, 36 en 37.
[3] In deze alinea citeer ik van https://www.psychologiemagazine.nl/advies/alles-lijkt-zinloos/ ; geraadpleegd op maandag 6 mei 2024.
[4] Psalm 72:7 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.