gereformeerd leven in nederland

2 september 2011

Hartelijk welkom op deze weblog

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 18:00

Dit is een bloggebied van B. de Roos.
Op deze plaats verschijnen artikelen over het kerkelijk leven in Nederland. Ook zijn hier Schriftstudies en meditaties te lezen. De stukken zijn geschreven vanuit een Gereformeerd standpunt.

In de regel verschijnt hier op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag een nieuw artikel; dat gebeurt rond 7 uur ’s morgens. Op christelijke feestdagen en op Nieuwjaarsdag wordt deze internetpagina niet ververst.
Reacties op artikelen zijn welkom. De besluiten met betrekking tot plaatsing van die respons op deze pagina worden genomen door de eigenaar van deze weblog. Anonieme reacties worden nooit geplaatst.

Deze website bestaat sinds vrijdag 2 september 2011. De weblog is een voortzetting van ‘Artikelen over Gereformeerd leven in Nederland’, een blog die sinds woensdag 26 mei 2004 verscheen bij web-log.nl.

13 mei 2024

De zinloosheid voorbij

Wij, kinderen van God, leven “in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam”.
Zo staat dat in 1 Petrus 1.
Met die woorden is iets bijzonders aan de hand.
Wat is het opmerkelijke van die woorden uit 1 Petrus 1? Wel, ze staan als Schriftbewijs onder niet minder dan vier Catechismusantwoorden.
Die Catechismusantwoorden staan hieronder[1].

Eerst Zondag 1.
Vraag: Wat is uw enige troost in leven en sterven?
Antwoord: Dat ik met lichaam en ziel, in leven en sterven, het eigendom ben, niet van mijzelf, maar van mijn trouwe Heiland Jezus Christus. Want Hij heeft met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald”.
Nu dan Zondag 13.
“Vraag: Waarom noemt u Hem onze Here?
Antwoord: Omdat Hij ons met lichaam en ziel, niet met goud of zilver, maar met zijn kostbaar bloed van al onze zonden vrijgekocht en uit alle macht van de duivel verlost heeft. Zo heeft Hij ons tot zijn eigendom gemaakt”.
Vervolgens Zondag 14.
“Vraag: Wat is voor u de waarde van de heilige ontvangenis en geboorte van Christus?
Antwoord: Zo is Hij onze Middelaar, die met zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt”.
En ook Zondag 15.
In Zondag 15 wordt gevraagd en geantwoord:
“Vraag: Wat belijdt u met het woord ‘geleden’?
Antwoord: Christus heeft heel de tijd van zijn leven op aarde, maar vooral aan het einde daarvan, de toorn van God tegen de zonde van het hele menselijke geslacht aan lichaam en ziel gedragen. Hij deed dit om door zijn lijden, als het enige zoenoffer, ons lichaam en onze ziel van het eeuwige oordeel te verlossen en Gods genade, gerechtigheid en het eeuwige leven voor ons te verwerven”[2].

Het onderwijs in de Catechismus wijst dus nadrukkelijk op 1 Petrus 1. En op het verlossingswerk van Christus.

Volgelingen van Christus zijn vrijgekocht van zinloze levenswandel.
Met de laatste twee woorden van de vorige zin staan wij midden in de samenleving van vandaag.
Iemand slaakte eens de hartenkreet: “Ik worstel met een knagend gevoel van zinloosheid. Mijn gedachte is steeds: als we doodgaan, als mensen zomaar ziek worden, wat heeft het dan nog voor zin om ambities te hebben, plannen te maken, of te genieten? Vroeger dacht ik: als het leven zinloos is, dan moeten we er zelf maar wat van maken door volop te genieten. Maar nu ik in mijn omgeving veel leed zie en ik mensen aan de dood heb verloren, werkt ‘genieten’ niet meer”.
Een psycholoog reageerde onder meer als volgt: “U lijkt teleurgesteld te merken dat aan het eind van alle inspanningen enkel de dood wacht, alsof u vroeger de onbewuste overtuiging had dat alles goed zou komen als u maar uw best deed. Therapie kan helpen die overtuigingen aan te passen. Voor leven in het hier en nu helpt mindfulness (…). Kijk ook eens bij filosofen; lees bijvoorbeeld Bas Haring, Voor een echt succesvol leven. Hier is alvast een filosofische vraag: wat zijn vrienden waard als we ze niet missen? Of: hoe logisch is het om niet te genieten omdat iets voorbijgaat? Nog iets anders: is het mogelijk dat rouw uw blik tijdelijk verdonkert?”.
Mensen moeten leren om in het hier-en-nu te leven.
Vrienden blijken de moeite waard als u naar hen verlangt wanneer zij een tijdje buiten uw gezichtsveld zijn.
Men kan en moet van dingen genieten die op enig moment tot een einde komen. Op aarde is er namelijk altijd een moment waarop iets stopt. Op aarde is letterlijk alles sterfelijk en bederfelijk. Geniet er dus maar van zolang het er nog is!
Maar wat als het niet lukt om te genieten? Ach, wellicht bent u ongemerkt in de rouw…[3]

Wat men er ook van zeggen wil: op deze aarde gaat alles voorbij. Daar helpt geen lieve moeder aan. Zelfs de meest empathische psycholoog kan dan niet ontkennen.

Welnu – Petrus schrijft: al dat gedoe op aarde is voor Gods kinderen niet zinloos.
Al die aardse vragen nemen namelijk niet weg dat Christus Zijn verlossingswerk heeft volbracht. Hatelijkheden, lichamelijke of psychische lasten, problemen, ruzies, tekortkomingen, teleurstellingen, verdriet – ze wegen allemaal niet op tegen de waarde van Christus’ lijden en opstanding. Gods kinderen mogen iedere minuut van hun leven beseffen: het is op aarde maar al te vaak fröbelen en knoeien geblazen, maar alles gebeurt in dienst van God!

Christus’ kostbare bloed wast onze zondeschuld weg.
Ons leven is eeuwig.
Na de dood gaat het verder. Volmaakt. Ons leven kan niet meer stuk.
En hoe moet het verder op deze aarde?
We mogen vol overtuiging Psalm 72 zingen:
“Hij zal zich over elk ontfermen
die zonder helper is.
Hij zal geringen trouw beschermen,
hun redding is gewis.
Hij zal hen van geweld bevrijden,
al gaat het nog zo hoog,
hun bloed, hun tranen en hun lijden
zijn kostbaar in zijn oog”[4].

Noten:
[1] In deze alinea citeer ik 1 Petrus 1:18,19.
[2] Het betreft de antwoorden 1, 34, 36 en 37.
[3] In deze alinea citeer ik van https://www.psychologiemagazine.nl/advies/alles-lijkt-zinloos/ ; geraadpleegd op maandag 6 mei 2024.
[4] Psalm 72:7 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.

10 mei 2024

Verbinding en verbond

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Een week geleden las ik een interview met Cathelijne Verboeket-Crul, verpleegkundig specialist. Cathelijne werkt bij een hospice.
In het interview zegt zij onder meer: “In dit werk maak je een uniek en kwetsbaar stuk in een mensenleven mee. Waarbij je ook nauw contact hebt met de familie. Het is bijzondere zorg die je in zo’n fase mag verlenen. Alle maskers vallen af. Mensen zijn vaak erg zichzelf bij ons in het hospice. Dat is haast jaloersmakend. Alsof je eerst dood moet gaan om te ontdekken dat je je niet door meningen van anderen hoeft te laten leiden en echt jezelf te worden. Vaak ervaren mensen pas in het hospice meer verdieping in hun leven en hun relaties. Als puntje bij paaltje komt telt voor mensen uiteindelijk de verbinding met elkaar, waarin mensen luisteren, verdragen, verduren en elkaar steunen. Intussen telt het werk wat iemand doet of wat hij heeft bereikt, helemaal niet meer op het laatst”[1].

De bovenstaande woorden brengen ons bij 1 Corinthiërs 3: “Laat niemand zichzelf bedriegen. Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden”[2].

‘Doe de maskers vooral af’, schrijft Paulus. ‘Als wij denken dat we wijs zijn, wordt het hoog tijd dat wij – althans in de ogen van deze wereld – dwaas worden’.
En wanneer worden wij volgens deze wereld dwaas? Antwoord: als wij ons leven in handen geven van God.
Dat is de stijl die Job 5 ons aanleert:
“Hij verijdelt de plannen van de sluwen,
zodat hun handen niets wezenlijks kunnen uitrichten.
Hij vangt de wijzen in hun eigen sluwheid,
zodat de raad van hen die slinks zijn, mislukt”.
Sommige plannen lijken heel goed. Maar er kan een moment zijn dat er onverwacht een kink in de kabel komt. De situatie kan zomaar heel anders worden. Die wijziging komt er niet door toedoen van mensen. Nee, het is de Here die ingrijpt!
Want het doet er uiteindelijk niet zo toe wat u bereikt in het aardse leven. Uw carrière is niet het belangrijkste in het leven. Het gaat er om dat u samen met de Verbondsgod op de toekomst af gaat[3].

Dat betekent niet dat we ons door God voort laten slepen. Zo van: we zien wel waar Hij ons naar toe sleept. Dat betekent wel dat we onze keuzes maken met een schuin oog op Jezus: wat vindt Hij ervan?
Zo leren we dat ook in Spreuken 3:
“Wees niet wijs in je eigen ogen:
vrees de HEERE en keer je af van het kwade.
Het zal een medicijn zijn voor je navel
en verfrissing voor je beenderen”.
Verbinding met elkaar is van grote waarde. Samen optrekken: dat geeft rust en troost in het leven. Maar ten laatste moeten we altijd naar boven wijzen. Desnoods maar met één trillende vinger[4].

Alles wat wij doen en laten wordt, als het goed is, overkoepeld door het feit dat wij leven voor de Here. Zodra wij God negeren, gaat er van alles fout.
De profeet Jesaja spreekt in hoofdstuk 5 een zesvoudig ‘wee’ uit. Hij zegt dan ook: “Wee hun die in hun eigen oog wijs zijn en naar hun eigen mening verstandig”.
Daar ziet u het: soms lijkt het makkelijk om ons even niks van God en Zijn Woord aan te trekken; maar op de duur pakt dat toch verkeerd uit!

Goede relaties?
Verbinding met elkaar?
Laat er geen misverstand over bestaan: ik ben er een groot voorstander van, en ik werk er graag aan mee.
Want natuurlijk is het mooi om bij mensen te horen.   
Wat kan het fijn zijn om naar elkaar te luisteren!
Zeker, het is ook wel eens heel vervelend om veel van elkaar te moeten verdragen.
Het is bij tijd en wijle geweldig moeilijk om veel te moeten toelaten. Wat kan het lastig zijn om je mond vaak dicht te moeten houden!
Daarentegen kan het ook heel prettig zijn om in moeilijke tijden steun van elkaar te ontvangen.
Echter – ten langen leste staan mensen, als het goed is, niet op prioriteit één.
Het gaat niet in de eerste plaats om de verbinding met elkaar.
Het gaat om het verbond tussen God en ons. Het Gereformeerde formulier voor de kinderdoop zegt ons: “Hij neemt ons tot zijn kinderen en erfgenamen aan en zal ons daarom van al het goede voorzien en al het kwade van ons weren of voor ons doen meewerken ten goede”.
Die geloofskennis gaat uit boven onze behoefte om met mensen verbonden te zijn![5]

Wij keren nog één keer terug naar Cathelijne Verboeket. Zij vertelt het verhaal van “een 83-jarige vrouw in het hospice die ‘s nachts diepe angst voor de dood had. Daarin kwamen de herinneringen aan het Jappenkamp waar ze als klein meisje in had gezeten, terug. Medicijnen, muziek, bedlichtjes: niets hielp om haar angst te verminderen. Tot ze ’s nachts een engel in de linkerhoek van haar kamer zag, die liefdevol, vertrouwd en vanzelfsprekend aanvoelde. Hij zei niets, maar zijn aanwezigheid liet haar gerust in slaap vallen. Deze ontmoetingen duurden tien dagen, waardoor het lukte de doodsangst te beteugelen. Een surrealistisch verhaal, maar wel met een positief gedragseffect. Er bestaat dus meer dan wij doorgaans waarnemen. Het is een krachtbron aan het eind van het leven die je iedereen zou gunnen”.

Als wij in de Bijbel lezen worden wij wijs gemaakt.
Als wij ’s zondags naar de kerk gaan worden wij onderwezen over de Krachtbron waaruit wij levenslang mogen putten.
Die Krachtbron gunnen wij iedereen.
De wijsheid van God is voor een ieder beschikbaar!

Noten:
[1] Het citaat komt uit: “Het zou mooi zijn om de dood meer te laten komen zoals die komt”. In: Gulliver, bijlage bij het Nederlands Dagblad, vrijdag 3 mei 2024, p. 4,5.
[2] 1 Corinthiërs 3:18.
[3] In deze alinea citeer ik Job 5:12,13.
[4] In deze alinea citeer ik Spreuken 3:7,8.
[5] In deze alinea citeer ik uit het Gereformeerde formulier voor de bediening van de heilige doop aan de kinderen van de gelovigen. Te vinden op https://christusleeftenkomtweer.nl/doopkinderen.htm ; geraadpleegd op vrijdag 3 mei 2024.

8 mei 2024

Feest van Gods aandacht

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Morgen gedenken we Christus’ binnenkomst in de hemel. Hij heeft plaats genomen op de troon.
Vandaar voert Hij het pleit voor ons. Het leven van al Zijn kinderen is Hem bekend, van de eerste tot de laatste seconde. Hij kent al hun zonden, van ieder moment, van elke plaats. Maar Hij zegt tegen Vader: ‘Ik heb voor al Mijn kinderen geleden. Ik heb voor al hun zonden betaald. Voor hen is de weg naar de hemel open’.

Christus’ terugkomst in de hemel was precies gepland. Dat blijkt in Johannes 20: “Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem: Rabboeni; dat betekent: Meester.  Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God”[1].

Jezus wist precies wat hij deed.
Jezus wist precies wannéér hij wát deed.
Jezus wist zelfs precies wie Hij door Zijn lijden zou redden. Want dat stond al vast vanaf de grondlegging der wereld.
Zo staat dat in Efeziërs 1: “Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde”.
Jezus Christus neemt het in de hemel voor ons op![2]

In Johannes 20 staat Jezus – zo schreef een dominee eens – op de oever van de eeuwigheid. Hij heeft de dood overwonnen. Satan, Gods tegenstander, heeft de beslissende slag verloren. Nu kan en moet Jezus naar Vader toe. De predikant noteerde: “De opstanding van Christus draagt volle vrucht in de hemelvaart van Christus”.
In Johannes 20 herkent Maria haar Meester: “Rabboeni!”.
Maria ziet Jezus.
Wij zien Hem niet. Wij moeten geloven dat Jezus in de hemel onze Advocaat is. Ieder jaar worden wij daaraan herinnerd. En wij mogen tegen elkaar zeggen: ‘Jezus is daar al. Wij komen daar ook!’[3]

Jezus geeft nadrukkelijke instructies: het nieuws over de hemelvaart moet doorverteld worden. Jezus vertrekt niet in stilte. Hij laat weten wat er gaat gebeuren. Hij heeft dus grote aandacht voor mensen die door Hem gekocht zijn. Het is niet zo dat we mensen op aarde nu maar moeten zien wat er van komt. Nee, de Heiland maakt duidelijk wat Zijn taak in de hemel gaat worden: hij gaat een heerlijk pleidooi voor Zijn kinderen houden. Hij heeft onophoudelijk aandacht voor hen!
Er wordt wel gezegd dat we in deze wereld te weinig tijd en aandacht voor elkaar hebben.
Als we ergens weten dat dat anders moet, dan is het wel in de kerk.
Intussen beseffen we terdege dat we daarin ernstig tekortschieten. We hebben te weinig tijd. Het ontbreekt ons aan energie. En ach – wie veel voor een ander moet doen, moet goed voor zichzelf zorgen… nietwaar? Dus willen we ook nog wel wat tijd voor onszelf, als het even kan.
In zo’n wereld is het bijna onvoorstelbaar dat Jezus Christus aanhoudend aandacht heeft voor Zijn duur gekochte kinderen. Hij benadrukt in de hemel voortdurend onze vrijspraak.
Daarom mogen we het zeggen: Hemelvaartsdag is het feest van Gods aandacht!

Op de Hemelvaartsdag krijgen Psalm 8 en Psalm 144 een nieuwe actualiteit. U weet wel:
“Aanschouw ik ’s nachts het kunstwerk van uw handen,
de maan, de duizend sterren die daar branden,
wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt,
het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt?”
en:
“Wat is de mens, o Heer? hoe hebt Gij reden
aan mensenkind’ren aandacht te besteden,
voor hen te zorgen, vriendelijk en mild?
Wat is de mens, dat Gij hem kennen wilt?”.
De Hemelvaartsdag is het feest van Gods aandacht, jazeker. Maar Hemelvaartsdag is ook een dag om ons te oefenen in ootmoed![4]

Noten:
[1] Johannes 20:16,17.
[2] Efeziërs 1:3,4.
[3] In deze alinea gebruik ik: ds. C. Sonnevelt, “Hemelvaartstijding van de Levensvorst”. In: Terdege, woensdag 8 mei 1991, p. 3.
[4] In deze alinea citeer ik Psalm 8:3 en regels uit Psalm 144:2 – Gereformeerd Kerkboek-1986.

7 mei 2024

Oproep tot geloof in Johannes 14

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , , ,

Jezus zegt in Johannes 14: “Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken”[1].

Dat is een woord voor allen die in Jezus Christus geloven. Geloven is ingewikkeld, zeker in de rationeel ingestelde wereld van onze tijd. De Hebreeënschrijver noteerde het al: “Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet”.
Dat is vandaag een verhaal dat moeilijk te verkopen is.
Dat zullen we hieronder zien[2].

Laten we Johannes 14 eerst eens wat nader bekijken.
“Laat uw hart niet in beroering raken”.
Jezus bespeurt dus onrust bij de discipelen. Hij merkt verontrusting bij hen.
Waarom? Vanwaar die lichte paniek? Vanwaar de verwarring?
Jezus heeft net gezegd: “Waar Ik heen ga, kunt u Mij nu niet volgen, maar u zult Mij later volgen”.
Maar dat neemt Petrus niet! Hij vindt het allemaal heel vreemd. Hij wil Jezus volgen, wat er ook gebeurt! Zonder omwegen spreekt Hij uit: “Heere, waarom kan ik U nu niet volgen? Mijn leven zal ik voor U geven”.
Jezus zet Petrus echter op z’n plaats: “Zult u uw leven voor Mij geven? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De haan zal niet kraaien, voordat u Mij driemaal verloochend zult hebben”[3].

Laten we vooral niet zeggen dat Petrus een beetje dom is. Immers – Petrus raakt een punt aan dat ook in 2024 nog heel actueel is: we willen Jezus allemaal graag ês een keer zien.
We moeten het echter doen met Gods Woord. We zien meestentijds geen plotselinge genezingen meer. We zien in het algemeen geen engelen uit de hemel. We moeten het gewoon met de Bijbel doen.  

“In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen” – die woorden gebruiken wij vaak om ons te sterken in de wetenschap dat er in de hemel plaats genoeg is voor ons allemaal. Van woningnood heeft in de hemel nog niemand gehoord. Aan een sterfbed zeggen we: ‘In de hemel is een plekje voor u gereserveerd’. En ja, dat is een geloofsbelijdenis die gefundeerd is op Gods beloften.
Maar we mogen bij die geloofsuitspraak niet vergeten dat Jezus dit zegt tegen Petrus. Jezus spreekt tegen iemand die nog maar heel weinig snapt van Gods plan.
Gaat Jezus ervan door, terwijl Petrus in de buurt is?
Verdwijnt Jezus volledig uit het zicht, terwijl Petrus hem teleurgesteld na kijkt?
Dat kan toch niet de bedoeling wezen?
Petrus kan helemaal niet zonder Jezus! Eigenlijk kan niemand dat!
Hoe moet dat nou toch verder???

Jezus laat in Johannes 14 blijken: mensen zijn eigenlijk maar zwakke wezentjes. Eén keer een flinke windvlaag, en ze gaan omver.
Mensen zijn kwetsbaar. Een paar droevige gebeurtenissen en dan vragen we vaak al: ‘Waarom doet God ons dit aan?’ en: ‘Hemelse Vader, kan dit nou echt niet anders??’.

In die wereld verklaart Jezus, die nu voor ons onzichtbaar is: “In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen”.
Dat zegt Hij ook vandaag.
Maar dat spreekt eigenlijk vanzelf.
Als dat niet zo was, zou Jezus namelijk wel gezegd hebben dat er een limiet is aan het aantal mensen dat in de hemel toegelaten wordt.
Intussen is Jezus voor ons niet meer zichtbaar.
En nee, onze toekomstige woningen zijn ook niet te zien.
Het komt dus aan op geloof. Het komt aan op vertrouwen in Gods onvoorstelbare almacht. Het komt aan op onze zekerheid dat God in alles zal voorzien.

Er is meer.
Het komt aan op het werk van Gods Heilige Geest in ons bestaan.
Want als het op onszelf aankomt zitten we binnen de kortste keren op de lijn van Petrus. ‘Wie schrijft, die blijft’, zeiden de mensen vroeger. Maar ja, tegenwoordig hebben we de socials – X (voorheen Twitter), Facebook, Instagram en zo.
Wie tegenwoordig op wil vallen, moet protesteren.
Met stilstaande treinen, vanwege het geweld waarvan reizigers zich steeds vaker bedienen. Door het verstoren van een concert van een zangeres die van Joodse komaf is. Met protestmarsen, inclusief stille tochten. Met tractoren en/of mest. Met demonstraties, spandoeken en/of vuurwerk.
Protesteren moet je doen op plaatsen waar veel volk komt. Op de snelweg, bijvoorbeeld.
Protesteren moet je doen op plaatsen waar veel invloedrijke mensen verzameld zijn. In het parlement bijvoorbeeld[4].

Het werk van de Heilige Geest van Jezus Christus valt daarentegen niet op.
Die Geest vertelt in ons hart woordeloos voortdurend over Jezus die niet protesteerde toen Hij aan het kruis hing. Denkt u in dit verband ook maar aan Jesaja 53: “Toen betaling geëist werd, werd Híj verdrukt, maar Hij deed Zijn mond niet open. Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open”[5].

Natuurlijk, Christus’ hemelvaart viel indertijd wel op. In Gods Woord wordt ons gezegd dat Christus op dezelfde manier terugkomt.
Maar nu, in mei 2024, is Jezus fysiek onzichtbaar. Bovendien: het werk van Zijn Geest is voor het menselijk oog niet waarneembaar.
Niet voor niets zegt Jezus dus: “U gelooft in God, geloof ook in Mij”.

Wij weten niet wat Jezus Christus vandaag precies doet.
Dat hoeft ook niet.
Want “al wat in Zijn doen het menselijk verstand te boven gaat, willen wij niet nieuwsgierig onderzoeken, verder dan ons begrip reikt. Maar in alle ootmoed en eerbied aanbidden wij de rechtvaardige beslissingen van God, die voor ons verborgen zijn. Wij stellen ons ermee tevreden, dat wij leerlingen van Christus zijn”
Voor kleine mensen is dat genoeg. Ook in 2024[6].

Noten:
[1] Johannes 14:1,2.
[2] In deze alinea citeer ik Hebreeën 11:1.
[3] Johannes 13:36-38.
[4] In deze alinea gebruik ik https://nos.nl/video/2517548-overal-stonden-treinen-trams-en-bussen-even-stil-uit-protest-tegen-geweld , https://nos.nl/nieuwsuur/video/2514188-pro-palestijns-protest-bij-show-lenny-kuhr , https://nos.nl/video/2512181-honderden-mensen-bij-protestmars-tegen-zedenincidenten-in-leiden en https://nos.nl/video/2508586-honderden-boeren-bij-provinciehuis-haarlem-voor-protest-we-pikken-het-niet-meer ; geraadpleegd op dinsdag 30 april 2024.
[5] Jesaja 53:7.
[6] Het citaat in deze alinea komt uit artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

6 mei 2024

Vrijheid in een gouden rand

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , ,

Vandaag ligt het uitgangspunt van deze weblog bij de Heidelbergse Catechismus.
Bij Zondag 13 en 14 namelijk.
Eerst Zondag 13:
“Waarom wordt Christus de eniggeboren Zoon van God genoemd? Wij zijn toch ook Gods kinderen?
Antwoord: Omdat alleen Hij de eeuwige en natuurlijke Zoon van God is. Maar wij zijn om Christus’ wil uit genade tot Gods kinderen aangenomen.
Waarom noemt u Hem onze Here?
Antwoord: Omdat Hij ons met lichaam en ziel, niet met goud of zilver, maar met zijn kostbaar bloed van al onze zonden vrijgekocht en uit alle macht van de duivel verlost heeft. Zo heeft Hij ons tot zijn eigendom gemaakt”[1].

Wellicht ziet het bovenstaande er bij oppervlakkige beschouwing wat theoretisch uit. Dogmatisch klopt het allemaal. Maar wat kun je in het gewone leven met die geloofskennis beginnen?
Laten we ons niet vergissen. Het bovenstaande staat middenin de actualiteit.
De treurnis van de jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei wordt verzacht. De bevrijdingsdag op 5 mei krijgt voor Gods kinderen een gouden rand die – om met Maleachi 4 te spreken – voortdurend schittert in het licht van de Zon der gerechtigheid![2]

De term ‘eniggeboren Zoon van God’ is te vinden in Johannes 3. Leest u maar even mee.
“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God[3].

Bij het lezen van bovenstaand citaat wordt het al snel duidelijk dat we niet moeten gaan theoretiseren over die aanduiding ‘eniggeboren Zoon van God’. Zo van: wanneer is Hij geboren? En: hoe is Hij geboren?
De enige natuurlijke Zoon die de Vader heeft is als mens naar de aarde gekomen. Hij had een prachtige taak meegekregen: het huisgezin van God moet veel groter worden. Miljoenen mensen moesten tot Gods kinderen worden aangenomen.
Welaan – Gods eniggeboren Zoon heeft Zijn taak op aarde volbracht!
Door de komst van Gods eniggeboren Zoon is de weg naar Gods woonplaats open. Van afsluiting van die weg zal nooit meer sprake zijn.
Door de komst van Gods eniggeboren Zoon kunnen wij zonder schaamte voor God verschijnen.
Door de komst van Gods eniggeboren Zoon kunnen door God uitgekozen nimmermeer door de duivel overheerst worden.
Door de komst van Gods eniggeboren Zoon wordt de hemel vol met mensen die door de Geest van Jezus totaal vernieuwd zijn.
Door de komst van Gods eniggeboren Zoon is Gods uitverkorenen eeuwig geluk beschoren!

Dat wordt nog wat duidelijker in Zondag 14 van diezelfde Catechismus. Leest u maar weer mee.
“Wat belijdt u met de woorden: die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria?
Antwoord: De eeuwige Zoon van God, die echt en eeuwig God is en blijft, heeft door de werking van de Heilige Geest echte menselijke natuur aangenomen uit het vlees en bloed van de maagd Maria, om het ware zaad van David te zijn, zijn broeders in alles gelijk, maar zonder zonde.
Wat is voor u de waarde van de heilige ontvangenis en geboorte van Christus? Antwoord: Zo is Hij onze Middelaar, die met zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt”[4].

Onze schuld wordt, om zo te zeggen, onder een prachtige deken gelegd. De deken van Christus’ volbrachte verlossingswerk namelijk.
Wat er onder die deken ligt is nu niet belangrijk. God kijkt er niet meer naar. Hij denkt er niet meer aan.
De akte van beschuldiging die tegen ons gericht was, heeft z’n rechtskracht verloren. De aanklacht wordt ingetrokken. Nu is het duidelijk wat er in de rechtszaal met ons gebeurt: wij worden vrijgesproken.

Met dat woord ‘vrijgesproken’ komen we eensklaps dichtbij de actualiteit.
Want de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei opent met de oproep ‘Vrijheid deel je met elkaar’.
Dat klopt.
En dat weten we in de kerk al eeuwen. Want daar vieren we de vrijspraak door het werk van onze Here!
Peter Romijn – voormalig hoofd Onderzoek bij het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocide Studies), en emeritus hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam – schrijft op de website over de herinneringscultuur. Dat woord betekent: wij blijven gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog voor het voetlicht halen. Romijn schrijft: “Herinneringscultuur gaat in een samenleving niet alleen om gedeelde kennis over het verleden. Zij is ook een product van ervaringen, herinneringen en emoties. Dit draait allemaal om de vraag hoe mensen zichzelf en hun samenleving willen zien en welke lessen ze daaruit voor de toekomst willen trekken”.
Dat heeft de scribent scherp gezien. Voor de kerk heeft de vrijheid voor de kerk een gouden rand. Want zij leeft in de vrijheid die Jezus Christus gecreëerd heeft.
Peter Romijn schrijft ook: “In de Nederlandse herinneringscultuur zijn de democratische en humanitaire waarden centraal komen te staan. De historicus Hermann von der Dunk heeft al in de jaren tachtig gezegd dat Nederland uit de Tweede Wereldoorlog ‘de democratische les’ heeft willen leren. Dat klinkt mooi, maar de vraag blijft wie die les heeft onderwezen en hoe deze door de Nederlanders is opgenomen – ook vandaag!”.
Welnu, in de kerk leren wij een Schriftuurlijke les: onze vrijheid kan niet beperkt worden. Niet door oorlog. En ook niet door geweld of terrorisme.
Want onze vrijheid is zeker.
Dat is vrijheid die het bestaan op aarde leefbaar maakt.
Dat is vrijheid die over het graf heen reikt![5][6]

Noten:
[1] Dit zijn de vragen en antwoorden 33 en 34.
[2] In deze alinea refereer ik aan Maleachi 4:2: “Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn; en u zult naar buiten gaan en dartelen als kalveren uit de stal”.
[3] Johannes 3:16-18.
[4] Dit zijn de vragen en antwoorden 35 en 36.
[5] In deze alinea citeer ik van https://www.4en5mei.nl/archieven/inspiratie/de-lange-tweede-wereldoorlog-toen-en-nu .
[6] Dit artikel is de doordenking van een preek van dominee P. Helmus, predikant van de Gereformeerde Kerk Groningen Zuid-Oost over Zondag 13 van de Heidelbergse Catechismus. De preek werd gehouden in de middagdienst van De Gereformeerde Kerk Groningen op zondag 28 april 2024.

3 mei 2024

Met het Woord de wereld door

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Evangeliseren vindt menigeen moeilijk.
Hoe leggen we aan anderen uit wat we geloven?
De apostel Paulus geeft ons in Colossenzen 4 een aantal welgemeende adviezen: “Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. Bid meteen ook voor ons dat God voor ons de deur van het Woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken, om welke oorzaak ik ook gebonden ben, opdat ik dit geheimenis mag openbaren zoals ik erover moet spreken. Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden”[1].

Evangeliseren gaan we, als het goed is, doen met beide benen op de grond. Het evangelie doorgeven is geen kwestie van het doorgeven van zweverige verhalen. In Colossenzen 4 wordt dat ook alras duidelijk.
‘Behandel uw slaven rechtvaardig en trek niemand voor’, maant de apostel. Dat is nou wat je noemt ‘uit het leven gegrepen’.
In de laatste perikoop van dit hoofdstuk brengt Paulus de groeten over. En hij verzoekt z’n eigen groet aan diverse bekenden door te geven.
Kortom: een evangelist werkt vooral niet vanuit het principe ‘Ik heb iets wat jullie niet hebben’. Evangelisten zweven niet boven de wereld. Integendeel. Zij staan er middenin![2]
 
Evangeliseren is een kwestie van praten. Denken we. En op zichzelf genomen is dat natuurlijk waar. Maar Paulus laat blijken dat evangelisatie ergens anders begint. Bij het bidden namelijk. We praten wel, maar dat doen we eerst met God. Daarbij zullen we ons moeten realiseren dat we niet kunnen volstaan met één keer bidden voor de evangelisatie. ‘Houd sterk aan in het gebed’, schrijft Paulus. Evangelisatie? Bidt er maar vaak voor!

‘Wees waakzaam’, schrijft Paulus. ‘Let op!’. Het is van belang dat we de ontwikkelingen in de wereld goed volgen.
Evangeliseren doen we in een wereld waar heel veel mensen op de vlucht zijn. We hebben in de lage landen bij de zee dus niet zelden te maken met mensen van niet-Nederlandse afkomst.
Evangeliseren doen we in een omgeving waar oorlog aan de orde van de dag is. Ook Europa heeft ermee te maken. Hoe zal het allemaal aflopen? Hoe ver zullen de tentakels van het regime van diverse dictators reiken? Moeten wij al haast op onze hoede zijn?
De ontwikkelingen in de woelige wereld van 2024 kunnen ons heel onzeker maken. Hoe komen we daar boven uit? Antwoord: door de dankzegging! Paulus schrijft: ‘Zeg maar tegen God: hartelijk dank!’. Hoezo? Welnu, één ding is zeker: gelovige mensen horen bij God. Het is honderd procent zeker:
“God is getrouw, zijn plannen falen niet,
Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen.
Die ’t heden kent, de toekomst overziet,
laat van zijn woorden geen ter aarde vallen”!
Wie in Zijn handen is, geniet de grootste bescherming die in deze wereld mogelijk is. Als we evangeliseren mogen we zeggen: ‘Mensen, er is troost in deze wereld. Ga maar naar Jezus toe. Nee, we hebben op deze aarde niet een afdoend antwoord op alle vragen. Maar wij weten dat God alles in de hand heeft. En de Here Jezus leidt Zijn kerk naar een schitterende toekomst!’[3]

Wat zegt Paulus vervolgens? Hij zegt niet: ‘Nou hup, aan het werk…’. Nee, hij begint alweer over bidden! Paulus schrijft: ‘Vraag maar aan de Here of Hij de deur open wil zetten om het Woord door te laten’. Het Woord moet ingang krijgen in de harten van zoveel mogelijk mensen. Het Woord moet landen. Maar dat gebeurt alleen bij mensen die de God van het verbond uitkiest.
Laten wij nimmer vergeten: uitverkiezing heeft alles te maken met evangelisatie!
Niet om te zeggen: ‘De Here weet al wie bij Hem gaan horen, dus ons evangelisatiewerk doet er niet meer toe’. Maar wel om op te merken: ‘Gelovige kerkmensen Zijn soms het instrumentarium om mensen bij de Here te brengen!’.
Paulus noteert: ‘Bidt voor mij, zodat ik de juiste woorden ontvang om het evangelie door te geven’.
Laten wij maar bidden voor alle evangelisten: ‘Here, geef Uw ambassadeurs de goede woorden om de mensen naar U toe te trekken!’.

‘Wandel wijs door de wereld’, schrijft Paulus. Sophiai staat er. Dat woord is afgeleid van sophos: vakkundigheid in een bepaald vakmanschap, wijsheid in zaken van het dagelijks leven of de hoogste vorm van geleerdheid of intelligentie.
Kunnen we dat alles zelf opbrengen? Natuurlijk niet. Daarom gaat evangelisatie altijd gepaard met gebed. En in het gewone leven wandelen wij met God door de wereld[4].

Alleen zo kunnen evangelisten mensen blijven waar het aangenaam naar luisteren is. Alleen zo is evangeliseren geen onbegonnen werk.

Colosse “was eens een aanzienlijke stad van Groot-Frygië in Klein-Azië gedurende de Perzische heerschappij in Klein-Azië, van de zesde tot de vierde eeuw voor Christus.
Door de rond de 2e eeuw voor Christus gestichte naburige steden Laodicea en Hiërapolis overschaduwd, verloor zij allengs haar bloei, totdat een hevige aardbeving in de eerste eeuw na Christus onder de regering van de Romeinse keizer Nero haar nagenoeg verwoestte.
Later herbouwd, verhief zij zich weer tot vorige luister.
Volgens de Griekse geschiedkundige Xenophon -vierde eeuw- was Colosse een van de zes grote steden van Frygië.
De stad was vooral bekend door de wolhandel”.
Om kort te gaan: het was een stad met een roemruchte geschiedenis! In die metropool van de macht klonk het evangelie: de Here Jezus Christus moet altijd op één staan. Verlossing en wijsheid zijn er alleen door Hem[5].

Laten wij zo maar evangeliseren.
Biddend en belijdend.
Op de plek waar God ons geplaatst heeft.

Noten:
[1] Colossenzen 4:2-6.
[2] In deze alinea refereer ik aan Colossenzen 4:1 en Colossenzen 4:10-18.
[3] In deze alinea citeer ik woorden uit Gezang 31:1 – Gereformeerd Kerkboek-1986.
[4] In deze alinea gebruik ik de onlineversie van de Studiebijbel; woordstudie sophiai.
[5] In deze alinea citeer ik van https://www.christipedia.nl/wiki/Kolosse ; geraadpleegd op zaterdag 27 april 2024.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.