gereformeerd leven in nederland

30 november 2018

Het hoofd omhoog

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , ,

“Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land van de ​Egyptenaren​ geleid heeft, zodat u niet meer hun ​slaven​ bent. Ik heb de stangen van uw ​juk​ gebroken en u rechtop laten gaan”[1].

De bovenstaande woorden uit Leviticus 26 maken deel uit van een uitgebreide oproep aan het volk Israël om heilig te leven. De hoofdstukken 17 tot en met 25 staan vol met instructies.
In hoofdstuk 26 gaat het dan over zegen en vloek.
De zegen komt als het volk zich aan de instructies houdt.
De vloek komt over hen als zij de instructies negeren.

De Here zegt: Ik ben uw Verlosser. En: Ik heb u bevrijd. En: nu krijgt u rust. En: Ik houd de bedreigingen ver bij u vandaan.
Zodoende kan Israël rechtop staan.

Dat geldt des te méér voor de kerk van vandaag.
Dat blijkt bijvoorbeeld in Romeinen 5: “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben ​vrede​ bij God door onze Heere ​Jezus​ ​Christus. Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze ​genade​ waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God”[2].
Gods kinderen moeten steeds weer herinnerd worden aan het feit dat zij verlost zijn uit de macht van de zonde. Nu zij rechtop kunnen blijven staan, moeten zij vooral niet vergeetachtig worden!

Heilig leven: dat wil zeggen dat wij apart gezet zijn. De Here groepeert ons in de kerk.
Het is bevrijdend om de stangen van het juk niet meer te voelen.
Het is dat juk waar Jesaja in hoofdstuk 9 over zegt: “Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen. U hebt dit volk talrijk gemaakt; hebt U niet de blijdschap groot gemaakt? Zij zullen blij zijn voor Uw aangezicht, zoals men zich verblijdt bij de oogst, zoals men zich verheugt wanneer men de buit verdeelt. Want het ​juk​ van hun last, de stok op hun schouders, en de ​knuppel​ van hun slavendrijver hebt U verbroken als eens op Midiansdag”[3].
Het is afgelopen met onderworpenheid.
De kerk is niet langer de gedoodverfde verliezer. Dat denkt de wereld wel, maar de situatie is wezenlijk anders – en dat zal gaandeweg blijken.

De kerk is het licht van de wereld, lezen wij in Mattheüs 5[4]. Daar is bestendig leven. Daar is heil te vinden. De kerk geeft ons het zicht op de zaken waar het echt om gaat.

Kunnen we nog wat met Leviticus 26 als wij dat hoofdstuk naast het actuele nieuws leggen?
Laten wij eens kijken.

“Voorzitter André Postema van het college van bestuur van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO) vertrekt per direct. Hij doet dat op verzoek van de raad van toezicht. Ook voorzitter Jan Schrijen van de raad treedt af.
De positie van Postema stond al een tijd onder druk nadat er eerder jaar van alles mis was gegaan in de aanloop naar het eindexamen op het VMBO Maastricht. 353 examens werden ongeldig verklaard.
Volgens de stichting is Postema op verzoek van de raad van toezicht aangebleven om de hersteloperatie te leiden. ‘Nu de laatste groep getroffen studenten het diploma alsnog heeft gehaald, komt de hersteloperatie in een nieuwe fase en moet er ruimte worden gemaakt voor een nieuw bestuur’, schrijft de raad in een toelichting”.
Aldus een bericht dat op maandag 26 november in de media verscheen[5].

Wat heeft dit alles te maken met Leviticus 26?

De getroffen scholieren verloren de grip op de voortgang van hun studie. Wat een boosheid, teleurstelling en verdriet is daar geweest!
De bestuurders hebben zich ongetwijfeld met allerlei al of niet nuttige dingen bezig gehouden. Maar blijkbaar niet met de resultaten van de jongelui die onderwijs genoten. De bestuurders waren daar de grip op kwijt.
De onderwijskundige gezagsdragers hebben nu het veld moeten ruimen.
In Maastricht en omgeving leven heel wat verliezers. Wat een narigheid! Wat een chagrijn!

Wij kunnen daar met z’n allen hoofdschuddend naar gaan zitten kijken.
Intussen maken de gebeurtenissen in Limburg wel duidelijk hoe belangrijk het is om in het leven de juiste prioriteiten te stellen.

Kerkmensen moeten leven vanuit de wetenschap dat zij gered zijn.
Gods kinderen zijn, zo leren zij uit Leviticus 26, verlost uit Egypte.
Gods kinderen hebben, zo lezen zij in Romeinen 5, geen last meer van blokkades op de weg naar Gods genade.
Gods kinderen zijn verlost van afbraak en ondergang.
Gods kinderen hebben vrede met hun Heiland.
Als dat de kern van het leven is, wordt het makkelijker om de agenda in te vullen. Als dat het beginpunt van onze activiteiten is, wordt het eenvoudiger om uit de veelheid van kwesties die ons bezighouden de kernzaken het eerst aan te pakken.
Dan voel je je een stuk vrijer.
Dan heb je meer overzicht.
Dan is er rust in alle drukte van de dag.

In Galaten 5 schrijft de apostel Paulus ook over vrijheid.
Dat doet hij zo. “Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de ​liefde”[6].
Daar valt een hoogst belangrijk woord: liefde.
Gods kinderen zijn het eigendom van Jezus Christus, de Heiland. Liefde is één facet van de vrucht van de Heilige Geest van Jezus Christus. U weet wel: “liefde, blijdschap, ​vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing”[7].
De inzet van Galaten 6 is: “Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van ​Christus. Want als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf. Maar laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben, en niet voor de ander”[8].
De vrijheid die Christus aanbiedt, geeft heilzame grenzen aan!

In Leviticus 26 wordt gerefereerd aan Israëls bevrijding uit Egypte.
In 2018 weten wij: dat was nog maar het begin.
Christus’ lijden, sterven en opstanding geven ons garanties voor een nieuw leven. Wij weten dat – om met Romeinen 8 te spreken – “de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de ​kinderen​ van God”[9].
En daarom mogen we die tekst uit Leviticus 26 ook heden ten dage nog op de voorgrond zetten: “Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land van de ​Egyptenaren​ geleid heeft, zodat u niet meer hun ​slaven​ bent. Ik heb de stangen van uw ​juk​ gebroken en u rechtop laten gaan”.
Laten wij maar fier en rechtop door de wereld gaan.
Nee, dat doen wij niet omdat wij blaken van zelfvertrouwen.
Dat doen wij omdat onze God ons heil op hemelse wijze vorm geeft.

Natuurlijk – het leven is vol kommer en treurnis.
En nee, dat is niet alleen zo in Maastricht. Nee, dat is niet alleen zo in Limburg.
Maar somberheid en treurnis hebben in ons leven niet meer de overhand. Want de Heiland leidt ons door de wereld heen. Bij Hem is het veilig.
En daarom – sursum corda: het hoofd omhoog en het hart naar boven!

Noten:
[1] Leviticus 26:13.
[2] Romeinen 5:1 en 2.
[3] Jesaja 9:1-3.
[4] Mattheüs 5:14: “U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn”.
[5] Geciteerd van https://nos.nl/artikel/2260927-voorzitter-postema-stapt-alsnog-op-na-examendebacle-vmbo-maastricht.html ; geraadpleegd op maandag 26 november 2018.
[6] Galaten 5:1.
[7] Galaten 5:22.
[8] Galaten 6:2, 3 en 4.
[9] Romeinen 8:21.

29 november 2018

Veilig onderweg

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

“En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede?”.
Die vraag wordt gesteld in 1 Petrus 3[1].
Welaan, daar weten de eerste lezers van 1 Petrus 3 wel het een en ander van.

Het is ongeveer het jaar 60 na Christus.
Petrus schrijft een brief waarin het gaat over:
* de verlossing en de levensheiliging
* het gezag en het huwelijk
* het lijden en de volharding[2].
De zin waarmee dit artikel begint is de inzet van het laatste deel van de eerste brief van Petrus.

Over dat kwaad en dat lijden weten de eerste lezers van deze brief dus wel mee te praten.
In hun heidense omgeving zijn onbegrip, laster en smaad aan de orde van de dag.

In die situatie lijkt de vraag van hierboven nogal ongepast.
Overheid, leidinggevenden, echtgenoten… – die kunnen het de gelovigen knap lastig maken. Dan kom je toch niet met zo’n vraag aan?
Toch is die vraag niet zo gek. Want Petrus vervolgt: “Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de ​gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen”[3].
Dan bent u zalig – zo staat het er. De hemel komt op aarde; in 1 Petrus 3 staat de garantie zwart op wit.
Allerlei smaad en laster kan ons niet in de kern van ons leven raken. Want Christus beschermt ons. Hij brengt ons naar Zijn toekomst toe.

Hoe zal die toekomst wezen?
Zitten we dan in de sfeer van Constantijntje?
Misschien weet u ’t wel – Constantijntje is een zoon van de dichter Joost van den Vondel. Constantijntje overlijdt als hij nog geen jaar oud is. Zijn vader dicht in 1632:
“Constantijntje, ’t zalig kijntje,
cherubijntje, van omhoog
d’ ijdelheden hier beneden
uitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hij, waarom schreit gij,
waarom greit gij op mijn lijk?
Boven leef ik, boven zweef ik,
engeltje van ’t hemelrijk”[4].
In Gods Woord wordt ons niet geleerd dat overleden mensen transformeren tot zwevende engeltjes. Dat klinkt wel romantisch, maar het is niet veel meer dan goed bedoelde onzin.

De Here geeft ons een hemels bestaan dat zo luisterrijk is dat iedere omschrijving die we op aarde bedenken tekortschiet.
Altijd is het nog mooier. Nog harmonieuzer. Nog glorieuzer.

Nu het hierom gaat wijs ik graag op een vraaggesprek dat de Volkskrant had met oud-diplomaat Edy Korthals Altes[5].
Korthals Altes zegt: “We hebben een nieuwe mens nodig die gedreven wordt door liefde voor de medemens en de natuur; en die dat weet te vertalen in een ander economisch model en een ander veiligheidsmodel. Dat vergt een andere vorm van leven: materieel soberder, maar rijker van inhoud, met meer aandacht voor de geest. Met onze knappe koppen hebben we een bulldozer ontwikkeld die tot de vernietiging van alles in staat is – van het menselijk leven door middel van kernwapens tot vernietiging van de natuur, zie onze ecologische crisis. Die bulldozer wordt bestuurd door een klein mannetje met een nog kleiner kopje. In zijn geest wordt niet geïnvesteerd, want nee, we geloven tegenwoordig in algoritmen! Dan zeg ik: juist nu hebben we mensen nodig die weet hebben van mens-zijn, die oog hebben voor de krachten die er gaande zijn en die zich de vraag stellen: hoe kunnen we die verantwoord beheersen?’”[6].

Voor kerkmensen van 2018 is het duidelijk.
De ultieme liefde voor de medemens is door Jezus Christus gedemonstreerd.

Zou een ander veiligheidsmodel echt helpen? Het valt te vrezen dat dat niet het geval is. Immers – we moeten rekening houden met het feit dat de zonde altijd deel uit zal maken van dit aardse bestaan.

Er is, zegt Korthals Altes, meer aandacht nodig voor de geest. Dat is zonder twijfel waar. Maar er is, zegt 1 Petrus 3, met name attentie nodig voor de Heiland en Zijn Geest. Petrus schrijft namelijk: “Want ook ​Christus​ heeft eenmaal voor de ​zonden​ geleden, Hij, Die ​rechtvaardig​ was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest”[7].

Wij zijn in staat om onszelf te vernietigen, zegt de filosoferende oud-diplomaat.
Maar weet u wat de schrijver van 1 Petrus 3 doet? Hij wijst op de boodschap die in het Oude Testament uitging naar de mensheid om de tijd van Noach. U weet wel – Noach die de ark moest bouwen voor de zondvloed kwam. Er werd gepredikt: “…namelijk aan hen die voorheen ​ongehoorzaam​ waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van ​Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen”[8].
De Here God dankt de door Hem geschapen wereld niet af!

Wij moeten mensen zijn die weten wat er gaande is, zegt Korthals Altes.
Weet u wat er gaande is?
De hele wereld heeft te maken met de opgestane Christus “Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de ​engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn”[9].
Dat is er aan de hand in de wereld. De oud-diplomaat die hierboven aan het woord is heeft gelijk: als de mensen aan zichzelf overgelaten werden, zou het gauw een janboel in de wereld zijn. Maar Petrus zegt: de God van hemel en aarde heeft heel de kosmos in de hand.

“En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede?”.
Wat er ook gebeurt, Gods kinderen komen altijd goed terecht. Want in de hemel is een plaats voor hen gereserveerd. Zij zijn veilig onderweg naar de mooiste toekomst die denkbaar is!

Noten:
[1] 1 Petrus 3:13.
[2] Zie hiervoor http://christipedia.nl/index.php?title=Artikelen/P/Petrus%2C_zijn_brieven ; geraadpleegd op zaterdag 24 november 2018.
[3] 1 Petrus 3:14.
[4] Geciteerd van https://www.literatuurgeschiedenis.nl/goudeneeuw/literatuurgeschiedenis/lgge015.html ; geraadpleegd op zaterdag 24 november 2018.
[5] Zie voor meer informatie over Korthals Altes https://nl.wikipedia.org/wiki/Edy_Korthals_Altes ; geraadpleegd op zaterdag 24 november 2018.
[6] Geciteerd van https://www.volkskrant.nl/mensen/oud-diplomaat-edy-korthals-altes-94-de-nieuwe-mens-stemt-mij-hoopvol-~b7e65935/?utm_term=73373&utm_campaign=20181119%7Cochtend&utm_medium=email&utm_userid=&utm_source=VK ; geraadpleegd op zaterdag 24 november 2018.
[7] 1 Petrus 3:18.
[8] 1 Petrus 3:20.
[9] 1 Petrus 3:21.

28 november 2018

Leven in schitterend kader

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

In deze wereld koersen velen op gelijkheid. Je moet vooral niet met je hoofd boven het maaiveld uitsteken. Dat is dood-gevaarlijk.
Bovendien moet je een beetje lief zijn voor elkaar. Een beetje respect kan geen kwaad. In een wereld die steeds harder wordt is dat een must.

Welnu – in zo’n wereld spreekt Gods Woord over volmaakte liefde.
Leest u maar mee in 1 Johannes 4: “Er is in de ​liefde​ geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de ​liefde”[1].

Dat klinkt prachtig.
Maar liefde kan in deze wereld toch niet volmaakt wezen?
Hoe moet dat?
Dat wordt toch nooit wat?

In 1 Johannes 4 wordt dat uitgelegd.
“Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, dat wij vrijmoedigheid mogen hebben op de dag van het oordeel. Want zoals Hij is, zijn ook wij in deze wereld”[2].
Volmaakte liefde, dat betekent dat u en ik niet bang hoeven zijn voor het eindoordeel dat de Here geven zal. Kinderen van God hoeven niet bevreesd te zijn voor het vonnis dat de grote God vellen zal. Natuurlijk – hun leven is bevlekt met zonden. Maar zij kennen hun zorgzame Here:
“daar is vergeving bij U altijd geweest,
opdat U in ons leven eerbiedig wordt gevreesd”[3].

Met vrees en beven werken aan uw zaligheid, noemt Philippenzen 2 dat. Niet dat die eerbied uit ons zelf komt. Nee, het is God die zulk ontzag in ons leven legt[4].
Dat wonder wordt in 1 Petrus 1 toegelicht: “…wandel dan in de vreze des Heeren, gedurende de tijd van uw ​vreemdelingschap, in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van ​Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam”[5].

Conclusie: volmaakte liefde is een geschenk van God. Onze volmaakte liefde komt voort uit de onbaatzuchtige en voorbeeldige liefde van de Heiland. We ontdekken steeds vaker dat de geboden van God heilzaam zijn voor ons aardse leven.

Liefde betekent vandaag de dag onder meer dat je onafhankelijk bent. Op een internetpagina over liefde valt te lezen: “Natuurlijk mag je elkaar om hulp vragen. Maar wanneer de afhankelijkheid doorslaat, zie je de ander als jouw bron van liefde. Je kunt dan voor je gevoel niet zonder je partner en dat is niet goed voor je eigenwaarde”.
Dat klinkt goed. Maar het is niet waar.
Want het bijzondere is dat we geheel afhankelijk zijn van de God van hemel en aarde; niettemin geeft Hij ons heel veel eigenwaarde. Wij zijn kinderen van de Koning, dat is de kwestie. Koningskinderen, jazeker!
Op diezelfde pagina staat ook geschreven: “Je kunt niet tegelijkertijd van iemand houden en hem of haar willen veranderen”[6].
Ook dat klinkt goed. Maar het is alweer niet waar.
Want de Here God kan dat wel. Ook dat blijkt in 1 Johannes 4.
Leest u maar mee: “Al wie belijdt dat ​Jezus​ de ​Zoon van God​ is, God blijft in hem, en hij in God. En wij hebben de ​liefde​ die God tot ons heeft, gekend en geloofd. God is ​liefde​ en wie in de ​liefde​ blijft, blijft in God, en God in hem”[7].
Jezus Christus, de Redder van deze wereld, verandert het leven van door Hem gekochte kinderen. Zijn kinderen ervaren dat iedere dag. En Zijn kinderen doen niks liever dan: de liefde van de Heiland doorgeven. In woord en in daad.

Liefde is in deze tijd één van de trefwoorden van onze maatschappij. Die liefde gaat heel ver. Soms doorbreekt men blijmoedig door God gestelde grenzen. Waarom? Omdat het goed voelt…
Een voorbeeld.
Mensen met een homoseksuele geaardheid kunnen liefhebben – natuurlijk. Maar daar horen niet zelden ook seksuele relaties bij. Dat de hemelse God zulke relaties verboden heeft, dat doet er voor velen niet toe.
Het hoeft op deze plaats geen betoog dat dat een ernstige misvatting is.

Het moge helder wezen: in Gods Woord is volmaakte liefde een zaak van lange adem. Van volharding. Van diep geloof: “wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft”[8].
Onze volmaakte liefde drijft de vrees uit, lezen wij in 1 Johannes 4. ‘Werpt’, staat er in het Grieks[9]. Sinds de zondeval is de mens van nature bang voor Gods macht. Voor Gods kinderen is dat echter niet meer nodig. Die vrees moet er uit gegooid worden – zo ver mogelijk weg. Hup, ruim op die angst!

Volmaakte liefde geeft het leven van gelovige mensen een gouden rand – een schitterend kader.
Zo krijgt ook deze dag een fraaie decoratie.

Noten:
[1] 1 Johannes 4:18.
[2] 1 Johannes 4:17.
[3] Psalm 130:2 – berijmd, Gereformeerd Kerkboek-1986.
[4] Philippenzen 2:12 en 13: “Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen”.
[5] 1 Petrus 1:17 b, 18 en 19.
[6] Beide citaten in deze alinea komen van https://www.happinez.nl/liefde-relaties/checklist-zo-weet-ware-liefde-is/ ; geraadpleegd op donderdag 22 november 2018.
[7] 1 Johannes 4:15 en 16.
[8] 1 Johannes 4:19.
[9] Zie https://www.statenvertaling.net/kanttekeningen/1Jh4.htm ; aantekening 64 bij 1 Johannes 4:18.

27 november 2018

Kouwe drukte afgeleerd

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Nou nou, rustig maar; denk om uw bloeddruk…!
Dat zouden wij vandaag de dag de apostel Paulus adviseren als wij 1 Corinthiërs 4 lezen.
Ik citeer: het is “de bedoeling dat u van ons leert niets te bedenken boven wat er geschreven staat, opdat niemand zich ten gunste van de een boven de ander verheft. Want wie maakt onderscheid tussen u? En wat hebt u dat u niet hebt ontvangen? En als u het ook ontvangen hebt, waarom roemt u alsof u het niet ontvangen had? U bent al verzadigd, u bent al rijk geworden, u bent al gaan regeren zonder ons. Regeerde u ook maar, opdat ook wij met u zouden mogen regeren!”[1].
Zegt u nou zelf – daar is, op z’n zachtst gezegd, geen woord Frans bij.

Het is volstrekt duidelijk: we mogen niet vertrouwen op eigen bekwaamheid; en ook niet op eigen prestaties.

Intussen druipt het sarcasme er bij Paulus af.
‘Het is glashelder: jullie hebben gegeten en gedronken!’
‘Tjonge, wat zijn jullie rijk!’
‘Jullie zijn echte kerkleiders, want jullie hebben de leiding al!’.
Natuurlijk – Paulus leert de mensen in Corinthe ootmoed.
Maar het is wel opvallend hoe relativerend Paulus daarbij optreedt.

Aldus doende leert de apostel de kerkmensen ook in 2018 alle dikdoenerigheid af.
Het bovenstaande klinkt tamelijk simpel.
Maar in een andere Paulinische brief – die aan de christenen in Efeze – schrijft hij over “het eeuwige voornemen dat Hij gemaakt heeft in ​Christus​ ​Jezus, onze Heere”[2]. Zo’n voornemen had God blijkbaar ook betreffende de Corinthiërs. Welnu, dat doel is bereikt.
Dat is toch prachtig?
Is dat sarcasme, bijna nader inzien, toch niet een beetje misplaatst en overdreven?

Nee – die scherpe ironie is, om zo te zeggen, heel christelijk.
Want op de keper beschouwd hebben de Corinthiërs, de Efeziërs en ook alle echte christenen van vandaag slechts een tussendoel bereikt.
Kijkt u maar mee in 2 Timotheüs 2: “Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren. Als wij Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen. Als wij ontrouw zijn, blijft Hij getrouw. Hij kan Zichzelf niet verloochenen”[3].
Uiteindelijk zullen wij samen met Christus Jezus regeren – dat is pas christelijk!

Overigens heeft Daniël er in het Oude Testament al over gesproken. Ergens tussen 622 en 536 voor Christus profeteerde hij: “De ​heiligen​ van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid”[4][5]. En: “Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de ​heiligen​ van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen”[6].
Die zekerheid hebben we.
Die garantie is binnen.
Maar het is nog niet zover. Gods kinderen hebben nog niet op de regentenstoelen plaatsgenomen.
Die situatie wordt pas in Openbaring 22 werkelijkheid: “En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen, en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn. En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen ​lamp​ en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid”[7].

Gereformeerden van 2018 zijn er nog niet. Net zo min als de kerkmensen in Corinthe, zo rond het jaar 55 na Christus[8]. Ja, gelovigen van deze tijd komen er weldat is zeker. Maar juist daarom is het belangrijk om in de kerk te laten zien dat we ons doel nog niet hebben bereikt.
Kerkmensen zijn op pad. Niet met de neus in de lucht, maar met een scherp oog voor de maatschappij van de eenentwintigste eeuw.
Ware gelovigen zijn onderweg.
De kerk is volop in beweging.
Kerkmensen mogen laten zien hoe mooi het is in de kerk. En zij mogen tonen dat het nog luisterrijker wordt; in de hemel namelijk!

Maar let er dan op wat Paulus ook in 1 Corinthiërs 4 opschrijft: “Want het ​Koninkrijk van God​ bestaat niet in woorden, maar in kracht”[9].
In de kerk komen we er niet door alleen maar allerlei vroom klinkende verhalen op te hangen. Gods kinderen komen er niet als zij bij de voortduur alleen maar over de kerk converseren. Het is uiteraard goed om over de kerk na te denken. Laat het echter niet zo zijn dat het in onze gesprekken enkel en alleen over de koers der kerk gaat. In het vuur van zijn betoog zei een broeder eens tegen schrijver dezes: ik maak mij drukker over de kerk dan over mijn gezondheid… – welnu, dat komt ons welzijn op de lange termijn niet ten goede.
Die kracht waar Paulus over schrijft, dat is de energie van de Heilige Geest. U weet wel: “de ​Heilige​ Geest​ van de belofte, Die het onderpand is van onze ​erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid” – herkent u Efeziërs 1?[10] 
Dat betekent: in de kracht van ons gewone doen en laten blijkt onze toekomstgerichtheid. Dat betekent: uit onze overtuigende manier van doen blijkt onmiskenbaar: ons doel is een nieuw leven.
Om met de Nederlandse Geloofsbelijdenis te spreken: “Wij geloven dat dit ware geloof, in de mens verwekt door het horen van het Woord van God en door de werking van de Heilige Geest, hem opnieuw geboren doet worden en hem tot een nieuwe mens maakt. Dit ware geloof doet hem leven in een nieuw leven en bevrijdt hem uit de slavernij van de zonde”[11].

Om kort te gaan – door Gods Geest leren Gereformeerden kouwe drukte af; zij gaan met een blijmoedig hart op weg naar het nieuwe paradijs!

Noten:
[1] 1 Corinthiërs 4:7 en 8.
[2] Efeziërs 3:11.
[3] 2 Timotheüs 2:12 en 13.
[4] Zie voor de datering http://christipedia.nl/Artikelen/D/Daniel_(profeet) ; geraadpleegd op woensdag 21 november 2018.
[5] Daniël 7:18.
[6] Daniël 7:27.
[7] Openbaring 22:3 b-5.
[8] Zie voor de datering http://christipedia.nl/Artikelen/K/Korinthiers_(eerste_brief) ; geraadpleegd op woensdag 21 november 2018.
[9] 1 Corinthiërs 4:20.
[10] Efeziërs 1:14.
[11] Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 24.

26 november 2018

Waarheid en vrede volgens Zacharia

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

De waarheid – die willen we graag horen in een wereld vol leugens.
Vrede in de wereld – die willen we allemaal wel.

Maar sinds de zondeval is dat eigenlijk niets nieuws.
De Oudtestamentische profeet Zacharia had het er al over.

Zacharia – wie was dat?
Een toelichting in drieën.
1.
In de Willibrordvertaling staat: “De profeet Zacharia is een tijdgenoot van Haggai, met wie hij een tijdlang heeft samengewerkt. Hij treedt op als profeet van 520 tot 518 voor Christus. In 520 is het bijna twintig jaar geleden dat de eerste groepen Joodse ballingen uit Babel zijn teruggekeerd. Op het aanvankelijke enthousiasme volgt al vlug een moeilijke periode. Er ontstaat rivaliteit tussen de teruggekeerden en degenen die gebleven waren. De politieke en economische situatie is nog erg wankel. Er is weinig geld, terwijl er voor heropbouw juist veel geld nodig is. De tempel, het symbool van vrede en welzijn, ligt nog steeds in puin. Hij moet dringend worden heropgebouwd. Hiervoor zetten de profeten Zacharia en Haggai zich in. Zij sporen het volk en hun leiders aan deze essentiële taak aan te vatten. Zij vinden gehoor bij de gouverneur Zerubbabel en bij de hogepriester Jozua, zodat met de werken wordt begonnen. De nieuwe tempel zal Gods vrederijk op aarde inluiden”[1].
2.
In een christelijke encyclopedie lezen we: “Er zijn geleerden, die de hoofdstukken 1 t/m 8 aan Zacharia, de zoon van Berechja, de tijdgenoot van Haggaï, omstreeks 520 vóór Christus levend, toeschrijven, de hoofdstukken 9-11 echter aan een ons onbekende tijdgenoot van de profeet Hosea, levend omstreeks 750 vóór Christus de hoofdstukken 12-14 tenslotte aan een ons evenzeer onbekende tijdgenoot van koning Jojakim, omstreeks 600 vóór Christus.
Anderen houden staande, dat het gehele boek van één schrijver is, te weten van Zacharia…”[2].
De datering van Zacharia’s profetie is dus met enkele onzekerheden omgeven.
3.
In Mattheüs 23 spreekt Jezus over “het bloed van Zacharia, de zoon van Berechja, die u gedood hebt tussen de tempel en het ​altaar”. Deze woordvoerder van God is dus vermoord. Een treurig einde van een profetisch bestaan!

Zacharia 8 is het hoofdstuk der zegeningen.
Tien zegeningen, om precies te zijn[3].
In dit artikel gaat het met name om de zevende zegen.
Die luidt als volgt: “Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Zoals Ik Mij had voorgenomen u kwaad te doen, toen uw vaderen Mij zeer toornig maakten, zegt de HEERE van de legermachten, en Ik er geen ​berouw​ over gekregen heb, zo heb Ik Mij in deze dagen opnieuw voorgenomen goed te doen aan Jeruzalem en aan het ​huis​ van Juda. Wees niet bevreesd! Dit zijn de dingen die u doen moet: spreek de waarheid tegen elkaar, oordeel naar waarheid in uw ​poorten​ met een oordeel dat de ​vrede​ dient, bedenk in uw ​hart​ geen kwaad tegen elkaar en heb een valse eed niet lief, want dit alles is iets wat Ik haat, spreekt de HEERE”[4].

De Here heeft Zijn volk gestraft. Het verval van de eredienst en godsdienstige nonchalance zijn niet zonder gevolgen gebleven. De Here had zich voorgenomen om Zijn volk te tuchtigen. Aldus deed Hij.
Maar in Zacharia 8 staan de zaken anders. De Here heeft een nieuw voornemen. Een ander plan. Zijn genade en Zijn trouw zullen weer op de voorgrond treden.
Zo gaat het vaker. Bijvoorbeeld in Jeremia 31: “Dan zal het gebeuren, dat Ik ten aanzien van hen zal waken om te bouwen en te planten, zoals Ik ten aanzien van hen gewaakt heb om weg te rukken en af te breken, om omver te halen en te vernielen, en hun kwaad aan te doen, spreekt de HEERE”[5].
Wat is, ten principale, de situatie in Zacharia 8?
Menselijke ontrouw staat in schrille tegenstelling met Gods verbondstrouw.
Verbondstrouw – jazeker, daar gaat het in Zacharia 8 over.

De deelnemers aan dat verbond – de bondelingen, noemde men hen vroeger – hebben ook verplichtingen: “Dit zijn de dingen die u doen moet: spreek de waarheid tegen elkaar, oordeel naar waarheid in uw ​poorten​ met een oordeel dat de ​vrede​ dient, bedenk in uw ​hart​ geen kwaad tegen elkaar en heb een valse eed niet lief, want dit alles is iets wat Ik haat, spreekt de HEERE”.

Het is duidelijk: het steekt voor kerkmensen nauw.
Ook in 2018.
Want God verbreekt het verbond met Zijn kinderen niet!

Maar de Here is in Zacharia 8 niet alleen maar strak en streng. Hij biedt ook troost.
Zijn blijde Boodschap klinkt: “Zo zegt de HEERE van de legermachten: Het ​vasten​ in de vierde, het ​vasten​ in de vijfde, het ​vasten​ in de zevende en het ​vasten​ in de tiende maand, zal voor het ​huis​ van Juda worden tot vreugde, tot blijdschap en tot vreugdevolle feestdagen. Heb dan de waarheid en de ​vrede​ lief!”[6].
Met andere woorden –
vastendagen veranderen in feestdagen. De Here zegt tegen Zijn volk: geniet maar van Mij, en van Mijn gaven; eet er maar goed van!
Dat zegt Hij vandaag niet alleen tegen Joden.
Christenen uit de hele wereld mogen weten: de meest liefdevolle Heerser van heel de kosmos bouwt vlijtig aan de kerk. Laten we het ons maar weer eens realiseren: vanuit alle hoeken van de wereld brengt de barmhartigste Monarch ter wereld de bewoners van Zijn koninkrijk bij elkaar!
Dat hebben de mensen die in Zacharia 8 naar Gods woordvoerder luisterden niet kunnen bedenken. Maar het is wel de werkelijkheid, ook in de eenentwintigste eeuw[7].

Al met al is de opdracht van de kerk onderhand wel helder:
* proclameer de waarheid
* houdt vrede onder elkaar!
Dat moet gebeuren in een wereld waarin nepnieuws een grote rol speelt.
Dat moet gebeuren in een wereld die vooral gericht is op influencers; mensen die nadrukkelijk aanwezig zijn op social media, met een publiek dat graag naar hen luistert. En als u geen influencer bent? Dan bent u niet interessant. Zo simpel is dat.
Die boodschap moet gebracht worden in een wereld vol egocentrisme en individualisme.
En nee, de kerk gebruikt geen spandoeken, petities of snelwegblokkades.
De kerk houdt, als het er op aan komt, maar één boek bij de hand: Gods Woord. Dat is genoeg. Meer dan genoeg.
Immers – “louter goedheid zijn Gods paden
voor wie leeft naar zijn verbond,
daaraan trouw blijft en zijn daden
slechts op Gods geboden grondt”[8].
Daarom is het kerkelijk adagium, ook vandaag:
“houd dan, hoe het ook ga,
uw tong in toom, pleegt geen verraad.
Maar doe het goede, haat het kwaad
en jaagt de vrede na”[9].

Noten:
[1] Geciteerd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Zacharia_(profeet) ; geraadpleegd op dinsdag 20 november 2018.
[2] Geciteerd van https://christipedia.miraheze.org/wiki/Zacharia ; geraadpleegd op dinsdag 20 november 2018.
[3] Men kan het hoofdstuk als volgt indelen. Verzen 1-2: de eerste zegen; 3: de tweede zegen; 4, 5: de derde zegen; 6: de vierde zegen; 7, 8: de vijfde zegen; 9-13: de zesde zegen; 14-17: de zevende zegen; 18,19: de achtste zegen; 20-22: de negende zegen; 23: de tiende zegen. Zie hiervoor ook https://www.oudesporen.nl/Download/OS2170.pdf ; geraadpleegd op dinsdag 20 november 2018.
[4] Zacharia 8:14-17.
[5] Jeremia 31:28.
[6] Zacharia 8:19.
[7] Zie hierover ook https://holyhome.nl/dhs-038.html ; geraadpleegd op dinsdag 20 november 2018.
[8] Dit zijn regels uit Psalm 25:5; berijmd, Gereformeerd Kerkboek-1986.
[9] Dit zijn regels uit Psalm 34:5; berijmd, Gereformeerd Kerkboek-1986.

23 november 2018

Feest voor alle kinderen

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Vroeger was Sinterklaas een kinderfeest. En evenzeer een festijn waar grote mensen van genoten.
Heden ten dage is dat anders.

In het Nederlands Dagblad werd afgelopen maandag geschreven: “Sinterklaas voer zaterdag weer een gespannen land binnen. De hernieuwde strijd om de kleur van zijn knechten is sinds 2011 alleen maar vijandiger geworden. Ook binnen de twee kampen is de eensgezindheid momenteel ver te zoeken”.
En:
“De recente geschiedenis van de sinterklaasintocht is er een van demonstraties, confrontaties en arrestaties. Met de confrontaties van afgelopen zaterdag als voorlopig dieptepunt. ‘Ik vraag u allen: willen wij op deze manier een kinderfeest vieren?’, verzuchtte de Haarlemse kortgedingrechter Antoon Schotman in een opvallend openhartig vonnis vorige week. De actiegroep Majority Perspective had de rechter gevraagd om Zaanstad en de NTR te gelasten om tijdens de intocht alleen Pieten toe te staan die zijn ontdaan van ‘racistische uiterlijkheden en gedragingen’”.
En:
“We zien nu dat het voor de meest radicale voor- en tegenstanders in het debat steeds minder gaat om de inhoud, maar om het ‘winnen’ van de strijd. Uit het verleden weten we dat zo’n opstelling gemakkelijk kan ontsporen en tot geweld kan leiden, dat zag je bijvoorbeeld bij de Rote Armee Fraktion”[1].

Kernvraag: is Zwarte Piet een uiting van racisme, of toch niet?
Zeg maar: van kinderfeest tot racismegeest.
We kunnen – helaas, helaas – niet meer zeggen dat dit debat onbelangrijk is.

Ten diepste gaat het conflict over vrijheid. Vrijheid om een Nederlandse traditie vorm te geven. Vrijheid om een kinderfeest te vieren. Vrijheid om een feest te vieren met aangepaste kleding en aangepaste kleuren.
Intussen gaat het conflict ook over het gevoel voor verhoudingen. Met name om de vraag: passen demonstraties bij een kinderfeest?

Het debat over vrijheid en over proportioneel reageren brengt ons vandaag bij Galaten 3. Eerst en vooral bij deze woorden: “Want u bent allen ​kinderen​ van God door het geloof in ​Christus​ ​Jezus. Want u allen die in ​Christus​ ​gedoopt​ bent, hebt zich met ​Christus​ bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men ​Jood​ is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men ​slaaf​ is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in ​Christus​ ​Jezus”.

De apostel Paulus schrijft in Galaten over de regels en voorschriften in het Oude Testament. Daar waren de Joden aan gebonden. Die Oudtestamentische regels vormden het kader van hun leven. De plaats van de grenspalen was duidelijk. De orders van Bovenaf waren helder!
Welnu – de apostel Paulus zegt: de zaken staan nu heel anders.
U bent nu een kind van God.
U bent niet zo maar in dienst van de Machthebber. Nee, u bent Zijn zoon. U bent Zijn dochter. Dat verandert de verhoudingen totaal. We leven in een andere wereld!

De wereld van de Heilige Geest namelijk.
Zijn Geest geeft vrijheid. Wij zitten niet meer vast aan de ketting van de zonde.
Wij zitten niet meer vast aan de zonde van het niet accepteren van mensen die uit een ander land komen, bijvoorbeeld. En ook niet aan de zonde van het niet accepteren van mensen met een andere kleur, bijvoorbeeld. En ook niet aan de zonde van het opdringen van het eigen recht, bijvoorbeeld.
Voor Joden, voor Grieken, voor Nederlanders, voor Canadezen en voor mensen uit andere volken is er de wetenschap: wij zijn verlost uit de slavernij van de zonde.
Een exegeet zegt: wij zijn vrije zonen en erfgenamen van God geworden[2].

Sinterklaas en Zwarte Piet behoren tot de folklore van Nederland. Het is een Neêrlandse creatie, die in zijn huidige vorm sinds 1850 bestaat[3].
Met die folklore mag u meegaan.
Die folklore mag u ook negeren.
Dat alles ligt besloten in de vrijheid van burgers van het koninkrijk der Nederlanden.

Maar wij hebben een vrijheid die zichtbaar wordt in onze ‘kleding’. Die kleding kregen we aan bij onze doop.
De Gereformeerd-vrijgemaakte predikant dr. W.G. de Vries (1926-2006) heeft daar in een preek eens over gezegd: “Eenmaal hebben onze ouders ons bij het doopvont gebracht. Daar had je nog geen enkel besef van. Maar door je christelijke opvoeding ging je steeds meer beseffen, wat dit voor je betekent. We werden met Christus bekleed. Er werd een nieuwe kleding over je aangebracht. Christus zelf. En deze Christus heeft Gods wet volkomen gehouden. Ook de straf over onze overtreding van die wet heeft Hij aan het kruis gedragen. Als zijn kleed over ons leven ligt, ziet God ons als mensen die zijn wet helemaal houden en die geen enkele straf meer krijgen. Weg dus met de gevangenis.
Jezus, leven van ons leven! Dat betekent niet: ik wens te zijn als Jezus. Dat kan niemand. Want wie is volmaakt? Maar het betekent wel dat zijn bloed ons reinigt van alle zonden. Dat is de blijde erkenning dat Hij ons onvolkomen leven dekt met het kleed van zijn volmaaktheid”[4].
Dat is de sfeer die Paulus in Galaten 2 reeds heeft aangeduid: “niet meer ik leef, maar ​Christus​ leeft in mij”[5].

Het Sinterklaasfeest en de bijbehorende cadeaus maken ons rijker. Maar dat is maar tijdelijk.
U bent “één in Jezus Christus”, noteert Paulus. In de kerk is daar, naar wij mogen hopen, geen discussie over. Die eenheid maakt ons puissant rijk. Eindeloos rijk.

Zo is het feest voor alle kinderen.
Voor alle kinderen van God, wel te verstaan.

Noten:
[1] “Zwartepietdebat gaat enkel nog om het winnen van de strijd”. In: Nederlands Dagblad, maandag 19 november 2018, p. 14 en 15.
[2] Zie http://christipedia.nl/Artikelen/G/Galaten_(brief) ; geraadpleegd op maandag 19 november 2018.
[3] Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Sinterklaasfeest ; geraadpleegd op maandag 19 november 2018.
[4] Geciteerd van http://www.prekendiespreken.nl/preken/dutch/gal03v26.html ; geraadpleegd op maandag 19 november 2018.
[5] Galaten 2:20.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.