gereformeerd leven in nederland

18 juni 2024

Tucht is ultieme liefde

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Wij leven in een wereld vol geweld en ellende. Daar kunnen we niet omheen, en dat hoeft ook niet.
Maar als er ontucht in de kerk wordt gepleegd, dan staan de zaken anders.
Inhaligheid, begerigheid, roddel, dronkenschap, diefstal in de kerk – het zijn allemaal zaken die aangepakt moeten worden.
Lees maar mee in 1 Corinthiërs 5: “Ik heb u geschreven in de brief dat u zich niet moet inlaten met ontuchtplegers. Echter, niet in het algemeen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan. Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten”[1].

Is dat nu een Schriftwoord om op deze plaats naar voren te halen? Past op deze website troost niet veel beter? Er is al zoveel rampspoed in de wereld, moet tucht op deze plek ook al in beeld gebracht worden?

Het is alleszins begrijpelijk dat we ‘zware’ onderwerpen liever willen mijden. Maar Gods kinderen moeten zich goed realiseren dat zij eigendom zijn van de heilige God.
Laten we elkaar, nu het hierom gaat, wijzen op 1 Samuel 2: “Er is niemand zo heilig als de Heere, want er is niemand buiten U, en er is geen rotssteen als onze God”.
En op Jesaja 6: “In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik [dat is Jesaja] de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel. Serafs stonden boven Hem. Ieder had zes vleugels: met twee bedekte ieder zijn gezicht, met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. De een riep tot de ander: Heilig, heilig, heilig is de Heere van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!”.
En op Openbaring 15. Daar zingen de overwinnaars van het beest: “En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen! Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden”.
De God van hemel en aarde, onze God, is onkreukbaar. Volmaakt. Verheven.
Gods kinderen horen bij die hoge God.
Dat zo zijnde, kan het niet zo zijn dat de kerk er een onheilige levensstijl op na houdt![2]

Bij de schoonheid van de volmaakte God past geen smerig volk.
Bij de schitterende Bruidegom past geen besmeurde bruid!

Bij de God van de heerlijkheid en de hemelse glorie past een liefhebbende, zuivere bruid.
Wat dit betreft spreekt 1 Johannes 4 boekdelen: Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde”. En: “En wij hebben de liefde die God tot ons heeft, gekend en geloofd. God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem”.
Dus is het geen wonder dat we tucht toepassen, in de kerk.
En dat doen we dan niet om elkaar op te jagen. Dat doen we niet omdat we een ‘strenge’ kerk zijn. Dat doen we wel omdat leven naar Gods wet de beste manier om ons aardse bestaan vorm te geven.
We willen elkaar voortdurend stimuleren om “de vergeving van de zonden en de gerechtigheid in Christus te zoeken”. We willen elkaar tonen hoe mooi het is om, onderweg naar de hemelse volmaaktheid, “steeds meer naar het beeld van God vernieuwd te worden”.
In de tucht is de boodschap van de kerk: ‘We houden van je. We willen je zo graag meenemen naar de heerlijke toekomst die God creëert’[3].
Kerkmensen doen hun uiterste best om hun broeders en zusters te laten zien wat echte liefde is.
Als het goed is doet de kerk steeds vaker denken aan Psalm 133:
“Als olie die Aärons hoofd besproeide
en langs zijn baard en mantel nedervloeide,
is hun eendrachtig samenzijn”![4]

Noten:
[1] 1 Corinthiërs 5:9-11.
[2] In deze alinea citeer ik 1 Samuel 2:2, Jesaja 6:1-3 en Openbaring 15:4, 5.
[3] In deze alinea citeer ik woorden uit Zondag 44 van de Heidelbergse Catechismus.
[4] Psalm 133:2 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.

Geef een reactie »

Nog geen reacties.

RSS feed for comments on this post. TrackBack URI

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.