gereformeerd leven in nederland

6 januari 2015

Aan Christus verbonden

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 08:00
Tags: , , , ,

Wat heeft Zondag 29 van de Heidelbergse Catechismus ons te zeggen?
Als u het mij vraagt maakt dit deel van de belijdenis ons er eens te meer zeker van dat ons leven onlosmakelijk aan Jezus Christus verbonden is.

Zondag 29: wat staat daar eigenlijk?
“Waarom (…)
* noemt Christus het brood zijn lichaam,
* noemt Christus de beker zijn bloed, of het nieuwe verbond in zijn bloed
* spreekt Paulus van een gemeenschap met het lichaam en het bloed van Christus?
Antwoord: “…vooral wil Hij ons (…) ervan verzekeren:
1.
dat wij door de werking van de Heilige Geest even werkelijk deel krijgen aan zijn echte lichaam en bloed, als wij deze heilige tekenen met de lichamelijke mond tot zijn gedachtenis ontvangen;
2.
dat heel zijn lijden en gehoorzaamheid zo zeker ons deel zijn, alsof wij in eigen persoon voor onze zonden alles geleden en onze schuld aan God voldaan hadden”[1].

Deel krijgen: dat is oud Nederlands.
Wat betekent dat?

Laten we een vergelijking maken met een voor liefhebbers belangrijke voetbalwedstrijd[2].
Het hele stadion zit vol. Maar er zijn meer toeschouwers; ook buiten het voetbaltheater. Zij staan vlakbij op een volgepakt plein, waar een groot scherm staat. Zo kunnen al die mensen op het plein de wedstrijd toch meemaken. Ze zijn erbij.
Iets dergelijks gebeurt er in de kerk.
Christus’ vlees en bloed – we maken het mee.
Maar in de kerk gaan we nog een stap verder. Daar mogen we aanpakken, voelen en proeven. Christus’ lijden, sterven en opstanding komt vlakbij ons. Als we terugkijken op een gedenkwaardige gebeurtenis, zeggen we wel eens: we maakten deel uit van die gebeurtenis. Oftewel, we werden in de stroom meegenomen.
Zo – dus: op diezelfde manier – worden wij ‘meegenomen’ in Christus’ lichaam.

De stap naar Paulus’ eerste brief aan de Corinthiërs is nu maar klein.
Naar hoofdstuk 6 bijvoorbeeld: “Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn?”[3].
En naar 1 Corinthiërs 12: “Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden”[4].
Trouwens – ook in Paulus’ brief aan de Efeziërs vinden wij datzelfde thema terug. Zie Efeziërs 4: “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus”[5].
Deel krijgen aan het lichaam van Christus heeft echter niets individueels. Alle solisme verdwijnt.
Dat maakt de apostel helder in Colossenzen 1: “Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente”[6].
Ons leven hoort bij Hem. Ons persoonlijk leven. En ons kerkelijk leven. Wij zijn met Hem verbonden.

Daar valt het woord ‘verbonden’.
Wij moeten ons realiseren dat God zich met ons verbond.
Als vanzelf komen we uit bij het verbond dat God met Zijn kinderen gesloten heeft.
Graag wijs ik op woorden uit Hebreeën 8: “Zie, er komen dagen, spreekt de Here, dat Ik voor het huis Israëls en het huis Juda een nieuw verbond tot stand zal brengen, niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte te leiden, want zij hebben zich niet gehouden aan mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, spreekt de Here. Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls na die dagen, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn”[7].
Gods wetten worden in onze harten geschreven.
De wil om Zijn wet te volbrengen komt nu van binnenuit.
Hoe kan dat?
Dat is mogelijk omdat Gods Heilige Geest in de harten van Zijn kinderen woont[8].

Het is, dunkt mij, belangrijk om te blijven beseffen dat de Heilige Geest van God in onze harten aan het werk is.
Natuurlijk weet ik niet hoe het u vergaat. Maar als ik Zondag 29 lees, heb ik het gevoel dat er iets gebeurt waar ik geen greep op heb. Er gebeurt iets ongelooflijks. Er wordt gewerkt aan iets dat veel groter is dan ik.
Als ik er even over nadenk, dan weet ik: dat gevoel klopt. Maar ik weet ook dat dat gevoel mij zeker niet hoeft te verontrusten.
En mocht u datzelfde gevoel krijgen, wees dan nimmer ongerust. Want de Heilige Geest maakt Zijn kinderen gereed voor de eeuwigheid. Wij worden klaargemaakt voor de heerlijkheid!
Wij hebben te Zijner tijd in de hemel vrij entree. Want Jezus Christus heeft de schuld voor ons betaald!

Graag ga ik nog even terug naar die voetbalwedstrijd van hierboven.
Allen kennen wij – uit eigen ervaring, of via beelden in de krant of op de televisie – het gejuich van supporters die zich verblijden over een doelpunt.
Het ganse stadion dendert. Het hele plein kolkt. Wat een euforie!
Maar alle mensen weten dat die vreugde eindig is. Alle kijkers op het plein beseffen dat er aan die bijzondere vrolijkheid een einde komt.
Echter: het gejuich dat er in de kerk opgaat, is niet euforisch. Want in de kerk kennen we de werkelijkheid van de hemelse glorie. Die zien we niet. Maar we kennen die realiteit toch. Want ons is geloof gegeven.

En daarom eindig ik vandaag blijmoedig met woorden uit Psalm 63:
“Uw liefde is het hoogste goed
dat U, o God, mij hebt gegeven,
uw trouw is beter dan het leven,
U bent het die mij juichen doet”[9].

Noten:
[1] Heidelbergse Catechismus – Zondag 29, vraag en antwoord 79.
[2] Dit voorbeeld vond ik op http://www.wimvanderschee.nl/?p=1067 .
[3] 1 Corinthiërs 6:15.
[4] 1 Corinthiërs 12:27.
[5] Efeziërs 4:11 en 12.
[6] Colossenzen 1:24.
[7] Hebreeën 8:8 b-10.
[8] Zie hierover de webversie van de Studiebijbel; commentaar bij Hebreeën 8.
[9] Psalm 63:2 (berijmd; Gereformeerd Kerkboek).

Geef een reactie »

Nog geen reacties.

RSS feed for comments on this post. TrackBack URI

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.