Het onderwerp van dit artikel heeft al heel wat tongen losgemaakt, pennen in beweging gezet en aardig wat computers urenlang gegevens laten verwerken. Inmiddels doen talloze verhalen de ronde.
In Gods Woord lezen wij over Noach. In het Hebreeuws heet hij Noech, Nu in China of elders ook: Nuwa, Nuu, Noe of Manoe in het Sanskriet.
De Maori’s in Nieuw-Zeeland, de Eskimo’s op Groenland, diverse indianenstammen in de Andes, de Zoeloes in Zuid-Afrika, de Lepcha’s in Sikkim en de Kirati in Nepal, de Danieten in Ivoorkust, de Hmongs in Zuid-China en Zuid-Oost Azië: allen kennen zij de zondvloed[1].
Is dat niet wonderlijk, zo’n stortvloed aan verhalen?
Het is genoegzaam bekend dat er heel wat mensen zijn die de historie van de Schriftuurlijke zondvloed, en alles wat daarmee samenhangt, in twijfel trekken.
Echter, in Genesis 6 staat: “En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen…”[2].
En even verder: “Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht en de aarde was vol met geweld. Toen zag God de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had een verdorven levenswandel op de aarde”[3].
Daarbij komt dat het heel goed mogelijk is dat er tussen schepping en zondvloed ongeveer zestienhonderd jaar, of zelfs ruim tweeduizend jaar zit[4].
Zegt u nu zelf: gezien het bovenstaande is het toch tamelijk ongerijmd om te denken dat de aarde in die tijd beperkt was tot Mesopotamië?
In Genesis 7 lezen wij: “Het water steeg meer en meer op de aarde, zodat alle hoge bergen die onder heel de hemel zijn, bedekt werden. Nog vijftien el daarboven steeg het water, en de bergen werden bedekt”[5].
Zou de bedekking van alle bergen in het Midden-Oosten geen consequenties hebben gehad voor de rest van de wereld? Vast wel.
In Genesis 9 geeft de Here het teken van Zijn trouw in de regenboog. Het zal nooit meer zo zijn dat de hele aarde onder water komt te staan. Natuurlijk, de eeuwen door zijn er plaatselijk wel watersnoodrampen geweest. Maar een wereldwijde vloed komt er niet meer.
De regenboog bewijst het, zo vaak als we ’m zien.
Trouwens, Jesaja geeft in hoofdstuk 54 de volgende belofte van zijn Opdrachtgever door:
“In een stortvloed van grote toorn heb Ik voor u
Mijn aangezicht een ogenblik verborgen,
maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen,
zegt de HEERE, uw Verlosser.
Want dit zal voor Mij zijn als bij de wateren van Noach,
toen Ik zwoer
dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden komen;
zo heb Ik gezworen
dat Ik niet meer op u toornen zal en u niet meer bestraffen zal.
Want al zouden bergen wijken
en heuvels wankelen,
Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken
en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen,
zegt de HEERE, uw Ontfermer”[6][7].
Wellicht ten overvloede: in Mattheüs 24 verwijst Jezus ook Zelf naar de zondvloed: “Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn”[8].
De conclusie kan helder zijn: Gereformeerden moeten eenvoudig geloven in de God van de Bijbel. Hij openbaart zich in Zijn Woord.
Hij toont Zijn genade.
Hoe toont Hij die?
Hij vernietigt de zondige wereld nooit meer.
Hij gaat verder met Zijn kind Noach, diens familie en de dieren op de wereld.
De hemelse Heer is voor Zijn kinderen heel zorgzaam. Er staat namelijk: “En de HEERE sloot de deur achter hem toe”[9]. Bovendien: “En God dacht aan Noach en aan al de wilde dieren en al het vee dat bij hem in de ark was; en God liet wind over de aarde gaan, zodat het water bedaarde”[10].
De hemelse God toont Zijn genade in een nieuw begin!
Zeker, hij toornt over zonde. Over misdaad en misstanden. Maar daarmee is beslist niet alles gezegd.
Over de zondvloed schreef ik al eens: “Tegenwoordig horen we het om ons heen zo vaak zeggen: ‘al die ziekte en dat lijden, waarom doet God daar helemaal niks aan?’. Of: ‘een God die deze ellende toe laat, daar geloof ik niet meer in’.
Als iemand zoiets tegen ons zegt, hebben we de gewoonte om enigszins begripvol te reageren. Want u en ik weten maar nooit welke problemen iemand heeft. Dus is enige voorzichtigheid geboden.
Maar eigenlijk zouden wij moeten zeggen dat de Here altijd actief aanwezig is. Eigenlijk zouden wij moeten vaststellen dat de oorzaak van alle ellende bij mensen ligt.
In Genesis 7 en 8 wordt duidelijk dat de Here de door Hem geschapen wereld niet los laat. Wij mogen beseffen dat de Here altijd, zolang de aarde bestaat, blijft zeggen: Ik ben erbij!”.
Verder schreef ik:
“Dat is niet de enige les die we uit de geschiedenis van de zondvloed moeten trekken.
“In 2 Petrus 2 worden we onderwezen in de manier waarop wij heden ten dage tegen de zondvloed aan moeten kijken. Daar wordt betoogd:
* als de Here engelen straft die gezondigd hebben, en hen ‘in de wacht’ zet voor het definitieve oordeel
* als hij heel wat mensen niet spaart, maar Noach en de zijnen wel redt
* als Sodom en Gomorra verbrand zijn – onder meer om de wereld tot voorbeeld te wezen –maar Lot in leven gelaten wordt
dan weten we het heel zeker:
* ware gelovigen kunnen uit een totaal geseculariseerde wereld gered worden
* ongelovigen kunnen te Zijner tijd definitief veroordeeld worden!”.
Indertijd concludeerde ik onder meer:
“De zondvloed is in de Bijbel één van de gebeurtenissen die ons Gods verkiezende liefde toont.
Ach, de mensen vinden dat een uiterst merkwaardige conclusie.
Want, zeggen ze, de zondvloed was toch alles vernietigend? De wereld ging toch totaal ten onder?
Laat u maar niks wijs maken. De wereld ging niet volledig ten onder. Dat is het nu juist: Noach en de zijnen bleven, onder de bescherming van de Here, in leven!”[11].
De zondvloed toont ons:
* de noodzaak van schuldbelijdenis
* het feestelijke feit van Gods verbondstrouw[12].
Terecht schreef iemand: “Het gaat om heilsgeschiedenis. Genesis tekent de totale verdorvenheid van de mens. Het gaat van één daad van ongehoorzaamheid – Genesis 3, naar moord – Genesis 4, en vervolgens naar een totale degeneratie van de mens – Genesis 6. Er zijn geen uitzonderingen”[13].
Wie dat tot zich laat doordringen, beseft eens te meer dat Gods genade een groot wonder is!
In Genesis 8 staat geschreven: “En Noach bouwde een altaar voor de HEERE; en hij nam van al het reine vee en van alle reine vogels, en bracht brandoffers op dat altaar”[14].
De Gereformeerd-vrijgemaakte professor dr. J. van Bruggen zei daarover eens in een preek:
“Op de drooggevallen aarde waar Noach, diep ernstig, begon met altaarbouw, heeft de HERE eeuwen later een altaar gebouwd waarop na al de reine dieren uit de ark, een rein mens uit de hemel is geofferd. Het altaar Golgotha completeert het altaar aan het begin van de geschiedenis na de zondvloed. De HERE ziet in Noachs dagen niet alleen hoe verdorven wij zijn gebleven, maar Hij besluit ook een zoenbloed te geven waardoor de aarde gespaard kan blijven. En daarom is de wereld een wereld gebleven met zeeën én vasteland: elke zee heeft vandaag nog een kust. En daarom blijft het steeds weer voorjaar en zomer worden. God neemt de tijd om het offer te brengen én te prediken. Geen zondvloed weer: dankzij Jezus, het Lam van God! Hij is het levensbrood dat gebroken en geofferd zal worden voor de mensheid”[15].
Noach, de zondvloed en de regenboog: voor de kerk is dat een schitterend Evangelie!
Noten:
[1] Zie https://www.bramkrol.com/gemeentegroei/artikelen/267-een-stortvloed-aan-zondvloed-verhalen ; geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.
[2] Genesis 6:1.
[3] Genesis 6:11 en 12.
[4] Zie https://kiel0.home.xs4all.nl/bevolking.htm ; geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.
[5] Genesis 7:19 en 20.
[6] Jesaja 54:8, 9 en 10.
[7] In het bovenstaande gebruik ik onder meer http://www.christiananswers.net/dutch/q-eden/edn-c005-nl.html ; geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.
[8] Mattheüs 24:37, 38 en 39.
[9] Genesis 7:16 b.
[10] Genesis 8:1.
[11] Geciteerd uit mijn artikel ‘Les uit de zondvloed’, hier gepubliceerd op vrijdag 3 juli 2015. Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2015/07/03/les-uit-de-zondvloed/ .
[12] Zie hierover ook mijn artikel ‘Lichtvoetig bestaan’, hier gepubliceerd op maandag 24 april 2017 . Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2017/04/24/lichtvoetig-bestaan/ .
[13] Geciteerd van http://www.bijbelseplaatsen.nl/plaatsen/Z/Zondvloed%20en%20de%20ark/520/ .
[14] Genesis 8:20.
[15] Zie http://www.vanbruggenpreken.nl/, preek over Genesis 8:20-22. Geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.