gereformeerd leven in nederland

7 augustus 2017

Noach, de zondvloed en de regenboog

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , , ,

Het onderwerp van dit artikel heeft al heel wat tongen losgemaakt, pennen in beweging gezet en aardig wat computers urenlang gegevens laten verwerken. Inmiddels doen talloze verhalen de ronde.

In Gods Woord lezen wij over Noach. In het Hebreeuws heet hij Noech, Nu in China of elders ook: Nuwa, Nuu, Noe of Manoe in het Sanskriet.
De Maori’s in Nieuw-Zeeland, de Eskimo’s op Groenland, diverse indianenstammen in de Andes, de Zoeloes in Zuid-Afrika, de Lepcha’s in Sikkim en de Kirati in Nepal, de Danieten in Ivoorkust, de Hmongs in Zuid-China en Zuid-Oost Azië: allen kennen zij de zondvloed[1].
Is dat niet wonderlijk, zo’n stortvloed aan verhalen?

Het is genoegzaam bekend dat er heel wat mensen zijn die de historie van de Schriftuurlijke zondvloed, en alles wat daarmee samenhangt, in twijfel trekken.

Echter, in Genesis 6 staat: “En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen…”[2].
En even verder: “Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht en de aarde was vol met geweld. Toen zag God de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had een verdorven levenswandel op de aarde”[3].
Daarbij komt dat het heel goed mogelijk is dat er tussen schepping en zondvloed ongeveer zestienhonderd jaar, of zelfs ruim tweeduizend jaar zit[4].
Zegt u nu zelf: gezien het bovenstaande is het toch tamelijk ongerijmd om te denken dat de aarde in die tijd beperkt was tot Mesopotamië?

In Genesis 7 lezen wij: “Het water steeg meer en meer op de aarde, zodat alle hoge bergen die onder heel de hemel zijn, bedekt werden. Nog vijftien ​el​ daarboven steeg het water, en de bergen werden bedekt”[5].
Zou de bedekking van alle bergen in het Midden-Oosten geen consequenties hebben gehad voor de rest van de wereld? Vast wel.

In Genesis 9 geeft de Here het teken van Zijn trouw in de regenboog. Het zal nooit meer zo zijn dat de hele aarde onder water komt te staan. Natuurlijk, de eeuwen door zijn er plaatselijk wel watersnoodrampen geweest. Maar een wereldwijde vloed komt er niet meer.
De regenboog bewijst het, zo vaak als we ’m zien.

Trouwens, Jesaja geeft in hoofdstuk 54 de volgende belofte van zijn Opdrachtgever door:
“In een stortvloed van grote toorn heb Ik voor u
Mijn aangezicht een ogenblik verborgen,
maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen,
zegt de HEERE, uw Verlosser.
Want dit zal voor Mij zijn als bij de wateren van ​Noach,
toen Ik zwoer
dat de wateren van ​Noach​ niet meer over de aarde zouden komen;
zo heb Ik gezworen
dat Ik niet meer op u toornen zal en u niet meer bestraffen zal.
Want al zouden bergen wijken
en heuvels wankelen,
Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken
en het ​verbond​ van Mijn ​vrede​ zal niet wankelen,
zegt de HEERE, uw Ontfermer”[6][7].

Wellicht ten overvloede: in Mattheüs 24 verwijst Jezus ook Zelf naar de zondvloed: “Zoals de dagen van ​Noach​ waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten ​huwelijk​ geven, tot aan de dag waarop ​Noach​ de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn”[8].

De conclusie kan helder zijn: Gereformeerden moeten eenvoudig geloven in de God van de Bijbel. Hij openbaart zich in Zijn Woord.
Hij toont Zijn genade.

Hoe toont Hij die?
Hij vernietigt de zondige wereld nooit meer.
Hij gaat verder met Zijn kind Noach, diens familie en de dieren op de wereld.
De hemelse Heer is voor Zijn kinderen heel zorgzaam. Er staat namelijk: “En de HEERE sloot de deur achter hem toe”[9]. Bovendien: “En God dacht aan ​Noach​ en aan al de wilde dieren en al het ​vee​ dat bij hem in de ark was; en God liet wind over de aarde gaan, zodat het water bedaarde”[10].
De hemelse God toont Zijn genade in een nieuw begin!
Zeker, hij toornt over zonde. Over misdaad en misstanden. Maar daarmee is beslist niet alles gezegd.

Over de zondvloed schreef ik al eens: “Tegenwoordig horen we het om ons heen zo vaak zeggen: ‘al die ziekte en dat lijden, waarom doet God daar helemaal niks aan?’. Of: ‘een God die deze ellende toe laat, daar geloof ik niet meer in’.
Als iemand zoiets tegen ons zegt, hebben we de gewoonte om enigszins begripvol te reageren. Want u en ik weten maar nooit welke problemen iemand heeft. Dus is enige voorzichtigheid geboden.
Maar eigenlijk zouden wij moeten zeggen dat de Here altijd actief aanwezig is. Eigenlijk zouden wij moeten vaststellen dat de oorzaak van alle ellende bij mensen ligt.
In Genesis 7 en 8 wordt duidelijk dat de Here de door Hem geschapen wereld niet los laat. Wij mogen beseffen dat de Here altijd, zolang de aarde bestaat, blijft zeggen: Ik ben erbij!”.

Verder schreef ik:
“Dat is niet de enige les die we uit de geschiedenis van de zondvloed moeten trekken.
“In 2 Petrus 2 worden we onderwezen in de manier waarop wij heden ten dage tegen de zondvloed aan moeten kijken. Daar wordt betoogd:
* als de Here engelen straft die gezondigd hebben, en hen ‘in de wacht’ zet voor het definitieve oordeel
* als hij heel wat mensen niet spaart, maar Noach en de zijnen wel redt
* als Sodom en Gomorra verbrand zijn – onder meer om de wereld tot voorbeeld te wezen –maar Lot in leven gelaten wordt
dan weten we het heel zeker:
* ware gelovigen kunnen uit een totaal geseculariseerde wereld gered worden
* ongelovigen kunnen te Zijner tijd definitief veroordeeld worden!”.

Indertijd concludeerde ik onder meer:
“De zondvloed is in de Bijbel één van de gebeurtenissen die ons Gods verkiezende liefde toont.
Ach, de mensen vinden dat een uiterst merkwaardige conclusie.
Want, zeggen ze, de zondvloed was toch alles vernietigend? De wereld ging toch totaal ten onder?
Laat u maar niks wijs maken. De wereld ging niet volledig ten onder. Dat is het nu juist: Noach en de zijnen bleven, onder de bescherming van de Here, in leven!”[11].

De zondvloed toont ons:
* de noodzaak van schuldbelijdenis
* het feestelijke feit van Gods verbondstrouw[12].

Terecht schreef iemand: “Het gaat om heilsgeschiedenis. Genesis tekent de totale verdorvenheid van de mens. Het gaat van één daad van ongehoorzaamheid – Genesis 3, naar moord – Genesis 4, en vervolgens naar een totale degeneratie van de mens – Genesis 6. Er zijn geen uitzonderingen”[13].
Wie dat tot zich laat doordringen, beseft eens te meer dat Gods genade een groot wonder is!

In Genesis 8 staat geschreven: “En ​Noach​ bouwde een ​altaar​ voor de HEERE; en hij nam van al het reine ​vee​ en van alle reine vogels, en bracht ​brandoffers​ op dat ​altaar”[14].
De Gereformeerd-vrijgemaakte professor dr. J. van Bruggen zei daarover eens in een preek:
“Op de drooggevallen aarde waar Noach, diep ernstig, begon met altaarbouw, heeft de HERE eeuwen later een altaar gebouwd waarop na al de reine dieren uit de ark, een rein mens uit de hemel is geofferd. Het altaar Golgotha completeert het altaar aan het begin van de geschiedenis na de zondvloed. De HERE ziet in Noachs dagen niet alleen hoe verdorven wij zijn gebleven, maar Hij besluit ook een zoenbloed te geven waardoor de aarde gespaard kan blijven. En daarom is de wereld een wereld gebleven met zeeën én vasteland: elke zee heeft vandaag nog een kust. En daarom blijft het steeds weer voorjaar en zomer worden. God neemt de tijd om het offer te brengen én te prediken. Geen zondvloed weer: dankzij Jezus, het Lam van God! Hij is het levensbrood dat gebroken en geofferd zal worden voor de mensheid”[15].

Noach, de zondvloed en de regenboog: voor de kerk is dat een schitterend Evangelie!

Noten:
[1] Zie https://www.bramkrol.com/gemeentegroei/artikelen/267-een-stortvloed-aan-zondvloed-verhalen ; geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.
[2] Genesis 6:1.
[3] Genesis 6:11 en 12.
[4] Zie https://kiel0.home.xs4all.nl/bevolking.htm ; geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.
[5] Genesis 7:19 en 20.
[6] Jesaja 54:8, 9 en 10.
[7] In het bovenstaande gebruik ik onder meer http://www.christiananswers.net/dutch/q-eden/edn-c005-nl.html ; geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.
[8] Mattheüs 24:37, 38 en 39.
[9] Genesis 7:16 b.
[10] Genesis 8:1.
[11] Geciteerd uit mijn artikel ‘Les uit de zondvloed’, hier gepubliceerd op vrijdag 3 juli 2015. Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2015/07/03/les-uit-de-zondvloed/ .
[12] Zie hierover ook mijn artikel ‘Lichtvoetig bestaan’, hier gepubliceerd op maandag 24 april 2017 . Te vinden op https://bderoos.wordpress.com/2017/04/24/lichtvoetig-bestaan/ .
[13] Geciteerd van http://www.bijbelseplaatsen.nl/plaatsen/Z/Zondvloed%20en%20de%20ark/520/ .
[14] Genesis 8:20.
[15] Zie http://www.vanbruggenpreken.nl/, preek over Genesis 8:20-22. Geraadpleegd op donderdag 13 juli 2017.

3 juli 2015

Les uit de zondvloed

Als in de Bijbel de toorn van God zich over de aarde uitstort, zien we toch altijd ergens Gods genade twinkelen.
Wij kunnen dat bijvoorbeeld ontdekken rond de zondvloed.
Kijk maar in Genesis 7: “…en de Here sloot de deur (van de ark) achter hem”[1].
En lees de inzet van Genesis 8: “Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over de aarde strijken, zodat de wateren daalden”[2].

Zeg niet dat de Here Zich in Zijn toorngloed van de wereld wegdraait. Hij kijkt niet weg. Hij is present. En Hij is actief. Ook als de wereld als het ware opnieuw beginnen gaat, omdat de mensen Gods prachtige schepping besmeurd en bedorven hebben.

Tegenwoordig horen we het om ons heen zo vaak zeggen: ‘al die ziekte en dat lijden, waarom doet God daar helemaal niks aan?’. Of: ‘een God die deze ellende toe laat, daar geloof ik niet meer in’.
Als iemand zoiets tegen ons zegt, hebben we de gewoonte om enigszins begripvol te reageren. Want u en ik weten maar nooit welke problemen iemand heeft. Dus is enige voorzichtigheid geboden.
Maar eigenlijk zouden wij moeten zeggen dat de Here altijd actief aanwezig is. Eigenlijk zouden wij moeten vaststellen dat de oorzaak van alle ellende bij mensen ligt.
In Genesis 7 en 8 wordt duidelijk dat de Here de door Hem geschapen wereld niet los laat. Wij mogen beseffen dat de Here altijd, zolang de aarde bestaat, blijft zeggen: Ik ben erbij!

In 2 Petrus 2 worden we onderwezen in de manier waarop wij heden ten dage tegen de zondvloed aan moeten kijken. Daar wordt betoogd:
* als de Here engelen straft die gezondigd hebben, en hen ‘in de wacht’ zet voor het definitieve oordeel
* als hij heel wat mensen niet spaart, maar Noach en de zijnen wel redt
* als Sodom en Gomorra verbrand zijn – onder meer om de wereld tot voorbeeld te wezen –, maar Lot in leven gelaten wordt
dan weten we het heel zeker:
* ware gelovigen kunnen uit een totaal geseculariseerde wereld gered worden
* ongelovigen kunnen te Zijner tijd definitief veroordeeld worden!
In 2 Petrus 2 staat het zo: “Want indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren; en de wereld van de voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen bracht; en de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand, tot omkering gedoemd en ten voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven, maar de rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel dier zedelozen, heeft behouden – want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken – dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen en de onrechtvaardigen te bewaren om hen op de dag des oordeels te straffen, vooral hen, die, begerig naar onreinheid, het vlees volgen en hemelse heerschappij verachten”[3].
De zondvloed laat ons iets zien van Gods uitverkiezing.
De zondvloed is in de Bijbel één van de gebeurtenissen die ons Gods verkiezende liefde toont.
Ach, de mensen vinden dat een uiterst merkwaardige conclusie.
Want, zeggen ze, de zondvloed was toch alles vernietigend? De wereld ging toch totaal ten onder?
Laat u maar niks wijs maken. De wereld ging niet volledig ten onder. Dat is het nu juist: Noach en de zijnen bleven, onder de bescherming van de Here, in leven!

Intussen blijven er ook voor gelovige lezers van Gods Woord nog wel wat vragen over.
In Genesis 8 wordt gemeld dat er een wind over de streek en dat vervolgens het water daalde. In de Herziene Statenvertaling-2010 staat het zo: “…en God liet wind over de aarde gaan, zodat het water bedaarde”[4]. Je zou toch zeggen dat die wind het water opzweept. Wat is dat geweest?
Een exegeet legt uit: “Na honderdvijftig dagen van toename van het water komt er nu een daling. Dit gebeurt ‘heen en weer stromend’ (…), wat het beste kan worden opgevat als een eb- en vloedbeweging”[5]. En zo kan het best zijn gegaan.

Hoe dat zij: de zondvloed kunnen we zonder meer scharen onder de rubriek ‘traumatische gebeurtenissen’. Misschien heeft zelfs het hele zonnestelsel te maken gehad met catastrofale voorvallen. Deskundigen zeggen dat “zich in het zonnestelsel raadselachtige restanten van een recente ramp [bevinden]. En een bevredigende verklaring ontbreekt”[6].
De heilige God heeft allerlei dingen over de precieze toedracht van de zondvloed niet openbaar gemaakt.
Maar de Here heeft voldoende duidelijk gemaakt wat het doel van de zondvloed is geweest: Hij koos mensen uit, om met hen een verbond op te richten. Hij heeft gedemonstreerd dat Hij een God van genade is en van oordeel. Van verkiezing en van verwerping. Van liefde en van haat.

Misschien denken wij, kerkgangers van 2015, soms bij onszelf dat massa’s wereldburgers de ogen dicht hebben zitten. Hoe kan het dat wij Gods Woord lezen en in grote lijnen begrijpen wat er gebeuren gaat, terwijl anderen al of niet vrolijk voor zich uit leven en zich nergens wat van aan trekken?
Het antwoord op die vragen is te vinden in Mattheüs 24. Leest u maar even met mij mee: “Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en één achtergelaten worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt”[7].
De zondvloed wijst niet alleen op uitverkiezing en verwerping, maar ook op de terugkomst van onze Here Jezus Christus. Nog één keer zal de aarde een volledige vernieuwing ondergaan. Er komen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, met paradijselijke kenmerken.

De kerk van 2015 moet die Boodschap aannemen.
De kerk van 2015 moet die Boodschap zo luidkeels mogelijk proclameren.
En als het daarom gaat, geldt: de geschiedenis van de zondvloed spreekt boekdelen!

Noten:
[1] Genesis 7:16 b.
[2] Genesis 8:1.
[3] 2 Petrus 2:4-10 a.
[4] Genesis 8:1 b.
[5] Zie hiervoor de webversie van de Studiebijbel. Te vinden via https://www.studiebijbel.nl/home.html .
[6] Zie “Raadselachtige restanten van recente ramp”. In: Reformatorisch Dagblad (maandag 30 maart 2015), p. 9. Ook te vinden op www.digibron.nl .
[7] Mattheüs 24:37-42.

Blog op WordPress.com.