gereformeerd leven in nederland

21 juni 2024

Psalm 19 en de echte vrijmaking

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

In de afgelopen weken was de kabinetsformatie in Nederland een ‘hot item’. Beoogd vice- premier Markuszower (PVV) werd uit de kandidatenlijst geschrapt. De NOS meldde: “Demissionair minister De Jonge bevestigt dat veiligheidsdienst AIVD belastende informatie heeft gevonden over PVV-Kamerlid Gidi Markuszower. De Jonge zei na de vergadering van het kabinet “dat dankzij de naslag van de AIVD is voorkomen dat iemand die kennelijk wordt gezien als een risico voor de integriteit van het landsbestuur bewindspersoon is kunnen worden”.
Daaropvolgend werd heel snel de naam van Marjolein Faber genoemd. Waarop VVD-leider “Yesilgöz zei (…) dat dit PVV-Kamerlid “geen onomstreden kandidaat” was, vanwege haar eerder gedane uispraken. Faber sprak in 2020 bijvoorbeeld in de Eerste Kamer over omvolking, een term uit het nationaalsocialisme. Ook werd haar enkele malen het woord ontnomen vanwege haar scherpe uitspraken”.
Hetgeen de vraag oproept: wordt ons land straks deels geregeerd door ongemanierde personen die nauwelijks of niet geïnteresseerd zijn in de bevolking die zij onder hun hoede hebben?
En moeten we ons met een verbijsterende onmiddellijkheid af gaan vragen hoe lang of kort het kabinet-Schoof blijft zitten? Verdwijnt deze regeringsploeg binnen de kortste keren roemloos door een zijdeur?[1]

Wat komt er in het harten van mensen op? Niet veel goeds. Dat wisten we al. En het is duidelijk dat ook de harten van parlementariërs en andere (aspirant-)machthebbers een bron van onbehouwen en soms zelfs stompzinnig gezwets is.

Dit alles maakt duidelijk dat de Heidelbergse Catechismus nog altijd heel actueel is: “Wij zijn van onszelf zó zwak, dat wij zelfs geen ogenblik kunnen standhouden, en bovendien houden onze doodsvijanden – de duivel, de wereld en ons eigen vlees – niet op ons aan te vechten. Daarom bidden wij U: wil ons toch staande houden en sterken door de kracht van uw Heilige Geest, zodat wij in deze geestelijke strijd niet het onderspit delven, maar altijd krachtig tegenstand bieden, totdat wij uiteindelijk de volkomen overwinning behalen”[2].

Psalm 19 blijkt ook vandaag nog actueel:
“Wie zou al zijn afdwalingen opmerken?
Reinig mij van verborgen afdwalingen.
Weerhoud Uw dienaar ook van hoogmoed.
Laat die over mij niet heersen;
dan zal ik oprecht zijn
en vrij van grote overtreding”[3].

Wij kunnen onszelf niet doorgronden. Wij zijn niet in staat om vast te stellen hoe zondig wij zijn. Wij zijn egocentrisch en zelfredzaam zonder dat wij het zelf beseffen. Bij ons is, om zo te zeggen, iedere dag grote schoonmaak nodig. Dat is hard nodig, ofschoon wij meestal zeggen: ‘Als het voor het oog maar schoon is, is er al veel bereikt…’.
De God van het verbond vraagt geen individualisme, maar oog voor elkaar en voor de ontwikkelingen in de maatschappij!

Mensen zijn heel vatbaar voor hoogmoed. Bij de PVV zien we dat vaak op de voorgrond staan. Een paar goed gekozen oneliners, flink wat grof gebeuzel… dan kom je in de krant, of op de televisie. Dat krikt het zelfbeeld omhoog, en niet zo’n klein eindje ook!
Welnu, de God van het verbond vraagt geen hoogmoed, maar ootmoed.

En Hij vraagt ook gebedskracht. Laten wij maar vragen om vrijmaking. Weg met de overheersing door verborgen zonden en zelfoverschatting – daar willen wij af. Dat is echte vrijmaking!

De schrijver van Psalm 19 – dat is David – denkt na over Gods grootheid, over Zijn scheppingskracht, over Zijn Woordproclamatie. Daarbij vergeleken zijn mensen maar klein en volstrekt onbetekenend.
Dat is een verkondiging die het in deze wereld niet goed doet.
Maar we moeten ons niet laten misleiden: zelfs kandidaat-bewindspersonen zetten een grote mond op; en als ze eenmaal vooraan staan gaan ze voor het grootste deel van de hun toegemeten tijd voor de show kathedertaal bezigen. Ongewild zijn zij een spiegel voor kerkmensen. Door hun optredens wordt de tijdgeest wordt ten behoeve van gelovigen getekend.
Laten wij 1 Johannes 1 maar gelovig naspreken: “Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid”![4]

Noten:
[1] In deze alinea gebruik ik https://nos.nl/artikel/2524553-de-jonge-aivd-vond-belastende-informatie-over-markuszower en https://nos.nl/collectie/13962/artikel/2524587-uitkomst-crisisberaad-pvv-kamerlid-faber-blijft-kandidaat-minister-asiel ; geraadpleegd op zaterdag 15 juni 2024.
[2] Deze woorden komen uit de Heidelbergse Catechismus – Zondag 52, antwoord 127.
[3] Psalm 19:13, 14.
[4] 1 Johannes 1:9.

20 juni 2024

Op jacht naar het doel

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Heeft de apostel Paulus een jachtig leven gehad? Het was in elk geval wel dynamisch. De zendingsreizen, en alle gebeurtenissen daaromheen, leggen daar getuigenis van af.
Inderdaad – Paulus had in zekere zin een jachtig leven. Leest u maar mee in Philippenzen 3: “Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen. Broeders, ikzelf denk niet dat ik het gegrepen heb, maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus”[1].

‘Verheug u in de Heer!’, schrijft Paulus.
‘Kijk uit voor de mensen die die blijdschap negatief willen beïnvloeden. Dat zijn mensen die kapot willen snijden wat Christus tot stand heeft gebracht. Het gaat juist om Christus! Nee, de besnijdenis is echt niet meer nodig.
We horen niet pas bij Christus als de besnijdenis heeft plaatsgevonden. Kijken naar Christus is niet in de eerste plaats een lichamelijke activiteit. Alle aandacht gaat naar de Geest van Jezus Christus’.   
Zeker, de apostel Paulus is een heel keurige Jood, daar niet van. Hij is volgens de regels besneden op de achtste dag na zijn geboorte. Hij is een echte Israëliet, uit de stam Benjamin. Hij is een echte Farizeeër, met een degelijke godsdienstopleiding. Hij is een ijverig kerklid bovendien.
Maar dat alles schuift naar de achtergrond nu de apostel de Gezalfde kent.
Sterker nog, al die keurige Joodse gewoontes, al die drukte in de kerk… – die kan hij degraderen naar de AWR als hij Christus niet kent. De AWR? Jazeker, de Afdeling Waardeloze Rommel.

Want wie Jezus Christus leert kennen, wil niets liever dan één met Hem worden. Zijn rechtvaardigheid wordt de onze als wij in Hem geloven.
Dan krijgt ons leven opstandingskracht.
Dan staat er een stempel op ons leven: zondeschuld is betaald.
Dan is ons leven voorzien van een keurmerk: sterven wordt doorgang naar volmaakt leven.

Paulus heeft die doorgang nog niet bereikt.
Volmaakt is zijn leven nog niet.
Ons leven is ook nog niet perfect.
Maar Gods kinderen, Paulus incluis, weten het honderd procent zeker: dat volmaakte leven komt eraan!

Op dat leven kunnen we ons nu al voorbereiden.
We zijn op reis daar naar toe.
Denk daarbij maar aan dat oude lied:
“Komt, laat ons voortgaan, kind’ren!
Want d’ avond is nabij;
Het stilstaan kan ligt hind’ren
In deze woestenij;
Komt, sterkt opnieuw den moed!
Den wandelstaf geheven
Om hemelwaarts te streven:
Zóó wordt het einde goed”.

In het ‘lange’ formulier dat in de Gereformeerde kerken wordt gebruikt voor de viering van het Heilig Avondmaal wordt verwezen naar de Bijbeltekst waarmee dit artikel begint. Die verwijzing staat bij de volgende zin: “Zonder twijfel zijn er nog veel zonden en gebreken in ons hart en leven: wij hebben geen volkomen geloof; wij dienen God niet met zoveel ijver als wij verplicht zijn en wij hebben dagelijks met de zwakheid van ons geloof en de kwade begeerten van ons vlees te strijden”.
De verwijzing naar Philippenzen 3 is op zichzelf juist.
Maar we mogen bedenken dat er nog wat meer in dat hoofdstuk staat. Het Schriftgedeelte eindigt als volgt: “Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen”.
Ja, onze lichamen zijn vernederd.
Maar er komt een tijd dat blinde mensen weer zullen zien. Dove mensen zullen alles weer horen. Kreupele en verlamde mensen zullen weer kunnen lopen. Mensen die niet konden spreken, zullen weer volop kunnen praten.
Ja, die tijd zal komen. Dat heeft de God van het verbond beloofd!
In die nieuwe tijd zal er een enorme klimaatverandering plaatsvinden. Dat leren we in Openbaring 22: “En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken. En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen”.
Wat zal het prachtig wezen, daar!
In Openbaring 22 wordt erbij gezegd: “Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan”[2].
Laten wij trouw blijven lopen op de weg die de Here ons wijst!

Ja, er staat een stempel op ons leven: zondeschuld is betaald.
Ja, ons leven is voorzien van een keurmerk: sterven wordt doorgang naar volmaakt leven.
Daarom geldt Psalm 97 ook voor ons:
“U, die de Heer bemint,
bij Hem bescherming vindt,
als goddelozen woeden,
wilt voor het kwaad u hoeden.
’t Is God die vreugde spreidt
voor wie zijn naam belijdt.
U, die oprecht gelooft,
nooit wordt uw licht gedoofd.
Weest in de Heer verblijd”[3][4].

Noten:
[1] Philippenzen 3:12-14.
[2] In deze alinea citeer ik eerst Philippenzen 3:20,21. Ook refereer ik aan Jesaja 35:4-6. Daarna citeer ik Openbaring 22:1-3 en Openbaring 22:14.
[3] Psalm 97:5 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.
[4] In dit artikel maak ik onder meer gebruik van een stuk dat ik eerder schreef. Dat stuk is gedateerd op donderdag 12 februari 2009.

19 juni 2024

Voor verbrijzeling behoed

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

Waar woont God? Als wij die vraag stellen, zullen zelfs kinderen ons bevreemd aankijken. ‘God woont natuurlijk in de hemel. Dat weet iedereen toch?’.
In Jesaja 57 weten de mensen dat heus ook wel. En zij weten best dat God almachtig is. Echter – dat zo zijnde, stapelen de vragen zich op. Die vragen zijn vergelijkbaar met die uit Psalm 77:
“Zou de Heer zijn volk verstoten?
Heeft de toorn zijn hart gesloten?
Is zijn gunst voorgoed voorbij?
Blijft niet wat Hij eenmaal zei?
Kan God zijn genâ vergeten?”
Misschien zwerven dergelijke vragen ook wel eens door ons brein. Dat kan best gebeuren. Maar wij kunnen nog even verder bladeren in ons psalmboek. Want blijkt dat Gods kinderen door Zijn genade de Goddelijke wetten en regels nimmer vergeten. Dwars door de moeilijkheden heen klinkt het:
“Bijna tot niets ben ik teruggebracht,
toch heb ik uw bevelen niet vergeten.
Richt mij weer op en geef mij nieuwe kracht,
uw goedheid, Heer, is immers ongemeten,
opdat ik uw geboden trouw betracht,
aan allen uw getuigenis doe weten”.
Herkent u Psalm 119?[1]

Laten we een ogenblik naar Jesaja 57 kijken. Weldra zal dan duidelijk worden dat het volk van God in een spiraal naar beneden zit.
Jesaja spreekt in dat hoofdstuk zijn volksgenoten aan.
En de profeet zet de zaak meteen op scherp.
Hij spreekt tegen ‘kinderen van een waarzegster’. Die terminologie verheldert waar het volk met zekere regelmaat mee doende is: occulte praktijken.
Jesaja spreekt tevens over ontucht. Seksuele losbandigheid is klaarblijkelijk aan de orde van de dag.
De profeet praat over het offeren van kinderen. En over geestelijke hoererij. Kinderen van God gaan klaarblijkelijk massaal vreemd: God is niet meer de unieke God, er worden daarnaast allerlei zogenáámde goden aanbeden.
Gods volk gaat steeds vaker ‘buurten’ bij volken die van God noch gebod weten. En het door God uitgekozen volk is ervan overtuigd dat de steeds inniger wordende contacten met de heidenvolken eigenlijk buitengewoon nuttig zijn. Ze horen toch niks meer van God? Nou dan!   
Het door uitgekozen volk heeft niet door dat daarin de oorzaak ligt van de ballingschap.
Daar komt het gevoel vandaan dat God uit het zicht verdwenen is en zich nergens meer mee bemoeit!

Maar nu? De almachtige God handelend optreden! Jazeker, Hij gaat tonen hoe die zogenaamde gerechtigheid van Israël er, ontdaan van alle frivole franje, uit ziet. Op de keper beschouwd is het allemaal mensenwerk waar God geen enkele rol in speelt!
En wat blijft er van al die verbondjes met de heidenen over? Antwoord: niks. Wat leveren al die goedbedoelde afspraken met ongelovigen in de toekomst op? Helemaal niets. Als er één keer een flinke windvlaag overheen blaast is alles weg. Verdwenen. Weggevaagd.

Jesaja draait er in hoofdstuk 57 niet omheen: De Verbondsgod maakt een nieuw begin met de mensen die in Hem geloven!
De hemelse Here proclameert door de mond van Jesaja: “Men zal zeggen: Verhoog de weg, verhoog de weg, bereid de weg, neem elk struikelblok voor Mijn volk van de weg! Want zo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoge hemel en in het heilige, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om levend te maken de geest van de nederigen, en om levend te maken het hart van de verbrijzelden”[2].

God is hoog verheven. Jazeker. Maar tegelijk is hij vlakbij de mensen die kapot zijn van alle goddeloosheid die zij om zich heen zien. Hij is heel dichtbij de mensen die wanhopig proberen om God te blijven eren in een samenleving die in het gewone leven het liefst z’n eigen boontjes dopt.

Wat een prachtige troost is dat!
Voor de kerk van toen.
Maar niet minder voor Gods kinderen in 2024.
Jezus heeft in Mattheüs 5 gezegd: “Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen”.
Ook vandaag worden verslagenen van hart levend gemaakt![3]

Laten wij ons intussen vooral niet vergissen – er zijn ook in onze eeuw heel veel mensen die zichzelf willen redden. Onlangs nog zei een vrouw die vroeger in Jezus Christus geloofde, maar de Heiland inmiddels vaarwel heeft gezegd: “Het kost wat om volgeling van Jezus te zijn, dat staat in de Bijbel en ik ondervond het zelf ook. En die strijd is nu weg. Ik weet het gewoon even niet meer, en dat is eigenlijk best fijn. Mijn houvast en mensbeeld zijn omver geschopt. Ik hoef niets meer voor God te doen en mijn leven past niet in een groter plan. Leef ik dan echt alleen voor mezelf en mijn naasten? Mijn bewogenheid met mensen blijft, alleen doe ik het nu niet voor Iemand. Ik vind het heerlijk dat ik echt dingen voor mezelf kan doen en trots op mezelf kan zijn”.
Zelfredzaamheid is nog heel vaak de reclame van moderne mensen.
We moeten, zo lijken velen te denken, de boel een beetje handig regelen; dan komt het wel goed.
Jesaja 57 leert ons om dergelijke denkbeelden uit ons leven te bannen. Soms lijken de zaken in de maatschappij goed op een rijtje te staan. Maar als de Heer van hemel en aarde de boel opschudt, geschieden er plotsklaps dingen waarvan we denken: ‘Hoe kon dit nou toch gebeuren?’[4]

Laten wij elkaar alert houden: kijk verder dan huisje-boompje-beestje!
Zing gerust blijmoedig mee met Psalm 34:
“De Here God geneest
hen die gebroken zijn van hart
en Hij verlost van zorg en smart
hun diep verslagen geest”.
En:
“Gods kind kan veilig gaan.
Wordt voor verbrijzeling behoed,
terwijl de goddeloze boet
voor wat hij heeft gedaan”[5].

Noten:
[1] Psalm 77:3 en Psalm 119:33 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.
[2] Jesaja 57:14, 15.
[3] In deze alinea citeer ik Mattheüs 5:3.
[4] “Stoppen met geloven gaf me een gevoel van opluchting”. Interview met Hanneke van Zessen, in: Nederlands Dagblad, woensdag 12 juni 2024, p. 18, 19.
[5] Dit zijn regels uit Psalm 34:8, 9 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.

18 juni 2024

Tucht is ultieme liefde

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

Wij leven in een wereld vol geweld en ellende. Daar kunnen we niet omheen, en dat hoeft ook niet.
Maar als er ontucht in de kerk wordt gepleegd, dan staan de zaken anders.
Inhaligheid, begerigheid, roddel, dronkenschap, diefstal in de kerk – het zijn allemaal zaken die aangepakt moeten worden.
Lees maar mee in 1 Corinthiërs 5: “Ik heb u geschreven in de brief dat u zich niet moet inlaten met ontuchtplegers. Echter, niet in het algemeen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan. Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten”[1].

Is dat nu een Schriftwoord om op deze plaats naar voren te halen? Past op deze website troost niet veel beter? Er is al zoveel rampspoed in de wereld, moet tucht op deze plek ook al in beeld gebracht worden?

Het is alleszins begrijpelijk dat we ‘zware’ onderwerpen liever willen mijden. Maar Gods kinderen moeten zich goed realiseren dat zij eigendom zijn van de heilige God.
Laten we elkaar, nu het hierom gaat, wijzen op 1 Samuel 2: “Er is niemand zo heilig als de Heere, want er is niemand buiten U, en er is geen rotssteen als onze God”.
En op Jesaja 6: “In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik [dat is Jesaja] de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel. Serafs stonden boven Hem. Ieder had zes vleugels: met twee bedekte ieder zijn gezicht, met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. De een riep tot de ander: Heilig, heilig, heilig is de Heere van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!”.
En op Openbaring 15. Daar zingen de overwinnaars van het beest: “En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen! Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden”.
De God van hemel en aarde, onze God, is onkreukbaar. Volmaakt. Verheven.
Gods kinderen horen bij die hoge God.
Dat zo zijnde, kan het niet zo zijn dat de kerk er een onheilige levensstijl op na houdt![2]

Bij de schoonheid van de volmaakte God past geen smerig volk.
Bij de schitterende Bruidegom past geen besmeurde bruid!

Bij de God van de heerlijkheid en de hemelse glorie past een liefhebbende, zuivere bruid.
Wat dit betreft spreekt 1 Johannes 4 boekdelen: Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde”. En: “En wij hebben de liefde die God tot ons heeft, gekend en geloofd. God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem”.
Dus is het geen wonder dat we tucht toepassen, in de kerk.
En dat doen we dan niet om elkaar op te jagen. Dat doen we niet omdat we een ‘strenge’ kerk zijn. Dat doen we wel omdat leven naar Gods wet de beste manier om ons aardse bestaan vorm te geven.
We willen elkaar voortdurend stimuleren om “de vergeving van de zonden en de gerechtigheid in Christus te zoeken”. We willen elkaar tonen hoe mooi het is om, onderweg naar de hemelse volmaaktheid, “steeds meer naar het beeld van God vernieuwd te worden”.
In de tucht is de boodschap van de kerk: ‘We houden van je. We willen je zo graag meenemen naar de heerlijke toekomst die God creëert’[3].
Kerkmensen doen hun uiterste best om hun broeders en zusters te laten zien wat echte liefde is.
Als het goed is doet de kerk steeds vaker denken aan Psalm 133:
“Als olie die Aärons hoofd besproeide
en langs zijn baard en mantel nedervloeide,
is hun eendrachtig samenzijn”![4]

Noten:
[1] 1 Corinthiërs 5:9-11.
[2] In deze alinea citeer ik 1 Samuel 2:2, Jesaja 6:1-3 en Openbaring 15:4, 5.
[3] In deze alinea citeer ik woorden uit Zondag 44 van de Heidelbergse Catechismus.
[4] Psalm 133:2 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.

17 juni 2024

Een spiegel voor de kerk

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , , ,

‘Geweld hoort er niet bij’. Aldus kopte het Nederlands Dagblad onlangs in een redactioneel commentaar. Daaronder stond onder meer te lezen: “Door heel Europa heeft een vijandige sfeer het politieke debat vervormd, op elk niveau. Ook in Nederland, blijkt uit een recent onderzoek. Ruim een derde van alle mannelijke en bijna de helft van alle vrouwelijke politici in gemeentes, provincies en waterschappen wordt geconfronteerd met online haat, agressie en geweld. De grens tussen dat online spuien en fysieke agressie wordt dunner”.
Daar is geen woord Frans bij![1]

Op woensdag 15 mei werd Robert Fico, regeringsleider in Slowakije, op straat neergeschoten. De Deense premier Mette Frederiksen werd vrijdag 7 juni op straat aangevallen.
Vooraan staan betekent al sinds mensenheugenis dat je de klappen opvangt. Maar tegenwoordig vang je ook zomaar wat anders[2].

Er is een tijd geweest waarin levensovertuigingen werden besproken op vergaderingen en in boek en blad. Wilde men het wat grootser aanpakken, dan kwamen er toogbijeenkomsten, petities of andersoortige schriftelijke bombardementen.
Tegenwoordig hebben we e-mail. En Twitter – pardon: X. En steekincidenten. En schietpartijen. Het gaat, kortom, van kwaad tot erger.

In die samenleving staat de kerk van de eenentwintigste eeuw. In zo’n maatschappij zijn de beminde gelovigen – kerkmensen van 2024 – volop actief. Met beroepsarbeid, vrijwilligerswerk in en buiten de kerk, evangelisatiewerk… u kent het wel.
Bij al die noeste arbeid ontstaan er zomaar meningsverschillen. Soms zijn die verschillen best diepgaand en heel principieel. Soms zijn ze wat meer praktisch van aard.

Jazeker, dat komt ook al in de Bijbel voor.
Dat zien we bijvoorbeeld in Handelingen 15: “En Paulus en Barnabas verbleven in Antiochië en zij onderwezen en verkondigden, met nog veel anderen, het Woord van de Heere. En na enkele dagen zei Paulus tegen Barnabas: Laten wij nu terugkeren en onze broeders bezoeken in elke stad waar wij het Woord van de Heere verkondigd hebben, en zien hoe het met hen gaat. Nu wilde Barnabas Johannes, die ook Markus heet, meenemen. Paulus achtte het echter juist om hem, die hen van Pamfylië af verlaten had en niet met hen meegegaan was naar het werk, niet mee te nemen. Er ontstond daarom verbittering, zodat zij uit elkaar gingen en Barnabas Markus meenam en per schip naar Cyprus vertrok”[3].

In een Studiebijbel wordt hier onder meer bij genoteerd: “Paulus was (…) van mening dat men iemand die hen op de vorige reis in de steek had gelaten, niet meer mee zou moeten nemen. Zo iemand was ongeschikt en onbetrouwbaar voor het werk van de Heer. (…) Paulus blééf deze mening vasthouden. Paulus omschrijft Johannes Marcus als ‘iemand die hun afvallig is geworden’”.
Uit dit vers blijkt “dat het in Paulus’ ogen nooit had mogen gebeuren. Marcus had met hen mee moeten gaan naar Klein-Azië”[4].

Het is duidelijk – meningsverschillen waren er ook al in Handelingen 15.
Ja, in heel de kerkgeschiedenis komen conflicten voor die uitgevochten worden – in het klein en in het groot.
En daar komt vaak geweld bij te pas. Denkt u alleen maar aan de gevechten tussen christelijke en islamitische legers tussen de elfde en de dertiende eeuw, vanwege de zeggenschap over het Heilige Land. Of ook aan de Beeldenstorm in 1566: vele religieuze beelden in kerken en kloosters werden vernield, met name in de Zuidelijke Nederlanden[5].

Kerkgangers? Heilbegerige mannen en vrouwen? Dat zijn zogezegd net echte mensen.
Feitelijk is het een wonder dat de kerk nog bestaat. Sterker nog: het is ronduit miraculeus dat het in de kerk niet vrijwel iedere dag slaande ruzie, of erger, is!

Laten wij bedenken dat niet ieder verschil van mening principieel is. Niet alles is een verhitte discussie of een uitgebreide briefwisseling waard.
De wereld toont ons agressie, geweld en haat. Al dat werelds gedoe is voor de kerk een spiegel – wij moeten het geheel anders doen. Niet voor niets staat in 1 Johannes 2 geschreven: “Wie zegt dat hij in het licht is en zijn broeder haat, die is tot nog toe in de duisternis. Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en er is in hem niets dat anderen doet struikelen. Maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en weet niet waar hij heen gaat, omdat de duisternis zijn ogen verblind heeft”.
Laten we nooit denken: ‘Wij hebben het licht gezien. Heel veel andere broeders en zusters lopen nog in het halfduister. Zij begrijpen het nog niet. Maar dat komt nog wel…’. Arrogantie is een berucht begin van kerkelijke conflicten![6]

Wij hoeven er niet omheen te draaien: zelfreflectie is voor kinderen van God een must. Het is – om met de woorden van een Gereformeerd formulier voor de viering van het Heilig Avondmaal te spreken – belangrijk “dat ieder zich afvraagt of hij gezind is voortaan uit dankbaarheid met heel zijn leven God de Here te dienen en voor zijn aangezicht oprecht te wandelen. Ook moet hij bij zichzelf nagaan, of hij alle vijandschap, haat en nijd van harte aflegt en zich ernstig voorneemt voortaan in liefde en vrede met zijn naaste te leven”.
Als we dat blijvend in de praktijk brengen, zal dat in een uiterst geagiteerde en zeer onstuimige wereld zeker opvallen!

Noten:
[1] Het citaat komt uit: “Geweld hoort er niet bij” – redactioneel commentaar in: Nederlands Dagblad, maandag 10 juni 2024, p. 3.
[2] In deze alinea gebruikte ik https://nos.nl/artikel/2521040-slowaakse-premier-fico-buiten-levensgevaar en https://nos.nl/artikel/2523586-deense-premier-op-straat-geslagen-man-aangehouden ; geraadpleegd op maandag 10 juni 2024.
[3] Handelingen 15:35-40.
[4] Het citaat komt uit de onlineversie van de Studiebijbel; commentaar bij Handelingen 15:38.
[5] In deze alinea gebruik ik https://historiek.net/het-begin-van-de-kruistochten/131906/ en https://historiek.net/beeldenstorm-nederland-1566/61124/ ; geraadpleegd op maandag 10 juni 2024.
[6] 1 Johannes 2:9-11.

14 juni 2024

Onze schuld is afgelost!

Filed under: Uncategorized — B. de Roos @ 07:00
Tags: , ,

“Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem”.
Dat schrijft Paulus in 2 Corinthiërs 5.
De verzoening met God – die creëert eenheid in de gemeente. De verzoening met God is het feit dat de kerk bijeenbrengt.
Het gaat niet in de eerste plaats om het gevoel van gemeenschap in de kerk.
Het gaat niet in de eerste plaats om de sfeer in onderlinge gesprekken.
In de kerk hebben heel veel verschillende mensen één ding gemeen: hun zondeschuld is door Jezus Christus, hun Heiland, afgelost. Eens en voor altijd[1].

Daar gaat het om in de kerk.
Het gaat dus niet om fraaie formuleringen.
Het gaat dus niet om redenaarskunst.

Intussen zijn in de kerk beste prekers en goede sprekers natuurlijk mooi meegenomen.
En in Corinthe doet dat er zeker toe.
In een toelichting op dit Bijbelboek staat onder meer geschreven: “De christenen in Corinthe houden van sprekers die mooi kunnen vertellen, mooier dan Paulus het kan. En van sprekers die deftiger zijn dan die armoedige Paulus. ‘Als christen moet je stralen zoals Christus straalt’, vinden zij. ‘Nee, als christen moet je lijden zoals Christus geleden heeft’, zegt Paulus. De apostel legt uit dat hij moet lijden. Dat hoort bij de opdracht die hij van God gekregen heeft: overal het goede nieuws vertellen”.
Dat goede nieuws is: Jezus Christus droeg onze zonden; nu ontvangen wij vrijspraak!
Nogmaals, in de kerk gaat het niet om mooie woorden. Het is aangenaam als de voorganger fraaie formuleringen gebruikt, maar een must is het niet[2].

Jezus Christus droeg onze zonden – dat is een oude boodschap.
Misschien zijn wij anno 2024 geneigd om te zeggen: ‘Daar kunnen we vandaag niet meer mee aankomen. Dat bericht slaat niet meer aan’.
Dit nu is onzin. Nonsens. Het is bovendien ongepast doemdenken.
Een columnist schreef onlangs in een bijlage van het Nederlands Dagblad: “‘Kerk vergrijst maar moskee niet’, vatte KRO-NCRV de meest recente cijfers over de religieuze betrokkenheid in Nederland samen. Ten opzichte van tien jaar geleden is volgens het CBS het verval onder rooms-katholieken het grootst, bij protestanten iets minder en blijft de islamitische gemeenschap stabiel. Christenen zijn pensionado’s die in een geloofsovertuiging uit het verleden zijn blijven hangen, is het beeld dat uit de rekenmachines van het CBS naar voren komt.
Die cijfers sluiten aan bij het gevoel dat veel mensen, binnen en buiten de kerk, zullen hebben over een vergrijzend en verdwijnend christendom. Toch zijn er ook andere ontwikkelingen die niet door gangbare statistieken gevangen worden.
Met misschien wel het meest opmerkelijke, maar nauwelijks opgemerkte feit dat het aantal oosters-orthodoxe christenen in ons land enorm is toegenomen, vooral door migratie.
Met 250.000 (!) gelovigen is de orthodoxie de derde christelijke stroming in Nederland en zijn er meer orthodoxe christenen in ons land dan remonstranten, doopsgezinden, oudkatholieken, lutheranen én Nederlands-gereformeerden samen”.
Kortom – deze oude boodschap vindt ook vandaag gehoor![3]

Natuurlijk wordt het evangelie vaak tegengesproken en onderuitgehaald. Massa’s mensen zeggen: God en Zijn Woord zijn helemaal niet overtuigend. Ga maar na:
een oude blanke Man in de lucht…
een niet-lichamelijke God, die toch biologische functies heeft…
een alwetende God…
een volmaakt goede God…
een almachtige God…
een sprekende en redenerende God…
God die mensen laat voelen dat hij bestaat…
God die gebeden verhoort…
dat is toch geheel en al onmogelijk?
Het Amerikaanse online-magazine Huffington Post somde eens niet minder dan 21 redenen op om niet in God te geloven… kunt u nagaan![4]

Maar daarmee is niet alles gezegd.
Want kunnen gelovige mensen onomstotelijk bewijzen dat de God van hemel en aarde echt bestaat? Godsdienstfilosoof Jeroen de Ridder heeft eens gezegd dat dat afhangt van je definitie van het woord ‘bewijs’. “Als je bedoelt: keihard bewijzen zoals je in de wiskunde dingen kunt bewijzen, dan is het antwoord heel simpel: zulk bewijs bestaat niet. Maar als je met bewijs bedoelt ‘juridisch bewijs’, dat wil zeggen redelijk plausibele argumenten, dan wel”.
Harde bewijzen voor het bestaan van God? Nee, die bestaan niet. “Maar”, zegt De Ridder, “dat lukt met bijna niets in de wetenschappen buiten de wiskunde. Je hebt altijd te maken met waarschijnlijkheden. Soms is iets 99,9 procent zeker, soms 75 procent. Het bestaan van elektronen is ook niet voor honderd procent bewezen. Het is extreem waarschijnlijk dat ze bestaan, maar omdat je ze niet kunt observeren, zal er altijd ruimte blijven voor twijfel”[5]

Conclusie: geloof in Christus’ verlossingswerk en vertrouwen op Gods beloften – dat alles moet ons, op de keper beschouwd, door God gegeven worden!
Dat staat trouwens ook in 2 Corinthiërs 5: “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft”[6].

Laten nieuwe mensen daarom maar intens blij wezen.
Jezus heeft ons bevrijd van Gods straf.
Er is alle reden om bewonderend en enthousiast in te stemmen met Psalm 71:
“Uw grote daden zal ik prijzen.
Heer, uw gerechtigheid
verkondig ik altijd.
U wilde mij steeds onderwijzen.
Van jongsaf mocht ik leren
uw wonderen te eren.

Ten hemel reikt voor ieders ogen,
Heer, uw gerechtigheid
en grote majesteit.
Hoe machtig bent U in vermogen!
Wie kan U evenaren,
uw wonderen verklaren?”[7].

Noten:
[1] In deze alinea citeer ik 2 Corinthiërs 5:20b, 21.
[2] In deze alinea citeer ik van https://www.debijbel.nl/bgt/bijbelboeken/nieuwe-testament/korintiers ; geraadpleegd op zaterdag 8 juni 2024.
[3] Het citaat in deze alinea komt uit: Jan-Willem Wits, “Ongemerkt groeit de orthodoxie” – column in: Zondag, bijlage bij het Nederlands Dagblad, zaterdag 8 juni 2024, p. 3.
[4] In deze alinea gebruik ik https://www.huffpost.com/entry/god-is-unconvincing-to-sm_b_13359362; geraadpleegd op zaterdag 8 juni 2024.
[5] In deze alinea citeer ik van https://www.quest.nl/maatschappij/cultuur/a30269060/bewijzen-bestaan-god-hoe-argumenten/ ; geraadpleegd op zaterdag 8 juni 2024.
[6] Uit Gods Woord citeer ik 2 Corinthiërs 5:17, 18.
[7] Psalm 71:9 en 11 – berijmd; Gereformeerd Kerkboek-1986.

Volgende pagina »

Blog op WordPress.com.